WATER LI FT RONQUIERES Schepen in een bak rijden op en neer 1 5\ VRIJDAG 3 NOVEMBER 19CT LEIDSCH DAGBLAD TT et grote kanaal dat van Antwerpen over Brussel I I naar Charleroi loopt, moet bij Ronquières een hoogteverschil overwinnen van 68 meter. Dit ge schiedt op een bijzondere manier en daarom ziet men daar in het landschap een uniek bouwwerk liggen. Het kanaal, dat reeds uit de eer ste helft van de vorige eeuw stamt, wordt thans bevaarbaar gemaakt voor schepen van 1350 ton. Vroeger, toen dit nog een smal kanaal was, werd het verval overwöbnen door maar liefst 55 sluizen. Daarna werd het verbeterd en konden schepen van 300 ton van deze belangrijke waterweg gebruik maken. Het aan tal sluizen werd teruggebracht tot 38. Wanneer de scheepslift bij Ron quières in gebruik wordt genomen, zullen er naast het bouwwerk nog slechts tien sluizen nodig zijn. En kleine zeeschepen zullen dan tot in het hart van het Belgische in dustriegebied kunnen doorvaren. Wij Nederlanders, die zo veel be grip en belangstelling voor water bouwkundige werken hebben, moe ten dan beslist eens naar die scheepslift gaan kijken. Het is echt iets bijzonders. Bovendien varen er twee Amsterdamse rondvaartboten om de toeristen de sensatie te laten ondergaan met een schip in een lift te zitten. Niet ver van hier Dat unieke bouwwerk bij Ron quières is niet zo ver van hier. Als men van Brussel naar Nivelles Nijvel zeggen onze Vlaamse broe ders gaat en dan westwaarts de weg op naar Braine-le-Comte, komt men vanzelf bij het kanaal met de scheepslift. Van verre ziet men al de hoge toren van ruim 150 me- ter(I) boven het ietwat golvende landschap uitsteken. Dichterbij ge komen. ziet men dan de lange hel ling waarop de twee scheepsliften, door enorme kabels getrokken, op en neer glijden. Deze helling heeft een lengte van 1440 meter en bestaat uit twee gro te. schuine loopvlakken waarop de twee scheepsliften zich verplaatsen. Zo'n scheepslift zelf bestaat uit een enorme met water gevulde bak. De afmetingen zijn maar liefst 91 meter lang, 12 meter breed en on geveer 3% meter diep. Ze rijden ie der op 236 wielen. Nu genoeg technische gegevens. Men begrijpt dat deze twee waan zinnig grote bakken, die naast el kaar op de helling op en neer gaan, een gigantische aanblik geven. Men voelt zich dwergachtig klein bij al die grote gevaarten. Een bak die, naast de meeste kerktorens in ons land op zijn kant gezet, hier nog bovenuit zou steken, wordt zo maar voortbewogen. Bovendien is deze gi gantische bak nog met water ge vuld en in de bak ligt dan een schip dat het kanaal op- of afvaart. En dit op en af is hier nu eens let terlijk, zeer goed zichtbaar. Bovendien is het hoogste deel van het kanaal een grote betonnen kuip, gedragen door een ontelbare hoe veelheid dikke pilaren. Ze is 59 me ter breed en 290 meter lang. En daarbovenuit verheft zich dan de commandobrug met een enorme to ren en daarachter zijn de machtige machinekamers. Verhoudingen Als men daar rondstapt, zoals wij het genoegen hadden, merkt men opeens dat alle gevoel voor verhou dingen verloren is gegaan. Men loopt onder het kanaal door, onder die enorme kom van, zeg het eens wat ruim, 60 bij 300 meter. Men staat naast de helling die voor een groot deel in de rotsen is uitgegra ven en heel diep beneden zich, ziet men wat mannetjes rondlopen. Kleine speelgoedautootjes rijden er zo denkt men. totdat men zelf daar beneden is en inderdaad letterlijk huizenhoog naar die scheepslift opkijkt. Want die bak van 12 meter hoogte is werkelijk ho ger dan een gemiddeld huis. Men staat beneden bij de sluis waar, op een ingenieuze manier door een spe ciale dubbele sluisdeur het water wordt tegengehouden als de scheepslift onderweg is. Straks ligt de bak ertegenaan, dan gaan de twee deuren die van de sluis en die van de bak tegelijk open en het kleine zeeschip kan in- of uit varen en zijn weg Vervolgen. Men staat dicht bij het gebouw, de toren en de betonnen helling, die in tweeën is gedeeld, met in het midden een prachtige autoweg. Ten slotte moet men van het beneden gedeelte van de scheepshelling tot bovenaan een kleine anderhalve ki lometer afleggen en daarom zal men hier veel gebruik van vervoer middelen gaan maken. Maar als men in de gigantische machinekamer komt, waar zestien machtige raderen de kabels beheer sen die de bakken moeten optrek ken of laten zakken, dan staat men helemaal versteld. Dat is zo groots.... Alleen teleurstellend dun zijn de kabels zelf. Men zou mansdikke ka bels verwachten, maar ze zijn 6% cm dik. IEen van de twee reusach tige hakken die de schepen op de helling hij Ronquiè res zullen vervoeren. Men lette eens op de autootjes heneden aan de voet. Ze lijken net speelgoed! 2 De helling met de twee paar rails en een uitzicht heneden op de sluizen. 3 De toren en het bovenge deelte met de sluizen van de helling. 4 De sluizen aan de hene- denzijde van de helling. 5 De vertrouwde aanblik van de rondvaartboot aan het begin van het nieuwe kanaalgedeelte. Wanneer straks de bakken met schepen op en neer zullen glijden, altijd tegen elkaar in, is weer een stukje stoute techniek waarheid ge worden. Volgens de berekeningen zal het ongeveer veertig minuten duren voor een schip van boven naar beneden, of omgekeerd, is ge komen. En dan te bedenken dat tot dusver met het overwinnen van die 68 meter verval by na een etmaal was gemoeid! Zoals wij reeds schreven, het dui zelt een mens van al die reusachti ge getallen en verhoudingen en men is blij als men aan het einde van het kanaal zo'n vertrouwde, speciaal-gebouwde Amsterdamse rondvaartboot ziet liggen, die bin nenkort met een tweede boot de toeristen de sensatie laat onder gaan van in een grote bak met wa ter anderhalve kilometer lang, 68 meter omhoog te worden getrokken. Een byzonder gevoel lijkt ons. PERD. VAN LEEUWEN, (50 f 1 B ■gtf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 7