WELKE MEER DAN EENMAAL?
1
z
z
1
Z
f
s t
x x
i
t
t
1
b
z
X
1'
111
X S
1 X
X
I 1
t t
X X
X
X
h
-Ë-
KERSTBIJLAGE 1967 VAN HET LEID8CH DAGBLAD
12
33
43
54
85
36
106
117
23
44
65
1
eSB
75
86
107
34
76
45
66
87
■LL
35
56
77
108
119
"I-
Eaa
25
67
109
130
36
57
78
120
26
46
i
47
89
puzzel 5
Dit lijkt op het eerste gezicht een forse ver
zameling van allemaal verschillende kerstkaars
jes. Wanneer men de tekening echter iets beter
bekijkt komt men tot de ontdekking, dat heel
veel kaarsjes toch wel hetzelfde lijken te zijn.
Beide conclusies zijn onjuist, want na een nauw
37
58
79
69
131
fnrSiiïïpt
48
38
49
59
70
80
90
III
101
112
122
133
39
60
I
102
123
29
50
92
113
40
103
124
134
30
62
72
83
104
125
135
52
94
115
42
63
105
126
136
i
32
53
74
95
116
137
keuriger vergelijking blijkt er toch altijd wel
enig verschil te zijn.
Altijd? Nee, niet altijd, en daar gaat het nu
juist om.
Er zijn kaarsen met een puntig topje, andere
hebben een platte bovenkant, dan kan de pit de
ene of de andere kant omgebogen zijn, en er zijn
ook twee verschillende wijzen, waarop de kaar
sen zijn gestreept. Dan zijn er verschillen in de
vorm en kleur van het lekbakje en ook nog ver
schillen in vorm en kleur van het voetje van de
kaarsehouder.
En ondanks al die verschillen zijn er toch
enkele figuurtjes die meer dan eens precies het
zelfde voorkomen. Hoeveel dat er zijn vertellen
wij U niet. Kunt U ze allemaal vinden?
Welke figuurtjes van kaars-in-houder komen
onder deze 137 figuurtjes meer dan eenmaal
voor? Als oplossing niet de figuurtjes natekenen,
maar de nummers van de figuurtjes, liefst van
laag naar hoog.