DDD
DDIS
Kind moet zich thuis voelen
in zijn kleding
Niet genoeg geleerd
THEEDOEK????
DE DOEK DIE DIRECT
Even op adem komen
RSTBIJLAGE 1967 VAN HET LEIDSCH DAGBLAD
T
Uik en wij allemaal willen onze kinderen leuk kleden^ Wij willen dat
ze de mooisten zijn van allemaal. Over kinderkleding spraken wij
met dirie vrouwen, die leder op hun eigen terrein in de kinderkledlng-
branche werkzaam zijn.
Zo Is mevrouw Brouwers ontwerpster by een Waalwyks confectiebedryf.
zy maakt tweemaal per jaar een collectie, waarmee stad en land wordt
afgereisd om ze aan de inkopers te showen.
Mevrouw E. M. Hoek-Cohen is inkoopster van een groot warenhuis.
Voor haar magazijn stelt zy de kindercolleotie samen, waaruit moeders
met hun kinderen hun keuze maken.
Marjolein de Jong tenslotte, doet alles zelf. zy is Nederlands enige en
jongste kinderkleding-boetiekhoudster. In een klein pand in de Jordaan
vertelt zü over haar werk, dat van ontwerpster, uitvoerster van eigen
ideeën en het verkopen van kleren aan haar jeugdige 1
Een literator die voor een zaal
vol mensen (en kinderen) een
toespraak had moeten houden,
bekende mij na afloop dat hij
het heel griezelig had gevon
den.
„Waarom?" vroeg ik ver
baasd. Het leek me juist dat u
het er uitstekend afbracht. Het
ging heel vlot en gemakkelijk
en iedereen was voldaan".
„Heus?" vroeg hij hoopvol, en
toen: „Ik ivas eigenlijk vreselijk
verlegen".
„Dat zijn we allemaal in zo'n
situatie", troostte ik.
Hij knikte.
„Gek hè.op school heb ik
alles over de Batavieren geleerd,
maar ik leerde er niet hoe ik
mijn verlegenheid kon overwin
nen. En toch zou ik daar voor
mijn verdere leven meer aan ge
had hebben. Waarom leren ze
et confectiebedryf voor exclu
sieve kinderkleding „Dauphin"
in Waalwyk is gevestigd in
oud verwaarloosd pand, dat op
nominatie staat afgebroken te
den. In een langwerpige vleugel
het oude huis werken de
[ermeisjes. Het ruikt er naar
ïtig wasgoed en het is er te
n. Een radio vol arbeidsvitami-
doorbreekt de monotone geluü-
van het stikken, knippen en de
nappende stoom uit het strijk-
Ontwerpster van de Dauphin-
:ctie is mevrouw A. Brouwers,
ioet dit werk al vyf jaar.
aar gaat zy vanuit by het ont-
pen van kinderkleding?
k krijg myn ideeën by het zien
de stoffen", vertelt ze. „Na-
L evrouw Hoek, inkoopster van
I een groot warenhuis, is het
r daarmee volledig eens.
|ch moet kinderkleding niet al-
praktisch zyn", zegt ze
ook modieus",
evrouw Hoek heeft haar kan-
vlak boven de ruimte, waar
vruchten van haar inkoopbe-
te kdjk en te koop hangen.
's, kan zy lo-
l door een nauwe doorgang, de
iek van de jeugdige afnemers
j m. Daar wordt een jurkje of
tuurlyk ga ik daarom mee als ze
ingekocht worden. Dan teken ik een
patroon en laat dat door een meisje
uitvoeren. Als het een geslaagd mo
delletje is gaan we het produceren.
Dat produceren gebeurt in team
work. Ieder meisje doet iets aan
zo'n jurk. De één maakt een mouw,
de ander zet haar erin.
Ons grootste probleem is, geen
kleren te maken, waar de klant nog
niet aan toe is. Als kinderkleren
te vooruitstrevend zyn heb je de
kans dat je met zo'n collectie bhjft
zitten".
Wordt zy ook beïnvloed door de
buitenlandse kindermode?
„Natuuriyk, je wordt beïnvloed
door de buitenlandse modetyd-
schriften. Niet door de Nederlandse,
die lopen altyd achter. Ook het
rondkyken op de kinderafdeling
van een warenhuis beïnvloedt. Als
ik in Londen ben kyk ik daar, als
ik in Parijs ben kyk ik wat daar te
zien is".
Hoewel mevrouw Brouwers ge
looft, dat de Londense tiener-mode-
jongensbroek waar zy zelf weg
van is, onder protest gepast, om
dat de kleine hy of zy nooit in zo'n
geval wenst te lopen. By het ko
pen van kinderkleding is niet al
tyd moeders, maar soms ook zoon
of dochters wil wet.
