hlNSDAG 19 DECEMBER 1967
LETDSCH DAGBLAD
ONS
DAGELIJKS
VERVOLG
VERHAAL
99
Thalassa"
Oorspronkelijk* roman
door
Jan d* Hartog
„De oorlog", zei hij. „Iedere keer
Is jij je bek opendoet praat je alsof
le nog steeds in de messroom zit-
tn of op de brug staan, als helden",
nti- „Praat geen onzin", zei ik, en lk
vaj ing naar het vooronderlüik.
HU jengelde mij na: „Wil je het
»s [helmpje niet horen kleine Hasen-
lr itz? Of is het schippertje naast
iod in zijn hart een schytlaars?"
jij weet niet hoe ik ertoe kwam,
LOO Lisschien omdat ik met mijn voet
tn? gen de puts stiet op weg naar
gt tf luik. Ik nam de puts, liet hem
terboord vallen, sloeg hem vol wa-
r, hees hem op en smeet het wa-
r in zijn gezicht.
WHU bleef doodstil zitten. Het wa-
r drupte van zijn lichaam op het
4. Toen zei hij: „Wil je wel ge-
ii ren dat me dat goed gedaan heeft?
ink je, ouwe jongen", en hij stond
i. Zijn vuist kwam onverwacht, hij
of mij onder de kin. Ik voelde een
inde woede in mij oplaaien en ik
oot mijn ogen. Ik zei: „Ik zou nou
■«4iar naar beneden gaan, anders
jou je nek". Toen sloeg
opnieuw.
trok mij van hem af. Ik
wekend op hem losgeranseld,
door een drift, die beangsti-
as. Ik had niet geweten dat
;o sterk was. Hij hield mijn
op mijn rug als een bank-
n kom", zei hij, „vj
ipjes houden wij niet
Ik voelde me bel
alleen. Ik zei: „Sorry". De
nan krabbelde overeind. „Laat
lopen, Pjotr", zei
All» mijn schuld, ik het
agd". Bernards hoofd
t luik. „Wat is er aan
hij.
RA Nlete bijzonders", zei Pjotr. „De
ee Hollanders hebben elkaar rot-
&gen". Bernard vroeg: „Waar
nel
Vanwege die Chinese hoer", zei
j stuurman.
)aar werd ik opnieuw razend
i, Ik schudde Pjotr van me af,
221 fP de stuurman by de nek en
„Zeg dat nog eens". Het klonk
Het hele geval
of wy veel dingen gemeen hadden,
maar die nooit zouden kunnen uit
spreken, omdat onze werelden te ver
uit elkaar lagen.
Ik sliep byna toen plotseling een
hoofd naast my opdook. Het was
Pjotr. „Zullen we de tafel laten dan
sen?" fluisterde hy. Ik zei: „Nee,
dank je stichteiyk" en keerde hem
de rug toe.
Toen ik naar de patryspoort
in myn kooi lag te kyken en de
sterren zag ryzen en dalen met de
deining herinnerde lk my dat ik
niets meer au sérieux moest nemen,
in de laatste plaats myzelf. Die ge
dachte was een opluchting en ik viel
glimlachend in slaap, denkend aan
de meester, juffrouw De Roos en
Poldercake.
Die herinnering, zo licht en on
schuldig, gaf my een gevoel van
heimwee. Een verspeelde kans, een
verloren kindertyd. Ik wist niet
waarom.
Ik merkte dat ik een vuistgevecht
niet langer als een jongensachtige
uiting van levenslust kon opvatten.
Ik neem aan dat het een bewys
was dat ik volwassen begon te wor
den. Het gevecht met de stuurman
had my verschrikt door de woede
die het ln mij had losgemaakt. Er
gens binnenin my was een driftig
beest, waarvan ik het bestaan
slechts eenmaal tevoren gevoeld
had: tydens myn gevecht met de
Amerikaanse kapitein op de steiger
in Westpoort, nadat ik Hasenfratz tot
zinken had gebracht.
