Evert Sterk: „Witte raven
Dit was mijn succesvolste jaar
Is zaterdagvoetbal al rijp
Ivoor eerste klasse
Wij behoefden amateur-international
Jan Leget de woorden echt niet
uit de mond te trekken
hei In 1970 gaat het zaterdagvoetbal zijn piramidabele opbouw voltooien
net de instelling van een eerste klasse. Er komen twee afdelingen van elk
ien clubs. Daar het lange tijd in het voornemen heeft gelegen de opbouw
an deze piramide eerst in 1981 te voltooien hebben wij enkele dagen
oordat het sectiebestuur zaterdagvoetbal in Zeist het besluit nam reeds
n het seizoen 1970—1971 met een eerste klasse te starten aan Evert
iterk, de trainer van het Nederlands zaterdagelftal, de vraag voorgelegd:
,Is het zaterdagvoetbal al rijp voor een eerste klasse?"
Evert Sterk, 59 jaar, woonachtig in Hilversum en werkzaam bij een
chocoladefabriek in Bussum, is dertig jaar trainer bij Huizen geweest.
„Ik hoorde daar bij het servies", lacht hij. Drie jaar geleden is hij
naar het bestuur gestapt met de mededeling: „Er moet nu maar eens
een ander komen".
In het komende seizoen staat Evert Sterk weer voor zijn oude club,
waarvan hij erelid is: 't Gooi. „Na de fusie", vertelt Sterk, „is 't Gooi
in de onderafdeling terecht gekomen, maar nu spelen ze weer in de
vierde klasse. Zij zijn enorm enthousiast. Er zitten kerels in, die de
;lub weer omhoog willen werken. Als ik een steentje kan bijdragen
zal ik dat graag doen".
Sterk heeft ook betaald voetbal getraind: HVC. Erg enthousiast is
hij daar niet over. „Ik kon goed met de jongens opschieten, maar
srgens is het toch wel moeilijk. Als je een speler passeert, kom je
direct aan de centen van die jongen. Ik deug dan ook niet voor dat
werk. Waarschijnlijk ben ik nog idealist. Ik kan me niet indenken,
dat iemand voor geld voetbalt, dat een speler zegt: ziezo, nou ga ik
een paar centen verdienen.
Ik verwacht, dat een jongen na twee-, driemaal in de week serieus
trainen dat vind ik voldoende op de zaterdag of zondag hon
gerig is naar het spel. Als hij daarnaast een ogenblik denkt, als we
winnen hebben we ook nog een paar centen verdiend, daar heb ik
begrip voor. Maar als ze het veld ingaan alleen maar om geld te ver
dienen, dan is voor mijn gevoel iets van de spontaniteit weg".
kere tegenstanders uit te kijken.
Evert Sterk is het daar niet mee
eens. „Het kost het Nederlands za
terdagelftal nog téveel moeite om ge
makkelijk van de Fransen en Bel
gen te winnen. Dit jaar hebben wij
in Versailles Frankrijk met 52 ge
klopt, maar het gebeurt maar zel
den, dat wij met drie doelpunten
verschil winnen. Onze suprematie
ten opzichte van de Belgen en Fran
sen is niet zo groot. Er is een reden
voor. In hun onderbewustzijn denken
vele Nederlandse spelers: die wed
strijd winnen we wel. Dat is beroerd
om te werken. Ik heb, vóór de Bel
gen naar 's-Gravenzande kwamen,
in Brussel de wedstrijd België
Frankrijk gezien. Het spel leek ner
gens op. De jongens lezen de ver
slagen van die ontmoeting en den
ken: dat wordt een walk-over. Praat
dat de spelers maar eens uit hun
hoofd. In 's-Gravenzande kende ik
die Belgische ploeg niet meer terug.
