Th* Lekasin Visseri j politiek in het Europese parlement uitvoerig besproken ONS DAGELIJKS VERVOLG VERHAAL 33 M f Oorspronkelijke roman Jan de Hartog De hut van de tweede machinist fifteen niet zo gemakkelijk te zijn. bleef een lange tijd binnen zon- e'r iets te zeggen. Toen kwam zij ;eer te voorschijn en zei: „Dat was ft vreemd mens, die daar woonde. 5) is een paar keer gewond geweest. en stille man, een binnenvettertje. fl et zou me niets verwonderen als -jj dood was. Hij heeft in ieder geval iets te maken met het spel". Ik begon het land aan haar te (jgen. Toen ze de hut van de stuur- binnenging, stak ik een sigaret §j»i en keek naar mijn schoenen, Hfcchtend op wat zij zeggen zou. jjZe kon nauwelijks rondgekeken Hi ibben, toen ik haar al hoorde zeg- id: „Hier zat de tweede officier. iet getrouwd, zal hij ook nooit we- j| n. Zat achter de meiden aan. Moe- manneke, een beetje wild, is een aar keer in moeilijkheden geraakt. Iet zou me niets verwonderen, als fi Ie eindligde onder de guillotine, of flfmoord. Hij heeft iets te maken et het spel. Dat was geen gewoon pel. Ze speelden om iets. Hij speel- met iemand anders om iets. Dat et de kapitein geweest zijn. Staat »ihut er nog?" „Jawel", zei meneer Claessen, de hut onder de brug". zei ze, „laten we daar aar eens een kijkje gaan nemen". Ik stond op om hen voorbij te la- a gaan. Zij keken niet naar mij weg naar mijn hut. Ik wist dat nu weg zou moeten gaan maar kon de verleiding om te luisteren weerstaan toen zij eenmaal bin- P in was. Ik leunde tegen de reling gjj genover mijn deur en hoorde haar H ggen: „Ja, dat klopt. Da's de man. g letje pietluttig, een piekeraar, geen ste kapitein. Hij en die ander, daar niet veel goeds van. Allebei ont- ge begrijpt wat ik be was het even stil. „Ik dat ik er nou wel achter ben", we maar naar het r teruggaan en dan zal ik wat ge met dat spulleke doen". weer uit mijn hut te maar ik volgde hen niet de messroom. Ik klom terug boord van het fregat, stak de over, ging naar het hokje van bewaker en bood hem een sigaret Ik wilde een gesprek beginnen, hij was niet mededeelzaam, ging ik het hek maar uit ertegen, een eindje verder, eigenlijk te weten waar ik op te wachten. Ik voelde nog maar ik wist dat er iets op was. Een half uur later kwam het hek uit, alleen, met een te- gezicht. Onder haar arm zij het schaakbord en het kist- met de stukken. Ik wachtte tot hoek om was, toen liep ik kade af. Ik dronk ergens een glas jenever toen naar de bioscoop, maar kon mijn hoofd niet bij de film Terwijl zij elkander op het aan het doodschieten waren, ik aan die vrouw en hoe zij onze karakters geraden had na blik in onze hutten te hebben Ik bleef over .haar den- terwijl ik ergens zat te eten ik dacht nog steeds aan haar toen bed lag in het een of andere en naar de zoldering staar- t was tenslotte vrij eenvoudig, enige wat zij gedaan had, was ogen openen voor het feit dat niets bijzonders geweest waren, varen er duizenden geweest zoals en die waren er nog. Vreemd, maar die gedachte maakte mij een zamer dan ooit. De volgende morgen, toen ik wak ker werd, had ik een duidelijk beeld van mijn toekomst voor ogen. Ik wist niet waar ik het vandaan had, misschien had ik het die nacht ge droomd. Ik wist dat ik nog één kans had om Marseille en Maurice uit de weg te gaan. Ik telde mijn geld na; ik moest het een paar maal natellen en een paar Chinese rekensommetjes doen voor ik tot de slotsom kwam dat ik het net kon halen. Zij had mij haar adres ge geven voor ik wegging en mij ge vraagd haar eens te schrijven hoe ik het maakte. Ik had het nooit gedaan, waarschijnlijk woonde zij daar allang niet ftieer. Ik besloot het erop te wagen. De pastorie, Woodcliff, bij Oxford, ik maakte de reis op een slaapwan delende manier. Ik dacht nergens over na; ik had het gevoel dat ik alle gedachten moest uitstellen tot ik ze hardop zou kunnen uitspreken in haar tegenwoordigheid en het on vermijdelijke antwoord horen: „Stel u niet aan, kapitein". Ik zag haar nog