PAGINA 21 LEIDSCH DAGBLAD 48) De manier waarop ze naar Mary keek, had me aan het denken gezet. Ik had de indruk dat er heel weinig sympathie bestond tussen die twee. Voor het eerst begon ik me af te vra gen wat de toekomst van het meisje zou zijn. Mevrouw Inglethorp had geen enkele voorziening getroffen voor haar, maar ik dacht dat John en Mary er waarschijnlijk wel bij haar op zouden aandringen bij hen te blijven wonen in ieder i het eind van de oorlog. Ik John erg op haar gesteld wt Jammer zou vinden als ze wegging, John was ondertussen het gelopen en kwam nu weer naar bui ten. Op zijn gewoonlijk zo te gezicht lag nu een trek van kwaadheid. „Die verdraaide detectives! snap niet wat ze willen. Ze zijn in alle kamers van het huis geweest waar ze alles binnenstebuiten ge keerd en ondersteboven gehaald heb ben. Het wordt nu toch werkelijk te gek! Ik denk dat ze hun kans schoon zagen nu wij allemaal buiten zaten. Ik zal die Japp op z'n donder geven, de eerstvolgende keer dat ik hem tie!" „Een stel nieuwsgierige bemoei als!" mopperde Evelyn Howard. Lawrence was van mening dat ze toch moesten laten zien dat ze ten minste iets deden. Mary Cavendish zei niets. Na de thee vroeg ik Cynthia om mee te gaan wandelen, en we slen terden samen het bos in. „En?" vroeg ik, zodra we door een bladerscherm aan eventuele nieuws gierige blikken onttrokken waren. Met een zucht liet Cynthia zich zakken en zette haar kapje af. Het zonlicht dat door de takken drong, zette haar kastanjebruine haar in 'n gouden gloed. „Meneer Hastings u bent altijd zo vriendelijk en u weet zoveel." Op dat moment drong het opeens tot me door wat een buitengewoon charmant meisje Cynthia eigenlijk was! Veel charmanter dan Mary, die nooit zulke dingen zei. „En?" vroeg ik welwillend, toen ze aarzelde. „Ik zou graag willen dat u my een advies gaf. Wat moet ik doen?" „Doen?" „Ja, ziet u, tante Emily heeft mij altijd gezegd dat er voor mij gezorgd zou worden. Ik denk dat ze het ver geten is of dat ze er niet op rekende al zo gauw te sterven hoe dan ook, er is niet voor mij gezorgd. En ik weet niet wat ik nu doen moet. Vindt u dat ik hier meteen weg moet gaan?" „Goeie hemel, nee! Ik geloof vast en zeker dat ze je niet eens zullen laten gaan." Cynthia aarzelde even en plukte ondertussen met haar kleine handen wat aan het gras. Toen zei ze: „Me vrouw Cavendish wel. Ze haat me." „Jou haten?" riep ik verbaasd. Cynthia knikte. „Ja. Ik weet niet waarom, maar ze kan me niet uitstaan. Hy trouwens ook niet." „Daarin vergis je je, volgens mij," zei ik hartelijk. „John is, integendeel, erg op Je gesteld." „O Ja, John! Ik bedoel Lawrence. Niet dat het me iets kan schelen of Lawrence me haat of niet. Toch is het wel naar als niemand van Je houdt, vindt u ook niet?" „Maar dat doen ze wel, beste Cyn thia," zei ik ernstig. „Ik ben ervan overtuigd dat je je vergist. Kijk nou Breestraat 137 's hier, je hebt John en juffrouw Howard Cynthia knikte nogal somber. „Ja, John mag me wel, geloof ik, en na tuurlijk zou Evie, ondanks haar norse manier van doen, zelfs geen vlieg kwaad doen. Maar Lawrence zal geen woord tegen me zeggen als het even niet hoeft en Mary kan het nauwe lijks over haar hart verkrijgen be leefd tegen me te zijn. Ze wil wel dat Evie blijf, smeekt haar zelfs om te blyven, maar mij wil ze niet en en ik weet niet wat ik doen moet. Plotseling barstte het arme kind in tranen uit. Ik weet niet