GROSSIER IN FIGURANTEN
aan het werk
voor een
internationale
carrière
Leo Thonhauzer,
E
Goed dat
er Buma
is
Connie v. d. Bos
ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1967
L.D.EXTRA 4
ui
Overdag grossier in goud en
uurwerken, 's avonds gros
sier in figuranten. Deze dub
belrol bezorgt de 50-jarige Leo
Thonhauzer een druk leven. „Ik
maak lange dagen. Gelukkig heb
ik een grote hulp aan mijn
vrouw". Maar hij zou zijn groot
handel in figuranten niet graag
laten schieten voor een rustiger
bestaan. Daarvoor is de inside-
sfeer van film en televisie hem te
lief geworden. „De regisseurs zijn
hier kind aan huis. Ik kan nie
mand bij de teevee noemen, met
wie ik niet amicaal omga". En
dèt moet de avondlijke arbeid
verzoeten, „want rijk word je er
niet van".
■n hobby dus. Die hem tien
jaar geleden is komen aan
waaien. toen vader Thonhau
zer zijn kinderen eens wilde la
ten zien, hoe het toegaat bü het
maken van een speelfilm. Hü
meldde zich als figurant voor
Operatie-Amsterdam, die in de
contreien van Alkmaar werd op
genomen. „Ik had zoiets nooit
eerder gedaan. Maar ik kom wel
enigszins uit de toneelwereld:
mijn vader was t oneeltimmer-
altijd maar geïmproviseerd via
kennissen van de theaterploeg,
zo van: ken jij nog een paar lui?
Maar dan kreeg een regisseur
niet altijd wat-ie wilde hebben.
Had-ie een boer of bakker nodig,
dan werd er iemand maar aange
kleed als boer of bakker".
„Als een regisseur nu een ober
nodig heeft, krijgt-ie in elk geval
iemand uit het horeca-bedrijf".
Bijrollen
Honderd
De figurant Thonhauzer met zijn
kroost was het gegund vrijelijk
achter de schermen van het film
bedrijf te blikken. En aldus doen
de herkende hij in de man die
voor de rekwisieten moet zorgen
een luitenant uit zijn mobilisatie
tijd. Een beslissend weerzien.
„Hij vertelde me, dat het zo
moeilijk was om geregeld figu
ranten te verzamelen. Er werd
Een primitieve toestand, vond de
heer Thonhauzer, die meteen be
sloot er iets aan te gaan doen.
Hij vroeg en kreeg de adressen
van alle lieden die in zes weken
Operatie-Amsterdam hadden ge
figureerd: vierduizend stuks. Hij
vérzond vierduizend brieven en
kreeg honderd antwoorden. Deze
honderd werden de basis van zijn
organisatie, die nu tegen de drie
duizend namen omvat. En nog
steeds voor uitbreiding vatbaar
is. Want, zegt de heer Thonhau
zer met nadruk, de verscheiden
heid in het materiaal kan niet
groot genoeg zijn. „De enige eis
die ik stel aan mensen die figu
rant willen worden, is dat ze een
heel goede scherpe foto sturen".
Die foto komt in een van de veer
tien lijvige albums, waaruit de
film- en tv-regisseurs maar voor
het uitzoeken hebben. In elk al
bum zitten de foto's van zo'n
tweehonderd figuranten. De heer
Thonhauzer bladert er een met
ons door. „Kijk, dit is de direc
teur van een bekende drankfir
ma. Dit is een KLM-steward.
Deze man werkt op het hoofd
kantoor van een scheepvaarton
derneming". Er zit van alles bij.
De eerste speelfilm waarvoor de
heer Thonhauzer figuranten le
verde, waren de walletjes-film
„Meisje in het venster", een Ita
liaanse produktie waar tijdens de
opnamen veel om te doen is ge
weest (relletjes, waarbij o.a. de
regisseur in een gracht werd ge
gooid) en die nooit in ons land is
vertoond, en „De zaak-MP". Van
de televisie krijgt hij aan de lo
pende band opdrachten. En te
genwoordig levert de Amster
damse grossier niet alleen figu
ranten maar ook kleine bijrollen.
