PRODUCENT VAN KILOMETERS
Industriële
klimaat
Van kwantiteit
naar kwaliteit
Leids"
bedrijf
INDUSTRIEBIJLAGE VAN HET LEIDSCH DAGBLAD
MAANDAG 13 NOVEMBER 1967
OPENBAAR VERVOER
VOORWAARDE
VOOR WELVAART
BEDRIJFSLEVEN
Ja zeker: de N.Z.H. Is ook lid van de Leldsche Vereeniging
van Industrieëlen. Op het eerste gezicht zal dat menigeen ver
bazen. Het hoofdkantoor van de N.Z.H. staat nu eenmaal niet
in Leiden en in hoeverre kan een vervoerbedrijf als een in
dustrie worden beschouwd?
Van dat hoofdkantoor is 't na
tuurlijk jammer dat de historie
anders is gelopen. Maar Leiden kan
niet alles hebben. De historische
banden tussen N.Z.H. en Sleutel
stad zijn er overigens niet minder
hecht om en het zeer belangrijke
rayonkantoor, met de een echte
Leidenaar geworden heer C. Jonge-
jan aan het hoofd, opereert in
grote zelfstandigheid.
De N.Z.H. behoort zo gezien van
oudsher tot de grotere Leidse be
drijven. Vierhonderd man verdie
nen er hun dagelijks brood, van
wie ruim driehonderd chauffeurs.
De werkplaats en garage aan de
Rijnsburger weg hebben een vaste
bezetting van ongeveer veertig
monteurs en ander technisch per
soneel, de overigen behoren tot het
kader en het administratief perso
neel.
De Leidse N.Z.H. vertegenwoor
digt een jaarlijkse waarde aan lo-
420 miljoen
Dat de N.Z.H. dus meetelt in het
Leidse leven, weten we nu wel.
Blijft de vraag in hoeverre ze een
industrie is. Kenmerkend voor de
nijverheid is dat er iets geprodu
ceerd wordt, dat er een nieuw pro-
dukt ontstaat dat er voordien niet
was. Een dergelijke definitie past
voortreffelijk op de N.Z.H., die im
mers met haar 155 in Leiden ge
stationeerde bussen per jaar meer
dan tienmiljoen kilometer produ
ceert. Vervoersmensen gebruiken
vaak het begrip ..zitplaatskilome
ter" om hun produktie te meten. De
N.Z.H. biedt de bewoners van Lei
den en omgeving niet minder dan
420 miljoen van die „zitplaatskilo
meters" per jaar aan.
Dat wil dus zeggen dat de Lei-
denaren 420 miljoen keer per jaar
de kans krijgen zich met een uit
de Leidse NZH-garage afkomstige
bus over een afstand van één kilo
meter te verplaatsen.
Nu is er wel een belangrijk ver
schil tussen het produkt van een
gebruikelijke industrie en dat van
een vervoerbedrijf. Het produkt van
een gewone fabriek behoeft niet on
middellijk te worden afgenomen en
gebruikt. Het kan worden opgesla
gen en in voorraad gehouden. Er
kan dus ook vooruit worden ge
produceerd om seizoentoppen op te
vangen: de chocoladefabrikant
maakt z'n Sint-Nicolaasletters al in
augustus!
Dat geweldige economische voor
deel heeft de N.Z.H. niet. Haar zit
plaatskilometer moet afgenomen
worden op hetzelfde moment dat ze
geleverd wordt. Een lege plaats in
de bus vormt een verlies dat niet
meer kan worden ingehaald! En
omgekeerd kan de N.Z.H. geen zit
plaatskilometers vooruit leveren om
de vervoersvraag tijdens de spits
uren op te vangen. Vandaar de
N.Z.H. maar zij niet alleen
veel belang hecht aan een even
wichtige spreiding van de werktij
den van fabrieken, kantoren en
scholen.
Extra draaien
Voor het personeel van sommige
grote bedrijven laat de N.Z.H. spe
ciale bussen rijden, die uitsluitend
bestemd zijn voor die werknemers.
Dat is bijvoorbeeld het geval met
de Grofsmederij, de Rotogravure,
Royal Mac Bee, de Kettingfabriek,
maar ook de Stichting Leidse werk
plaatsen of de sociale werkplaats in
Sassenheim toeleveringsbedrijf
voor enige Leidse fabrieken en
verder een aantal belangrijke on
dernemingen in Katwijk, Noordwijk
en Sassenheim. Ten behoeve van
dit groepsvervoer draaien de Leid
se N.ZH.-Leylands nog eens 800.000
kilometers per jaar extra.
