NDERWATERVISSEN FORELLEN in Nederlandse polders LEWS STUDENT EN DRIE ANDERE LANDGENOTEN NAAR DE WERELD KAMPIOENSCHAPPEN IN CUBA Verboden sport in Nederland Onderwater jagen Is een in ons land ver boden sport. Daarom is het enigszins verrassend dat Nederland officieel heeft meegedaan aan de wereldkampioen schappen onder water jagen, die op 6 en 7 september jl. in Cuba zijn gehouden. Vier geestdriftige amateurs behaalden er boven dien een resultaat dat de verwachtingen verre overtrof. De 21-jarige Leidse student J. C. Post was één van hen.Hij werd door de Nederlandse Onderwatersportbond (1000 leden) afgevaar digd. Post zwemt en duikt al een jaar of ze ven en beoefent het onderwater jagen op va kanties in de Middellandse Zee, deze zomer nog op Corsica. Slechts een klein aantal leden van de onderwatersportbond beoefent het ja gen. Post sprong een gat in de lucht toen hij werd uitgekozen. De Cubaanse regering verzorgde alle ver blijfskosten en reizen vanaf bepaalde steden (Praag, Madrid of Mexico), waarin inbegre pen een trainings- en acclimatiseringsperiode van twee weken, doch alleen voor officiële teams van een onderwatersportbond, die aan gesloten was bij de internationale organisatie. De Nederlandse bond is dit ook. De onderwater jager draagt een duikbril, een snorkel (een J-vormig pijpje om door te ademen), zwemvliezen en een duikmes. Als hij een vis ziet haalt hij diep adem en duikt naar beneden, gewapend met een harpoenge weer. Dit schiet een stalen pijl met weerha ken af, door middel van perslucht of een elas- tieke band. De pijl is met een lijn, eventueel via een molen, aan het geweer bevestigd. Het jagen met persluchtapparatuur (de zg. aqua- long) is vrijwel overal ter wereld verboden! de onderwater jager moet het met zijn eigen longen afkunnen. Hieronder volgt het verhaal van de Leide- naar over de onderwaterwedstrijden met zijn teamgenoten in Cuba. Het Nederlandse team dat met succes deelnam aan de wereldkampioenschappen onderwatervissen. naar rechts; O. Klooster, H. Derksenf J. C. Post en J. J. P. Mendea. Na de trainingsperiode werden wij naar een van de duizenden ei landjes ten zuiden van Cuba gevlo gen, waar een groot gebied in zee was afgebakend met rode vlaggen. In dit gebied was al een jaar lang niet meer gevist of gejaagd, zodat er een schier ongelofelijke visrijk- dom was. Elk team, bestaande uit vier man, d.w.z. een captain die gedu rende de kampioenschappen in een motorbootje toezicht moest houden, en drie jagers, kreeg: een grote boot, (een soort logger), 3 roei bootjes en een klein motorbootje ter beschikking. Iedere jager werd gevolgd door ten roeibootje, waarin een roeier ra een Cubaanse marineduiker met iqualong. Die marineduiker was tevens official en moest de jager constant in de gaten houden om bij gevaar onmiddellijk te kunnen in- rrijpen op elke grote boot was evens een dokter aanwezig. Aan leze voorzorgsmaatregelen is het it danken geweest, dat dit jaar ge durende de 7de wereldkampioen- Khappen voor het eerst geen dode- Hjke ongelukken gebeurd zijn. dan stuit hen geen harpoengeweer of duikmes. Geheel anders is het met de bar racuda. Deze zeesnoek van door gaans 1% meter heeft de bijzonder nare gewoonte om de duiker heen te blijven cirkelen. Schiet men nu een vis, dan kan het gebeuren dat de barracuda flitsend snel erop af schiet en een vis van een kilo of 5 in één hap door midden bijt en er met de helft vandoor gaat. Een po ging de barracuda te verjagen door op hem af te zwemmen had slechts tot resultaat, dat hij zijn bek met afschuwelijke tanden opensperde woonplaats van de murene, die zich bedreigd kan voelen als de duiker dichtbij komt en