Nederlands ho Getuigen vergissen zich dikwijls... )o Drachenfels: elk jaar Ir ie miljoen toeristen LIGT IN DUITSLAND FOTO-CARTOON Oud-rechercheur Jan wel domme, mensen" de Roos (67): „Er zijn niet zoveel slechte Ik was net een terriër wanneer ik een zaak had. Ik hield vast tot het einde. Voor de gezochte vaak bittere einde. Dat zit misschien in ons ge slacht. Mijn broers hebben hetzelfde. In de jaren dertig was geen koe eigendom meer van ze. Al hun vee was van de Boerenleenbank. Nu zijn het grote Friese vee-exporteurs. Hebben ze prachtige boerderijen. Maar ze hebben er voor gewerkt. Dag-en-nacht. Net zo koppig vast houden, als bij een zaak. Elf jaar oud kwam ik van school in Tjerkgaast, een dorp bij Slotermeer. Het was meteen aanpakken op vaders boerderij. Wij waren met ons drieën op de boerderij. Dat is twee te veel en daarom besloot ik weg te gaan. Ik schreef naar de politie in Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Amsterdam en Groningen, want de politie trok mij al heel jong. Na een paar jaar kreeg ik een brief uit Amsterdam. Veertig jongens hadden ze tegelijk opgeroepen. Jongens met MULO- en HBS-diploma's in hun zak. Ik had het getuigschrift van de dorpsschool bij mij. Twee man hadden ze nodig. Ze na men mij en een jongen uit Emmcrcompascuum. Elf oktober 1924 trad ik in dienst bij de Amsterdamse politie. Ik heb er nooit spijt van gehad. De eerste tien jaar waren eigenlijk een verschrikking. Een baas die mij niet mocht en alleen maar keek hoeveel verbalen je mee naar het bureau bracht. Hij verweet mij iedere dag dat ik geen bekeuringen maakte. Het^ verveelde mij ten slotte zo dat ik niet één verbaal meer maakte. Kijk dan komt mijn koppige Friese karakter in opstand. Na tien jaar vertrok die baas geluk- ,.j kig en werd mijnheer Van Zee- fan was de mooi den len onze nieuwe baas. Hij was nog maar kort of hij zei: „Jan de Roos jij gaat naar de recher che. Daarvoor lijk je mij ge knipt". Misschien kwam weg geweest, of je had hem niets meer kunnen bewijzen. Hij was al erg onhandelbaar toen ik hem verhoorde. ,,Ik ben onschuldig", zei hij, „toen ik weg Wielick doordat ik de beste cijfers had êing biJ Bennie kwam er net een n? een cursus Nederlands. Ik ander naar boven Die moet het werd overgeplaatst en tot mijn gedaan hebben De kamer was pensioen in 1959 ben ik bij de re- een bloedbad zoals ik zelden ge- cherche gebleven. DAAROM mijn kiompen aan? gewassen en Het is bij de recherche hard sch°ne kledin8 aangetrokken en ongeregeld werken, maar wan- UC1C Iuatlllu neer je succes hebt en weet vast ^PB!" kostganger had'voor dit doel een zien heb, maar op de verdachte was geen spettertje te vinden. Hij hld zich, dat voelde ik met B»nger In huis gehad. Een oud- gepensioneerd baasje. Dat man netje was slecht ter been, en f daarom haalde zijn kostbaas ie- -u utiz do qoo 'jooq aau aee&\i uap nancinor, lew. dere maand zijn pensioen. te houden, geeft het je ook veel voldoening. Moorden zijn altijd den- Opeens schoot mij iets te zeer moeiiijké zaken. In de eer- b.nnen. Til je voeten eens op zei ste plaats durft bijna niemand S die een moord gezien heeft de consequenties te nemen te getui gen tegen een moordenaar. Daar om zijn er nog zoveel onopgeloste moorden. Hoewel dit in Nederland heel weinig is, vergeleken bij Duitsland of Engeland. zaten kleine klontertjes bloed Hij had, als zoveel mensen, zijn voeten niet gewassen, was rond. NIET ALLEEN Natuurlijk doe je als recher cheur niet alleen moord en gro te inbraakzaken. Gelukkig maar Je krijgt ook allerlei soorten men sen. Geloof mij, veel slechte men sen zijn er niet. Maar en nu spreek ik uit