„Barend Bluf zou nu een afgang
van jewelste worden
Jeugdherbergen nodig
aan vernieuwing toe
1
I HAN WIELICK
Wacrr zijn zé geble
ven de mannen en vrou
wen die vijfacht,
twaalf, twintig of twee
endertig jaar geleden
Jange of korte tijd in
~r~HÈT^ NIEUWS stonden.
De sportman, de artiest,
die duizenden in zijn
ban hield. De onbeken
de die even door een'-
gebeurtenis uit de massa
getild werd en NIEUWS
werd. Wij hébben een
aantal van deze mensen
opgezocht en nog een
maal uit de vergetelheid
voor het voetlicht ge
haald.
het moet nu directer
driemaal in de week samen met een kinderkoortje via de radio
in de Nederlandse huiskamers kwam en dan de opvoeders
steunde in hun pogingen hun kroost hun tanden te laten poet
sen („Poets je tanden bij het opstaan, poets je tanden bij het
naar bed gaan"*), veilig over te steken („De politie is mijn
beste kameraad''), of niet zoveel te snoepen („Moeder mag'k
een snoepje"), was Benny Vreden. In de jaren-1953 tot 1960
even bekend bij alle Nederlandse kinderen als Sint Nicolaas
De man, die het maakte en met dit liedje zeven-jaar lang
Gevarieerd
EEN SPLINTER van een
balk (de post openlucht-re
creatie die toch al te dun is".
Zo noemde de staatssecretaris
van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werkmr.
H. J. van de Poel, de voorge
stelde 450.000 subsidie aan
de Nederlandse Jeugdher
berg Centrale. Hij raadde de
Vaste Kamercommissie van
dit ministerie dan ook af een
amendement in te dienen op
de begroting,, waarin deze
commissie de subsidie op ge
noemd bedrag wil brengen.
Het amendement is overigens
toch ingediend en komt aan
de orde tijdens de begrotings
behandeling binnenkort.
Voor hém misschien een
splinter, voor de N.J.H.C ech
ter een aanzienlijk bedrag,
dat kan helpen de 54 bestaan
de jeugdherbergen aan te
passen aan de eisen van deze
tijd en de capaciteit (nu
500.000 overnachtingen per
jaar) te vergroten.
„Tot nu toe (we krijgen pas
sinds 1960 rijkssubsidie) ont
vingen wij f 150.000 per jaar
investeringssubsidie", vertelt de
directeur van de N.J.H.C., de
heer N. F. Peterssen, „met dien
verstande dat bij een investe
ring van ons de regering steeds
veertig procent subsidieerde, tot
de f 150.000 bereikt was. Dit
betekent bijvoorbeeld, dat als
wij een nieuwe jeugdherberg
willen bouwen die, zeg, f 600.000
kost, wij een subsidie krijgen
van f 240.000. Dat houdt bijna
twee jaar subsidie in".
Niet zo rooskleurig
Het staat er niet al te roos
kleurig voor met de toestand
van de jeugdherbergen. Onge
veer de helft is nodig aan ver
nieuwing of uitbreiding toe,
waarvan enkele bijzonder drin
gend.
Het gaat bij die vernieuwin
gen vooral om „bijblijven". De
directeur zegt het zo: „We wil-
Meer subsidie
len niveau hebben in onze
jeugdherbergen. De toerist van
deze tijd verlangt (terecht) ser
vice van ons en wil niet meer
overnachten in een grote slaap
zaal van twintig of meer bed
den; hij wil zich wassen aan
een wasbak en onder een warme
douche. Bovendien is het aan
tal individuele bezoekers bij ons
even groot als het aantal dat in
groepsverband komt (werkwe
ken bijvoorbeeld). Daarom is er
in de jeugdherberg van deze tijd
behoefte aan meer dan één dag
verblijf en ook aan aparte ka
mers voor de leiders. Het is onze
bedoeling elke jeugdherberg in
de toekomst geschikt te maken
voor groepen. Als de jeugdher
berg er is moet zij ook gebruikt
worden en liefst zo intensief
mogelijk. Een ander punt is
dat de keuken en keukeninstel-
laties van de meeste herbergen
nodig vernieuwd moeten wor
den: steeds meer wordt de war
me maaltijd in de jeugdherberg,
gebruikt. Het zijn eigenlijk voor
namelijk nog de buitenlander)
die hun eigen potje koken. Dan
is er nog de behuizing van dl
jeugdherbergouders. Vaak ver
blijven zij in de jeugdherberg
zelf en dat is ondoenlijk in
nieuwe situatie die ook ruimte
laat voor het optreden van beat-
bands".