(Van onze sportredacteur René Vos)
„Er zijn natuurlijk wel enkele elftallen, die in een eerste klas-
1 een goed figuur zouden slaan. Ik denk bijvoorbeeld aan een
(vart Wit, een Huizen en een IJsselmeervogels, maar het zijn
(tzonderingen. Witte raven". Evert Sterk formuleert zijn
oorden bedachtzaam: „Als er wordt beweerd, we kunnen vol-
dig eerste klasse spelen" en dan bedoel ik attractieve eer
ie klasse dan zeg ik NEE".
IIn het hijzonder het spelpeil in geleverd. In sommige kringen gaan
stemmen op om naar andere, ster-
jongste kampioenscompetitie
\de 59-jarige Hilversummerdie
bijna 15 jaar de top van het
sderlandse zaterdagvoetbal on-
r zijn hoede heeft, tegengeval-
t. „Ik heb RVVH gezien, WHC,
ÖVG en zelfs als ik er rekening
jee hou dat de spelers in kam-
oensicedstrijden onder druk
pan, nerveus zijn en het niet he
imaal eerlijk is op dit soort ont-
0 etingen een beoordeling te
helen, zelfs dan blijf ik bij mijn
Itning: nee, het peil van ojis spel
en ik ben het volledig met
mdsbestuurder Fokke Remmers
is. die dit in Ridderkerk ook
Ieft gezegd ligt nog niet hoog
moeg om te zeggen wij zijn eer
eklas, fahig. Twintig clubs die
p zijn voor een eerste klasse?
zou ze niet weten
Optimistisch
Dndanks dit wat sombere geluid
It Evert Sterk de toekomst
h het zaterdagvoetbal optimistisch
lemoet. „Er wordt meer aandacht
p besteed. De trainers gaan graag
lar een zaterdagclub en de trai-
jig wordt ook serieus aangepakt,
jaeger werd er wel gezegd „zater-
gvoetbal is boerenkoolvoetbal, lel
kar raak". Dat is nu niet meer het
tal. Trouwens, bij een club als
lick Boys zag je altijd technisch
ede wedstrijden. Die Katwijkers
|kken zich op aan het spel van de
hiprofs, tegen wie zij in de zomer
landen speelden. Dit seizoen speelt
lick Boys niet zo sterk, maar ze
jssen een Floor van Duyn en wat
ictakel betreft een Arie van den
per". Evert Sterk lacht en ver-
urj|gt „een groot technicus was Arie
Ul'burlijk niet. Ik herinner me een
Jdstrijd in Monaco. Het veld ligt
ar in een kom. Achter het Franse
su5l, zo'n meter of veertig hoog,
fnd een agent en na afloop van
1 wedstrijd, die we met 2—0 verlo-
viceii, komt Van den Oever naar me
I en zegt: meneer Sterk, die agent
ar boven heeft meer ballen van
Q6f gehad dan de Franse keeper.
ch was Arie een fijne, spontane
ervT" losfce *n een wedstrijd wel
Irtig keer een schot, wist soms he-
so°1haal niet waar de bal terecht zou
ïerKjnen, maar kwam het leer op doe)
eenh was het raak ook.
car.jk persoonlijk vind dat aantrekke-
f spel. Het publiek wil het ook zien.
mensen komen toch voor de doel-
dPten? En je gaat toch het veld in
i te winnen? Dat kan alleen maar
3r te schieten. Ik zeg altijd tegen
r d€jongens: elk schot op goal is kans
roorleen doelpunt. Al is het maar een
an |ert'je. De doelman kan de
jsteftoeh laten glippen
(e ziet wel eens wedstrijden op de
waarvan je na een kwartier al
ft: wat kunnen die jongens voet-
lf jlen. Maar het is een tikje zo, een
jkfle zus en na een uur ze£ Je:
"dat is wel leuk en nu ga ik een
ldieIe overdrijvenDe heer Sterk
'ikt de zin niet af. maar sluit de
en gaapt veelbetekenend
Dat was acht klassen verschil en we
wonnen maar net aan met 21. En
dan lees je in de krant terecht
een matige wedstrijd van het zater
dagelftal en dan heb ik altijd de pest
•aag: „Verschilt de huidige top
van het zaterdagvoetbal zoveel met
die van de zondag-amateurs, dat te
recht de voor het nationale ama
teur-elftal geselecteerde zaterdagspe
lers werden afgevoerd?"
