w Thalassa SCHEEPS ERICHTEN „Wegen op Scliiphoi zijn niet openbaar'" irrtsj/iss saste ftpwaAWfi--. M&jrKMaa' tooi SBRÜZr SS éss .Watss-ïU sas;~~ issassT-.. is» VRIJDAG 29 DECEMBER 1967 letdscb dagblad ONS DAGELIJKS VERVOLG VERHAAL 99 99 Oorspronkelijke roman door Jan de Hartog 45 Ik sloeg de drijvende zakenlieden gade van het achterdek door de oude (verrekijker van de kapitein. Eerst bleven zij een tijdje by elkaar, toen plasten er een paar naar de wal en hesen zich op een rotsblok, hun knieën bezerend, hun achtersten vol doornen van zeeëgels. zy stonden daar, huiverend, trachtend hun men warm te slaan en riepen „Ahoi!" naar de werksloep, die ir de verte verdween. De dapperen on der hen bleven ln het water, ver spreid boven de afgrond en staarden ómlaag, gefascineerd door hun af- jgryzen. Ik zag een van hen, die op mensen; wy moesten hen zo spoedig mogeiyk terugbrengen naar hun ro kerige bars, waar zy verder konden gaan met de meisjes te knypen. „Onmiddellyk, versta riep hy en sloeg met e deur van de stuurhut achter zich dicht. De oude kapitein giechelde in zün kooi. Ik deed myn best, maar het kost te ons drie dagen om een haven te bereiken. Tenslotte meerden wy in La Ciotat, de plaats waar het schip deze reis naar toe wilde. La Ciotat was geen vakantieoord, het ;n fabrieksstad met scheeps werven en rokende waar hy wilde dat wy een paar an tiquiteiten voor hem zouden opdui ken die in de buurt van een van de kleine eilandjes in de Cycladen verzonken lagen. Hy zou aan boord komen in Saint-Tropez met mis schien een of twee alleraardig ste gasten, en wy zouden onmid dellyk vertrekken, want de hele expeditie mocht niet langer dan acht weken duren. De anderen waren verrukt, maar by het woord „Griekenland" sloeg my de schrik om het hart. Ik wist zeker dat het schip er niet over dacht om naar Griekenland te gaan. Ik was bygelovig geworden met be trekking tot haar; ik zorgde ervoor dat het woord „Griekenland" niet uit te spreken in onze gesprekken uit zwakzinnige vrees dat zy haar oren zou spitsen en zich schrap zet ten. Toch was ik op haar gesteld geraakt; net als de oude kapitein was ik tot de ontdekking gekomen, dat ik alles van haar gedaan kon krygen met geduld, vriendeiykheid en een stalen gezicht. Toen ik de oude kapitein vertelde dat wy naar Griekenland zouden gaan, zei hy: „O, dat zal best gaan. Daar is ze j al eens eerder geweest". Om de eei of andere reden was dit een opluch ting. WORDT VERVOLGD PANDA EN DE POLYDINGUS. 796. Sir Mortimer stuurde zijn jeep zonder aarzelen Ly- dingus binnen en reed hobbelend over de rotsbodem in de richting van een open plek waarop een tent stond. „Dit moet de plaats zijn, waar mijn collega zijn geheugen ver loor!" sprak de ontdekkingsreiziger. „Hm..het ziet er allemaal heel onschuldig uit. „Behalve die scheur in de grond dan!" zei Panda. „Dat is toch raar! Ik kan me niet voorstellen, dat hij zijn tent daar met opzet overheen heeft geplaatst. Het lijkt me niet makkelijk slapen!" "Ef_n ware ontdekkingsreiziger staat voor niets!" verklaarde Sir Mortimer „Zeker niet, als het om de jolly glorie van zijn vader land gaat! Maar dit is inderdaad wat vreemd! We kunnen beter de omgeving afzoeken naar sporen en dergelijke!" Ze namen ieder een gedeelte van de omtrek voor hun rekening en na enige tijd ontdekte Panda inderdaad nog iets eigenaardigs. „De helft van een doormidden gescheurd dagboekzei hij tot zichzelf. „Vlak naast die spleet.J)aarin is de andere helft zeker verdwenen. Maar misschien hebben we hieraan genoeg om meer te weten te komen I stuurman gaf de order aan my door. kwaad. Hy herhaalde: „Onmiddel- en zei dat 't geen zin had de kruistocht voort te zetten met dit stelletje onsportieve, verwende, on beschofte nachtclubklanten. Er was geen ruimte op zee voor dat soort lijk veel op een echte vos. Rechter Tie gaat op die naar een deur van latwerk leiden. Het n een paar stukken uit als de Rechter de deur o, is het pikkedonker maar er valt een vaag schijnsi een zijvertrek. Rechter Tie loopt erheen en blijft dan aan genageld staan. Naast een kaars, die in een muurnis u )ot en i verspreidt, staat een vormeloze gedaante, gekleed in een l naast j de lijkwade. Het hoofd is een doodskop, die de Rechter a ■oeger met lege, gapende oogkassen. Rechter Tie is hevig gesc 1 maar hij herstelt zich meteen en roept met krachtige T"om tevoorschijn, f OF! KIER VAN JUSTITIE BIJ RECHTBANK MEENT: junct-hoofd van de afdeling juridi sche zaken van Schiphol, die door de rechtbank tot 25 gulden boete veroordeeld. Schiphol rein betreedt, voegdheid en tot afslutiimg het ter- ,r zy heeft de be- wel eens de plicht te gaan. Of de rechtbank het daarmee eens I is. zal by de uitspraak op 11 januari I blyken. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 1015. Aan de aankomstplaats heerste een onbeschrijfelijke verwarring. Niemand begreep goed, wat er aan de hand was, on danks de bekentenis van Knud Humstrum. Pas de aankomst van Brammetje Fok loste alles op. Reeds de drukte en het rumoer bij de finish waren voor Bram een bewijs, dat zijn plannetje geslaagd was. Geen wonder, dat h\j grijnsde van oor tot oor. „Zo bent u dus bedrogen door die tweeling," zei hij tot de bur gemeester, terwijl hij wees op Jut en Knud. „De één gooide de post van de berg af, de ander bezorgde de brieven, voor zover ze niet teloorgingen. Maar de Spook-Skiër tvas echt veel sneller dan die twee op hun hondesleetjes." De échte postbode begon te lachten en te huilen tegelijk. Bram had hem dus toch niet in de steek gelaten, maar integendeel het bedrog van zijn tegenstanders aan het licht gebracht. Zijn dank kende geen grenzen. IOUD Le Mathllde 27 te Urn mêmL,. «Hjggg- Zeeslee

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 17