weer een
luidruchtige
Sylvesternacht
tegemoet
Gefluisterde moppen vap
achter „de Muur"
EATERDAG 30 DECEMBER 1067 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 2
wéren, vaak met scherp geladen,
handgranaten, enz. aan te pas) to
taal aan diggelen was gevallen.
Men kan nog slechts over de straat
strompelen, moeizaam over de ber
gen huisraad, aardewerk en oude
bloempotten heen. Auto's rijden
nooit voorzichtiger dan in de oude
jaarsnacht, daar zij anders na tien
meter een kapotte band zouden
hebben. Wie verstandig is, heeft
trouwens zijn wagen op een veilige
plaats verstopt, omdat dat dunne
blink nu eenmaal geen weerstand
biedt tegen een linnenkast, die van
de tiende verdieping omlaag komt.
Na een half uur lawelt begint het
echte feest, dat er niet anders uit
ziet dan de „reveillon" in elke
Europese stad. Men danst, werpt
serpentines en gaat vrolijk het nieu
we jaar tegemoet. Wanneer tegen
een uur of vijf, zes de feestgan
gers verhit en voldaan huiswaarts
Stadsbeeld van Rome met de
tunnelpassage Porta Plnciana.
De Westberlijner heeft dezelfde esprit die de inwoners van
alle grote steden kenmerkt: ze kunnen afstand nemen van het
gebeuren. Ze zien het betrekkelijke van veel in. Er wordt
maar aan heel weinig dingen zwaar getild, en zelfs vrij ern
stige zaken worden met een glimlach afgedaan.
Zoals de Amsterdammer een wat vreemd gevormde kerk
toren zonder aarzeling de „kolekit" heeft gedoopt, zo noemt
men in West-Berlijn een vreemd dak van een kerk „de glij
baan van Onze Lieve Heer". Het is niet spottend bedoeld, men
wil alleen maar ironiseren.
De kale uitgebrande toren van de Gedachtniskirche, als
waarschuwing gelaten zoals deze uit de bombardementen
van de Tweede Wereldoorlog tevoorschijn kwam, heet„de
holle kies". Het prachtige concertgebouw, zo gebouwd dat de
dirigent Herbert von Karajan, precies in het midden staat,
terwijl het uiterlijk van het gebouw wel wat van een circus
tent weg heeft, wordt kort en goed „Zirkus Karajani"
genoemd.
Zo kan men doorgaan. Met ailes
spot de Westberlijner.Nee, toch
niet. Niet met alles! Want waar hij
geen enkele „leuke" opmerking over
lust, waarover hij alleen maar ern
stig wil spreken dat is over „de
Muur". Daarover zal hij u urenlang
vervelen. Heel ernstig en zonder
een zweempje van afstand-nemen.
Er zijn verschillende autobustrips
in West-Berhjn, naar musea, naar
grote gebouwen, naar de vele meren
en bossen rondom de oude Duitse
hoofdstad, naar Berlijn by nacht
(grote of kleine toer)..èn er is een
„trip to the Wall". Bezichtiging van
„de Muur", met alle markante ge
deelten. Met de kleine tentoonstel
ling „Es geschah an der Mauer", en
met bezoek van de plekken waar
medemensen de dood vonden op
hun vlucht naar de vrijheid
den, in Oost-Berlijn weet men
officieel helemaal niets van mop
jes. Men neemt alles dodelijk ern
stig. Des te meer doen er de z.g.
„Fllisterwitze" de ronde. Die liegen
er bepaald niet om. Hoe slecht de
verbinding tussen Oost en West hier
ook is, de gefluisterde moppen we
ten zonder moeite de grens te pas
seren. Het lijkt wel of ze met de
nachtwind over 'de Muur' komen;
met de bladeren meedwarrelen of
met de mussen meegaan. De enige
passanten die ongehinderd over „de
Muur" mogen reizen. Of brengen de
143 mensen die in West-Berlijn wo
nen, maar in het oosten werken ze
elke dag mee? Of misschien de ge
pensioneerden die mondjesmaat
en slechts voor zeer korte tijd
„de Muur" mogen passeren?
Fliisterivitz
Die geraaktheid van de Westber
lijner inzake „de Muur", wordt ge
completeerd met de zogenaamde
onbevangenheid waarmee de Oost-
berlijner erover spreekt. Als u door
de barrière die Oost en West
scheidt, heengebroken bent als
buitenlander gaat het vry gemak
kelijk dan kan het gebeuren dat
u een gids meekrijgt. Op eigen ver
zoek trouwens. En vraagt u hem
naar „de Muur", dan zal hij zeer
verbaasd doen. „Een Muur.o ja.
daar is wel ergens zo'n bouwsel.
Maar dat is niet interessant. Wij
hier in Oost-Berlijn hebben wel wat
anders te doen, dan daaraan te
denken. We zijn nu aan de volle
opbouw. We hebben nu al lé'.i pro
cent ingelopen op ons programma
en zijn 32 procent bij verleden jaar
vooruitgekomen
Op deze wijze redeneert men daar.
Bovendien, en dat moet gezegd wor-
zegt de directeur, „komt de minis
ter-president".
