Thalassa99
lekasin
reci
'Partèi
UR
ONS
DAGELIJKS
VERVOLG
VERHAAL
99
Oorspronkelijke roman
door
Jan de Hertog
DE Ik moet eerlijkheidshalve toegeven
lat hij snel werkte. Hij stoof op de
ïerkauwende kudde vermoeide zaken-
leden af als een cowboy met een
asso. Op de avond van de eerste dag
lad hij er al drie gevangen; aan
iet eind van de week zestien. Het
iSTiras fascinerend om iedere avond de
iltslag te horen, maar toen hij bo-
S en het dozijn kwam begon ik mij
ngerust te maken. Iedereen was zo
het spel verdiept geraakt, dat zij
•geten hadden hoe wij al deze men-
en onderdak moesten verschaffen,
/ij konden ze tenslotte niet in het
ooronder schuiven als broden in een
ven. Het nummer zestien scheen
stuurman te bevredigen, want het
ad iets te maken met zijn systeem,
>en begon hij zijn voorbereidingen
oor de kruistocht te treffen. De za-
enlieden hadden vooruit betaald,
etgeen onzakelijk scheen maar
eitte voor de overredingskracht
n de stuurman; dus wij waren
^^Jpnieuw rijk en de eerste voorberei- j
ing die hij trof was naar Marseille
V telefoneren om zijn wandelstok,
jn hoed, de blondines en het Chi-
;se meisje.
Zij kwam aan op een kritiek
[enblik, met de wandelstok en de
oed. Wij zaten in het vooronder,
izig het meetkundige probleem op
lossen hoe zestien zakenlieden in
kander te passen, toen zij hoven
de ladder verscheen, „Hallo,
ngens", zei en naar beneden kwam
et haar slanke benen in het lamp-
:ht. De stuurman vroeg kafferach-
,.Ben je alleen?" En zij ant-
lspordde: „Ja, de anderen konden
et komen". Hij gromde iets, keerde
de rug toe en ging voort met
it meetkundige probleem.
Zij vroeg; „Waar wil je je hoed en
andelstok hebben?"
Hij antwoordde, zonder op te kij-
„Op mijn kooi. Nou jongens,
zün we? Twee in de dubbele
oi, zeven in de enkele, vijf op de
r, en als we de deur uit de bar
len kan er nog een bij. Dat
lakt Terwijl hij op zijn vin-
rs telde, glimlachte zij tegen mij
reikte mij de hand. Ik drukte
heimelijk en fluisterde: „Bui-
Zij knikte en wij slopen naar
ladder.
ken. Ik geloof niet dat ik ooit een
jager zal worden".
„Heb je nog niet me de Cousteau
gedoken?"
„Nee. Maar ik ben al onder de
ban geraakt, als dat is waar je op
uit bent".
„Ik ben nergens op uit", zei zij,
glimlachend. „Ik wilde het alleen
maar graag weten".
Ik ontdekte dat ik dikwijls aan
haar gedacht had gedurende de reis.
Ik wilde dat zij die bril afnam. „Ik
heb met Maurice gevochten", zei ik.
„Zo?" Ze nam het nogal kalm op.
.Waarom?"
„Om jou".
„Hoe dat zo?"
„We waren dronken", zei ik. En
toen, om van gesprek te verande
ren: „Zou je het vervelend vinden
die bril af te zetten? Ik zou je graag
zien".
Zij zei: „Sorry" en zette hem af.
Het maakte niet veel verschil; ik
had vergeten hoe zwart haar ogen
waren. „Ga je dit keer met ons mee
varen?" vroeg ik.
„Nee", zei zij, „ik heb een kamer
in een hotel genomen. Ik blijf hier
op jullie thuiskomst wachten. Wat ls
dat nieuwe plan van Maurice eigen
lijk?"
Ik vertelde haar over de zaken
lieden en probeerde het luchthartig
te doen klinken, maar dat lukte niet
erg. Ik vond het moeilijk het con
tact met haar weer op te nemen.
Waarschijnlijk was op zee mijn ver
beelding met mij op de loop ge
gaan en was ik veranderd in iemand
anders.
Wij zaten een tijdje naar de voor
bijgangers te kijken; zij waren ge
kleed in bijzonder korte broekjes: de
vrouwen droegen een lint om de
borst. Zij vertoonden brandwonden
in verschillende graden en glinster
den van de olie in het zonlicht.
