Ex-spion Chapman: „Het
ging om geld en vrijheid"
Na veel tegenslag eindelijk
succes voor Renee Frank
Fortuin op
geringe diepte
ZATERDAG 15 JULI 1967
L.D.ext^te
r
Het gaat goed met Renee
Frank. Hij is enige tyd ge
leden teruggekeerd van
een wereldtournee die hij heeft ge
maakt op invitatie van de Holland-
Araerika Lijn. Hij heeft daarbij o.a.
Bombay aangedaan en daar heeft
men hem aangeboden terug te ke
ren en twee maanden te komen
zingen. Verder heeft Renee Frank
aanbiedingen gekregen uit West-
Duitsland. Begin juli maakte hij
voorts een plaat met liedjes die hij
zelf mocht uitzoeken.
Het is met Renee Frank, die nu
al weer zes jaar in het vak zit,
langzaam in stijgende lijn gegaan.
Zijn beginnetje was als koorlid bij
„My Fair Lady". Bovendien was
hij in deze musical de stand-in van
Freddie. Het was meteen een wat
solistisch rolletje, zij het dan wel
piepklein: hij was de butler die Jo-
han Kaart in zijn rol van vuilnis
man moest aankondigen. Dat was
voor hem al een grote stap: in
Groningen, waar hy geboren is,
had hij maar heel weinig aan zin
gen gedaan.
Van „My Fair Lady" heeft hij
een hoop geleerd. Negen maanden
heeft hij er gewerkt en de strakke
regie die hij daar kreeg noemt hij
nog steeds het fundament van zijn
verdere carrière. Want, zo zegt hij,
ik heb er striktheid en concentra
tie geleerd op de eindeloze repeti
ties.
Na „My Fair Lady" was het niet
eenvoudig voor hem om weer aan
de slag te komen. Het ging alle
maal wat moeilijk en hij dacht er
dan ook over om ermee te stoppen.
In een bui van verregaand opti
misme is hij toen een auditie gaan
maken bij Wim Kan. Hij noemt
het zelf nog steeds een staaltje van
enorme lef. Hij zong Corrie Vonk
wat cabaretliedjes voor van haar
echtgenoot en van Wim Sonneveld
en Corrie's antwoord luidde: gunst
jongen, je hebt een uitstekende
stem, maar je hebt een gekke ge
woonte, je wijst op alles wat je
zingt.
Maar toch werd Renee Frank in
de groep opgenomen. Hij belandde
in Kans cabaret Herexamen. „Ook
daar heb ik enorm veel geleerd.
Wim Kan zegt altijd wel van zich
zelf dat hij geen regisseur is, maar
in werkelijkheid is hij de beste re
gisseur die men zich maar kan
wensen. Een van de ergste dingen
die er eigenlijk bestaan is het voor
spelen voor Kan. Dat is misschien
nog wel erger dan een première.
Kan zit rustig op een stoeltje te
luisteren, zegt niets, en gaat na af
loop een tyd zitten dubben om dan
ineens met totaal nieuwe regie
ideeën aan te komen.
Mijn eerste jaar bij Kan had ik
uiteraard als beginneling weinig te
doen. In het tweede jaar daaren
tegen kreeg ik al wat eigen num
mers: een proloog en een nummer
met Henk Elsink samen. Na Kan
kwam ik bij de Sound of Music. In
diezelfde tijd heb ik ook voor het
eerst wat t.v.-werk gedaan. Ik
startte bij de VARA. maar dat
werd een debacle. Ik heb name
lijk een verschrikkelijke angst voor
televisie. Zodra de camera op mij
gericht wordt en het rode lampje
gaat branden, dan verstar ik ge
woonweg. Dat is vermoedelijk een
gemis aan training".