wat me bezielde. Haar schoonheid misschien, zoals ze daar zat, met het zonlicht dat haar haar in gloed zette; misschien een gevoel van opluchting om iemand te treffen die zo duidelijk niets met het drama te maken had; misschien ook eerlijk medelijden met haar jeugd en een zaamheid. Hoe dan ook. ik boog me voorover en zei onhandig, terwijl ik haar kleine hand pakte: „Trouw met me, Cynthia." Onbewust had ik een probaat mid del gevonden om haar tranen te stui ten. Ze zat meteen rechtop, trok haar hand weg en zei nogal scherp „Doe niet zo gek!" Ik werd een beetje kwaad. „Ik doe niet gek. Ik vraag je alleen of je mijn vrouw wilt worden, Tot mijn stomme verbazing 1 te Cynthia in lachen uit en noemde mij een „lieve grapjas." „Het is fantastisch lief van je," zei „maar je weet best dat je het niet eens zou willen!" „Ja, heus! Ik heb..." „Hindert niet wat je hebt. Jij wilt het niet echt en ik ook niet!" ,.Nou, dat verandert de zaak na tuurlijk," zei ik stijfjes. „Maar ik zie niets om te lachen. Een aanzoek is niet grappig." ,Nee, daar heb je gelijk in," zei Cynthia. „Volgende keer zou er eens iemand „ja" kunnen zeggen! Tot ziens, je hebt me enorm opgemon terd." Hoogleraren en synodale vergaderingen De generale synode van de Geref. kerken (vrijgemaakt) heeft zij-li tij dens haar in Amersfoort voortgezet te zitting uitvoerig bezig gehouden met het voorstel van de kerk van Schouwerzijl om deputaten te benoe men, die elk jaar het minimum pre- dikantstractement moeten vaststel len. Het voorstel werd echter met al gemene stemmen verworpen, omdat de synode van oordeel was. dat het geven van richtlijnen op dit punt door de classicale vergadering kan geschieden. Bovendien zou een der gelijk voorstel, dat alle kerken aan gaat, eerst in de mïndere-vergade- ringen behoorlijk moeten zijn voor bereid. Een voorstel van de kerk van Zalk en Veecaten (O) om geen hoog leraren meer uit te nodigen voor de En met een laatste onbedaarlijke generale synode werd uitvoerig be- lachbui verdween ze tussen de bo men. Toen ik nog eens over het gesprek nadacht, vond ik het bijzonder on bevredigend. Plotseling kwam het plan bij me op naar het dorp te gaan en Bauer- stein op te zoeken. Iemand moest toch een oogje op die vent houden. Tegelijkertijd zou het verstandiger zijn ieder vermoeden, dat hij kon hebben ten aanzien van het feit dat hij verdacht werd, in slaap te sus sen. Ik herinnerde me hoe Poirot op mijn tact had vertrouwd. Dus ging ik naar het huis met voor het raam een bordje „Kamers te huur," waar ik wist dat hij verbleef, en klopte aan. Een oude vrouw kwam de deur opendoen. Goedemiddag," zei ik vriende lijk. „Is dokter Bauerstein thuis?" Ze staarde me aan. Wordt vervolgd PANDA EN DE MEESTER DRINKER 31—93 De onzichtbare Joris Goedbloed stapte de bank uit met de drie geldzakken op zijn schouder. »£en Vettige hank om zaken mee te doen!" mompelde hl) in zichzelf. „Met een prettige bediening werkelijk keurig en voort varendHoewel men nu toch iets te snel te werk gaat! Daar is de alarmbel reeds!" Zo prevelend passeerde hij de twee Geheime Agenten die nog steeds naar hem op zoek waren. „Hoor je dat?" sprak de een. „De bank is bestolen!" „Zie je dat?" zei de ander. „Daar zweven geldzakken!" De detec tives bleven even in gedachten verzonken staan, en kwamen toen gelijktijdig tot een gevolgtrekking. Joris Goedbloed!" riepen ze als één man. „Halt! Je hebt on zichtbaar een bank