dan kan aanvallen, hetgeen op z'n minst een diepe, rafelige wond tengevolge heeft. Zij zijn enorm sterk. Ik zag een aangeschoten murene een sta len pijp van meer dan een meter lang en ongeveer een centimeter doorsnede als een ijzerdraadje ver frommelen. Het grootste gevaar vormen ech ter niet de zeebewoners, maar hoe Haaien Dat er geen ongelukken zijn ge beurd is inderdaad wel verwonder lijk, gezien het grote aantal haaien en barracuda's die het viswater '.och wel een enigszins luguber ka rakter gaven. Er zullen weinig vis ten zijn waarover meer geschreven fc dan over de haai en de barracu da. Zelfs nu ik er geruime tijd tus sen geleefd heb valt het mij moei lijk iets over hun gedrag te zeggen. De haaien toonden over het alge meen weinig belangstelling voor de duikers, zelfs niet voor de gescho ten vis. Meestal lagen zy lui op de leebodem in holen en grotten. Een Cubaanse duiker presteerde het zelfs om een haai van ongeveer 2 meter met zijn stalen snorkel bo- op de kop te slaan, waarop de haai met een trage staartbeweging vat ging verliggen. Nu hangt het vel sterk van de soort af, liet ik mjj vertellen. Er zijn ook soorten die soms plotseling aanvallen en om een eventuele aanval direct af te slaan. Het was dan ook verbo den tijdens de kampioenschappen haaien, barracuda's, murenes, plat vis en inktvis te schieten. De laat ste twee soorten, omdat die te ge makkelijk te schieten zijn, de eer ste omdat zij aanvallen als ze ge wond zijn. De murene De murene is een soort grote zee paling, een roofvis die 2 tot 3 me ter lang wordt en zo dik als een motorfietsband. Deze vis vormt een van de grootste gevaren voor de duiker omdat de meeste vissen in holen en grotten vluchten en de jager hen daar moet opzoeken om ze te schieten. Deze holen en grotten vormen de gek het ook mag schijnen, het en thousiasme van de duiker zelf! Im mers hoe licht kan het gebeuren dat een duiker een vis schiet, die zich vastzet in een hol en ln zijn ijver de vis eruit te halen te lang onderblijft. Wanneer hij zo inten sief bezig is, voelt hij zijn adem nood niet en kan hij door zuurstof gebrek een 'black-out' krijgen en verdrinken. De jacht Na inspectie van de viszone bleek al gauw de enorme visrijk- dom van het gebied. De bodem van de glasheldere zee werd ge vormd door koraalrotsen die vol gaten en diepe grotten zaten, waar in de grote zeebaarzen je met hun bolle ogen aanstaarden. Toen de 6de september *b mor gens om tien uur het startschot ge geven werd om gedurende 6 achter eenvolgende uren zoveel mogelijk vis naar boven te halen, gleden wij met een enigszins wee gevoel in de maag het water in. De diepte va rieerde in het door ons gekozen ge bied van 2 tot 20 meter. Twintig meter is zo ongeveer wat ons team kon bereiken, maar dan is er voor ons althans geen sprake van dat wij dan nog rustig een vis kunnen achtervolgen en schieten. Adem nood dwingt dan onmiddellijk tot opstijgen. Al meteen was het raak: een gro te zeebaars ln een grot, tezamen met een haal van anderhalve me ter en twee papegaaivissen. Ik dook naar beneden en gleed haast zonder te bewegen naar de ingang. Juist toen de baars zich mij zijn flank toekeerde om dieper zijn hol in te zwemmen, trok ik af. Een fel le ruk en heftig gespartel bewezen dat de pijl goed vast zat. Nu was het zaak de vis zo weinig mogelijk Hjn te geven, omdat hij deze anders hopeloos ln de rotsen verwart en zich dan kan losrukken. Het lukte niet de vis meteen naar boven te nemen en dus liet ik de lijn, die aan een molen bevestigd is, aflopen, terwijl ik hem zo strak mogelijk hield en steeg op. Een tweede duik was voldoende om de vis, die in middels dood was, mee naar bo