steeds in haar verpleegstersuni form, te nauw op haar heupen, met haar doedelzakmutsje op haar rug of op haar voorhoofd. Ik belde haar op in het station Oxford en pas nadat wij afgespro-t ken hadden dat zij my zou opwach ten bij de halte van de bus drong het tot me door hoe opmerkelijk het was, dat zy er niet alleen nog woon de, maar zelfs thuis was geweest. Over de telefoon had haar stem niet verrast geklonken en zy keek niet verrast toen zy my uit zag stappen. Zy zag er anders uit in burgerkle ren, een beetje dikker dan vroeger. Zy droeg een soort rood zeerovers mutsje met een kwast dat haar be- lachelyk stond. Ik kon niet helpen te grynzen toen ik haar zag. Ik was biy dat ik gekomen was. Zy schudde my hartehjk de hand, zei: „Aardig dat je gekomen bent. Heb je al thee gedronken?" Toen wandelden wy de heuvel op naar een dorpje van zand stenen huizen met een dikke kerk toren boven de strodaken. „Er zyn hier een paar aardige Elizabethaan se huizen," zei ze. „Dat daar by- voorbeeld". zy wees het my met een hoofdgebaar dat het kwastje in het rond deed vliegen. Terwyi ik naast haar de steile straatjes opklom, merk te ik dat ik oudergewoonte liep te hinken. Ik had verwacht dat haar vader de dominee was, maar dat was hy niet. Hy was een magere man in een rybroek die net de deur uitkwam om de hond uit te laten. „Mooi, bent u daar", zei hy, „ik heb veel over u gehoord. Tot straks. Neem een kopje thee". Gryze haren groeiden uit zyn neusgaten en zyn oren en hy had borstelige wenkbrauwen; de rest van zyn hoofd was kaal. Hy beviel my. Het interieur van de pastorie was zo donker dat ik de Elizabethaanse kist die zy my aanwees niet zien kon, maar ik stootte er myn knie tegen op weg naar de eetkamer, maar zyn voorganger. (Wordt vervolgd) de snelle en zekere pijnverdrijver De landbouwcommissie van het europese Parlement meent, dat de mogelijkheid van nationale subsidies aan de vissery-industrie moet worden overwogen. De subsidies zouden ech ter in overeenstemming moeten zijn met normen, die op EEG-niveau zijn vastgesteld. De commissie meent voorts, dat gemeenschapssteun zou kunnen worden verleend aan projec ten ter verbetering van de visserij, die voor de gemeenschap als geheel van belang zouden zijn. De Europese parlementscommissie, die de problemen van een Europese vlsserypolltiek heeft bestudeerd ty- dens een vergadering in Brussel, meent, dat in deze sector ordenende maatregelen naar het voorbeeld van de gemeenschappelyke landbouwpoli tiek nodig zyn. By de uitwerking van een gemeenschappelyke vissery- politiek zou men ermee rekening moeten houden, dat vele sociale vraagstukken niet door dat beleid al leen geregeld kunnen worden. Daar voor zouden geheel andere oplossin gen in het kader van een regionale ontwikkelingspolitiek moeten worden genomen, aldus de commissie. De Europese afgevaardigden pleit ten voorts voor snelle harmonisatie van de nationale bepalingen inzake kwaliteit, hygiëne e.d. Tenslotte was men van mening, dat by een gemeenschappelyk visse- ry beleid ook de afschaffing behoort van discriminerende bepalingen, wel ke de rechten van de EEG-vissers beperken by het vissen in de terri toriale wateren van de gemeenschap en by de aanvoer in de visseryha- vens van de gemeenschapslanden. Bovendien zouden voor ver van el kaar liggende gebieden uiteenlopen de maatregelen voor regionale mark ten ook in het kader van een ge meenschappelyk beleid denkbaar moeten zyn, aldus de commissie. Arbiters mogen langer fluiten De scheidsrechterscommissie van de KNVB heeft besloten de leeftyds- grens op te trekken, waardoor scheidsrechters niet meer op hun 45ste, maar op hun 47ste jaar zullen worden „afgevoerd". De nieuwe maatregel gaat in per 1 augustus 1968. Sehlekerk 23 te Port Klliabeth Schokland 23 v Swanaea n Rott Schouwer- 26 Maeapa verw Sea Wvt 21 ta Londen Seabreeze 23 v Londen te Gent Senang 24 te Telgomouth verw Senegalkust 23 120 m N K. Blanco Serveaskerk 23 500 m ZO Madaga: Sheraton 25 te Rott verw Ondine 