De staatssecretaris was oor
van mening dat de prijzen is
de jeugdherbergen best ver
hoogd kunnen worden. De heer
Peterssen„een overnachte
bij ons kost f 3. Daarmee staas
wij aan de top van de ons offij
ringende landen. Hoe komt dat.
Heel eenvoudig, de andere org*'
nisaties krijgen meer subsidis
Met name is dat in Duitsland
het geval".
Levensbelang
„Vernieuwen is voor ons es
levensbelang", zegt de direct#
„Wij zijn niet meer de N.J.Ht
van vroeger, maar willen met.®
tijd meegaan. Een jeugdherM
zal in een bepaalde situatie tS1
centrum van activiteiten in
gemeenschap kunnen zijn. y
zijn sterk voor het meervou®
gebruik van gebouwen zoals®
onze, mits de activiteiten elka®
verdragen natuurlijk. Wij w*
len de jeugdherberg in het ecb-
te vakantieseizoen zo veel nio^
lijk openhouden voor de 1
viduele trekker, maar de jeugö' L
herbergen kunnen daarbui$ 1
ruimte bieden aan veel tr
dingen dan alleen overnachten' Br
„Barend bluf, Barend Bluf, waarom doe je toch zo oliedom?
Barend Bluf, Barend Bluf, waarom doe je toch zo suf?"
Welk kind tussen vier en twaalf jaar zong dit liedje veertien jaar(!)
terug 's avonds om zeven uur niet? het zullen er heel weinigen ge
weest zijn
de tijd was er geschikt voor de kinderfantasie is onuitputtelijk
of nu Swiebertje.
Benny Vreden, wiens werkzaam
heden daarvoor in de cabaretsec
tor lagen, waar hij triomfen vierde
hier en in het voormalige Neder-
landsch-Indië, waar hij bij de NI-
WIN voor onze soldaten optrad.
„Het was in de stille tijd de
zomermaanden van 1953 toen ik
ineens een idee kreeg om een kin
derliedjesprogramma te maken. Ik
kwam erop, omdat ik overal
van kleuters tot beginnende teen
agers liedjes hoorde zingen van
Max van Praag en Eddy Christia-
ni. Uitstekende artiesten, maar zij
brachten toch echt niet een reper
toire afgestemd op kinderen.
Ik dacht, misschien kan ik wel
een paar opvoedende kinderschla
gers maken, want ik had en heb
nog steeds een pedagogische tik.
Slappe tijd
Ik schreef een paar liedjes en
probeerde die uit op een paar kin
derpartijtjes. Die liedjes deden het
wel vond ik. Ik zocht contact met
de VARA. Daar zeiden ze: probeer
al mee aandragen. Ze vertelden in
geuren en kleuren dat ze Barend
Bluf op de 's-Gravelandseweg had
den zien lopen, waar hij gevaarlijk
overstak. Dat Barend Bluf zich
nooit waste en ga zo maar door.
want de kinderfantasie-is onuitput-
iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiï
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
tel ijk. Het programma sloeg onge
lofelijk aan. Er werden Barend
Bluf-grammofoonplaten gemaakt,
boekjes met Barend Bluf, pakjes
die de naam Barend Bluf droegen
want fabrikanten zijn ongelofelijk
vindingrijk.
