Matthijs Maris vond pas na zijn dood erkenning kunst MARATHON DER GRATIE Een muur tussen zichzelf en mensen Nog geen vervolging in zaak Hofgalerie Erliard aangeklaagd wegens landverraad DONDERDAG 31 AUGUSTUS 1967 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 7 VIJFTIG JAAR GELEDEN GESTORVEN ook zijn vriend werd. maakte hij een portret in diens atelier. Een portret, dat Artz zeer bewonderde en dat. thans in het Haags Gemeentemuseum „Soldaat" Matthijs Maris; „De keukenmeid" Liefde voor wat rond hem leefde, eenvoud en eenzaamheid. Deze drie elementen kenmerkten de schilder Matthijs Maris, die 50 jaar geleden overleed. De naam Maris is onverbrekelijk verbonden aan het schilderpalet en de schildersezel. Immers, de twee broers van Thijs, Jacob en Willem, hebben zich eveneens als schilder een plaats verworven in de Nederlandse kunst geschiedenis. Matthijs is wellicht de meest interessante van de drie. De ouders van Thijs hadden zich gevestigd in Haarlem. Zijn grootouders waren uit Praag afkomstig. Hun familienaam luidde toen Maresch, later werd dit Marris en vervolgens Maris. Eerst woonden Thijs' ouders zijn vader icas getrouwd met de uit Haar lem afkomstige Hendrika Bloemert in de Zuilingstraat in Haar lem, daarna in een hofjes-woning aan de Korte Lombardstraat. Daar werden de drie zoons geboren (Matthijs op 17 augustus 1839) alsmede twee dochters, Henriëtte en Wilhelmina. Tot 1858 bleven zij op dit adres iconen. Vroegrijp Matthys was in zijn jeugdjaren een tengere, bleke kleine roodharige jon gen, die zoals dat heet, vroegrijp was. Hiervan getuigt reeds zijn werk in het begin van zijn schildersoplei ding. Hij kreeg zijn eerste lessen bij de schilder Elink Sterk, die bestuurslid was van de Haagse Academie, daar na ging hij naar deze Academie (1852). In 1854 kwam Matthijs in de leer bij de zeeschilder Louis Meijer, bij wie hij niet lang vertoefde. Een jaar la- ter al ging hij met een jaargeld naar de Academie in Antwerpen. Hier maakte hij reeds enige verrassende werkstukken, zoals o.m. een zelfpor tret. Bekend uit die periode is ook een gezellig volkstafreeltje van de Antwerpse markt. Dit werk, dat in het bezit is van het Haags Gemeen temuseum, is onvoltooid gebleven. Alleen het middendeel is in kleur uit gewerkt. Het opvallende van dit werk is dat de tekening heel consientieus en tot in details is uitgewerkt. De be wogenheid, de levendigheid, zo eigen aan een markt komen op dit onvol tooide stuk in de tekening helemaal tot uitdrukking. Is het verwonderlijk dat Matthijs op de Antwerpse Acade mie voor "uitdrukking" de "Prijs van uitnemendheid" verwierf? De jonge schilder keerde in 1858 terug naar Den Haag, ging samen wonen met zijn broer Jacob en werd lid van Pulchri Studio. Hier ontmoet te hij andere kunstenaars, onder wie Carl Sierig. In diens familiekring voelde Thijs zich thuis. Onder leiding van de vader werd er levendig gemu siceerd. Gretclien-draclit Het jaar 1860 bracht voor Thijs Jacob enige verandering. Door extra verdiensten waren zij in staat reis naar het buitenland te maken. De tocht ging langs de Rijn. Zo kwa men zij o.m. in Keulen, Karlsruhe, Basel en Lausanne en gingen via Neuchatel, Dyon en Parijs terug naar Nederland. Op zijn reis langs de Rijn werd Thijs geboeid door de oude stad jes en dorpen langs de rivier. In tal van schilderijen, die in de periode van de zeventiger jaren zijn ontstaan, werd de romantische sfeer, die hij hier door opmerkte, weergegeven. In dit verband wijzen wij erop dat een bepaald meisjestype, gekleed in Gret- chen-dracht, in zijn werk verscheen. Ondermeer in zijn schilderij "De keu kenmeid". Het heeft Matthijs. wat de kritiek op zijn werk betreft, niet meegezeten. Publiek en pers stonden lang niet gunstig tegenover zijn schilderijen, waardoor hij mismoedig werd. Hij werd niet opgebeurd door de bewon dering van andere kunstschilders, die wel degelijk respect voor zijn schilderijen koesterden. Deze bewon dering kwam tot uitdrukking in on derscheidingen, die hem op exposi ties ten deel vielen. Thijs begon zich vooral eenzaam te voelen toen Jacob, met wie hij zoveel was samen geweest en met wie hij samen een atelier