geplunderd!" „Het is treurig, dat men mij durft te storen met zulke kleinig heden!" mompelde de aangeroepene. Jk zal daar toch een eind aan moeten maken!" AU Ml/Y MT HOORT, "2Au HIJ NIET MEER Rustig SLAPEN. KAT£; MODERNE ROKKEN sproken. Herhaaldelijk heeft de positie van de hoogleraren bij de generale sy node van de vrijgemaakte kerken onderwerp van discussie uitgemaakt. De hoogleraren zijn bij de vrijgemaak te synode geen lid. zodat ze geen voorstellen kunnen indienen of rap porten uitbrengen Wel mogen ze deelnemen aan het werk van com missies en aan de debatten ter sy node. Bij de discussies kwam de vraag aan de orde, of het onder wijs geen schade ondervindt van de langdurige afwezigheid der hooglera ren. De generale synode overwoog echter, dat daarover in de versla gen van curatoren nooit iets te le zen is geweest. Het voorstel van Zalk en Veecaten werd met algemene stemmen verworpen en besliste dat hetgeen de synode van Kampen van 1951 hieromtrent heeft bepaald on gewijzigd zal worden gehandhaafd. Wel werd met 18 tegen 13 stemmen een voorstel aangenomen van ds. Joh., Francke uit Hoogeveen, dat voortaan bij stemmingen niet meer eerst het advies van de hoogleraren zal worden gevraagd, omdat een ad vies dat wordt uitgebracht zonder dat het in vrije discussie met argumen- n is gestaafd, geen waarde heeft. Alvorens de zitting te verdagen tot 30 mei benoemde de synode nog de putaten voor de nieuwe psalmberij ming. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 831. Daar hebben we jullie lelijk in angst laten zitten! Het kasteel in de golven verdwenen, de Kokanje eenzaam dobberend. Bram nog steeds als muisje: het is me een toestand. Maar Karo en Tutu waren er immers ook nog? Met één greep had de scheepskat alle muisjes, waarbij ook Bram zich bevond, in zijn pootjes genomen. Even had hij rondgekeken naar een mandje om ze gemakkelijk in te vervoeren. Maar net bij tijds had hij bedacht dat er als het kasteel zou verdwijnen van het mandje niets zou overblijven. De muisjes klampten zich aan hem vast. Heel hun leven hadden zij voor katten de vlucht genomen, maar nu dankten zij hun vlucht aan een kat. Terwijl het kasteel onder hun pootjes wegzonk pakte Tutu Karo in het nekvel en zó verlieten zij de gevaarlijke plek, op zoek naar de Kokanje. De heks, die nog steeds vastgebonden lag, zag hen met gemengde gevoelens komen. Zij had de ondergang van het kasteel gezien en begrepen, wat er aan de hand ivas. En ze ivas niet erg in de stemming om mee te werken Russische raket voor ruimtevlucht op expositie De Sowjet-stand op de luchtvaart tentoonstelling die deze maand in Parijs gehouden zal worden zal een exemplaar tonen van de raket, die in 1961 gebruikt werd om de Sowjet- kosmonaut Yoeri A. Gagarin als eer ste mens in de ruimte te lanceren, aldus deelde Tass mee. Tass zei. dat de drietrapsraket in 1956 ontworpen werd. Ruimte conferentie De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft zonder be zwaar besloten de internationale conferentie inzake het vreedzaam gebruikt van de ruimte uit te stellen van september dit jaar tot 14—27 augustus 1968. De conferentie zal in Wenen ge houden worden. Om het uitstel was verzocht door de Sowjet-Unie. ADVERTENTIE Ons dagelijks vervolgverhaal AGATHA CHRISTIE Styles ADVERTENTIE Vldan? 24 U Curacao daarna Yok» VIv.pTra 24 ta Cap Lopas daarna i»H5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 21