Bestaat er door dit personeelsver-
voer al een vanzelfsprekende rela
tie tussen de Leidse welvaart en de
N.Z.H.. door middel van het dicht-
gemaasde lijnennet in Leiden en
Leidens omgeving ls dit eveneens
het geval.
Leiden kan zich als centrumge
meente voor een wijde omgeving
slechts handhaven als er een goede h
voorziening is met openbaar ver-
voer. Daarover kan Leiden zich
moeiljjk beklagen: acht keer per
uur naar Den Haag en Katwijk,
vier keer per uur naar Noordwijk
en naar de bollenstreek en (met
andere busmaatschappijen elk
halfuur naar de Rijnstreek, naar de
Haarlemmermeer.
Alleen al de N.Z.H. biedt de Lei-
denaren een keuze uit rond dui
zend reismogelijkheden per dag,
het stadsnet inbegrepen.
Wil Leiden deze rijke verschei
denheid behouden dan dient de vlot
te en ongestoorde bedrijfsuitoefe
ning van de N.Z.H. op de openbare
weg wel te worden gewaarborgd.
Dat is in de eerste plaats het be
lang van de twintigmiljoen reizi
gers die er jaarlijks door de Leidse
N.Z.H. worden vervoerd. Deze twin
tigmiljoen hebben er recht op in
het verkeer met voorrang te wor
den behandeld omdat ze tot de zui
nigste en goedkoopste weggebrui
kers behoren. Veertig mensen in één
bus nemen nu eenmaal minder
plaats in dan veertig mensen in
veertig automobielen.
De N.Z.H. hoopt van harte dat ze
niet tot het gouden feest van de
Leidsche Vereeniging van Indus
trieëlen behoeft te wachten om
haair bijdrage tot Leidens welvaren
met een op de eisen van een doel
treffend openbaar vervoer afge
stemde verkeersregeling beloond te
zien.
J. H. Bartman
Een overzicht van de onder
houdswerkplaats aan de Rijns-
burgerweg.
voor textielindustrie
in Leiden
niet ideaal
„Het heeft er veel van weg, dat de overheid de textiel-
(confectie) industrie in Leiden niet (meer) voor levensvatbaar
houdt. Hoewel ik er een voorstander van ben om industrieën
aan te trekken, wil het mij voorkomen, dat buitenlandse on
dernemingen in Leiden faciliteiten ontvangen, welke aan de
in de Sleutelstad gevestigde industrieën worden onthouden.
Voor „buitenlanders" stond men in een recent verleden direct
klaar om grond te reserveren en een vestiging zeer aantrek-
keliik te maken".
Een der vanouds voor Leiden belangrijkste takken van in
dustrie is ongetwijfeld de textielindustrie. Nog steeds neemt
de textielindustrie in Leiden een voorname plaats in. Een on
derdeel hiervan is de confectie-industrie, waarover wij een
beschouwend gesprek hadden met de heer J. van Eijk, assis
tent-bedrijfsleider van de overhemdenfabriek Elmi aan de
Lammenschansweg in Leiden.
Dit vertelt ons de heer N. F.
G. Lens, één der directeuren van
de Elmi, als wij hem vragen
naar het industriële klimaat
voor de textielindustrie in Lei
den, dat hij nu niet direct ide
aal noemt.
Ter ondersteuning van deze stel
ling noemt hij het vertrek van Par-
mentier naar Dokkum, de gedeelte
lijke verplaatsing van het bedrijf
van Zaalberg naar Vlijmen, de in
krimping van Van Wijk, de ophef
fing van de produktie-afdeling van
de Leidsche Wolspinnerij slechts
de kantoren van dit bedrijf zijn nog
in Leiden gevestigd en nu weer
de aangevraagde werktijdverkor
ting van Clos en Leembruggen, zij
't, dat dit ten nauwste samenhangt
met de moeilijke positie van brei
garens op de wereldmarkt.
Concurrentie
Bovendien doch dit is geen
specifiek Leids verschijnsel on
dervindt de Wollenstoffenindustrie
veel concurrentie uit het buitenland
in het kader van de E.E.G., met
name van Italië, welk land de in
dustrie subsidieert en daardoor
scherp kan concurreren.
Een lichtpuntje maar is het er
nauwelijks één ziet de heer Lens
in het feit, dat de textielslagen in
Leiden nog niet vallen met de re
gelmaat van een klok, hetgeen in
b.v. Twente (katoenindustrie) we)
het geval is.
