19 RAIFFEISENBANK
^nsdag 8 november i%7
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 19
^ey—
EEl
n
ONS
DAGELIJKS
VERVOLG
VERHAAL
99
Thalassu"
Oorspronkelijke roman
door
Jan de Hartog
0(0
wjeft, doet u wat ik u zeg".
yiei: ..Het spyt me", Zy begon
Zat war te raken> tiet was blyk-
a Thaar eerste dag als verpleegster
'»t bloed en de gewonden be-
KE'Jn haar te machtig te worden.
5un)|g haar ogen volschieten met
en zij beet op haar lip voor
I „Doet u alstublieft, alstublieft
jond open voor my
lij tegen de stuurman: „Vertel
waarom niet". Maar hij ant-
„Dank je lekker, vertel het
Pjfeelf maar". Het gekreun om
ien had opgehouden; niettegen-
tlJde hun pijn lagen de anderen
zumjteren. Zij keek mij met srae-
A.ogen aan. Toen klonken
'in in de gang en zij keek
over haar schouder.
Jkomt de dokter!" zei zij, haas-
neemt u hem in uw
alstublieft, alstublieft u
Klüet wat het voor me betekent",
•enotfen was het haar gezicht, mis-
ran: haar ogen, maar ik dacht:
ij. tfjn benen eraf moeten kan
laarjook nog wel bij, en stak het
p mijn mond. Toen begonnen
lachen- ZÜ iagen te
van de pijn en waren bang
maar het gezicht van
die thermometer in mijn
'deed hen schateren. Toen de
^binnenkwam zag hij zes ge-
mannen op draagbaren die
vasthielden. Hij keek naar
ileegster en vroeg: „Is dit
rk, Miss Simmons". Zij sta-
1Seni „Ja dokter nee dokter",
ma
If'
*-*plee
itte.
j Simmons bracht mij erbo-
en de mededeling van
1 :r dat mijn benen niet afge-
:fden te worden. Ik man-
niets, alleen maar een paar
ilinters in het bot. Wij voel-
'2% j allen geweldig opgelucht toen
13% I was. Hij had ons ervan over-
jat niemand van ons iets ern-
mankeerde dan een neusver-
ld. Een van de matrozen
e nacht.
blgende nacht werd ik geope-
ik ontwaakte, misselijk,
Iemand naast mijn bed staan
van opwinding. „O, het sptft
Verschrikkelijk", zei zei, „wat
57% Boen om het goed te maken?
..,J dat u het me nooit zult
vergeven!" Een afschuwelij-
flitste door mijn bene-
pofd. Zij was de operatiezus-
iets had afgesneden bij ver-
was Miss Simmons. Iemand
ar verteld hoe de Hollanders
nperatuur opnamen. Ik tracht
r gerust te stellen, maar ik
g niet verstaanbaar. Bij het
rattJn uit de etherslaap was ztf
I te zien, een visioen van
51 gijlchtige onschuld. Terwijl ik
59' mtwaakte vroeg ik mij af
50!,l ik haar niet dadelijk her-
g7 50iad. Het was haar muts, ze
65' lem vandaag op haar hoofd
2i er nu uit als een lid van
rjQ lisjes-doedelzakband. Ze had
32 le ogen; zij scheen zich er-
07^h>erust over te maken. Ik
go^iaar wat het was en zij be-
't mij te vertellen; ik moet
n slaap gevallen zijn, want
95 i opnieuw wakker werd was
°P tiaar plaats stond de
grijnzend.
Toen hij mij mijn ogen zag opslaan,
liet hij mij iets zien: een schaak
bord. Ik moet een geluid gegeven
hebben, want de kamer was opeens
vol verpleegsters en ziekenbroeders
en hij werd ruggelings weggesleept.
Ik viel voor de derde maal in slaap.
Toen ik weer wakker werd, was
het morgen. Ik zag dezelfde kamer
met roze muren, maar er stonden
nu bedden. In het bed naast me zat
Draad overeind. Zijn armen waren
kruiselings over zijn borst gezwach
teld, in een Oosterse gebedspositie,
en Miss Simmons was bezig zijn tan
den te poetsen. In het volgende bed
lag het dikke lichaam van de mees
ter, bedekt met een laken. Geduren
de een akelig ogenblik dacht ik dat
hij 's nachts gestorven was, toen
hoorde ik zijn grommende stem com
mentaar geven op Miss Simmons, in
het Hollands. Hij profiteerde van het
feit dat Draad niet kon antwoorden
met die borstel in zijn mond. Miss
Simmons droeg nog steeds haar doe
delzakmuts, maar nu zat deze op
haar voorhoofd. Hij scheen fasen te
doorlopen, zoals de maan.
Toen zij met Draad klaar was,
kwam zij naar mij toe. Zij had een
nieuwe tandenborstel in de hand en
een tube Dokter Pierres tandpasta.
Toen zij mij verzocht mijn mond
open te doen grinnikte ik tegen haar
en zij begon mij opnieuw te vertel
len hoe verschrikkelijk het haar
speet. ZiJ was lief als zy bloosde
en had kuiltjes in haar wangen. Ik
wilde haar een paar vragen stellen,
maar zy stak de borstel in myn
mond en begon te schrobben als een
bootsman, zy was bezig myn tand
vlees een grondige beurt te geven
toen de dokter in de deuropening
verscheen en riep: „Miss Simmons
Wat doet u daar, in vredesnaam?'
zy stamelde:. „Ik, ik poets de tan
den van de patiënt, dokterHaar
muts zat nu op haar wenkbrauwen.