„Tante Miep bijvoorbeeld in het tv-
stuk „Moord op de Achterburg
wal" uit de Marten-Treffer-serie,
was een figurante van my, Mary
Steche. Die rol was haar op het
lijf geschreven, maar die kon ook
spelen, hè".
Een jaar of drie geleden ben
ik voor de figuranten een
soort opleidingsschool be
gonnen. waar diverse acteurs les
geven in toneel, gericht op de ca
mera. Bij teevee- en filmopna
men werd namelijk vaak tegen
een figurant gezegd: zeg eens dit
of dat. Maar dat is heel moeilijk,
het vinden van de juiste intonatie,
als je daarin totaal geen erva
ring hebt". De opleiding werpt
reeds vrucht af. Desgewenst kan
de heer Thonhauzer ook spreken
de obers, dienstmeisjes en agen
ten laten opdraven en dat is
ook al meermalen gebeurd, in de
Maigret-serie bijvoorbeeld.
„Neemt u me niet kwalijk, ik moet
even iemand bekijken", leidt hij
een intermezzo in. Een vrouw
met twee kinderen, een jongen en
een meisje, komt binnen. Het
blijkt om het jongetje te gaan.
(doen het uit
Thonhauzer: „Hij heeft niet zulk
donker haar....". De vrouw in
sappig Amsterdams: „Ja, het is
opgeblond door de zon, hè".
Thonhauzer belooft met de regis
seur te overleggen. Zegt tegen de
vrouw bij het weggaan: „U lijkt
niet meer op de foto die ik heb".
De vrouw: „Ja, we worden een
dagje ouder, hè". Thonhauzer:
„U wordt er wel knapper op".
W
aarom
Dan vertelt hij verder. Over waar
om men figurant wordt. „De
hoop eens ontdekt te worden, is
alleen voor sommige jonge meis
jes een motief. De meesten doen
het uit liefhebberij. Dan zijn er
ook nog die het om den brode
doen: musici, goochelaars, varié
té-artiesten daar zijn het nu
slechte tijden voor".
De animo om figurant te worden is
redelijk, niet geweldig. „Ik krijg
voortdurend brieven. Vooral als
er een artikel over mij is versche
nen. Dat gebeurt niet zo vaak,
want ik ben niet zo'n publiciteits-
man. Nou, dan zitten er wel een
of twee mensen bij die voor mij
geschikt zijn. Weet u waar moei
lijk is aan te komen? Aan heren
in de leeftijd van 20 tot 40 jaar,
die zich eventueel overdag kun
nen vrijmaken".
Bijna 3000 geregistreerde figu
ranten blijken nog niet vol
doende om elk verzoek moei
teloos te kunnen inwilligen. „Ik
zoek nog steeds. Ik heb wel eens
advertenties geplaatst, maar dan
begrepen de mensen 't niet. Dan
dachten ze, dat 't om een volledi
ge baan ging". Het figurantschap
verschaft slechts incidenteel
(soms zeer incidenteel) werk. De
betaling? 25 tot 30 gulden per op
komst. Dat kan een uur repete
ren zijn, maar ook een hele dag
studio. Film betaalt beter, recla
me nog beter".
„Speelfilms en tv-stukken vind ik
het interessantst, bovenal speel
films omdat je dan in de produk
tie meeloopt. Er zijn helaas wei
nig grote Nederlandse produkties.
Tegenwoordig is het allemaal al
leen nog maar w erk met een
klein budget. Om een behoorlijke
speelfilm te maken, heb je zeker
een half miljoen nodig. En dat is
in vergelijking met het buiten
land nog een bedrag van niks".
GELD - uit - de - zak -
klopperij", zo noemde
een Amsterdamse café
houder met jukebox de Buma
onlangs. „Overal moeten ze te
genwoordig maar geld voor heb
ben. alsof we nog geen belas
ting genoeg betalen. Die juke
box staat er voor mijn klan
ten, zelf krijg ik alleen maar
hoofdpijn van al die herrie om
me heen. En daar moet ik dan
nog voor betalen ook".
„Een ideale boekhouder, de
Buma", zei weer een ander: de
man is componist-tekstschry-
ver. „Ik zou me geen raad we
ten als de Buma er niet voor
zorgde dat ik mijn honorarium
binnenkrijg.