Evert Sterk omzeilt de vraag han
dig en zegt: „De individuele capaci
teiten van de zondagamateurs schat
ik in doorsnee hoger dan die van de
zaterdagvoetballers. Maar de zater
dagvoetballers hebben iets wat de
zondagvoetballers niet hebben en dat
is hun inzet en frisheid. De zondag
amateurs bouwen een aanval goed
op, ze spelen gemakkelijker, geculti
veerder, maar vergeten waarvoor ze
in het veld staan, namelijk om op
een gegeven moment tot doelpunten
te komen. Ze zoeken het hoe ge
vaarlek het ook is om te zeggen
te technisch. Hun frisheid gaat eraf.
Onze jongens spelen wat ongecompli
ceerder, enthousiaster en velen heb
ben toch ook een behoorlijke tech
niek. Ik denk aan een Hoeksema,
een Kiel en een Jantje Nieuwstraten.
Als je de frisheid van het zaterdag
voetbal kon mixen met de geculti
veerde opvattingen van de zondag,
dan had je een ideale combinatie.
Aan het eind van het vorig sei
zoen zag ik in Drachten een wed
strijd tussen noordelijke zaterdag- en
zondagamateurs en het was weer
van hetzelfde laken een pak: de zon
dagvoetballers speelden gemakkelijker
liepen zich goed vrij, maar kwamen
heel moeilijk tot doelpunten. Het was
een aantrekkelijke wedstrijd, die in
een gelijkspel eindigde. Maar als er
een overwinning had moeten komen,
dan had ik die, gezien het spelbeeld,
eerder toegekend aan de zaterdag-
dan aan de zondagvoetballers. En
toch moest iedereen na afloop erken
nen. de zondagamateurs speel
den beter, gemakkelijker. Maar"
en Evert Sterk zucht „hun spel
ging vervelen, want het was weer
eindeloos breiwerk. En dat „schuivie,
schuivie" probeer ik onze jongens zo
weinig mogelijk te laten doen. Daar
mee bedoel ik vanzelfsprekend niet,
dat ze de bal maar in het wilde weg
moeten trappen. Natuurlijk mcrt een
aanval worden opgebouwd via 'de
halfspelers of de teruggekomen bui
tenspelers. Maar zorg voor een af
werking, zorg voor een snelle ver
plaatsing. Een bal niet op rechts of
links houden. Ik hou van een cross
pass. een dieptepass. Het spel moet
aantrekkelijk blijven voor het pu
bliek en dat is het niet als er twee
ploegen tweemaal drie kwartier aan
het breien slaan. Ik ben toch niet de
enige die zo „ongecultiveert" denkt?
We zien toch allemaal graag zo'n
fantastische wedstrijd als die tussen
Celtic en Inter?
Die Schotten bouwen toch ook?
Maar ze gooien ook op tijd het spel
open en de bal, hup, meteen op het
schoentje. Ze blijven niet breien tot
ze alleen voor het keepertje staan.
Dan geniet je.
Hobby
Het zaterdagelftal is een hobby
voor Evert Sterk. „Ik ben niet ge
maakt enthousiast, maar spontaan
enthousiast. Een jaar of vijftien ge
leden. ik was toen trainer van Hui
zen, werd mij gevraagd of ik een
paar wedstrijden wilde „verzorgen".