Heeft de Elmi, een overwegend
vrouwelijk-bedrijf, in tegenstelling
met de metaal- en grafische indus
trie, niet zo zeer met huisvestings
moeilijkheden voor zijn personee
te kampen, anders ligt het met dr
personeelsvoorzieningen.. Het valt
ons moeilijk in Leiden plm. 301
man/vrouwpersoneel om perso
neel aan te trekken. Vandaar onze
vestigingen in Eersel (N-Br.) mei
50 man en Hogeveen (Dr.) 90 man
Te weinig maar ook daarvoo:
Waar het lied van de arbeid
klinkt
heeft de heer Lens direct een ver
klaring bij de hand wordt de ge
huwde vrouw in het Nederlandse
produktieproces opgenomen Dit in
tegenstelling tot het buitenland. Zi.
zijn de fiscale maatregelen hieraan
niet vreemd. Het loon van de ge
huwde vrouw wordt bij dat van de
man opgeteld, waarna een belas
tingheffing wordt vastgesteld. Door
deze ffsicale maatregel bedenkt een
werkneemster zich bij haar huwe
lijk nog wel eens tweemaal om de
arbeidsverhouding voort te zetten.
En hierdoor ontstaat dan weer een
sterk personeelsverloop in de vrou
welijke seotor, hetgeen weer hoge
opleidingskosten tot gevolg heeft.
Bij" Elmi spreekt dit sterk, omdat
de gemiddelde leeftijd van het vrou
welijk personeel op 17% jaar ligt.
Richt de heer Lens de schijnwer
per op het eigen bedrijf in 1936
in een pand aan de Nieuwe Rijn be
gonnen dan slaat de balans in
het voordeal om. Hadden wij tien
jaar geleden een produktie van cir
ca 400.0000 overhemden per jaar,
thans hebben wij een omzet van een
miljoen, welke vrijwel uitsluitend
in het binnenland wordt afgezet.
Van zes werknemers groeiden wij
naar ruim 300 met nog altijd een
personeelstekort. Naast het hoofd
bedrijf aan de Lammenschansweg
Rooseveltstraat en de Hoge Rijndijk
(v/h Hartogs).
Gelet op de geografische ligging
van de stad van vestiging, denken
de gebr. Lens er geen ogenblik aan
om Leiden de rug toe te keren. Wij
zijn en blijven, aldus de heer Lens,
een Leids bedrijf, opgenomen in de
thang jubilerende Vereeniging van
Leidsche Industrieëlen.
Nieuwe gemotoriseerde
Britse kampeerwagen
Op de onlangs in Londen gehou
den automobielententoonstelling
was ook een nieuwe gemotoriseerde
Britse kampeerwagen te zien, de
Roma-de-Luxe. Deze kampeerwagen
heeft de afmetingen van een perso
nenauto, en bevat een dubbel bed
en nog een slaapplaats in het uit
klapbare dak. Als het dak wordt
uitgeklapt bedraagt de hoofdruimte
ongeveer 1 meter 92. Verder bevat
de auto een kooktoestel, watervoor
ziening, wasbak, klerenkast, legkas
ten, planken, opvouwbare tafels en
moderne gordijnen.
Nabootser voor
bemanningen van
onderzeeboten
De Britse marine heeft naboot-
sers in gebruik genomen voor de
opleiding van bemanningen van
atoomonderzeeboten. Op het grote
instrumentenbord met de bedie
ningsorganen kan elke situatie
worden nagebootst die zich onder
de werkelijke omstandigheden kun
nen voordoen. De instructeur, die
een eigen bedieningspaneel heeft,
kan zijn leerlingen de normale rou-
ttine-omstamdigheden voorzetten of
ze confronteren met noodtoestan
den die met een gewoon schip niet
nagebootst zouden kunnen worden.
Wat deze speciale tak van de
textielindustrie betreft, was de heer
Van Eijk van mening, dat momen
teel een vrijwel optimale kwanti
teitsgraad is bereikt. Het aantal
overhemden, dat per dag in deze
ateliers wordt vervaardigd, kan
waarschijnlijk niet veel meer wor
den opgevoerd, tenzij tot grotere
automatisering wordt overgegaan.
In verband met de steeds groter
wordende concurrentie van het bui
tenland, zal het echter ergens an
ders dan in de hoeveelheid over
hemden per dag moeten worden
gezocht. Er moet nu worden ge
streefd naar een zo hoog mogelijke
kwaliteit.
Om tot een betere kwaliteit te
komen, is naar de mening van de
heer Van Eijk een mentaliteitsver
betering van de werknemers nood
zakelijk, Het accent zal moeten
gaan liggen op het verantwoorde
lijkheidsgevoel van iedere werkne
mer afzonderlijk.
