j^eer jgoed 'kalfs vlees Fondant en fluweel in poëzie-albums Kinderen hebben alle tijd Buitenlands eten 2 l|ATERDAG 20 MEI 1967 LD.-EXTRA 8 In de afgelopen maanden is iet duidelijk geworden dat in Nederland een aantal loeren bij het mesten van talveren gebruik maakte van lormoonpreparaten of syn- hetische vervangingsmidde- en daarvan. on Zowel nationaal als Internatio nal heeft het bekend worden van deze feiten grote gevolgen gehad. heeft tijdelijk de Import van kalfsvlees stopgezet uit vrees voor ten mogelijke schadelijke invloed de volksgezondheid, veroorzaakt jóor in het vlees achtergebleven sten van deze preparaten. Ook in igen land is de angst voor I Biduien vrij algemeeneen groot antal Nederlanders kiest veilig- leidshalve andere vleessoorten. De voor de mest bestemde kalve- Kn voor het overgrote deel tierkalveren worden gedurende viertal maanden opgefokt met unstmelk. Het is bekend, dat toe- Uening van bepaalde stoffen de ei van kalveren kan versnellen het slachtgewicht verhogen. De off en, die deze groeibevorderende icrking hebben, zijn oestrogene offen of populair gezegd rouwelijke hormonen. Natuurlijke istrogene stoffen zijn oestran en estradiol. Men kan echter stoffen iet soortgelijke werking ook langs mthetische weg bereiden. Het leest gebruikte synthetische groei- evorderende preparaat is het dia- Het zal niemand verwonderen, it de toepassing van deze stoffen gezien de mogelijkheden een rote, en naar gebleken is, onweer- aanbare verleiding vormt voor de elt^ DEZE WIJZE VAN GROEIBE ORDERING IS ECHTER BIJ WET VERBODEN. ds in 1961 heeft het Produkt- ip voor Vee en Vlees speciaal het oog op de export van vlees, verordening uitgevaardigd die toediening van oestrogene stof- aan slachtdieren uitdrukkelijk irbiedt. In 1965 trad de antibiotica-wet i werking waarbij het in handen omen van onder meer deze stof- wordt beperkt tot diegenen ze uit hoofde van hun beroep bedrijf nodig hebben. De controle op de naleving van $e wet was tot voor kort niet makkelijk. Thans heeft het ijksinstituut voor de Volksge- ondheid een methode ontwikkeld betrouwbaar routineon- erzoek van de urine van slacht- ieren. Bovendien wordt eraan ge- erkt de methode waarbij het mo- elijk is door microscopisch weef- ïlonderzoek van slachtdieren een lormoonbehandeling aan te tonen, eschikt te maken voor het gebruik de slachthuizen. Op het moment dat u dit leest, lag aangenomen worden, dat con- rolemaatregelen overal in ons worden toegepast. Hierdoor rordt gewaarborgd, dat zowel in wtfï linnen- als buitenland de consu- r en tónt Nederlands kalfsvlees aange- loden krijgt, dat vrij is van kunst matige groeibevorderende stoffen, kunt dus weer met een gerust iart kalfsvlees eten. Een van de heerlijkste sfeer-over blijfselen uit de jaren-van-wel eer is zeker 't poëzie-album. Het heeft zich, hoewel aangetast door een wereld van beat en groeiende verza kelijking, vreemd genoeg nog staande kunnen houden, al heeft 't dan heel veel terrein verloren. Vroeger bezat elk meisje er één, maar daar is al lang geen sprake meer van. Het lijkt erop dat de dag niet meer veraf is dat Vader Tijd het boekje zal bijzet ten in de bestofte ruimte die herin nering heet. Wie wel eens zijn poëzie-album in handen krijgt, zal zich altijd weor verbazen over de gedichtjes die erin staan. Er hangt een waas overheen van oubolligheid, van sympathieke nutteloosheid, van verrukkelijke naïveteit en van in het atoomtijd perk verloren geraakte romantiek. De versjes zijn door de jaren heen wel iets van toon veranderd, maar niet zo heel ingrijpend. Men kan zich evenwel afvragen of vandaag de dag iemand dit nog zou durven schrijven: Lieve Elsje, Mocht mijn wensch bekoring kun- (nen vinden Hoe gelukkig zoudt ge zijn Nimmer stormden dan de winden Altijd was het zonneschijn Nimmer zou het onweer loeien Op Uw verder levenspad Rozen zaagt ge dan slechts bloeien Waar geen enk'le doorn aan zat. Het lijkt onmogelijk, zoals ook deze hoogbejaarde regels aangetroffen op de openingspagina van een poëzie album: Het is een goed idee mijn lieve kind Om van hen die door U worden be- (mind En wier herinnering Gij wilt bewa- ren Hunner gedichtjes op te sparen Uw vader hoort zeker bij de mensen Die U het allerbeste wensen Is men enigszins van de schrik be komen dan kan men enkele pagina's verder een adembenemend gedicht als het onderstaande verorberen: Geniet van de dagen