En dat is zo goed bevallen, dat ik er
bij ben gebleven. Ik heb al eens een
visje uitgeworpen om te stoppen, om
dat ik bang ben, dat de bond op een
gegeven ogenblik zegt, nu ben je zes
tig, nu moeten we maar eens naar
een jongere uitkijken. Ik zou dat de
bond niet kwalijk nemen, maar om
dat ik nog nooit ben ontslagen, bij
welke club dan ook ik heb altijd
zelf ontslag genomen, lacht Sterk
heb ik tegen Fokke Remmers gezegd:
als het zover is moet u me een seintje
geven. Maar hij antwoordde: nee,
jongen, jjj moet nog een paar jaar
bij ons blijven. Dat stimuleert mij
dan weer. Dan denk ik: dan doe ik
het zeker niet zo slecht en ga dan
ic Evert Sterk verzorgt een Ne
derlandse speler in de wedstrijd
tegen België in 's-Gravenzande.
imM.
mtk. k
Kritiek
Dp het jaarlijkse drielandentoer-
bi tegen België en Frankrijk wordt
laatste tijd nogal stevig kritiek
(Van onze sportredacteur)
Jan Leget staat bij UVS bekend als een man van
vele daden, maar bepaald niet als een groot spre
ker. „U zult de woorden uit zijn mond moeten
trekken", was de boodschap die we meekregen,
maar dat viel toch geweldig mee. Het woordje
„amateurelftal" was al voldoende om de zwijg
zame Leget op zijn praatstoel te krijgen
„Wat heb ik daar enorm veel geleerd", barstte
de aanvoerder van de blauwwitte eersteklasser los
In die trip met het Olympisch elftal naar Fin
land heb ik nu eens kunnen ervaren hoe een top-
sportman naar een belangrijke wedstrijd toeleeft.
Als amateur sta je er wat vreemd tegenover dat er
zo maar vier dagen worden uitgetrokken voor een
wedstrijd van tweemaal drie kwartier. Wij zijn ge
wend om 12 uur in de bus te stappen. We zitten
allemaal te hopen dat we lekker laat arriveren,
zodat we meteen onze voetbalkleding kunnen
aantrekken. Een warming-up? Nou vooruit dan,
maar liever beginnen we onmiddellijk met de wed
strijd. Dat is, geloof ik, bij alle amateursclubs het
geval. Maar als je dan zo'n voorbereiding van het
Nederlands elftal hebt meegemaakt dan moet je
toch wel erkennen: dat is het... Tot de maal
tijden toe zijn perfect uitgebalanceerd. Precies op
het tijdstip dat het er zijn moet kun je zeggen:
nu heb ik brandstof bij me
Je speelt bovendien veel oefenwedstrijden. Te
gen goede teams. Ik heb in Zeist bijvoorbeeld te
gen het „echte" Nederlandse elftal gespeeld, de
semiprofs dus, tegen de militaire ploeg met kna
pen als een Jan Mulder, een Kleinjan, noem maar
op, tegen Xerxes, Telstar, het UEFA-jeugdelftal,
een Engels selectieteam. Daar leer je enorm van.
Als amateur kijk je eerst tegen die spelers, van
wie je weet dat zij beter zijn dan jezelf bent, aan,
maar als je eenmaal draait dan denk je: dat moet
ik zien te benaderen, dat kan ik ook en het komt
er dan ook echt uit. Maar dat krijg je alleen als
je tegen goede tegenstanders speelt. Dan ga je zelf
ook beter spelen". Jan Leget is dan ook niet geluk
kig met de voorbereiding van UVS op de komende
competitie. „Het oefenprogramma vind ik zonder
meer slap", is zijn mening. „Als we oefenen moe
ten we dat doen tegen sterkere tegenstanders.
Dan hebben we er wat aan. In de afgelopen com
petitie hebben we een paar oefenwedstrijden er
tussendoor gehad tegen RKAVV en Blauw Zwart.