Het gevecht met de stuurman had
een onverwacht resultaat. Ik begon
waar geen van beiden iets
oen ik op myn kooi lag, deed
8 n kaak zeer en ik had hoofdpyn.
handen balden zich aldoor tot
zoals de tentakels van de
tvls nadat zy afgesneden waren,
vroeg my af waarom wy dit
üen gedaan, of het Chinese meis-
werkeiyk de reden was. zy was
IAAF natuuriyk niet, want hy had haar
I naar myn kamer gestuurd, dus
kon niet in haar geïnteresseerd
ik voelde geen enkele teder-
I voor haar, noch begeerte. De
dan 1 ichte aan haar gaf my een ge-
I van verre kameraadschap, als-
et schip met andere ogen te
Ik vond ze niet zo grappig
Hun dageiykse slachtparty
i my tegen, hun constante drink-
jen begonnen my te vervelen,
k kreeg het op myn zenuwen
de piano. De bemanning, die ik
zo schilderachtig en Frans had
gevonden, werd een stelletje ïyntrek-
kers; de aardige oude kapitein in
zyh pyjama hield ook op grappig te
zijn. Ik kwam erachter dat hy al
leen maar lag te slapen omdat hy
dronken was. Aangezien de jongens
•eigerden hem alcohol te geven,
Weer conflict
EsjkoJ-Dajan
Premier Esjkol van Israël heeft
zyn loslippige minister van Defensie
en politieke rivaal Mosje Dajan een
gevoelige berisping gegeven maar is
niet zover gegaan hem te verzoeken
zyn ontslag in te dienen.
Vorige week had Dajan in het
openbaar het ontslag van Esj
kol gevraagd. Esjkol verklaarde
daarop tydens de wekeiykse kabi
netszitting, dat hy de uitlating van
Dajan „betreurde", maar dat hy, ge
zien de huidige crisis, niet de „conse
quenties zou trekken uit de aanval".
Dajan heeft later verklaard dat
zyn verklaring geen aanval inhield
op de veelbekritiseerde coalitierege
ring, maar een beginsel vertolkte van
zyn Rafi-party. Dit schynt enigs
zins olie op de golven geworpen te
hebben. Afgelopen woensdag, toen de
Rafi-party besloot samen te gaan
met de grote Mapai-arbeidersparty
van Esjkol en de linkse Achdoeth Ha-
vodah in een gezamenlyk „arbeiders
front", zei Dajan dat Esjkol en
de minister van Financiën Pinhas
Sapir zouden moeten worden ver
vangen.
Waarnemers zijn van mening dat
Esjkol, die al sinds het ogenblik dat
Dajan, nu zes maanden geleden, met
algemene instemming benoemd werd
tot minister van Defensie, voortdu
rend moeilijkheden met hem gehad
heeft, het niet bij deze eenvoudige
terechtwyzing zal laten. „Dajan
heeft hem al te lang het leven zuur
gemaakt", zegt men. .Afgezien
van de persoonlyke rivaliteit, kan de
druk van de partij weieens te groot
worden voor Esjkol, waardoor hij het
hier niet by kan laten". De verkla>
ring van Dajan bracht de toch al
wankele samenwerking tussen de drie
partyen nog verder in gevaar.
OVERVALLERS
POMPSTATION
BEKENNEN
sextant, geen chronometer, geen log,
geen logboek, geen pleinschaal. geen
logaritmentafel; de kaarten waren
van 1916 en de zeilaanwyzingen van
1920, de lenspomp werkte niet en
de kompassen in de stuurhut en op
het achterdek toonden een verschil
van zeven graden. Omdat ik veron
dersteld werd my met de navigatie
te bemoeien, maakte ik een ïyst van
de dingen die wy nodig hadden en
liet deze aan de stuurman zien. Hy
nam het luchtig op en zei dat we
die dingen in Marseille zouden ko
pen. Bernard vroeg: „Met welk
geld?" Er kwam geen antwoord.
(Wordt vervolgd)
(Van onze Rotterdamse
correspondent)
Een 18-jarige automonteur en een
17-jarige loswerkman beiden uit Rot
terdam, die woensdagavond werden
aangehouden in verband met de
overval op een 67-jarige pompbedien
de aan de Waalhaven in Rotterdam,
hebben bekend de daders te zyn. Een
van de verdachten, die wel meer by
deze pomp had getankt, wist dat des
avonds de bediende alleen was. Als
wapen hadden zy een plastic staaf
van een schemerlamp meegenomen.
II1^
Hoe is het ontstaan?
PANDA EN DE MEESTER VERVALSER
61—95- Panda en Astral waren een hele tijd druk bezig ge
weest om alles terug te geven, wat Joris met zijn jalder-appa-
raatje had gekregen.