ven te nemen en in de roeiboot te werpen, waar de duiker meteen de soort en de tijd van de vangst no teerde. De vis ging in een zak met nummer, die na afloop verzegeld ingeleverd moest worden voor de weging. Voort ging het weer, zwevend ln de fantastische wereld van kora len en zeewier, gewichtloos en warm. De watertemperatuur was 30 graden Celsius, zodat een dulk- pak overbodig was. Slechts een blouse en een spijkerbroek zijn no dig om bescherming te bieden te gen brandkoralen die bij aanraking het versterkte effect van een brandnetel sorteren. Routine groter Naarmate de tijd verstreek werd de routine groter. De kunst begon voornamelijk hieruit te bestaan, de vis zo dicht mogelijk te benaderen waardoor Je zo zuiver kon mikken dat Je hem meteen dood kon schie ten. Dit had in elk geval het voor deel dat de vis niet meer aan de haal ging, waarbij hij meestal een hol indook en daar al spartelend de pijl verwrong, zodat het weer een hele tijd kostte om deze recht te buigen, want reserve-pijlen wa ren er niet. Een gebroken pijl bete kende een ramp en daarom was het voorzichtig schieten geblazen. Soms heb ik expres een grote vi6 niet ge schoten, om het risico te vermijden dat hij te sterk bleek en er met harpoen en geweer vandoor zou gaan. En tijd kost vissen, die de punten moeten opleveren. Een mini mumgewicht van 1 kg per vis was vereist. Tevens werd een maximum gewicht van 20 kg vastgesteld. Schoot je dus een vis van 30 kg, dan telde de vis slecht* alsof hij 20 kg woog. Dit laatste om de ge luksfactor zo klein mogelijk te ma ken. De punten werden als volgt be haald: 1000 punten voor elke via boven de kilo plus evenveel punten als de vis in grammen woog. Tijdens een trainingsperiode in Varadevo. Tweede van links de schrijver van dit artikel, J. O. Post. Na 6 uur tuimelden wij dood op de boten weer in en ging het terug naar het eiland voor de weging. Ik had in deze zes uur meer vis geschoten dan in totaal daarvoor; 35 stuks met een to taal van 90 kg. De volgende dag herhaalde zich de procedure en toen de balans werd opgemaakt, bleek van de 29 mededingende landen Nederland de vijftiende plaats te bezetten. Vóór Nederland fi- werd tweede en Spanje derde. In het individueel klassement bezette de Tahitiaan Jean Tapu de eerste plaats met een totaal van 250 vis sen met een gezamenlijk gewicht van 695 kg! De grootste vis werd door een Luxemburger geschoten, een baars van meer dan 2 meter lang met een gewicht van 125 kg. Totaal werd er in die twee dagen meer dan 15 ton vis uit het water gehaald. Wat het materiaal betreft, waren nishten in het algemeen slechts landen met grote jachtmogelijk- heden in eigen land zoals Au stralië, Japan, Italië e.d. Neder land won o.a. van Scandinavië, Ierland, Turkije, Algerije en Bel gië. Het resultaat Geheel volgens de verwachtingen heeft Cuba gewonnen. Frankrijk wij ln het nadeel, omdat ons team zelf voor alles moest zorgen, ter wijl in vele andere landen fabrieken en federaties voor het materiaal hadden gezorgd. Gelukkig stelde de firma Hendriks ln Amsterdam ge heel belangeloos de geweren ter be schikking, maar daar bleef het dan ook bij. Van de Nederlandse Sport Fede ratie bleek het te veel gevraagd, voor een jasje en een broek te zor gen om er bij de openings- en slui tingsceremonie en op de recepties in Havanna representatief uit te zien. Organisatie af De Cubaanse organisatie was In één woord af! Aan alles was ge dacht. Elk team had een tolk, te vens gids, en een auto met chauf feur ter beschikking. Op zee voer gedurende de twee weken steeds een marineboot met proviand rond om de vissende teams van alles te voorzien. Een schitterende show werd