De Buma is een organisatie
die werd opgericht in 1913,
een jaar nadat de huidi
ge auteurswet in ons land van
kracht werd. De officiële naam
is: bureau voor muziek-auteurs-
recht, Buma. De Buma is een
eniging. die vier leden telt: het
Genootschap van Nederlandse
Componisten, de Vereniging van
woord- en toondichters der lich
te muziek, de Vereniging van
muziekhandelaren en -uitgevers
in Nederland en de Vereniging
van letterkundigen. In 1933
kreeg Buma, als enige in Neder
land, toestemming van de mi
nister van justitie tot het als
bedrijf uitoefenen van be
middeling inzake het muziek-
auteursrecht. Een regerings
commissaris houdt een oogje in
het zeil. Ook leden die niet bij
een der vier grote Buma-leden
tioren, kunnen de behartiging
van hun zaken aan Buma
overlaten. De Buma maakt geen
winst. Het binnenkomende geld
wordt na aftrek van de onkos
ten overgemaakt aan hen die er
recht op hebben. Om ons te be
palen de componisten en
tekstschrijvers: veel geld voor
hen of haar wier of wiens pro-
dukt veel gespeeld wordt, iets
minder aan de mindere goden.
Iedere componist of tekstdichter
die zich bij de Buma aansluit,
draagt de uitvoeringsrechten van
zijn gehele oeuvre ter exploita
tie aan de Buma over. Centraal
(op het kantoor in Amsterdam)
zorgt de Buma ervoor dat via
een incasso- en distributie
systeem alle aangeslotenen aan
hun trekken komen. Voor de
auteurs is dat een grote zorg
minder. Maar niet alleen voor
hen: ook voor de mensen die
van die muziek gebruik gaan
maken. Zij hoeven zich nu maar
tot één instantie te wenden om
toestemming te krijgen om be
paalde werkjes en werken uit
te voeren. Het zou anders voor
de „gebruikers" ook een hope
loos gezoek worden naar namen
en adressen.
Geld-uit-de-zak-kloppery, zo
als die caféhouder het noemt?
Beslist niet. Een bakker levert
brood, de slager vlees, de krui
denier zijn koffie en thee en voor
al die consumptie-artikelen, in
clusief de strijkijzers, de auto's
en de tv's, is iedereen bereid
geld neer te tellen. Maar muziek,
en als het een liedje is ook de
tekst die er bij hoort, is toch in
zekere zin ook een consumptie
artikel.
Uit een wet (die artikelen 1
en 10 van de auteurswet)
blijkt, dat de componist en
de tekstdichter als enigen over
het recht hun werk openbaar
te maken en over het recht hun
werk te verveelvoudigen be
schikken. Onder verveelvoudi
gen verstaat men o.m. het opne
men op plaat of band, het open
baar maken kan men doen door
uitvoering in concert- of dans
zaal, door uitzending per radio
en tv, of door voordracht bij
voorbeeld. Dankzij deze auteurs
wet wordt de auteur in staat
gesteld levenslang de financiële
vruchten te plukken van zijn
werk als scheppend kunstenaar.
De auteursrechten vormen ook
een soort erfenis voor de nabe
staanden: in Nederland behou
den de erfgenamen deze rech
ten tot 50 jaar na de dood van
de kunstenaar. De merites van
de uitvoeringen interesseren Bu
ma niet, al wilt u een liedje
achterstevoren spelen het
hindert niet. Het gaat er alleen
i dat i
iets
ten gehoren brengt.
Buma heeft over de ge
hele wereld zuster-organisaties.
Hier in Nederland worden dan
ook niet alleen de belangen van
de Nederlanders behartigd, maar
ook die van de buitenland
se componisten en tekstschrij
vers. Hetzelfde gebeurt in welk
land dan ook met onze Neder
landse muziekstukken. Zo ko
men voor Nederlands hoogst ge
klasseerde muziekstuk, de tango
Olé Guapa van Malando, niet
alleen Nederlandse gelden bin
nen, maar ook honoraria uit het
buitenland, vooral uit Zuid-
Amerika waar Olé Guapa al ja
ren de top-tango is.
Onbekendheid met wat het
begrip „openbaar" bij Buma en
bij de wet inhoudt, leidt hier en
daar wel eens tot moeilijkheden.
