oeven in dienst van de
Par ij se politie
ONDER DE INDIANEN
AAN DE AMAZONE
H
iM I
Schokkende onthullingen van
chef-spion Jules Vidocq
Jl
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1967
UXfiXHU,
EN lieverdje was Jules Vidocq in zijn jonge jaren beslist
nietVele malen kwam hij met de strafrechter in aan
rakingSteeds wist hij echter uit de gevangenis of het bagno
te ontsnappen. Om op vrije voeten te kunnen blijven werd
hij politiespion. Na Napoleons nederlaag en de restauratie
der Bourbons verkreeg hij revisie van zijn vonnissen.
Vóór noch na Vidocq heeft een vooraanstaand politieman zich l
ooit gewaagd aan onthullingen zoals die vermaarde Parijse commis- j
saris ze na afloop van zijn ambtsperiode te boek stelde. Maar waar- j
J schijnlijk is er ook geen tweede politieman aan te wijzen, die de on-
2 derwereld en de gangen van corrupte gezagsdragers zo goed kende
als Jules Vidocq.
m
Hij werd onschuldig verklaard en
benoemd tot chef van de „Brigade
de Süreté der Parijse politie. In
die functie ontplooide hij zich tot
een der vermaardste Franse poli-
tie-officieren, ja, tot een legenda
rische figuur in de politie-geschie-
denis. En de herinneringen, die hij
na zijn pensionering publiceerde,
behoren tot de boeiendste hoofd
stukken van de geschiedenis van
de misdaad, de corruptie en de po
litie. Anders gezegd: Jules Vidocq
nam geen blad voor de mond, toen
hij zijn mémoires schreef. Dat blijkt
heel duidelijk uit wat wij hier aan
die mémoires zullen ontlenen en
wat in een serie uitzendingen op
het scherm zal worden gebracht.
Ten tijde van het Ancien Régime
(dus vóór de Franse Revolutie van
1789) leidden vele leden van het
toen zeer talrijke Parijse dievengil
de een bevoorrecht
andere kostbaarheid ontstal. Zo
dra het misdrijf gepleegd was,
ontving de Luitenant-Generaal
daarvan onmiddellijk bericht.
Kwam de hoge gast nadien aan
gifte doen, dan kon de Luite
nant-Generaal hem binnen on
gelofelijk korte tijd zijn gestolen
kostbaarheid ter hand stellen. De
vreemdeling prees de Parijse
politie dan hemelhoog!
Ook op andere wijze leverde men
het bewijs, dat de Franse politie
de beste ter wereld was. Mijnheer
de Sartines was, evenals zijn voor
gangers, bijzonder gesteld op gauw
dieven. Zij, van wier behendigheid
op het dievenpad hij overtuigd was,
waren zeker van straffeloosheid.
Soms tartte hij de dieven zelfs! Hij
ontbood hen dan in zijn werkka
mer en sprak hen ongeveer als volgt
veel plezier van de gauwdieven.
Grote heren, prinsen, ambassadeurs
en zelfs de koning werden uitgeno
digd om hen te zien „werken". Te
genwoordig wedt men op de snel
heid van een renpaard. Toen echter
wedde men op de vaardigheid van
een beurzensnijder (tasjesdief). Wil
de men op een society-feest de gas
ten een bijzondere attractie bieden,
toon vielen en die bovendien in die
omgeving pasten, wijl zij met vele
hovelingen een zekere voorkeur
voor schelmenstreken gemeen had
den. De aanzienlijken konden die
schelmen dus ontvangen zonder ge
vaar te lopen zich te compromitte
ren. In de tijd van Lodewijk XV
liet men de gauwdieven tijdens de
soirées hun behendigheid demon
streren, zoals men later goochelaars,
musici en andere kunstenaars ter
opluistering uitnodigde.