in Havanna de a/vond na aankomst aangeboden in een nachtclub in de open lucht. Verder ontbrak hel niet aan recepties. De openingsce remonie in het Colosseum in Ha vanna was een staaltje van perfec te regie. Jammer dat vanwege de politie ke situatie vele landen, waaronder de Ver. Staten, niet meededen. In een gesprek met één van de orga nisatoren hoorde ik dat men, om dit te vermijden voor een volgende keer al het oog op één der eilan den van de Nederlandse Antillen of Suriname had laten vallen. Hopelijk komt er voor deze ui termate sportieve vorm van jacht ook in Nederland wat meer begrip. „Het Nederlandse polderwater is ideaal voor forellen". Dit zegt Wil Koolwijk, ex-circusartiest, die door reuma gekweld, zijn variété vak vaarwel moest zeggen. Hij tracht nu zijn brood te verdienen uit de Vinkeveense plassen plus een hengelsportwinkeltje in Am sterdam. Regenboogforellen, utt Denemar ken afkomstig, houden Wil Kool wijk gebonden aan de Hollandse plassen. Ondanks de sceptische houding van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij (opvolgster van de Visserijafdeling van de Ned. Heidemaatschappij), die niet zo erg gelooft in de suc cessen van Koolwijk, heeft de Vin keveense teler „bewezen", dat Ne derlandse polders en plassen ide aal kweekwater bevatten voor de forel. „Maar het moet wel anderhal ve meter diep zijn en op die diepte nooit warmer worden dan 23 gra den Celsius. Mijn ideaal is 200 zoet waterkweker yen in Nederland. Wy kunnen, net als Denemarken met 700 van die bedryven, heel Euro pa forel leveren". Wat de bruikbaarheid van het Nederlandse polderwater betreft: in 1966 zette Koolwijk in de Vinke veense plassen ruim 3000 forellen uit. Tweeduizend verkocht hy aan hengelsportverenigingen en de rest liet hy voor zyn vakantie vry. Een paar maanden later ving een sport visser er een forel van anderhalve kilo. In netten De Amsterdamse Bosbaan is ook geschikt, bewees Koolwijk. Hy zette er 53 forellen uit. De meeste zijn, gezond en vet, door sportvissers aan de haak geslagen. Maar dat was niet het enige on derwerp van Koolwijks research- programma. Hy ging, in tegenstel ling met de Heidemaatschappy, die sinds 35 jaar forel in bassins kweekt, netten gebruiken. „De Oostduitsers hebben al zeven jaar volgens dit systeem geteeld. Ik heb maar dat is puur jatwerk hun resultaten op schrift. Kyk: het net moet drie by drie meter zyn, de maaswydte 7 mm, diepte één tot anderhalve meter. In 30 dagen wordt een forel van zes tot twaalf centimeter lengte 50-100 gr, zwaar. Dan moet je ze in een gro ter net uitzetten, waar ze in 50 tol 80 dagen 200 a 300 gram worden^ Dan zyn ze goed voor de consump tie. Als je in bakken werkt, duurt dat langer. Netten geven 30 tot 50 pet gunstiger resultaat omdat de zuurstoftoevoer veel beter is". Koolwyk heeft met zyn eerste Nederlandse polderviskwekerij bo vendien ervaren, dat de investerin gen voor zyn vyf netten slechts vier pet bedroegen van een vyver- kwekery met dezelfde omvang. De Europese kampioen rock '11 roll (in 't circus) en doelmannen- imitator Koolwijk kan zich best voorstellen, dat hy door allerlei overheidsinstanties niet helemaal serieus wordt behandeld. .Maar ze pikken toch telkens myn ideeën. Dat zie ik vaak genoeg in het vakblad, de Nederlandse Hen gelsport. Volgend jaar gaan ze proeven nemen met teeltforellen in Valkenswaard. Maar dat is niet no dig hoor, want de resultaten kun nen ze by my komen halen. Let op, ze gaan het helemaal op myn manier doen en dan zeg ik by my- zelf: niet gek hè, voor zo'n harle- kyn". Weekalndbiftage Leldsch Dagblad Zaterdag 21 oktober 1967

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 9