Gat voor
verandering
Hoe het zo'n succes werd? Er
was een gat voor, zoals dat in ar
tiestenkringen heet. De tijd was er
Export
Het programma had zo'n succes,
dat ik het naar België exporteerde,
waar Jef Burms nog twee jaar
langer dan ik Bertje Bluf Ba
rend kende men niet in België
geëxploiteerd heeft. Barend stak
ook de Noordzee over. Naar Enge
land, waar ik het zelf wilde bren
gen. Dat had ik mij in een over
moedige bui voorgenomen. Maar
eenmaal in de wachtkamer bij de
BBC realiseerde ik mij, dat ik wel
een aardig mondje Engels sprak,
maar in de versteverte niet wist
wat het dopje ,van de tube van de
tandpasta of van de trapleuning
glijden in het Engels was. Gelukkig
had ik een plakboek tekeningen
van kleine supporters uit Nederland
bij mij en daarmee redde ik het
toen. Maar ik heb Barend meteen
overgedragen aan de bekende ar
tiest Max Bygrave. Barend Bluf
was echter in Engeland een kort le
ven beschoren. Kort na de première
verbood de wet het optreden van
kinderen onder de veertien jaar
voor radio en tv.
Geen succes
Tóen wij Barend Bluf 6 jaar via
taan waren, maar zich in de
studio als acteurs of actrices
voelden en zo stonden en zon
gen ze ook.
Uit de roulatie
Naast Barend. Bluf had ik in die
jaren ook een, cabaretgroep en ik
zou net met een one-man-show be
ginnen, toen ik op weg naar een
voorstelling in Schiedam, vlak voor
het huis van een arts in Rotterdam,
een hart-infarct kreeg. Een half
jaar ging ik uit de roulatie. Ik had
te hard gewerkt, want naast het
cabaret en de Barend Bluf-px-o-
gramma's werkte ik overdag ook
aan de opbouw van een zaak, zoals
wij die nu hebben. Een zaak die
nog maar net op wankele voetjes
stond, toen ik zes maanden in het
ziekenhuis verdween.
Mijn zwager en compagnon Dick
de Vilder dook er gelukkig in en
zette haar op vastere poten.
Schuchter
Benny Vreden, eens de man ach
ter Barend Bluf, maar ook bekend
als tekstschrijver en componist
zijn liedje „Heel de wereld" werd
door Corrie Brokken winnend over
de eindstreep van het Songfestival
1958 gebracht heeft nu aan de
Hilversumse Peerlkamplaan 5 een
enorm huis, waarin negen mensen
o.a. de zoon van tv-sportpresenta-
tor Jan Cottaar werken. De „Ben
ny Vreden Produkties". Wij hebben
een theaterafdeling, die volledige
programma's verzorgt voor iedereen,
die een feest wil geven. Die dealer
presentatie vex'zorgt, zoals de actie
„Stop een tijger in uw tank". Een
afdeling die diaprogramma's samen
stelt. en een afdeling die voor de
omroepen documentaires monteert.
Die omroepen beginnen schuchter
te komen. Ze vonden het in het be
gin vreemd werk uit te besteden,
terwijl dat in het buitenland heel
gewoon is. Maar nu er steeds meer
zendtijd komt moeten ze vaak wel.
het maar, het is nu toch een slap
pe tijd. Met die liedjes stapte ik
in juni 1953 naar de studio en be
gon te zingen samen met de kin-
dex-en, die men daar verzameld en
dus aan mij overgeleverd had.
Het ging prachtig. Het was een
live-uitzending zonder repetities
vooraf. Eigenlijk was iedere uit
zending een repetitie, want wij
stopten als het fout ging. Lopend
naar de studio had ik pas de naam
van een jongetje bedacht, over wie
ik een paar liedjes had geschreven,
namelijk Barend Blxif. Een jonge
tje, dat alles fout deed.
Niet meer
Na de tweede uitzending bleek
mij, dat ik niet meer behoefde te
zoeken naar onderwexpen voor Ba
rend. De kinderen kwamen er zelf
geschikt voor. Nü zou zo'n pro
gramma een afgang van jewelste
worden. Je hebt geen idee wat er
in acht jaar veranderd is. Vooral
bij de jeugd.
Het moet nu allemaal directer.
Heel anders dan toen. Want laat ik
heel eerlijk zijn, dat Barend Bluf-
programma was toch eigenlijk een
Hiëx-onymus van Alphen geschiede
nis. Een brave Hendrik-programma.
Maar het werkte blijkbaar goed,
want ik ontving tientallen brieven
van ouders, waarin zij schreven
dat hun kind na een liedje van ons
ineens zijn medicijnen slikte, beter
at of minder snoepte.