„De kinderkleding heeft de laat
ste acht jaar een metamorfose on
dergaan," zegt zy. „De sombere
kleuren zyn door de Carnaby-uit-
barsting verdwenen en de kinder
tjes in Nederland zien er niet meer
uit alsof zy één grote tweelingen
familie zyn. Er is veel veranderd,
als je alleen al kykt naar de jon
gensbroeken. Een op zichzelf fan
tasieloos artikel, want een broek
is een broek. Vroeger was echter
diezelfde broek alleen maar te
koop in marineblauw of grijs. Nu
zyn ze te krygen in alle mogelijke
uitbarsting een grote invloed heeft
op de kinderkleding („we hebben er
een heel ander kleurenschema aan
over gehouden"), is ze toch van me
ning dat Parijs meer bepalend1 is
dan Londen.
„Uit Frankrijk komen de mooiste
kinderkleren. Amerika is ook heel
belangrijk. Dat moeten we niet on
derschatten".
Vindt mevrouw Brouwers, dat de
Nederlandse moeder een ruime keu
ze heeft voor haar kind?
„Nee, het is me vooral de laatste
maanden gebleken, dat er weinig
kinderkleding te krygen is. Ik heb
de indruk, dat de warenhuizen een
kleuren, zelfs wit. De modellen
variëren van laag heupmodel tot
die met een hoge tailleband. De
ceintuurs zyn of van touw, leer,
suède of van een bypassende kleur
stof. Eigenlyk zou je kunnen stel
len, dat de meisjeskleren verman
nelijkt zyn en de jongenskleding
verv'rouweiykt, waarmee ik niet
verwyfd bedoel. De kleding die ik
koop, heeft een sportief-nonchar
lante-look. Daar houd ik van."
Welke materialen zyn het meest
by moeder en kind in tel?
„De hoogwaardige stoffen.
Meestal de synthetische, want die
zyn sterk, makkelyk .te wassen,
snel droog en hoeven niet gestre
ken te worden. Vooral dat niet
strijken is belangryk", zegt me
vrouw Hoek.
Over het algemeen staat de Hol-
P7 ie dat fabricage-proces wel
V degeiyk iets uitmaakt, is
boetiekhoudster Marjolein de
>ng. Het is een van de redenen
aa'rom ze zo gelukkig is met haar
kleertjes".
,Iets voor een vriendin of voor
lezelf maken, vine" ik een crime.
Dat duurt zo lang", zegt ze.
Marjolein de Jong woont en werkt
in het hartje van de Amsterdamse
Jordaan. Binnenkomen in het
pandje aan de Egelantiersgracht 101
is een sensatie. Overal schitteren de
vroiyke kleuren je toe. Midden in
de zaak staait een rond hek, waar
aan de broekpakken, gehaakte
jurkjes en mantels met uitbundige
bontkraagjes een plaats hebben ge
vonden. Marjolein heeft het druk.
Ze ontwerpt, voert uit, helpt haar
kleuterklanten en rekent af aan de
ouderwetse kassa.
Achter de winkel staat in een
kleine ruimte haar bed, haar kachel
tevens fornuis en een tafel bezaaid
met alle mogeiyke kleren, die nog
niet af zyn. Ze bezit één naaima
chine.
„Ik wilde gewoon eens wat an
ders", zegt ze. „Dat ik kinderkleding
ben gaan maken is louter toeval.
Ik ben begonnen met sieraden en
hoedjes. Maar de Jordaan is een
gekke buurt. Na een paar maanden
viel het me op, dat de moeders hier
by zonder veel geld aan hun kroost
uitgeven. Ze kopen snoep voor hen
beetje bang zyn. Ik vind ze mo
menteel erg terughoudend met hun
inkoop. Misschien is er een angst
dat ze hun spullen niet kwytraken,
dit in verband met de gewyzigde
conjunctuur en de toenemende
werkloosheid. Wat er overigens
wordt gebracht vind ik wel aardig.
Het is echter opvallend, dat de
goedkopere kleding slecht afge
werkt is. Ook zie je altyd weer, dat
goedkope jurkjes, gemaakt van niet
zulke beste kwaliteit stoffen, vaak
opgehaald worden met allerlei gar
neringen".
Hoe is het om als ontwerpster Je
ideeën vele keren vermenigvuldigd
landse moeder bekend als een zui
nige vrouw wanneer het om kin
derkleren gaat. Is dat zo?