Renee Frank t
f .heen en weer naar de J
f Verenigde StatenJ
De Sound of Music is voor
mij ook heel nuttig ge
weest. Je mocht daar als
toch eigenlijk nog kleine jongen
werken tussen de groten, zoals Jo-
han Heesters. Voor mij is het nog
steeds onbegrijpelijk dat de Sound
of Music hier niet gedraaid heeft,
naar Amerika gegaan, op eigen
Na die musical is Renee Frank
kosten, met een studentenboot. Hy
heeft daar toen wat rondgekeken
om te kijken of er mogelijkheden
voor hem lagen, maar dat was on
mogelijk, omdat hij er geen vaste
werkvergunning kon krijgen. Een
maar terug in Nederland begon er
meer televisie los te komen. Hij
kwam enkele malen in de Cabaret
kroniek, hij maakte een plaat met
volksliedjes, samen met Connie
van den Bosch, hij speelde met
Nellie Frijda in de radioserie Ca
priolen en kwam tot slot terecht in
..No No Nanette".
Maar ook deze musical werd een
sof. Na drie maanden was de be
langstelling volledig geluwd. Weer
ging Renee Frank naar Amerika,
nu speciaal naar Broadway om er
les te nemen bij Fred Steel. Deze
keer was de reis niet geheel op
eigen kosten, maar heeft hij als
entertainer de kost verdiend op een
van de boten van de Holland-Ame-
rika Lyn. Ook toen was het weer
erg moeilyk in Amerika vaste voet
aan de grond te krijgen, hy was
daar uiteraard geen lid van enige
vakbond en kon daarom geen
werkvergunning krijgen zelfs
Max Tak kon daar niets aan ver
anderen.
En zo kwam Renee Frank dan
weer terug bij Wim Kan. Deze keer
had hy er veel te doen, o.a. een
grote monoloog. Voor hemzelf was
dat een hoogtepunt, omdat hy nu
voor het eerst, beginnend als een
voudige zingende jongen in
een willekeurig koor, ineens wat
meer de acteurskant opging. Ac
teur worden, maar dan niet op het
gebied van het klassieke toneel, ligt
hem nog steeds na aan het hart.
Het moderne spreekt hem veel
meer aan en vooral de film boeit
hem in hoge mate.
Na weer een t.v.-serie gemaakt te
hebben, o.a. voor de NCRV en voor
de AVRO, is hij drie maanden ge
leden opnieuw naar Amerika ge
gaan. „Het is voor mij een onge
lofelijke tyd geweest, om te begin
nen heb ik alle mogelijke uithoeken
van de wereld gezien, waar je toch
niet zo gauw terecht komt. en in de
tweede plaats is het voor my heel
nuttig geweest om eens als solist te
werken zonder enige regie. Want
als je in een hotel moet optreden,
dan heb je alleen maar een or
kestje tot je beschikking en voor
de rest moet je maar zien hoe je
het klaart.
Gelukkig is ook in het buiten
land mijn styl goed ontvangen. Ik
zie er nog wel verschrikkelijk jong
uit (Renee Frank is 26), maar ik
heb toch altijd van het begin af
aan bewust vermeden om een tie
nerster te zijn. Had ik dat niet ge
daan, dan was ik nooit verder ge
komen, dan had ik nooit de gewel
dige kansen gehad die ik nu heb
gekregen. Het is weieens moeilijk
om op deze manier je repertoire te
kiezen. Maar dat repertoire, dat ik
in de loop van deze jaren bij elkaar
heb gezocht, doet het, zo heb ik nu
ondervonden zowel in Amerika als
in India. Inmiddels heeft Renee
Frank van de Nederlandse regering
een beurs gehad om naar Holly
wood te gaan en zijn talenten daar
door vakbekwame mensen by te la
ten schaven.
Renee Frank is bijzonder ge
lukkig met die beurs. Want,
zegt hy, het is hier lastig
om omhoog te komen, omdat je het
als free-lancer met een eigen me
ning en een eigen stijl toch moei
lijk tot regelmatig werken komt. Je
kunt hier volop werk krijgen als je
liedjes gaat zingen als, om maar
een zijstraat te noemen. Blonde
Anna of Waar is mijn fiets Ka-
trien. Maar dat weiger ik absoluut.