had gehad, naar Parijs vertrok. Op het laatst stuurde hij zelfs geen werk meer in naar ten toonstellingen. Jacob liet zijn broer niet zitten. Hij liet Matthijs overkomen naar de Franse hoofdstad. Daar trof hij An- toine Artz. een vriend van Jaap en eveneens schilder. Van deze Artz, die Parijs en omgeving boden Matthijs voldoende stof tot schilderen. Diver se fraaie doeken zijn hier ontstaan. Toch zou Matthijs een tijdlang zijn penselen neerleggen. Dat was toen in 1870 de oorlog met Duitsland uit brak. Hij gaf zich op voor de Natio nale Garde en vervulde de vrijwillig op zich genomen plicht totdat een jaar later de Duitsers Parijs binnen kwamen. Later is hij ook nog met de Parijse Garde meegegaan toen deze tegen de regering van Thiers de Com mune verdedigde. In de oorlog sloeg Matthijs zijn eigen militaire verdiensten bepaald niet hoog aan. Echt geschoten schijnt hij nooit te hebben. Aan oorlog had hij een broertje dood, zoals uit zijn latere correspondentie blijkt. Hij zocht onzelfzuchtige mensen, die geen eigenbelang najaagden. Dat meende hij in de Communards te vinden. Vandaar dat hij hen steunde. Na de Parijse Commune pakte Ja cob zijn koffers en vertrok met vrouw en kroost naar Den Haag. Het was een afscheid voorgoed. Matthijs bleef achter. Hij verhuisde naar het pitto reske Montmartre. Via de kunsthan del Goupil, waaraan zijn broer werk verkocht, verkocht Matthijs enig werk. Zijn zuster Henriëtte voegde zich bij hem. Toch vereenzaamde Matthijs, vooral toen Henriëtte trouwde. Naar Londen In 1877 verliet Matthijs Parijs en ging naar Londen. Dit op aandrang van de kunsthandelaar David Cot tier. Voor beide mannen was het een ellendige geschiedenis geworden. Cottier onderhield Matthijs, omdat hij hem en zijn werk wilde beschermen. Gevrijwaard van materiële zorg zou Matthijs zich onbekommerd kunnen toeleggen op zijn werk. Als tegenpres- t.atie maakte hij voor Cottier wat schilderijen, gaf hem adviezen om- 1 trent aankopen en vervaardigde lijs ten. Maar achter de schilderijen, die hij met moeite en tegenzin op bestelling maakte, stond Thijs niet. Hij ging Cottier, die de beste bedoe lingen had, verwijten dat hij slechte kunst voor veel geld verkocht. De vriendschap liep daarop stuk. Nog jaren na die breuk woonde Matthijs in Londen. Hij kwam er in contact met de kunsthandelaar Van Wisse li ngh, die zich Thijs* lot aan trok. Op 22 augustus 1917 overleed Matthijs Maris. Geroerd Hoe begaan en bewogen Thijs ook was met datgene wat om hem heen leefde, toch trok hij tussen zichzelf en de mensen een muur op. Wat niet wegneemt dat men aan zijn werk veel vreugde kan beleven. Wordt men immers niet licht ge roerd als men zjjn sprookjesachtige schilderijen zoals "Prins en Prinses", het 'Betoverde bos" verde kasteel" bekijkt' "Beto- Academie voor podiunivorming De Haagse Academie voor podium- vorming, onder leiding van Albert Vogel en Dany Zonewa, gaat haar tweede bestaans- en cursusjaar be ginnen. Albert Vogel, de bekende voordrachtskunstenaar typeerde de school als volgt: „Wij zijn niet een toneelschool in de gebruikelijke zin van het woord, maar we zijn er echt op uit „toneelpersoonlijkheden" te maken, met een zo ruim mogelijke kennis van het metier". Het eerste jaar van de in zijn soort voor ons land unieke school is goed verlopen. Er zijn contacten met de Vrije Academie voor Beel dende Kunsten in Den Haag en met de T.V.-school in Bussum. De leer lingen worden doorkneed in het to neelvak, waarvan zij zo veel moge lijk moeten weten. ..De Academie is een echte vakschool" zegt Albert Vo gel Gedurende de gehele driejarige cursus maken de leerlingen kennis met de praktijk. „Ze leren van het begin af aan tegenover publiek op te treden", aldus de voordrachtskun stenaar. Het tweede cursusjaar- wordt aan gevangen met een staf van 22 docen ten en gastleraren. terwijl er 28 leer lingen zijn. Het eerste jaar gaf de noodzakelijke brede basis op thea- tergebied. nu komt de specialisatie aan de orde. Schilderijen in Canada terecht Door de Canadese politie zijn 1.000 van de 1200 olieverfschilderijen op gespoord, die naar men aanneemt in Europa met waardeloze cheques ter waarde van ruim