Met alle waardering voor die ploegen, maar' die
jongens spelen tweede klasse en wij eerste. Dan
ga je daar tegen oefenen. Je draait niet lekker, je
verliest er ook nog van, het geeft je gewoon een
trap tegen je zelfvertrouwen
In het nieuwe .oefenprogramma zijn ook toer
nooien opgenomen. Dat vind ik onjuist. Een toer
nooi moet je organiseren na een competitie, om
lekker uit te drijven. Het is altijd een vermoeiende
dag. Shirt aan, shirt uit, schoenen aan, schoenen
uit. Als je aan de laatste wedstrijd begint ben je
het zat
UVS-aanvoerder en amateur-international Jan
Leget heeft ook lang nagedacht over de tegen alle
verwachtingen in verloren wedstrijd tegen Unitas.
Hij heeft het antwoord niet kunnen vinden. Het
waren, naar zijn mening, de mysterieuze krachten
in de sport die in Gorinchem de favoriete blauw-
witten parten hadden gespeeld.
„We zijn er wel met een goede instelling naar
toegegaan, we hebben Unitas niet onderschat, we
wisten dat we een zware ontmoeting tegemoet
gingen. Maar het liep niet. Op een belangrijk mo
ment kregen we een doelpunt tegen. Afgelopen
UitWe hebben als elftal gewoon gefaald in die
wedstrijd, zonder meer
Het heeft beslist niet aan onze oefenmeester ge
legen. Er zijn van die gekke mensen die beweren:
tegen Roodenburg was Piet Kantebeen ziek en
had jij de leiding. Toen speelden jullie fantastisch.
Bij die wedstrijd tegen Unitas was hij er wel en
ging het niet. Die mbnsen zijn zachtjes gezegd
enfin, vul maar in
Jan Leget heeft grote waardering voor oefen-
meester Piet Kantebeen. „Nu ik geruime tijd de
centrale trainingen van het Nederlands amateur
elftal heb meegemaakt kan ik goed een vergelij
king maken. Naar mijn mening is Kantebeen een
geweldige vakman, voetbal-technisch vooral. Mis
schien schiet hij op het punt van coaching wat
tekort, we moeten elkaar vaak zelf oppijpen, maar
leder mens heeft nu eenmaal zijn zwakke kanten.
3ovendien vind ik, dat je, als je echt topsport be
drijft, naast de oefenmeester, <je vakman, een
coach moet hebben".
In de transferperiode is Jan Leget in contact
geweest met Holland Sport. Cor van der Hart is
verscheidene malen bij hem op bezoek geweest,
maar zaken zijn er niet gedaan. Leget heeft een
nuchtere kijk op het semi-professionalisme. „Als
je betaald voetbal gaat spelen moet je het voor
de centen doen. Anders kan je beter amateur blij
ven. Al die mooie praat lap ik aan mijn laars. Ik
moet er financieel goed wijzer van worden. Hol
land Sport heeft .me een bod gedaan, maar dat
was beslist niet aantrekkelijk. Dat heb ik Van
der Hart en Kroesemeyer heel duidelijk ge
zegd
Leget is ervan overtuigd, dat UVS het in de ko
mende competitie moeilijker zal krijgen dan in de
voorgaande jaren, hoofdzakelijk door de terugkeer
van een aantal semiprofs naar het amateurvoet
bal die door het wegvallen van de betaalde jeugd-
elftallen zonder emplooi zijn gekomen. „Die jon
gens hebben betaald voetbal gespeeld. Die zijn
allemaal meer van „je dat" gemaakt (Jan Leget
steekt zijn duim omhoog) en daar mankeert het
bij UVS nog wel eens aan. Technisch kunnen we
lekker uit de voeten, maar mentaal zijn we be
slist niet krachtig. Ik geloof, dat we het moeilijk
krijgen, want vooral de Rotterdamse verenigingen
zullen profijt gaan trekken van die afvloeiing van
semiprofs".
Maar hoe de bal ook rolt, voor Jan Leget, die
op 11-jarige leeftijd bij Lugdunum zijn voetbal
carrière startte en nu al veertien jaar een ijverig
onderdaan is van King Soccer, is het jaar 1967 al
lang goed. „Het is voor mij een belangrijk en suc
cesvol jaar", besluit hij tevreden.
R. H. VOS.
EIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD I