TSJECHEN HEBBEN BELANGSTELLING VOOR NEDERLANDSE LITERATUUR RONNIE TOBER Amerikaans accent mag niet mijn handelsmerk blijven DRIE JAAR ALS GAST ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1967 Sinds mei van dit jaar is Zandvoort een nachtclub rijker waar een van Nederlands meest populaire zangers optreedt: Ronnie Tober. Van 8 tot 2 uur is de club open, waar men onder het genot van een drankje naar Ronnies sonore stem kan luisteren. In het begin van de avond is het er doorgaans erg rustig, dan wordt de Nederlandse top-veertig gedraaid. Als Ronnie omstreeks half tien begint te zingen (zo'n twintig minuten per uur. De rest van de tijd wordt gelegenheid gegeven om te dansen op muziek van het Duitse kwartet Albrecht von Kessler dat hem begeleidt) wordt het voller en tegen elf uur, half twaalf kunnen er nog maar weinigen bij in de zaal van het Badhotel. Nu, na ongeveer vier maanden avond aan avond te zijn opgetreden, kijkt Ronnie Tober met veel voldoe ning op de afgelopen periode terug. „De reacties van het publiek zijn geweldig. Misschien komt dat ook wel omdat ik een aparte manier van optreden heb. Men kan zelf kiezen welk liedje men wil horen. Ik heb een enorm groot repertoire, er is keus uit zo'n duizend num mers. Van het gevraagde liedje moet ik natuurlijk wel houden. Laat het my onverschillig of geloof ik niet in de tekst, dan kan ik het moeilijk zingen. Dan gaat er name lijk iets haperen, ook in mfjn voor dracht. Is het dus een liedje dat ik per se niet wil zingen, dan i: de enige oplossing te zeggen dat het kwartet het niet kan spelen, maar dat komt gelukkig hoogst zelden voor. Zelf heb ik ook enkele liedjes ge schreven, maar die zing ik hetliefst niet. Waarom? Gewoon omdat ik er niets aan vind! Mijn voorkeur gaat uit naar vro lijke, gezellige of oude liedjes, maar ze moeten wel goed in het gehoor liggen. De enige uitzondering daarop te beat. Dat zing ik niet omdat ik er niet van houd. Hoewel het para doxaal klinkt, zing ik wel graag Gershwins "Summertime" als beat, maar daar gaat het me dan om de rustige passages. Ronnie Tober, 22 jaar geleden in Bussum geboren, ging op driejarige leeftijd naar de Verenigde Staten. Reeds toen hij negen was, trad hij voor publiek op. Dat was dan op feestjes, voor ouden van dagen en in militaire ziekenhuizen. „Ja, ik heb heel fijne dingen in Amerika gedaan. Van mijn negende tot mijn veertiende jaar ben ik wekelijks in een amateur tv-show opgetreden. Daarna kreeg ik een eigen pro gramma. Toen wilde ik verder gaan en begon ik in nachtclubs te zingen. Dat mocht eigenlijk niet. maar om dat myn ouders mijn optreden elke avond bijwoonden, kon het toch. Al leen maar in de staat New York genoot ik bekendheid, maar je moet niet vergetendat dit gebied onge veer drie keer zo groot <s als Ne derland. Heel fijne dingen uit mijn carrière waren het zingen voor de president en het optreden .n shows van Perry Como en Ed Sullivan. Overdag ging ik naar school. Sla pen? Ja, van drie uur 's nachts tot zeven uur en als ik uit school kwam. Ondanks dat drukke leven is het op school bijzonder goed ge gaan: ik kreeg een beurs om naar een van de beste "colleges" van de staat New York te gaan, Union Col lege. Mijn carrière in Nederland is eigenlijk vreemd begonnen. Het was namelijk helemaal nijn plan niet om me hier se vesti- ;en. Ik kwam hier voor een maand jp familiebezoek. Toen werd my gevraagd een liedje in een pro gramma van Willem Duys te zin gen en daaruit zijn andere aanbie dingen van de televisie gekomen. Dit alles gebeurde in de periode van 16 december 1963 tot 4 januari, toen prijs weggesleept, verleden jaar was die eer aan mij. Drie liedjes moesten er worden gezongen. Eén in het Pools, één Nederlands en iets naar eigen keuze. Dat werd dan een selectie van showliedjes die mij de eerste prijs opleverde. Polen is verder tamelijk onbelang rijk voor mij geweest. Ik heb er nog twee tv-shows gemaakt, maar geen tournees. Wel kreeg ik e.n mooie aanbieding: zes weken op treden in Rusland. Ik heb die aan bieding moeten afslaan omdat ik het te druk in Nederland had. De laatste tijd is Ronnie Tober geregeld op de televisie te zien ge weest. Hij werkte mee aan recla mefilmpjes en trad op als gast in programma's van anderen. De ko mende winter