„Er wordt hier hard genoeg ge
werkt", vertelde de heer Van Eijk.
„Ook over de mentaliteit binnen dit
bedrijf hebben wij niet te klagen".
Er werken bij Elmi voornamelijk
meisjes, in leeftijd variërend van
15 tot 27 jaar. De gemiddelde leef
tijd van de werkneemsters ligt tus
sen de 17 en 18 jaar. Bij de werving
van het personeel, zo vernamen
wij, wordt behalve op de vakbe
kwaamheid ook gelet op het milieu.
,,Wlj willen hier liefst gewone
meisjes hebben uit gewone gezin
nen, die thuis hebben geleerd dat
er een zekere orde en regelmaat
is. Ook op het werk heeft men een
zekere vrijheid, die men moet we
ten te gebruiken. Werkt men in een
normaal tempo en heeft men door
routine een wat grotere snelheid
verkregen, dan kan men door het
premiestelsel meer verdienen. Er
moet dan ook goed werk worden af
geleverd". De arbeidsvoorwaarden
zijn tegenwoordig gunstig en ook de
secundaire arbeidsvoorwaarden
hebben een zekere grens bereikt.
De heer Van EiJk vond het van be*
lang dat de werknemer dan ook
weet waarvoor hij werkt. „Iedereen
werkt hier mee aan een produkt.
dat op een gegeven moment wordt
gekocht. De afnemer betaalt een
bepaald bedrag voor dit produkt en
mag dan ook verwachten dat dit
produkt goed is afgewerkt". Het is
van belang dat ledereen, die aan de
totstandkoming van dit produkt
meewerkt, zich hiervan bewust is
en dus betrokken is hij het geheel.
Opleiding
Er wordt momenteel gewerkt aan
.e ontwikkeling van een kwaliteits
controle, waarbij de premie niet al
leen van de kwantiteit, maar boven
dien van de kwaliteit van het gele
verde werk zal gaan afhangen. Dit
is ook al mogelijk, doordat men
van een groepsysteem langzaamaan
is overgegaan tot een individueel
systeem.
Vaak komen de meisjes op ca. 18
of 14-jarige leeftijd bij Elmi werken*
Zij krijgen dan een V.O.C.-cursug
(Vakopleiding confectie) waarna
zij op een bepaalde afdeling worden
geplaatst. Er is een vrij grote door
stroming, doordat het verloop ca,
25% per jaar bedraagt. Hierdoor
kan men dus met een zekere regel
maat andere werkzaamheden te
verrichten krijgen. Hierbij wordt re
kening gehouden met de persoonlij
ke voorkeur van de werknemer.
Nogmaals wees de heer Van Eijk
op het aspect van de eigen verant
woordelijkheid van iedere werkne
mer. Het premie- en afhoudingsstel-
sel zou hierbij een opvoedende taak
kunnen hebben.
Nog even spraken wij over de af
name van overhemden in het alge
meen. In deze tijd van het jaar
blijkt daar niet zo veel vraag naar
te zijn als in vroegere jaren. „Men
koopt voor Sinterklaas niet meer zo
gauw een overhemd. Het overhemd
is niet meer het specifieke mannen-
cadeau, dat het vroeger was, het
geen is te merken met Sinterklaas
en Vaderdag. Het overhemd is een
gebruiksartikel geworden, een mo
de-artikel, dat op een gegeven mo
ment door mijnheer zelf wordt ge
kocht bij een bepaald pak of 's zo
mers als sporthemd, maar dan
moet het er mooi uitzien". Dit mo
de bewustzijn openbaart zich ook
sterk bij de jeugd, die vooral let op
afwerking, kleur en dessinering.
Deze dessinering eist vakbekwame
mensen. Dit alles wijst weer in de
richting van het belang van de
kwaliteit.
Over het algemeen, zo bleek
eveneens uit het gesprek, werken
bij Elmi niet veel getrouwde vrou
wen. „Op dat punt zijn wtf In Ne
derland nog min of meer een ach
terlijk land", vond de heer Van
Eijk. „Wanneer men een getrouw
de vrouw in dienst kan nemen, die
goed werkt, mag men zijn handen
dichtknijpen". De moeilijkheid
bljjkt echter vaak te zijn dat oude
re vrouwen geen vakopleiding heb
ben gehad en het vak dus nog hele
maal zouden moeten leren. In dat
opzicht zou dus het jonge meisje,
dat normaal wil werken en haar
handen op de juiste plaats heeft zit
ten, een grotere kans hebben.