Ik gun de mensen die dit soort
liedjes zingen volop hun eigen stijl,
maar dat is dan ook uitdrukkelijk
hun stijl en niet de mijne. Mensen
als Gert Timmerman geloven in
wat ze zingen, maar als ik diezelf
de stijl zou moeten zingen dan zou
ik iedereen staan te bedriegen.
Want ik geloof niet dat een derge
lijk genre iets voor my is. Ik zeg
uitdrukkelijk niet dat het genre
niet goed genoeg voor mij is, maar
ik kan het op geen enkele manier
aanvoelen en daarom begin ik er
ook niet aan.
Waar ik van hou zijn mu
sicalliedjes, cabaret
liedjes en ook stukken
uit het moderne repertoire, zoals
van de Beatles, en alles wat de
beat verder maar oplevert, maar
deze stijlen kopieer ik niet, ik maak
er gewoon iets van mezelf van, ik
trek het als het ware naar my toe.
Iedereen raadt my tegenwoordig
aan een eigen groep te beginnen,
om zelf iets te gaan doen. Ik zou
het wel willen, maar ik geloof dat
ik nog niet zover ben. Een klein
beetje zelfkritiek mag je per slot
van rekening wel hebben. Als ik
zoiets zou gaan opzetten en het zou
mislukken, dan kan ik warempel
wel inpakken. Want dat is het
moeilijke in Nederland: als je hier
eens een flop maakt, dan duurt het
jaren voor je weer een kleine kans
krijgt. En dat maakt het werken
in het buitenland zoveel gemakke
lijker: als daar eens iets mis gaat,
dan zeggen ze jammer, maar de
volgende keer beter",
Het was koud. En ten
beetje mistig tijdens
die eerste dagen van
het nieuwe visseizoen. Een
tikje mistroostig, als ik het zo
zeggen mag. We zaten met
dikke truien en toch nog bib
berig langs het water en hiel
den daar vijf meter Frans
riet bovenmet de bedoeling
wat brasem te vangen. Onze
eerste expeditie, dat is tradi
tioneel, geldt altijd de bra
sem. Maar jawel, misschien
dat u ons uit de droom kan
helpen.
Wij visten mijn vismaat en
ik met 14/00 mm nylon; men
kan daar lang en breed over
praten, maar dat is en blijft een
nauwelijks zichtbaar draadje.
Omdat wij maden als aas ge
bruikten, hadden we een Crys
tal haak gemonteerd, die net.
plaats bood aan drie vliegelar-
ven. Een dunnere haak, een
scherpere haak en een onopval
lender haak moet nog steeds
worden uitgevonden. Als dobber
hadden we een pen met een
dunne, lange antenne gekozen,
ook van Franse makelij, die op
zes kleine loodflintertjes zijn
subtiele plicht deed: hij liet zich
langzaam zakken en hield pre
cies het hoofd boven water
wanneer het aas zich op de bo
dem neervlijde.
We hadden gevoerd. We had
den gevoerd met het subliemste
voer ooit in kant-en-klaar-ver-
pakking geleverd; gemalen hen
nep, gestampte havermout, pil-
chard-olie en nog het een en
ander. Bij het naderen van het
water, noch bij het zitten gaan,
hadden we enig gerucht ge
maakt. Het klinkt enorm gepro
nonceerd misschien, maar we
hadden een stukje prima vak
werk geleverd.
En daar zaten we dan. Huive
rig in onze truien, dat zei ik
reeds, maar ook zonder het
minste spoor van „bewijs". Geen
tikje beroerde de pennen. Geen
kringetje en geen belletje werd
aanschouwelijk als teken dat er
vis in ons stukje water aanwe
zig was.
Onze dobbers stonden roer
loos. als twee draadnagels in het
asfalt.
denkt dat wij na dit debacle op
de tweede dag van het nieuwe
seizoen, geruime tijd het vissen
zouden vergeten, heeft het erg
goed mis. En bovendien ver
moed ik. dat hy geen visser is.