gaat dat anders wor den. Met ingang van 14 oktober zal hy de gehele winter door een keer in de maand op zaterdagavond een eigen programma hebben. Interna tionaal bekende artiesten zoals Ro ger Whittaker (If I were a rich man), Jean Pierre Cassèl, Engel- bert Humperdinck en Roy Black (om er enkelen van te noemen) zul len dan in zyn shows optreden. Er komen ook Nederlanders in voor, o.a. in het eerste orogramma Jen ny Arean. „Alle programma's zullen live worden uitgezonden. In die zin dat ze 's middags worden opgenomen en 's avonds zyn te zien. Playback ging ik terug naar de V.S. In au gustus 1964 kwam ik weer in Neder land en binnen zeer korte tijd was ik hier bekend. Binnen veertien da gen verscheen mijn eerste plaatje. Dat heeft de achtste plaats op de hitparade bereikt. Toen begon ik met de /oorronde voor het Eurovisie Songvestival en kwam "Geweldig" met de achter kant "Kip in het water" uit. mijn tweede schyf by de best-verkochte platen. Dat is zelfs tot nu toe myn meest verkochte plaat geweest: 80.000 stuks. Daarna kwam het Songfestival van Knokke. Daar is een heleboel uitgekomen. Ik bedoel niet zozeer ide tweede prijs die de Nederlandse ploeg won, maar voor mezelf. Een tournee door Engeland was er het gevolg van, ook ben ik door België getrokken. Daarna Polen. Edwin Rutten had er een paar jaar eerder een eerste is iets waar ik niet van houd en ik bovendien niet kan. Dan m ik mij zenuwachtig of het wel chroon gaat. Mijn gedachten dan niet meer by het liedje m by de techniek en dat is fnuiki De Ronnie Tober Club wordt studio Bellevue in Amsterdam gemaakt (men is er reeds me« zig) want hier in Zandvoort is zaal te laag. Verder zyn er zeven shows my opgenomen in Duitsland. Al met al is het wel een dm tyd geweest, maar het is pre om veel te doen, om te weten je wordt gewaardeerd. Dat bl wel uit de vele brieven (het mei deel van meisjes) die ik wekel krijg. Ik ga nu ook steeds oeter derlands zingen. Er wordt al weerd dat myn Ameirkaanse cent in myn laatste liedje "On reikbaar ver" is verdwenen. Het dus niet myn- bedoeling dat aco als een soort handelsmerk te hi teren. In het begin is dat wel a dig. De mensen herkennen je meteen, maar het gaat op den dt ontzettend vervelen." Gevraagd naar zyn favori Nederlandse zangers wo Ronnie Tober een öeetje rughoudend. „Dat zeg ik ni Waar hy dan even later aan t voegt dat hy hier weinig favoriet, heeft. Hy verduidelykt dit door zeggen dat er geen zanger in 1 derland is van wie hy nu elke d >i< een plaat zou opzetten. „Wel zyn buitenlanders die ik zeer g< vind." Als eerste komt de p Oostenrijkse Udo Jurgens chérie") uit de bus. Maar in i adem voegt hy er Caterina Valer Shirley Bassey, Sammy Davis Nancy Wilson en Frank Sinatra het niet geweldig dat een man v over de vyftig nog gouden plai r kan maken) aan toe. In zijn vrye tyd speelt hy til ei (in een flat in Amsterdam) gri >e, piano. Favoriete componisten Bach, Debussy, Rachmaninow Rimsky Korsakow. Tot slot voegt Ronnie nog i zyn verhaal toe: „Voorlopig ben nog wel van plan in Zandvoort blyven. Albrecht von Kessler komt het volgend jaar weer in ai en gaat eind september weg. D houdt het hier op. Deze maa treed ik trouwens alleen nog i op vrydag, zaterdag en z ondag op. Ja, ik hoop hier nog lang d( te kunnen gaan! Serge Sitniakows Over ruim een jaar zal de Tsjechische jeugd ken nis kunnen maken met een brok Antilliaans lief en leed uit de 17de eeuw en 20ste eeuw. In een intiem tuinhuisje in de Zaandam- se Boter makerstraat is Ol- ga Krijtowa. docente Ger maanse talen aan de uni versiteit van Praag, begon nen aan de vertaling van Miep Diekmans kinderro mans „De boten van Brak- keput" en „Marijn bij de Lorredraaiers", twee boe ken die in bloemrijke taal een beeld geven van het leven op Curagao in de 17de eeuw. „Marijn bij de lorredraaiers" is het mooiste en meest fijnzinnige kinderboek dat ik ooit heb gelezen. De lief desgeschiedenis tussen de 15-jarige blanke held Ma rijn en het schuchtere sla vinnetje Knikkertje is heel poëtisch weergegeven. Zelfs de erotische passages mun ten uit in fijnheid en zui verheid. zodat niemand zich gekwetst fehoeft te voelen". Miep Diekman is een zeer goede schrijfster, zegt Olga Krijtowa in bijna accentloos Nederlands. In de Tsjechoslowaakse