„Als je lust hebt kom me dan
vanavond opzoeken", zei zij, terwijl
zij opstond. „Hotel Majestic. Kamer
15, tweede verdieping. Bedankt voor
de Pernod".
Ik zei: „Het was een genoegen" en
keek haar na. Zij leek slank en ge
kleed tussen de naaktlopers. Nauwe
lijks was zij weg of ik haalde de
brieven uit mijn zak.
Ik opende de brief van de mees
ter het eerst. Hij schreef, met slecht
gespeelde verrukking, over de vreug
de die mijn briefkaart hem bezorgd
had en ging daarna onmiddellijk
over op juffrouw De Roos. Hij gaf
mij een volledige beschrijving van
haar kwaliteiten als huisvrouw, kok
kin, kameraad en sopraan en zei
dat zij hem toegezegd had met hem
te zullen trouwen. Het zou gebeu
ren zodra de tijdelijke kerk overeind
stond, hetgeen over een paar weken
het geval kon zijn, als God het wil
de. Omdat ieder van hun huisjes af
zonderlijk klein was voor een
echtpaar, dachten zij erover er één
af te breken en aan de ander toe
te voegen. Zij hadden nog niet be
sloten welk. Je toegenegen.
WORDT VERVOLGD
PANDA EN DE POLYDINGUS.
4—96. De ontdekkingsreiziger sprong in zijn jeep, die voor het
gebarsten Genootschaps-gebouiv geparkeerd stond.
„Ik ga naar Lydingus!" verklaarde hij tot de verslaggever. „Een
gebied dat nog volkomen onbekend is. Er heersen gevaren. Vreem
de onhoorbare geluiden die alles in stukken scheuren bijvoorbeeld
Maar voor het vaderland heb ik wat over. Goedendag!"
Met die woorden startte hij zijn voertuig en liet het een snelle
bocht beschrijven om op de weg naar Lydingus te geraken.
Maar nu bleek, dat zijn bagage niet stevig genoeg bevestigd was.
Een stapel vlaggen schoot opzij uit de laadbak en belandde plomp
op Panda die juist nieuwsgierig aan kwam draven.
„Bij Jope!" riep de ontdekkingsreiziger uit, terwijl hij zijn auto
haastig tot stilstand bracht. ..Daar had ik toch bijna een onge
luk! Stel je voor dat mijn vlaggen in de modder terecht waren
gekomen..Dat was een beetje een ramp geweest!"
ADVERTENTIE
de snelle en zekere pijnverdrijver
Mandaat van de EX-GENERAAL
VN-macht op JOUHAUD VRIJ
Cyprus verlengd
De stuurman riep: „Vijftien! Waal
reten we die laatste stoppen?"
hoorde het antwoord niet, want
stonden aan dek.
Wy dronken een Pernod op een
terrasjes aan de haven, on
blauwe parasol die haar
groen maakte. Ik had ge
it zij haar zonnebril zou af-
i de schaduw, maar dat deed
De Veiligheidsraad heeft gisteren
besloten het mandaat van de vredes
macht van de VN op Cyprus met drie
maanden te verlengen tot 26 maart.
In de desbetreffende resolutie wordt
op de belanghebbende partijen een
beroep gedaan, een nieuwe poging te
doen tot een permanente regeling op
het eiland te komen. Hierbü worden
De Franse ex-generaal Edmond
Jouhaud, die in 1962 tot levenslange
gevangenisstraf was veroordeeld we
gens zijn aandeel in de staatsgreep-
poging tegen president De Gaulle in
Algiers in 1961, is gisteravond op vrije
voeter gesteld. Hy profiteert met vijf
anderen, die bij dezelfde opstand wa
ren betrokken, van een gratiebesluit
van president De Gaulle ter gelegen
heid van de jaarwisseling.