Stem uit de achterste rij„Einde
lijk! En wie is zijn opvolger?"
Of deze: „Wat heeft Marx de
Duitsers nagelaten? De Oostduit
sers het Socialisme, de Westduit
sers het Kapitaal."
Als twee Oostduitsers elkaar ont
moeten vraagt de een: „Hoe gaat
het ermee?" Antwoordt de ander:
„Veel beter dan cellulair!"
Ontgoocheld
,,Zeg, hebt U...?"
Zo gauw je met een Westberlijner
in gesprek komt, vraagt hij je mon
kelend: „Zeg hebt u die al gehoord?
Müller keert uit de V.S. naar
Oost-Berlijn terug om zijn daar wo
nende dochter te bezoeken. Een
buurman van haar, partijfunctio
naris, houdt hem aan en zegt op
dreunende toon: „Dus u komt uit
het land waar het kapitalisme
sterft?"
„Inderdaad", antwoordt Müller ti
midemaar het is wel een
mooie dood!"
U weet nu meteen het gehalte van
de „Flüsterwitze". Typisch dezelfde
soort die wij in de oorlog elkaar
vertelden om de moed erin te hou
den. De burger die hoopt op een be
tere toekomst. Duidelijk komt dat
ook uit het volgende naar voren.
Op een middag moeten de gevan
genen in de grote gevangenis in
Oost-Berlijn aantreden. „Straks", zo
Een aantal „Flüsterwitze" ver
raadt daarentegen een geheel ander
karakter. Daarbij schemert iets door
van de man die eerst aan het sys-
steem geloofde, maar tenslotte toch
ontgoocheld werd. Zijn verbittering
verbergt hij nu onder een grim
lachje.
Een partijsecretaris roept in zijn
rede uit: „Wij hebben de socialisti
sche staat opgericht, onze kinderen
zullen er de vruchten van plukken
Stem uit het publiek„Goed dat die
rotjongens ook eens merken wat
het is".
Of deze: „Wie is een goede com
munist? Hij die van zijn kiezen de
kroon Iaat vallen om er een hamer
en sikkel in te laten graveren."
Of die andere: „Wie is een goede
communist? Die altijd met de partij
meelaveert!"
U ziet het, het zijn in wezen bitte
re mopjes waarover wij uit Neder
land niet zo van harte kunnen
lachen. Iemand zei eens dat het
lachen van de Duitsers over deze
„Witze" meer een zuchten was,
maar dan met wijdopen mond.
„Waarom bent u niet op de laat
ste partij vergadering gekomen?"
„Ja, als ik geweten had dat het
inderdaad de laatste was
Een journalist uit Amerika, die
geen Duits leest of verstaat, bezoekt
Oost-Berlijn. Hij krijgt een gids
mee. Ze zien voor een huis een lan
ge rij mensen staan. „Wat is dat?"
vraagt de man. „O", is het ant
woord. „Niets bijzonders. Die staan
in de rij voor plaatskaarten van het
theater".
Even verder, weer een rij mensen.
De journalist vraagt opnieuw wat
dat is en krijgt hetzelfde antwoord.
's Avonds schrijft hij naar Ameri
ka dat een nieuw toneelstuk in
Oost-Berlijn blijkbaar zeer in de
smaak valt. Wie de schrijver van
dat stuk was, wist hij niet, maar de
titel luidde: „Slagerij".
De enige mop die ik niet ontbloot
vond van wat humor was de vol
gende. Ter ere van de zevende no
vember waren op vele muren in
Oost-Berlijn plakkaten opgeplakt
met de leuze: „De maand van
vriendschap met de USSR". Ee
boze hand had er korzelig onder g<
schreven: „Oké, maar dan ook gee
minuut langer!"
Gevaar
Al zijn die „Flüsterwitze" nog
gezocht of flauw, toch is het doo
geven, het vertellen ervan, niet vi
gevaar ontbloot. De maker van h
gedicht, dat zo begon:
„Lieve Heer, maak me blind, o]
dat ik niet de schandmuur vind.
waarna ik vervolgens doof wil woi
den om de radio niet meer te hor(
en: stom... opdat ik niet in
tuchthuis kom.was uiteindell
niet stom genoeg. Want hij was
stom om zich te laten pakken,
hij kwam tóch in het tuchthuis
recht.voor zes jaar lang!
Tegenstelling
Nu is het moeilijk, zeker vo
iemand van ons, om in Oost-Berli
rond te gaan en geen wonderlij
tegenstellingen te zien, die het
zen van de humor in zich verbe
gen. De verbetenheid waarmee all
wordt gedaan, en daarentegen
slaafse dankbaarheid waarmee f<x
tjes die mogelijk wat groot z
uitgevallen worden aangenomi
geven ons de kriebel: Jemóétenr
gaan spotten...of je wilt of nl
Terwijl toch deze mensen eerder
medelijden dan onze spot verdiem
Want zoals een journalist zei
in Oost-Duitsland hebben werkel
voor de verloren oorlog betaald
Wat je zelf in Oost-Berlijn mi
maakt zouden ook „Flüsterwita
kunnen worden.als ze niet zo
kenend waren. In een museum wil
ik een boekje hebben. Het was
verkocht. Een exemplaar lag in
vitrine. Dat kon ik niet krtjgen,
men, dat was het laatste exempli
en dat gaf men niet af. Het kos
zes mark. Ik legde 7 West-mi
neer en herhaalde: „Ik wil dat bc
je hebben". Er werd niet meer
discussieerd. De vitrine ging op
en ik kreeg het boekje onder dan
betuigingen overhandigd.