Hofdames huilden
Meer dan eens zelfs werd op
verzoek van een hertogin een
beruchte dief uit de gevangenis
gehaald, omdat hij bijzonder
handig, listig en vaardig in zijn
vak ivas. Bleek tijdens het feest,
dat de gastvrouw zich niet had
vergist en dat de man werkelijk
een groot talent had op het ter
rein van de gauwdieverijdan ge
beurde het maar zelden, dat hij
na zo'n feestelijke demonstratie
van zijn kunnen naar de gevan
genis werd teruggebracht. Mijn
heer de Luitenant-Generaal der
Politie schonk zo'n waardevolle
figuur dan de vrijheid, zij het
om hoog genoteerd te blijven
ten hove, zij het uit hoffelijk
heid jegens de bekoorlijke, in
vloedrijke en hooggeplaatste
gastvrouw. Hoezeer vele hove
lingen bewondering hadden
voor schavuiten, bleek, toen een
hunner de beruchte boef
Cartouche naar het schavot
werd gebrach. Toen schreiden
alle hofdames tranen met tui
ten.
Beloonde spionnen
Onder het Ancien Régime profi
teerde de politie dus stellig van het
dievenpak, maar zij haalde toch
niet alles uit de dieven wat er uit
hen te halen viel. Pas vrij laat ging
men de dieven zien en gebruiken
als" een voortreffelijk middel om
dieven te vangen. Toen men op dit
punt hun bruikbaarheid had ont
dekt, legde men een deel van de
politietaak in hun handen.
Men gaf de voorkeur aan de ver
maardste dieven, omdat zij de in
telligentste waren. Zo kwam het, dat
een aantal Parijse dieven geheime
agenten, verklikkers of loenenaars
der Parijse politie werden. Zij ont
vingen geen salaris. Zij deden ook
geen afstand van diefstal als mid
del van bestaan. Zij verplichtten
zich echter om hun kameraden en
medeplichtigen bij de politie aan te
geven. En hun beloning? Zij moch
ten de door hen gestolen goederen
en gelden voor de volle honderd
procent behouden zonder gevaar te
lopen voor hun wandaden ter ver
antwoording te worden geroepen.
Zij mochten dus straffeloos stelen,
mits zij zich maar niet op heter
daad lieten betrappen. Gebeurde dit
wél, dan bestond immers de kans
maar het was geen grote kans!
dat de Justitie zou ingrijpen en
dan was de politie niet langer in
staat om zo'n politiespion te hel
pen.
Jarenlang werkte de Parijse po
litie slechts met dieven, die nog
nooit veroordeeld waren of die hun
straf reeds hadden uitgezeten. Een
Jules Vidocq, de welhai
legendarische Parijse politie^ f
ficier.
jaar of vijf na de grote Revolu
ging men een stapje verder en m
men ook ontsnapte dwangarbeid!
en galeiboeven als verklikkers
dienst. Deze figuren leenden a
voor dat werk, omdat het voorh
de enige mogelijkheid wa.<
vrije voeten te blijven en niet do
de politie te worden opgejaagd,
politie beschouwde hen echter
gevaarlijke medewerkers en bk
jegens hen zeer argwanend. Zod
een hunner niet meer bruikbs
was, haastte men zich hem kwjj
raken.
Vaak bediende men zich dan
een andere politiespion om zo'n
bruikbaar geworden individu
betrappen of in een val te lokki
Hierna volgde zijn arrestatie
stuurde men hem terug naar
bagno. Men bedenke, dat de poli
autoriteiten in die dagen zeer gr
bevoegdheden hadden en dat zjj
vele gevallen volkomen over
vrijheid of de gevangenneming
mensen konden beslissen zoni
dat er enig beroep van him bes
singen mogelijk ws* Hieraan
het voornamelijk eoe te schrljr
dat vrij veel misdadige figuren
geheime medewerkers der po!
werden.
Jules Vidocq was zelf jarenis
politiespion. En toen hij eenrs
een politie-officier van belang
geworden, riep hij zoals wij in
volgend artikel zullen vertellet
op zijn beurt de medewerking
van een aantal ontsnapte of
straftijd uitgezeten hebbende
of meer zware jongens. (Slot vo<
Luitenant-Generaal der Politie deed
namelijk geen moeite om aan hun
activiteit paal en perk te stellen.