een 32-jarige vaker varing want na mijn pensione- van i_o uai r'ng ben ik ook nog vijf jaar hotel- beeld niet kunnen doen bij de ™?lt°rclieur b'' Krasnapolsky en de hem £jj zij^ verjaardag een moord op „Finse Hennie", dan bl' Htlton geweest er zijn zo d00s sjgareni een drankje en wat was er nog een onopgeloste moord verschrikkelijk veel dommie men- bloemen brengen. Toen was het DIRECT Je grootste winst bij het oplos sen van een moord is, wanneer je direct alles en iedereen kan in zetten. Zoveel mogelijk man kracht op de zaak kan gooien. Had Bram van Es dat bij voor- pak machtigingen getekend, het laatste oorlogsjaar stierf de maar omdat een brood toen veertig gulden kostte en de oudjes zijn geld dus best De"' zaak konden gebruiken, bleven ze het pensioen maar halen. Ze hadden toch machtigingen genoeg. Na de oorlog stoppen we ermee hadden ze elkaar al tientallen keren ge zegd. Maar na de bevrijding gin gen zij er rustig mee door. Toen de machtigingen op waren ver valsten ze tenslotte zelf maar be verig de handtekening van hun allang overleden kostganger. Tot 1950, toen liepen ze stuk. Het kantoor dat het pensioen betaal de, had ontdekt dat die gepensio neerde honderd jaar werd en wil- spel uit. Ik heb die oudjes met Neem nu die twee oudjes. De een particuliere auto van huis ge- man was tegen de negentig, de haald. Ze heel voorzichtig ver vrouw een paar jaartjes jonger, hoord en daarna weer naar huis ten. Waren wij een uur later be- In de oorlog hadden ze een kost- gereden, waar ik ze naar bed meer geweest. Wij werden alle maal gemobiliseerd toen die mel ding van de moord binnen kwam, Het was een kwestie van minu- was een geschenk van de Berlijn- se Wagnervereniging. Ze werd ge heel behangen met wandschilderin gen van de toen 57-jarige mystieke schilder Hermann Hendrich. Nog steeds zijn er de twaalf afbeeldin gen uit de „Ring" te zien. Het is van binnen allemaal wat verweerd en dweperig, maar de bezoeker krijgt de schrik van zijn leven als hij, naar buiten komend, door een lage donkere gang wordt gevoerd die uitmondt op de bodem van een put. Hier staat een levensgrote ste nen draak opgesteld, zijn kop weer spiegelt in een doodstil vijvertje de rug beschenen door een groenig licht dat door het bladerdak naar binnen valt. DANSEZELS Dansezels vormen een belangrijk deel van het aanbod in de souve nirtenten langs de „Mons Draco- nis". Uit hun i jde steekt een sleu tel. Als de ezel is opgedraaid springt hij drukdoenerig heen en weer, om dan uitgeput weer in zijn aanvanke lijke apatie terug te vallen. Aan trekkelijker is het om op de rug van een van de vijftien echte ezels van Gottfried Koll naar boven te schommelen, hoewel volwassenen dan beter een van zijn rijtuigen kunnen bestijgen. (20 mark voor vier personen). Iedere ezel kan maximaal zeven keer per dag naar boven klauteren, voor vier mark per keer. Al in 1826 waren er ezels op de Drachenfels en in 1837 kwa men er voor het eerst vaste tarie ven. Sinds 1890 is de ezelverhuur in handen van een en dezelfde familie. De helft van de ezelklanten komt uit het buitenland, vooral uit Ne derland en België. Het meest comfortabel, maar het gezapigst is de reis naar boven met de elektrische bergbaan, die men lopend overal zacht zoe vend tegenkomt. Ze stamt uit 1883 en is sinds 1913 eigendom van de familie Mülhens, de eigenaren van de Keulse eau-de-colognefabriek 4711 aan wie ook het hotel Petersberg op de berg van dezelfde naam toebehoort. In 1953 werd de stoom- tractie vervangen door elektriciteit na een rampzalig ongeluk, waarover het pas uitgekomen jubileumboek je van de bergbaan bescheiden het