De reden hiervan ziet mevrouw
Hoek, die dit beaamt, in het feit,
dat de vrouw bij het kopen vaak
redeneert in de trant van „Mtfn
kind groeit er toch maar uit of
valt op de een of andere ongeluks
dag een gat in zyn of haar dure
broek."
Vaak hoor je moeders klagen,
dat kinderkleding in verhouding
met „grotemensenkleding" duur
zou zyn.
„Onzin," zegt mevrouw Hoek,
„of je nu voor een kind van acht
tien een volwassene dus of
voor een kleuter van drie «en
jurkje maakt, het arbeidsloon en
het fabricage-proces blyven altyd1
hetzelfde."
en kleden ze met fantasie. Hoe ze er
zelf by lopen interesseert hun wei
nig. Wat dat betreft is het hier net
Italië", zegt Marjolein, die overigens
wild is van de Jordaan en de bewo
ners van deze Amsterdamse wyk.
„De moeders van de kindertjes,
die ik kleed, lopen gewoon bij me
binnen om een praatje te maken",
vertelt ze. „De kinderen zelf zyn
ook enthousiast. Ze weten precies
wat ze willen. De jongens moeten
allemaal heupbroekjes hebben, de
meisjes allemaal broekjes met gul
pen. Ze zyn reuze modebewust en
hebben een eigen smaak. Ik vind
het jammer dat de smaak van de
kinderen by de confectie helemaal
wordt verwaarloosd. Als de kinde
ren by my komen, weten ze niet
wat hun overkomt. Ze zyn altyd ge
wend geweest, dat er voor hen
werd beslist. Dat ze nu in een win
kel komen, waar aan hen gevraagd
wordt wat zy mooi vinden en willen
dragen vinden ze prachtig.
De kinderen komen altyd met hun
moeder. Je krijgt natuurlijk ook ou
ders, die zeggen„moet mijn kind in
zoiets lopen?", maar dat is geen on-
overkomelyk probleem. Het is heel
goed mogelyk om iets te maken,
dat zowel de moeder als het kind
mooi vindt. De eisen, die ik aan
kinderkleding stel, zyn dat ze ge
maakt is vaai goed© stoffen, bewe
gingsvrijheid biedt en dat het kind
er niet in uitziet als een oud man
netje of vrouwtje. Als myn winkel
tje goed blyft lopen wil ik voor de
confectie gaan werken. Myn beroep
wordt in de kinderconfectie vaak
niet serieus genomen. Ik heb wel
met confectionairs gesproken, die
naai' myn winkeltje kwamen ky-
ken. Als ik ze laat zien wat ik
maak, zeggen ze: „ik vind het eniig
maar ik durf het gewoon niet aan.
Het risico dat het niet gaat, is te
groot voor my".
„Ik heb echter gezien dat het
wel kan. Straks is de tyd misschien
rijp, dan ga 'ik confectie maken. Ik
geloof, dat we niet ver meer af zit
ten van het moment, dat kinder
kleding net zo belangryk is als tie-
nerkledlng. Ik ben heel nieuwsgie
rig wanneer de doorbraak komt",
zegt Marjolein, die zich verheugt
op de komende feestdagen, omdat
ze haar klantjes dan als romanti
sche prinsen en prinsessen met veel
fluweel en kant langs de Amster
damse grachten kan zien flaneren.
zien
ons zulke dingen eigenlijk
niet?"
„Van ons wordt verwacht dat
we onszelf het nodige zelfver
trouwen bijbrengen"
„Ja, kennelijk. En hoeveel
mensen lukt dat?"
Hij had gelijk. Kinderen le
ren te veel op school en veel
te weinig. Ze leren op school
nuttige dingen: aftrekken en
procenten uitrekenen en werk
woorden vervoegen en de Slag
bij Waterloo en Paul K rug er in
ons land en ze worden grondig
ingelicht over de Generaliteits-
Moederlijke
in een kinderkledingzaak
hangen?
„Geweldig. Als je jurkjes tenmin
ste worden verkocht. Hoe meer er
verkocht wordt, hoe leuker het is.
Als ik door de stad loop en ik zie
een kind, dat myn jurkje draagt
dan vind ik dat enig".
Wat vindt zy het belangrijkste
van kinderkleding?
„Het kind moet zich in die kleren
thuisvoelen. Het moet zich niet voe
len als een modepopje, dat de hele
dag mooi moet zyn en ervoor moet
oppassen, dat het niet morst. Een
kind moet in zyn kleren een opti
male bewegingsvryheid hebben".
ADVERTENTIE
En moeder
zegt:
Tenslotte de mening van een
moeder. Zy is degene voor wie
wever, ontwerpster, confectio
nair en inkoopster hun best doen.