In de provincie is men er wel
eens niet mee op de hoogte dat
bijvoorbeeld een caféhouder,
die 'n orkestje huurt en zo maar
eens een dansavond organiseert,
verplicht is dit op te geven
aan de Buma, mét het gehele
repertoire. Daarom even het
volgende lijstje.
Men moet betalen voor het
ten gehore brengen van
mechanische muziek in
hotels, café's, restaurants, dan
cings enz., voor muziek tijdens
feestavonden, dansavonden, bals
e.d. georganiseerd door vereni
gingen, voor mechanische muziek
in disco-bars en discotheken,
voor muziek door musici op
minstens één vaste dag per
week in cafés, restaurants, dan
cings, voor mechanische mu
ziek in of bij kermisinrichtin-
gen, voor muziek tijdens concer
ten of voorstellingen, uitgaande
van impresario's of daarmee
gelijk te stellen organisatoren,
voor mechanische muziek op
sportvelden en stadions, tijdens
sportfeesten op sportvelden en
in sportzalen, kunstijsbanen en
zwembaden, voor mechanische
muziek in touringcars en voor
mechanische muziek in of bij
warenhuizen, winkels, toonzalen,
wasserettes, kapsalons enz.
e carrière „internationali-
m seren''. Zo noemt Conny
van den Bos dat. En het
indrukwekkende werkwoord
■past eigenlijk nauwelijks in
het knussezondoorstoofde
Hoevenlaakse achtertuintje.
Zorgzaam echtgenoot en Lee-
dy-Triobassist Ger Faber zit
opgewekt op de klapstoel: ge
kleed in gestreepte badbroek
springt in waar het verhaal
van zijn vrouw aanvulling
behoeft. Dat is slechts zelden
het geval, want Conny
knalgele mouwloze mini-
jurk, kortgeknipt roodachtig
naar is een radde praat
ster, die gaarne uitlegt wat
internationaliseren'voor
haar betekent.
Men ontdekt al snel dat het vol
gens Conny weinig te maken heeft
met optreden in buitenlandse bars
en dancings. „Het is 'n koud kunst
je dergelijke opdrachten aangebo
den te krijgen," verzekert ze. „En
wat zijn de voordelen? Er is geld,
dat wel. Maar of het gunstig is
voor je artistieke loopbaan? Ik
kan 't me niet voorstellen".
„Werkelijk internationaliseren.
Dan gaat het om radio- televisie,
om grammofoonplaten en om be
langrijke gala's. Dat zijn gewichtige
dingen. En wat velen probeerden
schijnt Conny na een meedogenloos
gevecht van Jaren te lukken. De
zon lijkt tijdens de opnamen voor
een in september uit te zenden
Caterina Valenteshow definitief te
zyn doorgebroken.
Men kent de „affaire", zoals er
in een bescheiden, doch woe
lig showwereldje steeds „af
faires" zijn. De voortvarende Lies-
beth List zou die eerste van een
nieuwe serie Valente-shows mee
doen. Maar Liesbeth wilde niet.
Fans spraken: maar zoiets kan ze
toch niet doen. Vijandelijke zielen
vonden: dat kón ze gewoon niet.
Liesbeth zelf zei eenvoudig: ik heb
het niet gedaan, omdat de opdracht
volkomen buiten mijn genre viel.
Op Conny viel de keus.
Ze vertelt: „Ik heb in één mid
dag een zwaar repertoire moeten
instuderen. Ik heb gezegd: ik neem
het graag aan, maar ik beloof niets.
Ik probeer 't en het is gelukt."
Bijzonder gelukt, volgens insiders,
die begin juli aanwezig waren in
de Amsterdamse Rai, waar de ca
mera's registreerden. Het zingen
van de „selecties" (één met hits,
één met Hoagy Carmichael- ever
greens) leverde geen enkele moei
lijkheid op. Het solonummer van
Conny, „De man van mijn hart"
had de grote Carmichael die in de
show wat zingt, wat speelt en wat
loopt, zelfs ontroerd.
DER Mann meiner Wahl"
heet het lied in de Valen-
teshow. En een jong, geest
driftig Duits manager, die als ex-
omroepman exact weet waar zich
„de relaties" bevinden, spant er
zich voor ln om de grammofoon
plaat met dit lied (en met „Paleis
met gouden muren" „Das leere
haus", op de achterkant) het rui
me verspreidingsgebied te geven.