De dokter zag er vermoeid uit toen
hy haar zei dat er geen reden was
om de tanden te poetsen van pa
tiënten die hun handen konden ge
bruiken; of verkeerde zy misschien
in de veronderstelling dat ik gewend
was myn tanden met myn voeten
te poetsen? Ik had medeiyden met
het arme meisje toen zy weer de
deur uitvluchtte met het glas in de
hand, my met een mond vol schuim
achterlatend. De dokter zei: „Als een
van de heren soms het plan mocht
hebben haar te trouwen, zou hy my
een genoegen doen als hy er geen
gras over liet groeien". De meester
antwoordde met een ontzagiyk, ob
sceen gelach. Wat hem ook mankeer
de, het levensgevaar was geweken.
De stuurman kwam die middag te
rug en hy zag er stiekem uit. De
dokter was in de kamer, bezig pol
sen te voelen; zolang hy er nog was
vertelde de stuurman ons dat ons
schip was biyven dryven en de ha
ven was binnengesleept, maar dat
het waarschynlyk nooit meer zou va
ren. Hy zelf hing rond, wachtend op
orders.
Wordt vervolgd
ADVERTENTIE
óók voor
'1 Premie-
spaarplan.
Bij de Raiffeisenbank
kan men u volledig
inlichten over
het Premiespaarplan
(20% premie).
Ga er eens praten
spaarbank en alle bankzaken
PANDA EN DE MEESTER VERVALSER
2659. Toen Joris zo plotseling was verdwenen, waren Panda
en Astral alleen verder gegaan om te kijken of ze iets konden fal-
deren.
„Tjonge, ik vind het maar moeilijk!" zei Panda peinzend. „Wat
zou nu interessant voor je zijn om mee te nemen in je vliegende
schotel? Als Joris hier nu was die weet tenminste wat de moeite
waard is!"
Joris was echter dichterbij dan hij vermoedde. Hij had zich achter
een straathoek opgesteld en wachtte daar onbemerkt op hun nade
ring.
„Daar komen de mannekes!" prevelde hij. „Het is spijtig dat ik nu
even ruw geweld moet gébruiken maar dat is soms onvermijde
lijk in mijn beroep!"
Met die woorden trad hij onverwacht te voorschijn en omdat
Panda en Astral daar niet op bedacht waren, werden ze onder de
voet gelopen.
„Oei!" riep Panda geschrokken. J-JorisWat doe jij hier ineens!"
„Mijn excuses!" prevelde de aangesprokene. Drukke zaken hiel
den mij bezig en daardoor lette ik even niet op!
Maar het komt desalniettemin niet te pas dat ik Zijne Exellentie
Astral onder de voet loop. Sta mij toe
En hij begon met drukke bewegingen de ruimtevaarder aj te
stoffen
RECHTER TIE EN HET RAADSEL VAN DE RING
39—12. De zuster van Seng Kioe is onder de indruk van Rech
ter Tie's woorden. Ze weet dat een veroordeling wegens landloperij
zou betekenen dat ze op beide wangen gebrandmerkt werd. „Ik
ontmoette ome Twan heel toevallig", begint ze aarzelend. „Ruim
een jaar geleje toen we in de hoofdstad waren. Ik had me hand
bezeerd en liep Twan z'n drogisterij in om een pleister te kopen.
Toevallig stond hij zelf achter de toonbank en hij begon een
praatje met me. Nou, hij mocht me wel, dat zag ik meteen. En ik
vond hem ook aardig, het gebeurt je per slot niet alle dage dat
een echte fijne meneer wat in je ziet. Ik hoefde niks te betalen
voor die pleister en hij vroeg waar we zaten. Die avond kwam hij
naar ons logement om me een cadeautje te brengen. Dat was dat,
dacht ik. Maar een maand later zitte we in Kwang-yeh, en daar
komt Twan ineens onze kroeg binnenstappe. Hij zegt dat hij 't
zonder mij toch niet recht vinde ken en of ik maar met 'm wil
trouwe. Me broer zou ie 'r een hoop cente voor geven. Maar nou
ben ik toevallig erg gesteld op me vrijheid, en ik voelde er niks
voor om de hele dag tussen vier muren te zitte koekeloere en de
bediendes achter hun vodde te zitten. Dus ik zeg: 'Dank je lekker,
maar eve goeie vrinde'. Me broer was natuurlijk woest, maar ik
hield me poot stijf. Nou, u zal nooit gelove wat ie toen heb beslo
eten".
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
973. Evenals Bram waren nu ook Karo en Tutu door de hand
jes van de plant gevangen genomen. Zelfs Tutu's reuzenkracht
kon niets uitrichten tegen zoveel taaie vingers. Slap en hongerig
hingen ze in de stralen van de gloeiende zon.
„Kunnen we nu werkelijk niets doen?" vroeg Karo. „Kunnen
we echt niets tegen die Klapperplant ondernemen?"
„Klapplant", krijste Tutu, want hij had goed onthouden wat
Prikkebeen Junior had gezegd.
„Wacht eens even dat is waar", zei Bram nadenkend. „Dat
ding heet Klapplant ....maar waarom? Zou hij uit elkaar kunnen
klappen? Dat lijkt me niet waarschijnlijk. Nee het zijn die
handjes, die kunnen klappen ....applaudisseren, bedoel ik. En als
ze ergens voor klappen, laten ze ons misschien los. Zou het hel
pen, als ik iets ga zingen?"
Hij vond het zelf belachelijk, maar tóch moest hij het probe
ren. Met luide stem zong hij van „Zonnig Madeira" en „Zoek de
zon op", want in die gruwelijke hitte wilde hem niets koelers te
binnen schieten.
Gooi» verwacht
P 7 Flnutarr» n Manchester
P V* Bilb#0
jon 6 op 200 m NO e
„.Mwfhg 6 ten anker rede f>