Dat lag niet op zijn weg, meende
die autoriteit. Wel vond hij het
prettig om de handigste gauwdie
ven persoonlijk te kennen en hen
van tijd tot tijd te gebruiken voor
zijn genoegen en om in een goed
blaadje te komen bij vooraanstaan
de Fransen en belangrijke vreem
delingen. Een voorbeeld moge dit
duidelijk maken.
Kwam er een vreemdeling van
belang in Parijs, dan maakte de
Luitenant-Generaal der Politie
de bloem der Parijse dieven op
zo'n buitenlander opmerkzaam
en loofde een fikse beloning uit
voor de zware jongen, die de
vreemdeling zijn horloge of een
toe: „Mijne Heren, het gaat erom
de eer der Parijse dieven hoog te
houden! Men beweert, dat Gij niet
in staat zoudt zijn om te be
stelen. Het aanstaande slachtoffer
is op zijn hoede. Neemt dus goede
voorzorgsmaatregelen en bedenkt,
dat ik mij verantwoordelijk stel voor
U!" Zoiets lieten de dieven zich
geen tweemaal zeggen. Zij zorgden,
dat de diefstal gepleegd werd en
dus, dat de politie de bestolene
een aanzienlijke figuur natuurlijk
na enig „speurwerk" zijn geld
en goederen kon teruggeven.
feestelijke
attractie
In die goede oude tijd beleefde
de Luitenant-Generaal der Politie
Charles Maurice de Tayl-
lerand Périgord Prince de Be-
nevent, Frankrijks beroemdste
minister van Buitenlandse Za
ken, was een dergenen aan wie
Vidocq menigmaal een „kleine
dienst" bewees.
dan leende men van de politie een
handige gauwdief. Mijnheer de
Sartines had er steeds een stuk of
twintig van de allerlistigsten
achter de hand, die hij speciaal
in reserve hield voor feesten aan
het hof en in de huizen der aan
zienlijken. Die reserve bestond uit
markiezen, graven, baronnen
die door hun manieren aan het hof
en in de Parijse society niet uit de
[ij is 81 jaar oud en beschikt over zoveel
energie, dat hij door menigeen die jonger
is benijd wordt: Karl W. Emmermacher
uit Hamburg, hartstochtelijk avonturier.
Op een leeftijd, waarop anderen beginnen te
genieten van hun levensavond, trok hij in 1948
over de oceaan naar Peru. De regering aldaar
had hem verzocht het Peruaanse filmwezen te
organiseren. Maar voordat de reiziger samen
met zijn vrouw de plaats van bestemming be
reikt had, was de regering gevallen, de nieuwe
kon en wilde het contract niet handhaven.
Toch gaf Karl' Emmermacher het niet op; hij
besloot op eigen kracht te starten. Voor alles
wilde hij een lang gekoesterde wensdroom ver
wezenlijken: een ontdekkingsreis naar het Ama
zonegebied. Ook dat speelde hij klaar. Het oer
woud werd zijn nieuwe vaderland. Gedurende
17 jaar trok hij door de „groene hel'', bewapend
met filmcamera en bandrecorder. Hij leerde ze
den en gewoonten van de Indianen kennen en
bestudeerde het leven van deze mensen, die nog
in het geheel niet met de „beschaving"' in aan
raking gekomen waren. Gesteund werd het werk
van de ontdekker voornamelijk door het Insti-
tuto Linguistico des Verano van de universiteit
van Oklahoma, die zich sinds vele jaren met de
bestudering van de stamtalen van de Peruaanse
Indianen bezighoudt.
Nu is Don Carlos, zoals zijn Zuidamerikaanse
vrienden hem noemen, enige tijd in zijn oude va
derland. Hij wilde zijn familie weer eens zien
en een deel van zijn filmmateriaal aan de Duitse
televisie verkopen. Maar de man, die van de tro
pische zon houdt, vindt het in Duitsland te koud.
Binnenkort gaat hij terug naar Peru, een nieuwe
expeditie naar het Amazonegebied staat op het
programma