Mevrouw G. Vermeulen, die buiten
het centrum van de stad woont,
maakt zelf geen kleren voor haar
dochters Yvonne (5) en Marianne
(9). Af en toe breit zy eens een
trui. Maar hoe ouder haar kinderen
worden hoe minder dit op prys ge
steld wordt. Zo vindt de oudste,
dat de „huisvlyt" van haar moe
der „kriebelt" en te warm is.
Mevrouw Vermeulen koopt de
meeste kleren voor haar kinderen
in de maand september, omdat zy
vindt dat ze dan de meeste keus
heeft.
„Ik slaag altyd", zegt ze. „Als wy
een middagje gaan winkelen, ko
men we nooit zonder iets thuis".
„Hebben haar kinderen veel in
spraak als er iets gekocht moet
worden?"
„Ik mag alleen letten op de kwa
liteit stof, of het kledingstuk goed
afgewerkt is en of het me werk be
spaart by het wassen en strijken",
zegt ze. „Ik koop byna alles in de
zelfde winkel. Het is er tameiyk
rustig en wy kunnen er op ons ge
mak rondkyken zonder opzy ge
duwd te worden door andere moe
ders en kinderen".
„Voor welke kleren hebben haar
kinderen een voorkeur?"
„Omdat myn kinderen ydel zyn,
ze trekken alles wat nieuw is
meteen aan houden ze van hip
pe kleertjes. Ze moeten fel van
kleur zyn, b.v. oranje, geel of ap
pelgroen en gemaakt van badstof
of ribfluweel. Allebei houden ze van
sportieve kleren. Ze dragen veel
rokken en truien en rechtvallende
jurkjes. Ze bepalen altyd zelf hun
keuze. Als ik ze daar hun gang niet
in laat gaan, dan dragen ze het
toch niet", zegt mevrouw Vermeu
len.
„Of ik gelukkig ben met de kin
dermode? Ja, vooral als ik denk aan
de mode die we een paar jaar ge
leden hadden. U weet wel, die jur
ken met petticoats. Ik moet er niet
meer aan dénken".
landen en bovendien leren ze
kruissteekjes borduren op een
kruikezak, en meeldraden tel
len, en Stockholm aanwijzen op
een blinde kaart. Daarna krijgen
ze een papiertje mee waaruit
blijkt dat ze de lagere school
„met vrucht" hebben door
lopen: ze weten alleen nog niet
wat „met vrucht" precies bete
kent.
Maar hebben ze zwemmen ge
leerd? O neen. Een enquête
heeft uitgewezen dat zeker de
helft van de schooljeugd op
twaalfjarige leeftijd niet kan
zwemmen, de helft van de rest
kan het een beetje. En jaarlijks
verdrinken honderden kinde
ren!
Leren ze lopen, bewegen, zich
fit houden? De geluksvogels
krijgen wat primitief gymnas
tiekonderwijs; voor een groot
deel van de schooljeugd zijn
echter nauwelijks zalen, toestel
len, leerkrachten in dat vak be
schikbaar.
Leren ze een stukgevallen-
knie verbinden, een vuiltje uit
het oog wippen, leren ze hun
eigen sokken stoppen, truien
breien, een winkelhaak herstel
len? Kruikezakjes!
Leren ze zich duidelijk en
zonder veel omhaal uitdrukken?
Wordt hun logica bijgebracht,
leren ze argumenten op hun
ivezenlijke waarde toetsen?
Geen sprake van. Ze leren
werkwoorden vervoegen, zelf
standige naamwoorden benoe
men precies als vijftig, zestig
jaar geleden toen gewone men
sen niet knap hoefden te zijn
en toch nog niets te zeggen
hadden.
Onderwijsvernieuwing is tot
nu toe niet veel meer dan een
term geweest: in de praktijk
komt het neer op nieuwe boek
jes over dezelfde onderwerpen.
Echte onderwijsvernieuwing
gaat altijd uit van de leerkracht
voor de klas, die buiten zijn
lesrooster stapt en de kinderen
een spreekbeurt in het openbaar
geeft, die de kinderen een reëel
probleem geeft om zich erin
vast te bijten, of die zegt:
„Breng van huis maar een paar
kapotte sokken mee, dan zal ik
je leren hoe je ze weer heel
maakt". Doch deze pioniers be
horen tot de uitzonderingen, de
meesten houden zich aan de
voorschriften, dat is hun goed
recht, dat wordt ook van hen
verwacht. En het resultaat is
dan een volwassen man, die
echt wel iets te zeggen heeft,
die het ook haarzuiver formule
ren kan (dat heeft hij zichzelf
geleerd), maar die water en
bloed zweet als hij het voor een
zaal vol mensen moet doen. Al
les waar het in het leven wer
kelijk op aan komt, schijnen we
pas veel later te leren en
dan nog alleen als we de moeite
nemen het onszelf bij te bren
gen.