f 100.000 gekocht 4jn. Een woordvoerder van de politie, die dit in Montreal bekendmaakte, zei dat de schilderijen, door deskun digen van middelmatige kwaliteit geacht, in Canada verkocht hadden moeten worden tegen een prijs die ver boven hun waarde lag. Twee mannen, eerder deze maand gear resteerd. hadden bekend dat zij de doeken in Italië. Nederland en Duitsland hadden gekocht. Zij wer den echter vrijgelaten omdat er geen aanklachten op afdoende juridische gronden tegen hen waren ingediend. De officier van Justitie in Luzern, dr. Winiger, heeft op grond van de resultaten van het eerste onderzoek in de zaak van de Hofgalerie nog geen aanleiding gevonden voor een strafvervol ging wegens vervalsing. De Hofgalerie is de kunsthandel in ge noemde stad, waar de Amsterdamse kunsthandelaar Jelle de 1 Boer 127 schilderijen en tekeningen, die worden toegeschreven aan meesters als Van Gogh, Matisse, Cézanne, Toulouse-Lau trec, Chagall en Paul Klee, vorige maand heeft geëxposeerd. Volgens diverse kunstkenners zijn het slechte vervalsingen. Matthijs Marisi Zelfportret Op last van de officier van Jusli- i tie werd de collectie op 14 augustus j.l. in beslag genomen voor een na- I der onderzoek. De uitslag van een röntgenonderzoek zal nog moeten aantonen of tot een vervolging zal worden overgegaan. Er is tot nu toe geen enkele aanwijzing, dat dit zal geschieden. Dit werd door de zaak waarnemer van de Amsterdamse kunsthandelaar, de heer W. T. J. van de Werd medegedeeld. I De Zwitserse justitie heeft voor al le zekerheid de gehele collectie ver- I zekerd voor een bedrag van 4^ mii- I joen gulden. Jelle de Bier had zyn schilderyen slechts voor f 500.000 ver zekerd, volgens de heer Van de W ;rd omdat de kunsthandelaar de hoge premie niet kon betalen. Voorts is gebleken, dat door de in beslagne ming een gedeelte van de collectie is beschadigd. Van de 127 tentoon gestelde werken liepen 28 schilderij en en tekeningen schade op, die va rieert van een krasje op de verf tot een winkelhaak in het doek. Volgens de zaakwaarnemer werd de gehele collectie tijdens de in beslagneming in een half uur tijd in een vracht wagen „gesmeten". Normaal hebben voor dit karwei v uur nodig. Meer dan 400 danseressen en dansers uit 26 landen kwamen ter gelegenheid van de elfde „Inter nationale Sommerakademie des Tanzes" in Keulen bijeen. Het was een marathon der gratie, drie weken van intensieve theoretische en praktische scholing, onder lei ding van de élite der danspedago- gen. De interesse richtte zich in het bijzonder op de lessen van de jazzpedagogen Walter Nicka en Frank Wagner, met het streven zich door een betere kennis van de moderne dans zich van het klassieke beeld van 't Bolsjoi-bal- let los te maken. Ook vond een balletioeek in het Stedelijk Thea ter in Keulen plaats onder leiding van de choreografe Gise Furt- wangler, die men hier tijdens een van haar lessen ziet Internationale celloweek Van 2 tot 9 januari 1968 zal in huize Queeckhoven van de Eduard van Beinum Stichting in Breukelen bij Utrecht een internationale stu diebijeenkomst voor cellisten worden gehouden. Deze week zal onder lei ding staan van Tibor de Machula, eerste solocellist van het Concertge bouworkest in Amsterdam. Hij zal de bijeenkomst openen met een re cital. Het ligt in de bedoeling ook enkele vooraanstaande jonge ceellis ten uit verschillende landen voor de deelnemers te laten optreden. Politiek doctorandus boos op oud-kanselier (Van onze correspondent in Bonn» Tegen oud-kanselier Erhard is Bleeker uit Bad Godesberg, die poM- tieke wetenschappen heeft gestu- aanklacht wegens landverraad inge- i deerd> vindt dat Erhard geheimen diend. De 27-jarige drs. Wilhelm heeft verraden, toen hij in een inter view met het Italiaanse dagblad "La Stampa" op 12 augustus herinnerde I aan een gesprek dat hjj in 1964 met I de Franse president De Gaulle had I gehad. „Kleines Theater" uit Godesberg Tijdens een toer nee door ons land. zal het „Kleines Theater" uit Bad Godesberg ook in Leiden twee vo orstellingen geven van het to neelstuk „Die Physiker" van Frie- di'ch Dürrenmatt. Zij vinden in de Leidse Schouwburg 's middags en 's avonds