De kansen voor Conny by onze oos
terburen zien er rooskleurig uit.
Het „brengen" van de plaat zal sa
mengaan met een televisieoptreden,
daarna de Valente-show en later
het opnemen van de co-produktie
voor zeven landen.
Het antwoord op de vraag hoe
het werken is by Caterina Valente
dreigt dikwyls uit te lopen op cli-
ché's. Conny zegt: „Iedereen heeft
het al geroepen: de heerlijke sfeer,
het prettige optreden, die grote
vrouw. Misschien teken ik met dit
voorbeeld op een andere manier
Caterina's karakter: tot slot van
de tv-opnamen organiseerde Von
Aro (producent) een feestje, 't Was
laat geworden, drie uur 's nachts,
want Pleghar is een perfectionist.
Iedereen was lam, maar het par
tijtje ging door. Als een van de
laatsten kwam Caterina binnen. Er
ging een applaus op, gewoon om
dat iedereen blij was dat het ge
lukt was en omdat Caterina daar
in het belangrijkste aandeel had ge
had. Maar zij weerde dat applausje
af. Ze zei: sinds twaalf uur zijn
er twee van ons jarig. En dat moet
gevierd worden. Waar is de cham
pagne?"
Het internationaliseren van haar
loopbaan strekt zich niet alleen oos
telijk uit. Het staat buiten kyf dat
Engeland het begin van veel is.
Daarom heeft Conny de knoop door
gehakt. Ze is vergezeld van echt
genoot en platenfunctionaris over
gestoken om persoonlijk voor haar
zaak te pleiten.
Zij heeft gesproken met John
France, van Philips-Londen, een
normaal bijna onbereikbare persoon.
Hy heeft tegen Conny gezegd: „Ik
geef toe, wy moeten meewerken.
U bent het waard". Resultaat: ook
in Engeland „De man van mijn
hart" op de plaat („You 're closer
to me"). De b-kant: een bijzonder
nummer. „Where are they now?"
gemaakt door Brad Graig, jaren
lang choreograaf by de beroemde
Ed Sullivan-show. Het zou moge-
lyk zyn om met een song als
„Where are they now?" een deel
van de Amerikaanse markt te ver
overen. gelooft men.
Tenslotte heeft ze aan het tele
visie-festival in Montreux interes
sante aanbiedingen overgehouden,
die alweer in de richting van
Duitsland wyzen. In december en
maart zingt zij mee in W.D.R. pro
gramma's, gewyd aan Mancini en
Lennon-Mc-Cartney.
Conny van den Bos: eerstdaags
internationale vedette? Wie weet.
Het is een harde stry'd als Ne
derlandse de top te bereiken. De
taal, het Nederlands, gaat er slecht
in. En het buitenlandse repertoire
laat men graag aan eigen mensen
over. Petula Clark heeft er lang
over gedaan voordat zy enigszins
in Frankryk werd geaccepteerd.
Men was niet zo gek op accenten,
het irriteert, men blyft de verschil
len horen, maar héél weinigen sla
gen erin om in de smaak te val-
„En soms vraag ik me wel eens
af: waarom beroemdheid zoeken
over de grens. Het is geloof ik
om artistiek tot grotere ontplooing
te komen. Je wilt gewoon verder.
Het is als in het begin. Dan denk
je: veronderstel dat ik het zo ver
zou schoppen dat Nederland me
kent. Dat was vroeger je eindpunt.
Nationale bekendheid. Dat bereik
je en het blykt dan nog niet ge
noeg
Ze gaat het proberen. Op haar
eigen manier. Als Conny van den
Bos, vertolkster van de betere lied
jes in chanson styi. Wat er ge
beurt, Conny zal nooit meedoen aan
modeverschijnselen. Geen genre
waar een groep mensen vandaag
ineens van houdt. Ze zal blyven
doen wat haar persoonlykheid haar
ingeeft. Accepteert men haar niet,
dan blyft ze „nationale" Conny.
Een Nederlandse zangeres, die lied
jes blyft zingen, waarvan iemand
eens schreef: „Je moet ze even
laten bezinken. Maar als je ze la
ter terughoort, dan herken je ze
direct."