Het klinkt vreemd, ik weet het,
en het zal ook wel een snufje
abnormaal zyn, maar dezelfde
avond nog zat ik aan mijn tui
gen te pielen. Ik weiger name
lijk te accepteren dat het van
gen en niet vangen altyd met
het weer, de wind of de tempe
ratuur in verband staat. Ik zoek
graag eerst de schuld bij my
zelf.
my van het noemen van i
len. Ik heb vaak gezegd
herhaal dat graag: het ple?
van een visdag laat zich
vertolken in kleinere of grot|
aantallen vis. De genoegens v
het vissen liggen op een an$
vlak. Maar ik wil wel graag q
derstrepen. dat we een prachi
ge. een onvergetelijke dag hifi
ben gehad. En mag ik nu iMa
verklappen? We visten op nin
welyks vyftig centimeter watfc
NIETS WETEN
TWEEDE DAG
MORAAL
Zo zaten wij geruime uren. Ik
herhaal: zo zaten wij geruime
uren. Ik kan u dan ook wel ver
tellen wanneer men een der
gelijke bezigheid in loondienst
zou moeten verrichten, de vak
bonden zouden allang protest
hebben aangetekend.
Maar ach, wat doet men als
men mentaal overpruttelt om
dat men al weken naar een da
tum heeft toegeleefd?
Om elf uur een schraal en
schuchter zonnetje kon geen
warmte in de botten brengen
zyn we huiswaarts gegaan. Te
leurgesteld en een beetje ver
drietig. Driemaal hadden we
beet gehad, driemaal hadden
we vast geslagen. Tweemaal
hadden wij een visje boven wa
ter gehaald.
Ik schaam mij visjes van nog
geen 15 cm.
Ik geef toe. tot dusver is het
een triest verhaal. Maar er zit
een moraal in. Een prettige mo
raal. Die volgt nog. Wie nu
Een ander water. Een plas
deze keer. We waren er niet zo
erg vroeg. We hadden gewacht
of de zon zou gaan schynen.
Dat wel, ja.
Hetzelfde voer, hetzelfde tuig.
Met een iets lichtere pen. Ma
den als aas.
U kunt het geloven of u kunt
dat laten, maar het ging zo. De
pen, zonder aas aan de haak,
werd op diepte gesteld. Het was
vry vlak water, dus het puntje
werd laag gehouden. Een bal
letje voer te water met als reac
tie een uitdeinende kring. Ma
de op de haak, ingeworpen, de
kring van het ingeworpen voer
nog niet geheel verdwenen
en daar kwam de pen. Prachtig
wit, kaarsrecht en zeer stevig
vastgehouden.
Twee seconden na de eerste
inworp hadden we er een bra
sem op waar tegen men. wan
neer dat niet zo afgezaagd zou
klinken, gerust Excellentie zou
mogen zeggen. Dat wil zeggen:
63 cm vind ik een respectabele
brasem. Vooral als het de eerste
Zoals gewoonlyk onthoud ik
We hebben al vry veel vis
gesproken. Vissende in alle
len van ons land. Van Frieslaj
tot Limburg, van Overysel
in de kop van Noord-Holla:
Veel waren erby met slecljt
vangsten minder met
vangsten. Zy die goed vingk
zochten het allemaal op veerif
vyftig centimeter. En ze vondk
het daar. Zoals wy het vondf
Zolang de koude nachten
schrale winden voortduren,
ik misschien dit advies wel
geven. Ik geloof dat men
fortuin op geringe diepte
zoeken. Alles wyst erop.
Geluk mag dan niet
plaats, grootte of tyd gebonjü
zyn, de vreugde van het
gen toch ook een soort
geluk manifesteert zich
na ryp beraad, overleg en ju
keuze.