Als u ziet hoe bij het monumi
voor de offers van het militarfc
de wacht wordt afgelost, dan is
in wezen komischals het niet
droevig zou zijn. Zolang een regi
naar aard zo geheel anders is
naar daden, zullen „Flüsterwit
blijven komen. Gelukkig immers
de geest nog steeds sterker is i
welk (dwang) systeem ook.
T. d
kracht van de knallen al sedert
eeuwen gestadig toe en zal niet af
nemen, zolang nog een rechtge
aard Napolitaan bestaat, tenzij er
een de H. Januarius, de meest hei
lige van allen, met een atoombom
zou willen eren.
De Romeinse politie is hardleers.
Ieder Jaar weer deelt zij een dag of
twee voor nieuwjaar mee, hoeveel
honderdduizend kilo springstof van
allerlei soort, onder de sla en de
appeltjes verstoken, door haar ach
terhaald werd. Op een wat beschei
dener plaatsje in de krant kunnen
we lezen hoeveel straathandelaars
in „knalwerk" door een ongelukkige
val of iets dergelijks er het leven
bij hebben ingeschoten. En als we
dat allemaal hebben gelezen, weten
we ook, dat Rome dus wreer een
echte, ouderwetse oudejaarsnacht
tegemoet gaat. Toch is de politie
grootste belang is voor alles, dat er
geknald wordt, omdat men da ar by
de heksen en boze geesten schrik
aanjaagt, wier overoude animisti
sche invloed op de met een fon
dant-roze christelijk vernisje glim
mend gestreken Italiaanse ziel over
heersend is".
Smijtpartij
Het verkeerde moet verdwijnen.
Ook dat vat men heel letterlijk op.
Verkeerd was dat het t.v.-toestel er
plotseling de brul aan gaf; ver
keerd oma's schommelstoel, die het
eensklaps begaf, zodat de goede ziel
een heup brak. Die dingen moeten
gestraft worden. Weg ermee! Voor
de heksen en boze geesten!
Dus gaan om twaalf uur precies
alle vensters en balkondeuren
open en een ieder doet wat hij kan
In de straten van Rome is het
gedurende de oudejaarsnacht
oppassen. Passanten hebben de
kans slachtoffer te ivorden van
het oeroud gebruik al het over
bodige uit de ramen te smijten!
Op de plaat de Via Giulia.
van het nieuwe Jaar maar liever
veilig in één of ander cafétje.
Straks ziet hy de scherven wel en
prijst zich gelukkig, dat hij er niet
onder stond.
Oeroud
Wie dit oeroude gebruik niet kent
en op oudejaarsavond in Rome
mocht aankomen, zou, gesteld dat
hij het kon overleven, de indruk
mee naar huis nemen, dat de stad
na een zwaar bombardement (be
halve het meest luidruchtige vuur
werk komen er ook revolvers, ge-
Oud en nieuw wordt in de Italiaanse hoofdstad doorgaans
zeer uitbundig gevierd. Met veel luidruchtigheid. Het feest
van Sint-Sylvester krijgt al een aanloopje tegen het eind van
november. Dan beginnen de kranten berichten te publiceren
over het aantal tonnen verboden vuurwerk, dat de politie op
de heirwegen, welke naar Rome voeren, in beslag heeft ge
nomen.
Dat vuurwerk komt, zou het an
ders kunnen, uit Napels, waar men
om de andere dag wel een of ande
re heilige met knallen en ontplof
fingen moet eren. Omdat elke recht
geaarde heilige natuurlijk jaloers is,
wanneer voor een collega in god
vruchtigheid een rumoerig spekta
kel wordt ontketend, neemt de
ervan overtuigd, dit jaar de over
winning te hebben behaald
Schone lei
Nieuwjaar betekent met een schone
lei beginnen. In Rome neemt men
de oudejaarsavond een beetje luch
tiger op dan in ons land. Van het
om het nieuwe jaar .schoon" te
beginnen. Alles wat in de loop van
het jaar kapot ging en ook alle
flessen, die men op de feestelijke
avond al heeft genoten, vliegen het
venster uit. De straat ligt bezaaid
met scherven, kapottefauteuils en
gammele badkuipen.
Het is streng verboden, dat wel.
De manifesten, die de burgemeester
laat aanplakken, liegen er niet om.
Maar zou een potkacheltje pathe-
thisch blijven zweven, als door en
gelenhanden gewiegd, wanneer er
beneden op straat juist een politie
man aan zijn potlood heeft gelikt
om proces-verbaal op te maken?
WIJ twijfelen eraan, vooral ook ge
zien die heksenatmosfeer rondom
het geheel. En de politieman twij
felt ook en blijft het eerste uurtje