let terkundige wereld is Olga Krijtowa geen onbekende. Ze verwierf grote reputatie als propagandiste van de Nederlandse literatuur en als vertaalster van Neder landse romans en kinder boeken. Op haar letterkun dige staat van dienst prij ken vertalingen van onder andere An Rutgers-v. d. Loeff Basenau, Fabricius, Willem van Maanen, Ar thur van Schendel, Theun de Vries, Jacob Presser, Jan de Hartog (drie detectives en een roman), Adriaan van der Veen en Jan Wol kers. ,,De moderne Neder landse auteurs als Harry Mulisch en Jan Cremer raak je in Tsjecho-Slowa- kije niet kwijt. De uitgeve rijen durven de gespierde taal en de sterk erotische passages niet te publiceren. Wij zijn nog niet zover dat wij gewaagde boeken zon der stormen van protest kunnen uitgeven. Met veel moeite heb ik twee verha len van Jan Wolkers kun nen publiceren in een lite rair tijdschrift. Er is geen denken aan dat zijn „Kort Amerikaans" op korte ter mijn uitgegeven wordt in het Tsjechisch. Dit in te genstelling tot onze fil mers, die veel meer durven en mogen. U moet niet ver geten dat wij pas sinds 1918 een eigen literatuur hebben en een eigen taal. Wij be vinden ons nu in de fase van streven naar schoon heid en zuiverheid van taal". Olga Krijtowa, verbonden als lectrice aan verschillende Tsjechische uitgeverijen („Bij ons hebben we aparte uitgeverijen voor romans, kinderboeken, wetenschap pelijke uitgaven etc".) heeft haar hart verpand aan Nederland, de Neder landse taal en een Neder landse man, de filmer Hans Krijt. „Mijn echtgenoot do ceerde Nederlands aan de universiteit van Praag. Ik was zijn enige studente. Van het een komt het an der. Nu ben ik met hem ge trouwd en wonen wij met onze drie kinderen in Praag." Onbekendheid met de Neder landse politiek ten aanzien van de West en met de plaatselijke omstandighe den op Curasao is de oor zaak dat de Tsjechische vertaling van „De boten van Brakkeput" ruim zes jaar op zich heeft laten wachten. „Toen ik het boek begin 1961 toegezonden kreeg van een literaire agent in Neder land was ik bijzonder ent housiast. Ik heb de staats uitgeverij voor kinderboe ken geadviseerd „Brakke put" uit te geven. In mijn rapport schreef ik dat het een prachtig humaan boek is, temeer daar van rassen onderscheid niets bleek. De held in het boek is een blanke jongen, die met en kele donkerkleurige vriend jes een avontuur beleeft met een zeilboot en een eilandje. Bij de uitgeverij heeft men mijn rapport niet goed begrepen. De re actie was: geen uitgave. Het verhaal speelt zich af in een Nederlandse kolonie waar rassendiscriminatie vanzelfsprekend is. Het rassenconflict is er uitge werkt om de zaken mooier voor te stellen dan ze zijn. Ik vroeg Miep Diekman om inlichtingen over de ras senverhoudingen op Cura cao. Ze schreef mij een bij zonder hartelijke brief, waarin ze uiteenzette dat op Curacao geen rassen conflicten bestaan. Met deze brief kon ik de uitge ver overtuigen. De zaak kwam toen rond". In Tsjecho-Slowakije is de belangstelling voor de Ne derlandse letterkunde groot. „Voor de oorlog zijn bijna alle boeken van An ton Coolen vertaald. De mensen putten kracht uit zijn werken. Na 1948 vond men de boeken van Coolen te fatalistisch. De helden uit zijn boeken zwoegen en gaan tenslotte toch dood. Deze houding paste niet in ons politiek schema." In 1964 schakelden de uitge vers over op het systeem van de rentabiliteit. Voor dien werd meer aandacht geschonken aan de waarde van het boek dan aan de leesbaarheid. Achter elkaar verschenen herdrukken van de Balzac en Shakes peare. NA 1964 ging men in Tsje cho-Slowakije duidelijk rekening houden met de smaak van het publiek. „Ik herinner mij dat toen was aangekondigd dat een ver taling zou verschijnen van Jan de Hartogs „Linker been gezocht" de mensen om zes uur 's morgens voor de deuren van de boekwin kels stonden. Binnen vijf dagen waren alle zeventig duizend exemplaren ver kocht. Hetzelfde beeld ver toonde de uitgave van „Herinneringen van 'n oude pruik", geschreven door Johan Fabricius. De mensen hadden dorst naar leesbare literatuur. Ze hadden schoon genoeg van de zogenaamde „Ro mans van de opbouw", waarin de prestaties van de arbeiders verheerlijkt wer den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 12