stilzwijgen bewaart. De oude loco motief, een sombere spin op onge lijke poten, staat nu als monument voor het gemoderniseerde stationne tje. De Rijnromantiek begon in het begin van de vorige eeuw met de reis van de twee romantische schrij vers Achim von Arhim en Clemens von Brentano langs de ruines en dorpjes. In 1839 werd de Dra chenfels tot het eerste Duitse „na tuurmonument" verklaard. De Prui sische regering verbood in 1829 het steengraverswerk in de zeven ber gen, dat toen al hetzelfde lot dreig de te ondergaan als de Pietersberg nu. In de middeleeuwen had het harde sombere trachiet van de Dra chenfels gediend bij de bouw van de Keulse dom. In de periode van de barok leverde het fijnere ande- siet van de Wolkenberg het mate riaal voor het slot van Briihl, het Poppelsdorferslot en het raadhuis van Bonn. Onder de nijvere steen- gravershanden rolden burchten en sloten naar beneden. Zo stortte in 1788 een burchtkapel en een ge deelte van de woonruimten van de burcht op de Drachenfels in de diepte. Bezoekers van de Drachenfels kunnen na het bezichtigen van de souvenirkramen, de frites-tenten, de dansezels, de Wagnerschilderijen, en giftige slangen, het slagroompa radijs op de top en het uitzicht op Rijn en Eifel beter de Drachen fels de rug toekeren en een wan deling naar de ölberg (460 meter) en de Löwenberg (458 meter) ma ken. Vooral in het vroege voorjaar en het late najaar is de natuur hier een natuurmonument waardig. Des ondanks denke men nog aan de rookkolommen van de Germaanse offervuren, die hier vroeger opste gen, aan de gangen die onderaards naar onbekende bestemmingen kron kelen, aan de vestingmuren rond de Petersberg, aan het verdwenen slot op de Wolkenberg (324 m.). Ongewild en gedwongen denkt men overigens steeds aan het moeras van platitudes, waarin de oorspronkelijke ro mantiek is doodgelopen. Want bijna ieder seizoen beklimmen schoolklassen onvermoeid de zeven toppen en schallen daar bij zo luid de traditionele lie deren, dat de zo roerend ge loofde krekels en nachtega len er verder het zwijgen toe doen. DRIE miljoen toeristen per jaar bezoeken de Drachen- 1 fels, Duitslands meest beklommen berg. De helft van de ze toeristen komt uit Nederland en daarom heet de Drachen fels ook wel „Nederlands hoogste berg". Een miljoen bezoe kers gaat met de bergbaan ieder seizoen naar boven (DM 2,50, retour), de rest te voet, per ezel of rijtuig. „Mons Dra- conis" noemden de oude Romeinen de 321 meter hoge heuvel aan de oever van de Rijn, die lang niet de mooiste en ook niet de hoogste van de zeven bergen van het Zevengeberg te is, een klein vulcanisch gebied dat niet zeven maar dertig toppen en topjes telt. Wel is het uitzicht op Rijnland en Eifel vanaf de Drachenfels het mooist. /TONS DRACONIS kan de Drachenfels ook nu nog heten in de zomermaanden, VJ. als uit de schetterende kermis van Königswinter zich de door de natuur Toepenen afscheiden om, beladen met patates frites, zuurstokken, ijsco's, be- :hermd door een strooien bazaarhoed en steunend op een heuse bergstok, de klim beginnen. 0p de top wacht nieuw voedsel: uitgehongerd storten de klimmers zich op de appeltaar- n met slagroom en de kannetjes koffie, die do°r de obers van het café-restaurant, Auf dem achenfels" zeker met miljoenen worden ingeruild tegen harde marken. Na de rustpauze be- mt de toerist nog even struikelend de resten van de uit de 12de eeuw stammende en uiterst krs uitziende burcht-ruïne en foto- rafeert zijn familie zo goed en zo t j kaad als dat gaat tussln de frie- de weg naar de top omzomen- met een of meer Poten de elende menigte door. Allereerst zijn er