Er zat eigenlijk ook een portie
kinderlijk sadisme in dat program
ma, want zij die het zongen of
meezongen waren nietde snoeper,
de viezerd of de kieskauwer. Nee,
dat was die domme Barend Bluf.
1953. Benny Vreden tijdens
een Barend Bluf-uitzending. Jan
Winter, prijswinnaar in de Ba
rend Bluf-tekenwedstrijd, mag
als gast meeluisteren.
de radio in de Nedei'landse huiska
mers hadden gebracht, deden wij 't
een jaar via de televisie. Dat was
geen succes. Het kwam er niet uit,
het was rommelig en de kinderen
reageerden niet zo spontaan meer.
Ze voelden zich artiesten. Nu
ivas dat ook reeds voor de radio
een probleem. Driemaal heb ik
in die jaren mijn ploegje moe
ten vernieuwen. Was een meisje
of jongen eenmaal twaalf jaar,
dan moest hij of zij'verdwijnen.
Omdat ze dan niet meer spon
Benny Vredens Produkt.«es ver
zorgde blokreclameprogramma's
voor Veronica, en hele televisiepro
gramma's voor de TROS, toen Ka-
rel Prior nog op de Peerlkamplaan
in dienst was. Zoals het kerstpro
gramma vorig jaar. Zij heeft een
paar artiesten, zoals Thérèse Stein-
metz onder contract, maakte gram
mofoonplaatjes voor mensen die
auto leren rijden ter ondersteuning
van hun theoretische kennis, kort
om beweegt zich op een ruim en
gevarieerd reclame- en artistiek
terrein.
/'TV -
Terug
Maar Benny Vreden is toch ook
weer teruggekeerd tot zijn oude
liefde: de kinderliedjes.
Op drieduizend lagere, duizend
kleuter- en evenzoveel voortge
zet lagere onderwijsscholen wor
den dagelijks grammofoonpla
ten van hem gedraaid. Platen
met splinternieuwe kinderlied
jes, die uit volle borst worden
meegezongen.
„Ik had gemerkt dat er tussen
1940 en 1960 een gat gevallen was
op het terrein van de kinderliedjes.
Vroeger kende vader zowel als
zoon de liederen uit „Kun je nog
zingen, zing dah'mee", en daarvoor
het vaste vadei-landse liederpro
gramma, zoals ferme jongens, de
blanke top der duinen of hoe
zachtjes glijdt ons bootje. Rond
1960was er niets meer. Hier en
daar werden nog wat oude liedjes
gezongen, maar deze bevredigden
allerminst en dat, terwijl zingen een
verplicht leervak is.
Plaatje met een
liedje
Ik. dacht het zou leuk zijn gram
mofoonplaatjes te maken, waarop
kinderen nieuwe liedjes hox-en en
direct daarna alleen de muziek van
een ox'kestje, zodat ze dan onder
steund door de muziek de woor
den kunnen zingen, die ze net ge
hoord hebben. Ik praatte met on
derwijzers, deskundigen, pedagogen
over mijn plan, en startte toen
iedereen enthousiast bleek. Het
werd een succes. Tieixmaal per
jaar komt er nu een plaatje ut
met een liedje voor de hogere ea
voor de lagere klassen. Wij zijn m
tweeëneenhalf jaar bezig en iedert
maand abonneren meer scholes
zich op onze dienst. Een commissie,
waarin onderwijzers zitting hebi
ben adviseert ons. Verschillends
leex-krachten hebben liedjes ge-
maakt, kortom het gaat heel fijnï
Tijd gaat snel
Benny Vreden, de „vader" va
Barend Bluf is bezig het zanggat I
dichten, dat ertussen twee genera
ties gevallen was. De kinderen vai
de meisjes en de jongens, die iE
1953 „Barend Bluf waarom ben ji
toch zo oliedom" zongen, zingen
nu de „Tovenaar van Tiereliert I
nu de „Tovernaar van Tiereliert 1
uitzending van Barend Bluf mtl 1
maakten hebben nu zelf kindere I
op de kleuterschool.
Het spreekwoord „De tijd gai
snel" heeft nog niets van zijs
kracht verloren.