Zouden kinderen dat al be
seffen? Zouden ze daarom zo'n
hekel aan de school hebben?
Als je hun regelrecht vraagt:
„Waarom ga je niet graag naar
school?" zeggen ze altijd: „Ach,
die onzin
Is dat het antwoord?
Toch wél griezelig.
THEA BECKMAN
(W)ETEÏNSWAARD
December is een drukke maand en ook een
dure. Daarom deze keer een weekmenu,
waarmee u na de feestdagen weer een beetje
op adem kunt komen. Fysiek en financieel,
want het is voordelig maar toch verantwoord.
Zondag: vermicellisoep, gebakken
lever, gebakken uitjes, appelmoes,
aardappelen, blanc manger.
Maandag: kaas-champignon-
omelette, aardappelpuree, sla, va-
nillevla met geraspte appel.
Dinsdag: hutspot met klapstuk,
gevulde sinaasappel.
Woensdag: gebakken rolpens met
gebakken appel, rode kool, aardap
pelen, montagne russe.
Donderdag: bruine bonen, gebak
ken spek, uien en aardappelpuree,
karnemelksepap.
Vrijdag: jachtschotel van bruine
bonen, griesmeelpudding met besse.
Kasetorte
Italiaanse rijstsoep
IV2 liter water, 300 g savooie
kool, 75 g rookspek, teentje knof-'
look, 75 g rijst, peper, zout, mar
jolein, grote winterwortel ge
raspte oude kaas, bouillontablet.
Snyd het spek in dobbelsteentjes
en bak deze zachtjes uit met de
fyngesnipperde knoflook. Smoor de
gesneden savooiekool en de in plak
jes gesneden wortel even mee.
Voeg bouillon van een tablet, peper,
marjolein en de ryst toe. Kook alles
in een half uur gaar. Serveer de
soep met stokbrood en geraspte
kaas.
Montagne Russe
Doe in een vlaschaal een laag
vanillevla. Leg hierop met jam be
streken biscuits en doe hierover de
rest van de vanillevla. Garneer de
bovenzyde met vlokken styfgesla-
gen eiwit en geconfyte vruchtjes.
Bestrooi het geheel met gekleurde
suiker.
Ook voor
automobilisten
een drankje op
oudejaarsavond
Een variatie op de bekende war
me bisschopswyn op oudejaars
avond is te maken van appel- en/
of druivesap.
Hiervoor wordt een citroenschil
letje, kruidnagel en een stukje
pypkaneel getrokken in een beetje
water, dat later aangevuld wordt
met vruchtesap. Warm gepresen
teerd bereidt u verstandige auto
mobilisten een ware traktatie.
(Kwarktaart zonder oven)
Week 8 blaadjes gelatine in ruim
koud water. Verdun 2 lepels rode
jam met 3 iepels rum; breek 15 pe
tit beurre (biscuitjes) in vieren en
meng deze door de jam. Breng de
biscuitjes over in een ingevette
springvorm (ongeveer 22 cm mid-
dellyn). Splits 3 eieren in wit en
geel. Klop de witten styf met iets
zout en opnieuw zéér stijf met 100
g basterdsuiker. Klop de dooiers ook
met 100 g basterdsuiker wit en
schuimig. Meng 2 busjes magere
kwark (samen 500 g) door de
dooiers en voeg het -warme sap van
2 citroenen toe, met daarin opge
lost de 8 blaadjes gelatine. Spatel
alles voorzichtig door de eiwitten en
breng de massa over op de biscuit
jes. Garneer de bovenkant van de
taart met 6 halve perziken en drui
ven. Laat de taart 24 uur opstyven
op een koude plaats. Deze taart
laat zich heel goed in punten sny-
den.
salade a la fine
80 g (4 eetl.) Californlsche
blauwe rozijnen
250 g zuurkool
25 g (2 eetl.) fijngehakte
(wal)noten
Wel de rozijnen 5 minuten In
heet water en laat zo daarna uit
lekken en afkoelen.
Snijd de zuurkool fijn, de ba
naan, de mandarijn en de ana
nas In kleine stukjes.
Meng alle Ingrediënten door
elkaar.
Goed koud serveren (b.v. uit de
koelkast), eventueel op sla
blaadjes in (glazen) schaaltjes.