Ik denk nu aan de polders,^
gedeelten van de plas
weinig water staat en de
ten van vele vaarten, met
niet meer dan zestig centin
water boven hun bodem.
Of het allemaal zal klopi
weet ik niet. In de sportviss0oo
wordt het meeste namelijk #an
geweten.
Jan Schrei gir
Een goede vijftiger, gekleed in een loshangend vest met
sloffen aan zijn voeten zit tegenover me. Staat op en
gaat lui op de divan liggen Is dit de Eddie Chapman,
de spion? „Hm, ja ik was spion", zegt hij met een sarcastisch
lach in zijn staalblauwe, wat vermoeid staande ogen. „Spio
neerde voor de Duitsers en gaf de Engelsen mijn informaties,
alleen om geld te verdienen, veel geld en mijn vrijheid garant
te stellen".
Eddi Chapman met de Zweedse schone Franceska op Rome's
Via Veneto.
Eddie Chapman, de man die tij
dens de oorlog voor de Duitsers zo
genaamd tegen de Engelsen spio
neerde en in wiens oorlogsverhaal
regisseur Terence Young, een per
soonlijke vriend van Chapman,
stof vond voor de film „Triple
Cross", bewoont thans een luxueus
appartement in Rome. Daar brengt
hij zyn tijd zoek tussen veel vrou
welijk schoon en oogst faam door
het geven van groots opgezette
parties, die het langzaam wegkwij
nende dolce vita weer wat leven in
blazen.
„Ik had geen keus, myn strafre
gister in Engeland zou me bijna
levenslang, nou ja reken tien tot
vijftien jaar, kosten en wat hield
het leven dan nog voor me in",
zegt Chapman.
„Ik was een moeilyk kind, mijn
moeder heeft veel last met me ge
had en ik weet nog hoe blij ze wis,
toen ik eindelijk besloot in het le
ger te gaan".
Lang hield hij het daar niet vol.
Op achttienjarige leeftijd deser
teerde hij en, na het „juiste" ge
zelschap gevonden te hebben,
„dwong" zijn economische situatie
hem ertoe bankovervallen te gaan
plegen. „Ik was heel goed, was de
enige ter wereld die een gave ma
nier had uitgevonden om banken
op te blazen", zegt hij nu grijnzend.
Na verloop van tyd hij had
genoeg geld veroorloofde hij zich
een vakantie op het eiland New
Yersey, ook omdat het hem in En
geland een beetje te heet onder de
voeten werd. Maar ook daar bezon
digde hij zich aan een overval, ge
volg: arrestatie en een veroordeling
tot twee jaar gevangenisstraf. „Dat
was begin '40. Myn geluk was dat
ik op New Yersey gearresteerd
werd en niet aan Engeland werd
uitgeleverd, een regeling die aileen
in de Engelse wet bestaat. Dan
had ik de rest van mijn leven wel
in de gevangenis door kunnen
brengen. Nu had ik twee jaar en
vond daarin alle tijd om na te den
ken wat mijn rol in het 6teede he
viger oorlogsspel zou zyn".
Hoofdfiguur
uit de film
Triple Cross
GELUK
De Duitsers bezetten New Yer
sey en Chapman bood onmiddellijk
zijn diensten aan, die na diepgaan
de onderzoeken geaccepteerd wer
den. „Het spel begon en met veel
geluk en veel risico's is het goed
afgelopen. De Duitsers boden me
goed geld en toen ik de eerste keer
in Engeland werd gedropt. Kwam
voor mij de kans daar het ijzer te
smeden. Dat was moeilijk, nie
mand geloofde mij in eerste
instantie, te meer daar de Duitsers
mij officieel ter dood veroordeeld
hadden. Maar myn vriend Teren
ce Young, die als majoor in Afrika
zat was een van de weinigen, die
kon bevestigen dat ik werkelijk
Chapman was. Hij werd terugge
roepen alleen om mij te identifi
ceren. Toen was het pleit gewon
nen en werkte ik ook voor de En
gelsen".