De meubelen en tapijten en postzegelverzamelingen uit het bui-
tenhuis werden door hen bij de rechtmatige bezitters voor de
stoep gezet en toen het laatste voorwerp uit de vliegende scho
tel was verdwenen, namen ze tevreden afscheid.
„Leuk gefalderd!" riep Astral blij. Nog heel veel mooie dingetjes
in mijn tuigvlieger. Mee naar mijn planeet. Hoi-hoi! Dag hoor!"
Hij stapte zijn schotel binnen en even later verdween hij als
een klein stipje hoog in het luchtruim.
„Zo is alles toch goed afgelopen!" mompelde Panda opgewekt.
„Ik heb een baantje geleerd als faider-persoon en Joris heeft ge-
leerd dat hij niet zo oneerlijk moet zijn..Tenminste dat hoop ik."
Joris had inderdaad heel veel geleerd. Die avond kon men hem
opgewekt zien zitten op een stoeprand.
„Zo is het toch beter!" prevelde hij ,JIet is wel leuk om rijk te
zijn, maar op den duur geeft het te veel zorgen.Een korte vakan
tie zonder bezittingen zal m\j goed doen. En daarna zal ik met
frisse geest opnieuw beginnen."
RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN
2313. De jonge winkelbediende blijkt een vrolijke snuiter
die voortdurend aan het ivoord blijft, terwijl hij Rechter Tie naar
de musicus brengt. Als ze een wijnzaal naderen zegt hij grijn
zend: „Als U werkelijk zaken wilt doen met Lau-lioe, moet U iets
te drinken voor hem meenemen, heer. Lau is een lastige kerel, die
voor niks of niemand respect heeft. Maar hij ontdooit meteen
als hij goeie drank ziet." Rechter Tie geeft de jongen wat geld en
even later komt hij terug met een middelgrote kruik. „Dit is de
beste ivijn die in onze stad te koop is," zegt hij enthousiast. „On
vervalste rozendauw! Deze streek is er beroemd om. Hoe dronken
Lau ook is, als U hem dit etiket laat zien wordt hij wel weer nuch
ter!" Via een paar nauwe steegjes brengt de bediende Rechter
Tie naar een armoedig, laag huis, waarvan de deur uit zijn voe
gen hangt. Ja, erg mooi woont hij niet," zegt de spraakzame be
diende. ,,'s Morgens geeft hij lessen en 's avonds speelt hij vaak
nog op feesten, dus U begrijpt dat hij genoeg verdient. Maar hij
smijt alles weg aan drank en vrouwen," Rechter Tie bedankt de
jongen, neemt de kruik van hem over en geeft hem wat koper
geld. Hopelijk zal zijn bezoek aan de muzikale expert niet voor
niets zijn. Als het muziekboek inderdaad aantekeningen in code
bevat, zal de moord op Soeng misschien eerder opgelost zijn dan Lo
en hij hadden gedacht.
EINDE VAN DIT VERHAAL
g of meer verontschuldigd wordt
I doordat men er een goed doel
mee nastreeft. Ouders eisen on- J
aangename dingen van hun J|
kinderen, zoals het slikken van
bittere drankjes, het eten van B
gezonde maar niet smakelyke m
J spyzen, het vroeg naar bed g
gaan enz. en zeggen dan dat ze
5 dit doen voor hun eigen best-
H wil, met andere woorden: terwil-
B le van je eigen belang, omdat
g het goed voor je is. Daarom is
het een woord dat alle kinderen
haten.
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
1008. „Dat is het dus," dacht Brammetje, terwijl hij de man
op de hondeslee nakeek. „Daardoor was het mogelijk, dat Knud
Humstrum op twee plaatsen tegelijk kon zijn..en de wedstrijd voor
postboden kon winnen. Een tweelingbroer ving de postzakken op,
die Knud van de berg omlaag wierp..en daar kon die andere, eer-
De dag van de jaarlijkse wedstrijd voor postbestellers brak aan.
Aan de start stond Knud Humstrum met de hondeslee, lachend
en vol rustig zelfvertrouwen. Naast hem gespannen, de Spook-
Skiër, die zeer teleurgesteld ivas, toen hij nergens Brammetje zag.
,JDat is dus ook al geen echte vriend," zei hij treurig.
„Hij beloofde te helpen, maar hij is er niet een.