de ontelbare ca- afgrond zweven, is het uitzicht op fés, die meer uitblinken door hun ro- d® overkant van de Rijn met de [EGOTIES mantische ouderdom dan door een Eifel van een grootse pracht. I vertrouwenwekkende constructie en De terugtocht levert niet de pro- waar de Drachenfelswijn (o.m. het DIERENTUINEN jsrr.en op van de aanvankelijke peperdure en matige, Drachenblut") jm en er is dan ook meer tijd om meestal zuurder is dan de welva- Twee dierentuinen lokken onder- I naieve negoties te bestuderen, rende gezichten, waarmee ze wor- weg nog met grote en onhandig be- jiarmee kleine rijkgeworden ne- den opgediend. Maar vanaf bizar- schreven borden om de klandizie, pgdoenden de langzaam stijgen- vervallen veranda's die niet zelden De kleinste is ook de nieuwste en gedoemd om binnenkort te verdwij nen, zoals de naburige concurrent tevreden vaststelt. De eigenaar van de kleine „Zoo" is niet lang gele den door een van zijn gifslangen ge beten. Hij overleed binnen een uur aan de gevolgen. De buurman doet het beter. Hij bezit naast de die rentuin hoofdzakelijk kleine die ren die in hokken rondlopen waar in bekende Duitse sprookjes zijn af gebeeld in na-vijven-knutseltrant ook de wat vervallen geraakte zo genaamde Nibelungenhalle, die in 1913 ter gelegenheid van de 100ste geboortedag van Richard Wagner door diens zoon Siegfried en zijn vrouw Winnifred werd geopend. TEMPEL Deze Wagnertempel te midden van het land der Wagnersagen „Hoeveel dagen duurt die vakantie nog?" Oud-rechercheur Jan de Roos „zoveel mogelijk mankracht". heb gebracht. Nee ze zijn niet gestraft, ze hebben gratie gekre gen. VERGISSING Hoe getuigen zich kunnen ver gissen, heb je pas geleden nog met die afschuwelijke moord op dat meisje van Fortuin kunnen vaststellen, toen alle getuigen zich in het tijdstip waarop zij haar hadden gezien vergisten. Zo'n zelfde geval maakte ik mee toen een ambtenaar van de be lasting een sigarettenhandelaar in de Nieuwe Armsteeg doodschoot. De ambtenaar had een waar schuwingsschot in de lucht gelost en zei daarna door de handelaar te zijn aangevallen, waarop hij zich verdedigd had en op zijn aanvaller had geschoten. Niet minder dan vijf getuigen beweer den echter dat de belastingamb tenaar pas gescheten had toen zijn slachtoffer al op de grond ir een portiek lag. Kijk dan komt zo'n zaak natuurlijk even anders te liggen. Dan ziet het er niet best voor de schieter uit. Ik kreeg die zaak te behande len. Bij het onderzoek vond ik een klein gaatje in de stijl van de deur in de portiek, waarin het slachtoffer had gelegen. Ik prikte erin en ja hoor daar zat de kogel. Op de schouderhoogte zat hij in het hout. De belastingambtenaar had dus niet geschoten toen zijn aanvaller reeds op de grond lag. Maar toch verklaarden vijf getui gen pertinent hetzelfde en waren niet van hun verklaring af te brengen. Waarom? Niemand had er enig belang bij. Geen van de vijf kende het slachtoffer of de ambbenaar. Het liet mij niet los, waarom die mensen dat deden. Ineens had ik het. Alle vijf had den ze een knal gehoord en gezien dat de man in het portiek lag. Maar toen was deze re\eds dood. Een kogel heeft een snelheid van 10 meter per seconde, maar het geluid van het schot hoor je veel later. De kogel had dus zijn dode lijk werk reeds gedaan voor de vijf getuigen de knal hoorden. De ambtenaar ging vrijuit. Getuigen kunnen heel belang rijk zijn, maar ik leerde in die vijfendertig jaar bij de politie, nooit alleen op getuigenverklarin gen te bouwen. Want over hoe je dan de boot in kan gaan kan ik nog wel uren verteilen...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 9