plaats op 1 en 2 februari. j By dit gesprek had De Gaulle vol- gens Erhard gezegd dat, als Frank- ryk en Duitsland verenigd bleven, zy over Europa konden heersen. Zy be hoefden zich dan ook niet meer te bekommeren om de kleine landen op het continent. De oud-kanselier voeg de er tegenover de correspondent van "La Stampa" aan toe: ,.Ik wees dit van de hand". Overtreding Drs. Bleeker vindt dat Erhard door het gedeelte uit het gesprek te ont hullen, artikel 100 van het Duitse Wetboek van Strafrecht overtreden heeft en bovendien een artikel in de wet op de Bondsministers, waarin hem geheimhouding over staatszaken wordt opgelegd. De bedoeling van Erhard met deze anekdote was ken nelijk geweest zichzelf de heldenrol toe te dichten, die de Duitse bevol king en de Duitse pers hem tot zijn gramschap weigerden te geven. Bleeker had zich er echter over opgewonden, dat de oud-kanselier dingen kon vertellen die, als zy door een krant of tijdschrift na eigen on derzoek zouden zyn onthuld, zeker tot een gerechtelijke vervolging zou den hebben geleid. Bleeker denkt 1> 1 daarbij bijvoorbeeld aan de zoge- öeieen staan j naamde Spiegel-affaire, waarbij NAVO-geheimen door de redactie zouden zijn onthuld. De artikelen, die Erhard zou hebben overtreden, die- w I nen er toe. te verhinderen dat het Het Tsjechische persbureau CTK aanzien van de Bondrepubliek in het Expositie in Waddiiixveen In de expositieruimte van de boek handel Veldwijk aan de Kerkweg in Waddinxveen werd een expositie ge opend van werken van Elisabeth van den Akker uit Rotterdam. Zij is de eerste exposante van het nieuwe seizoen van de Kunststich ting Waddinxveen. De voorzitter van de Kunststichting de heer H. M. van Dool merkte op dat haar werk voor zichzelf spreekt. Het geëxposeerde omvat landschappen in mooie kleu rencombinaties. Ook de pentekenin gen vragen aandacht. De expositie is geopend tot 16 september a.s. terecht in Praag deelt mee dat er voor een rechtbank in Praag een proces is begonnen te gen twee Belgische handelaren in antiek. Ze zijn gearresteerd wegens het kopen van een gestolen minia tuur gouden altaar uit 'n museum in Praag en worden door het persbu reau aangeduid als Georges D (53) en Georges Michel C (42) In de tenlastelegging wordt een hele serie misdrijven genoemd, van diefstal van gemeenschapsgoederen tot het in gevaar brengen van de de- viezensituatie. De Belgen zouden voor het altaartje en 22 andere ge stolen voorwerpen 250.000 kronen (f 125.000) in buitenlandse valuta hebben betaald. De diefstal zou zijn gepleegd door twee met de Belgen samenwerkende Tsjechen. Het altaartje is in barokstijl ver vaardigd, met kristallen kolommen en versierd met 56 diamanten, vijf robijnen, vier smaragden en een aantal parels. Naar verluidt zyn de Belgen aan de grens gearresteerd, toen de doua ne het altaartje vond, gewikkeld in vuil ondergoed. De Belgen worden ook beschuldigd van het plegen van soortgelijke daden vorig jaar. Het proces zal enkele dagen duren. buitenland schade wordt berokkend. Wat moet een buitenlands politicus er wel van denken aldus de poli tieke doctorandus als gesprekken onder vier ogen met een Duitse part ner door deze zo maar openbaar wor den ge maakt. Bleeker studeerde aan de Vrije Universiteit in Berlijn en is lid van de Sociaal-democratische partij, hoe wel hij naar zijn zeggen ook een SPD- politicus die eenzelfde onthulling had gedaan, gerechtelijk zou hebben ver volgd. Bleekers aanklacht is bij de "Ober- staatsanwalt" in Bonn ingeleverd. Deze ambtenaar kan niets beginnen vóór de onschendbaarheid van Er hard als lid van de Bondsdag is opge heven. Een verzoek tot opheffing van deze onschendbaarheid zal dus eerst moeten volgen. Bleeker neemt niet aan dat de Bondsdag het verzoek zal inwilligen, maar hij heeft naar zijn zeggen zijn doel al bereikt, nu de kwestie in de openbaarheid is ge bracht, „Ik vind dat het de plicht en het recht van een staatsburger is een politicus ervoor te waarschuwen, als hij te ver gaat", aldus Bleeker. „Ve len denken er misschien ook zo over als ik, maar niemand neemt het ini tiatief om iets te doen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 7