23 85 m WZW Fre SATERDAG 25 NOVEMBER 1967 LEIDSCB DAGBLAD Maar dat was nu juist wat Joris helemaal niet wenste. ,JDaar zijn de beide mannekes!" -prevelde hij zorgelijk, toen hij Panda en de ruimtevaarder zag naderen. „Zouden ze huneh mijn fnuk op het spoor zijn? Ik kan het me bijna niet voor stéllen! Maar tochik zal me even moeten voorbereiden op hun komst!" Zo kwam het dat zijn bezoekers hem even later niet herkenden toen ze in zijn zitkamer werden toegelaten. „Hallo, zeg!" sprak hun gastheer met een diepe neusstem. „Waaraan dank ik de eer van Uw bezoek, huh?" len die betrekking hébben op Meng en op de student Soeng." Goed werk, Kao," zegt Lo, terwijl hij de papieren aanpakt. Hij geeft de dragers instructies en ze gaan op weg. Rechter Tie is verrast door het kordate optreden van zijn collega's. Heel ivat districtsbestuurders zouden het onderzoek ter plaatse aan hun cumenten die zijn raadsman hem gegeven heeft. „De student was onder het mom van levensgenieter een serieus magistraat was. Terwijl de dragers er flink de pas inzetten, bestudeert Lo de do- aankomen, zien ze de hoofdman van de gerechtsdienaars al op hier om een scriptie te schrijven over een boerenopstand van 200 jaar geleden," zegt hij. „Sinds hij hier tioee weken geleden kwam, heeft hij iedere dag doorgebracht in onze archieven". er ook gepofte kastanjes rond de kachel werden uitgedeeld. „Ik zou niet meer weten hoe ze smaakten. Ik denk, dat ik maar eens een half pondje neem." Net haalde hij zijn portemonnee tevoorschijn, toen er eens klaps door de stille straat een wervelwind leek te gaan. In zoeven de vaart stoof een schim voorbij, die het oude vrouwtje omver wierp en de pan deed kantelen. „Dat zijn meer geplofte dan gepofte kastanjes", dacht Bram verbluft. Tllpondok 23 200 m ZO Sabang Togokuat 23 60 m N Sao Tome Tom v d Helde 21 te Djeddah Transit 23 v Montrose n Palme Trn"Mafmö95 m Pantland Fir,h Trlnitas 23 v Londen n 1 Trio 24 v Londen n Antwerpen Triumph 23 te Rott Twebro 23 te Groningen Twee Gebroeders p 21 Ouessant n Malte Tubo 24 te Antw verw Tyro 24 v Dublin ta Rott Urenua B 24 te Rott Valkenburg 23 te Rott 25 v Agad iengkaïis 23 960 m WNW f\ n '23 v Huil te Amst a 23 v Stott'n n 7 it sier 23 te Rott rerland 22 v Goole n Harl liton 24 le Bremen tai 73 145 m NW t Posities Nederlandse schepen PANDA EN DE MEESTER VERVALSER 4195. Panda vroeg de weg naar het buitengoed van baron Van Malpertuus en na een kwartiertje lopen kwam het land huis in zicht. „Tjonge!" zei Panda onder de indruk. „Die baron moet wel een erg rijke persoon zijn! Moet je eens kijken wat een mooi huis hij heeft! Denk je dat hij dit allemaal heeft gekregen, doordat hij met het fnuk is gaan falderen?" Weet niet!" antwoordde Astral. „Naar binnen stapstap en vra gen, ja?" RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN, verh. 13. 313. „Wat een ramp!" roept Lo uit. „Een móórd aan de vooravond van het Maanfeest. Enfin, we kunnen nog net een voorlopig onderzoek instellen voor mijn hoge gasten arriveren. Ik hoop tenminste dat je me zult willen helpen. Tie?" Rechter Tie antwoordt, dat het hem een eer zal Zijn en Lo vervolgt tot zijn raadsman: „Laat de lijkschouwer vooruitgaan te paard, dan ver liezen we geen tijd. En gaat U er ook maar heen, hoofdman. Waar woont die Meng?" „In het vierde huis van de Oostpoort, Edelachtbare," zegt Kao. „De dragers weten het wel te vinden. Ik ben zo vrij geweest om alle papieren uit het archief te ha- DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 988. Zuchtend kwam Bram het kantoortje van de havenmees- ter uit. Het idee om hier een paar weken te moeten wachten totdat de ijsbreker kwam, lokte hem weinig aan. Zijn gezicht klaarde weer wat op, toeji hij een oud vrouwtje met gepofte kastanjes voorbij zag komen, stomend in de pan en dampend in de kou. „Tjonge, jonge die heb ik in jaren niet gegeten", dacht Bram, die zich de gezellige dagen van zijn jeugd herinnerde, toen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 23