Van de Duitsers kreeg hij ^eld,
van de Engelsen zijn vrijheid. Hit-
Ier gaf hem zelfs het yzeren kruis
voor bewezen diensten. „Daar ging
het my om, ik wilde geen gevange
ne meer worden en toch geld ver
dienen, ik mag wel zeggen dat het
gelukt is".
„In feite was u dus geen spion?"
„Ja en nee, ik was Engelsman
en ben chauvinistisch genoeg om
niet tegen myn vaderland te wer
ken. Als je dat doet ben je ner
gens meer, voor mij was het zui
ver een economische zaak. Dat de
Duitsers erin gelopen zyn is
mijn zaak, daar kan ik nu alleen
maar om lachen".
„Heeft het geen moeite gekost er
een film van te laten maken?"
„Eeriyk gezegd wist ik niet dat
Terence Young het plan had een
film te maken. Ik heb na de oorlog
mijn verhaal geschreven, wat niet
gepubliceerd mocht worden. Het
heeft jaren geduurd. Het verhaal
is door veel handen gegaan voor ik
eindelijk die toestemming kreeg. Ik
heb toen de filmrechten verkocht
maar er nooit meer iets van ge
hoord. Tot vorig jaar, ik was met
vakantie in Griekenland, toen Te
rence me belde met de woorden
„Eddie kom naar Rome, je film
gaat in première". Ik wist niet wat
ik hoorde, ik wist nauwelyks wie er
in meespeelde. Ik heb niets met de
film te maken gehad en zag ineens
een Italiaanse première van mijn
oorlogsverhaal, waarvan ik geen
woord verstond en het eerlijk ge
zegd wel een beetje vreemd vond".
„Is de film niet een beetje over
dreven?"
„Natuurlijk, het verhaal Is te ge
romantiseerd. De vrouwen bijvoor
beeld bestonden wel maar hebben
niet die rol gespeeld die de film
laat zien. Het voornaamste is ech
ter dat Terence de twee hoofdza
ken in de film verwerkt heeft;
myn twee opdrachten. Het opbla
zen van de havenwerken ipn
field en de opdracht over
en V 2-vliegtuigen. Maar PP 1
grijpt dat het voor my moP di
een oordeel over de film tepn
temeer omdat ik de enige W
precies weet wat er gebtf he
Een script is altyd weer anópte
een boek.
Het avonturieren liet
ook na de oorlog niet los. J
nu eenmaal ben het nogNh
avonturier. Men wist datf
iets aan kon, zeker in de f
waarin ik toentertijd
Bovendien geld was nog stef
belangrijk onderwerp voor f
De eerste jaren na
log hield ik me verwoed i
ken bezig en wedden op f
dat me behoorlijk wat
bracht. Ik heb daarna nog (lis t
te opdracht vervuld, een
napping van een politieke|»erh
waarvoor ik door de
tien bekwaamste gangstd «Pi
Londen werd bij ge:
hand heeft hy nog voor <^ove
derlandse betonmaatsch
Ghana gewerkt en toen 1
genoeg van. „Er was geld.1'
kwam dat ik een beetje plat
maken". In Londen werdf
faamd om zijn parties,
jonairs, acteurs, actrices, i
kortom iedereen die geld 1
kom was. „Tydens de
Lon dense treinoverval heb I act
langdurige verhoren
dergaan. De politie vermoe
ik de overvallers wel
vest zou kunnen hebben, fin
vervelend was, want ik
jongens helemaal niet".
Is het avonturen-besü
afgelopen, mr. Chapi
„Wat wil ik nog?" i
„Rome bevalt me, er is
zijn feesten en schandal
daartussen door schrijf f
verhalen".
„Verhalen"?
„Ik heb vijf boekend i
Met „Triple Cross" inbegi
ik reeds voor drie boeken lTer
rechten verkocht en och, 1
seer me, voel me prettig, en F
te grote opdrachten komefj'
niet meer los".
n:1* h