Aan de staatsgreep op 22 april 1961
namen, behalve Jouhaud, de voorma-
zü uitgenodigd spoedig gebruik te lige generaals Salan, Zeiler en Chal
niaken van de goede diensten die se- i 'es deel. Van hen zit nu alleen ex-
I generaal Salan nog gevangen
cretaris-gcneraal Thant heeft aan- Tulle
geboden. j Jouhaud was bevelhebber van de
luchtmacht in Algerije. Hij vroeg als
Ook wordt in de resolutie gepleit zodanig ontslag ongeveer één jaar
voor de grootst mogelijke matiging I voor de opstand in Algiers. Van de
teneinde de toestand niet te verslech-1 vier leidinggevende personen van deze
teren. actie was hij de enige die in Algerije
De 15 leden van de Veiligheidsraad was geboren,
hebben in de afgelopen twee weken Aanvankelijk was Jouhaud ter dood
achter de schermen over de inhoud veroordeeld, maar pres. De Gaulle
van deze resolutie overlegd, waarbij wijzigde dit vonnis in levenslang,
uiteraard ook rekening werd gehou-1 zeiler werd op 13 juli 1966 op vrije
den met het oordeel van Griekenland, voeten gesteld, gevolgd door Challes
Turkije en Cyprus. 0p 23 december van vorig jaar.
In het besluit wordt niet gesproken
RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN
2712. „Ik wil het je gerust lenen," zegt Rechter Tie, terwijl
hij Kleine Phoenix het muziekboek overhandigt. „Je kunt het me
vanavond na je optreden teruggeven. Maar je moet me wel wat
meer vertellen over dat Lied van de Zwarte Vos."
„Het is zo oud en onbekend dat het in geen enkel officieel hand
boek te vinden is, Edelachtbare," antwoordt het meisje. „Ik heb
het geleerd van Saffraan, het meisje dat woont in de vervallen
Vossetempel achter de Zuidpoort. Zij zingt het altijd. Ik heb haar
gevraagd om het voor me op te schrijven, maar dat kon ze niet.
Ze is trouwens een beetje eigenaardig..Maar nu ik dit muziekboek
heb! Het is een prachtige melodie om op te dansen! Als U het goed
vindt ga ik er nu vandoor. De muzikanten zullen de wijs moeten
oefenen." Bij de deur keert ze zich nog even om en zegt: „Vertelt
U alstublieft niemand wat ik ga dansen, Edelachtbare? Ik wil
dat het een verrassing is."
Lau-lioe heeft de kruik intussen al aan zijn mond gezet. „Een
merkwaardig meisje," zegt de Rechter om hem aan de praat te
krijgen. „Als het tenminste een meisje is, Edele Heer," bromt Lau,
smakkend met zijn lippen. ,jMij zou het niks verbazen als ze ook
zo'n vossegeest was, met een staart onder d'r rokken. Maar dansen
kan ze, dat moet ik toegeven!"
tdat ik had besteld zei zy: „Ik
post voor je", opende haar tasje
haalde er twee brieven uit.
had geen idee van wie zy kon
zijn; toen zag ik dat zij geadres-
d waren aan Hotel Atalntic in
seille en herinnerde mij de brief
ten. Ik zei: „Dank je" en stak
in mijn zak. Ik was zo verrast
ik aanvankelijk niet met mijn ge-
:hten bij het gesprek was. Zij I over uitbreiding van de 4.500
hoe de reis was geweest en omvattende vredesmacht of een ver-
begon het haar te vertellen, maar groting van haar bevoegdheden. Tur-
?af het op omdat ik de bijvoeglijke kije heeft hiervoor gepleit, terwijl Cy- I
imwoorden niet kon vinden. prus hiervan niet wil weten omdat I
Heb je gedoken?" vroeg zij. het vreest voor inbreuk op zijn soe-1
I vereiniteit. Men verwacht dat over i
En hoe is het je bevallen?" deze kwestie in de komende drie I
Ik vind het interessant om te kij- maanden nog zal worden gesproken. I
ADVERTENTIE
Gezelligheid met volle teugen
GRAPBLLQSti
alcoholvrij druivensap
(^DR.STEURN^v)
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAM MET JE FOK
1012. In het dorpje, waar de beide postbodes na hun span
nende race moesten aankomen, wachtten de mensen in grote op
winding op de deelnemers. De meesten gaven Knud Humstrum een
goede kans. al begrepen ze niet goed, hoe hij zo snel kon zijn
„Maar die ajideredie heeft een paar bijzondere ski's dit
jaar", wist iemand te vertellen. „Nee, het staat nog helemaal niet
vast, wie er winnen zal".
De gesprekken werden zo levendig, dat men vergat om goed op
te letten. Op die manier werd men toch nog verrast, toen een kind
riep: „Daar komt-ie".
Men rekte de halzen, en wie de langste nek had, zag het meeste.
,,'t Is waar", riepen de langnekkers, „daar nadert een ivolk van
sneeuw".