Uwer jeugd Wees vrolijk maar en blij Wees steeds Uw ouders en meesters (tot vreugd Want snel gaan de dagen voorbij Doch zijt ge groot Wees steeds tot helpen bereid In vreugd en in droefheid, bij Hef (en bij leed Waarheen Uw weg ook leidt. En dit wil gewoon niet meer, hoe Jammer misschien ook: Dat schuurde zijn neusje met zand Lieve Willy laat jouw hartje zo rein Als dat katertje zijn neusje zijn Aangezien die regeltjes van cliché's aan elkaar hangen en zelden een per soonlijk woordje bevatten, kunnen zij nooit enige ontroering teweegbrengen. Er is er maar eentje die mij iets heeft gedaan, maar meer door het tijdstip waarop het werd geschreven dan door de inhoud: Telkens als Gij op dit blaadje Met een oog van vreugde ziet Denk dan Willy aan de liefde Vergeet, vergeet dat niet. Mijn grootmoeder schreef het met wanhopige hanepoten in het poëzie album van mijn buurmeisje op 26 fe bruari 1945. De ellende in de honger winter was toen.op zijn hoogst. Op zó'n moment moet je het dan maar kunnen schrijven. Het poëzie-album was (en ls) iets van meisjes, als jongen kon je je er niet druk om maken. Ik vormde een uitzondering op die regel, want ik vond de gedichtjes vaak erg mooi en naar de kleurige plaatjes van hondjes, keurige jongetjes en meisjes met goudblond haar en vergeet-mij- nietjes in de hand kon ik urenlang blijven kijken. Ik raakte er ook nog eens door verwikkeld in een uiterst pijnlijke affaire, waar ik mij lang zeer diep voor heb geschaamd. In de hoogste klas van de lagere school had ik het poëzie-album ontvreemd van een bijzonder aardig meisje. Ik be steedde er de gehele zaterdagmiddag aan om een schoon vers voor haar te ontwerpen. Na drie uur kauwen op de penhouder schreef ik deze aangrijpen de woorden: Zeer geliefde Mia, Rozen en vergeet-mij-niet Twee schone gaven Ik heb ze teder voor je afgeplukt En jij, jij mag z Ik was erg trots op deze regelen en al rekende ik er niet op dat mij daar voor de P. C. Hooftprijs of iets van dien aard zou worden overhandigd, ik verwachtte wel dat het betrokken meisje mij met een milder oog zou gaan bekijken. Het resultaat was ver bijsterend. Het goede kind werd, toen ze het vers zag, eerst bleek, vervol gens vuurrood en barstte tenslotte in luid geween uit. Haar poëzie-album was helemaal bedorven, zo liet zij luidkeels weten. Er woont op aard' een lieve fee Die duizenden wond'ren doet En die geëerd wordt en bemind Door elk die haar ontmoet Die fee door iedereen geliefd Tot alle goeds bekwaam Moet wonen in elk meisjeshart Want „Zachtheid" is haar naam Er hebben zich ook de wonderlijkste vormen van plagiaat voorgedaan. Eén van de fraaiste is zeker deze: Er was een nijlpaardje aan het (strand Dat waste zijn voetjes met zand Oh Anneke mag je hartje zo rein Als de voetjes van dat nijlpaardje zijn. En nu dezei Er liep een nikkertje langs het (strand Die poetste zijn tandjes met helder (zand Lieve Emmy laat jouio hartje zo (rein Als dat nikkertje zijn tandjes zijn. Of deze: Er liep een katertje langs het strand Het was een strenge school, de on derwijzer was van de oude, krachti ge stempel het was 1948 en de we reld kennelijk nog wonderlijk kuis. Ik moest voor de klas komen en kreeg een donderrede aan te horen, waar de oude, statige muren elkaar wellicht nu nog vurige verhalen over vertellen. „Welke duistere gedachten spoken er in jou rond" en „Hoe haal je het in je hoofd op jouw leeftijd", waren de thema's waarop de meester uitvoerig voortborduurde. Het was een schande om een meisje zo van streek te brengen. Ik had gaarne in inkt willen oplossen, maar ik bleef waar lk was: voor de klas. Die onderwijzer is al vele jaren ge pensioneerd. Hij is diep in de zeventig en af en toe kom ik hem nog wel eens tegen. Nimmer zal hij verzuimen mij te groeten. Ik glimlach altijd be leefd terug. Maar op mijn gemak voel ik me nóóit. R. D. P (W)E TENS WAARD De ongeveer driemiljoen Nederlanders, die vorig jaar hun vakantie over onze grenzen vierden, hadden allen hun eigen redenen om juist dat land of die streek te kiezen. En al zal het feit, dat men er zo lekker eet, lang niet altijd doorslaggevend zijn voor de keus, een feit is toch dat de voeding, zeker in de vakan tie, een grote rol speelt. Wie land en volk goed wil leren kennen, past zich, ook wat het eten betreft, aan aan de gewoonten van zijn gastheren. Die aanpassing kan vaak een groot deel van de va kantievreugd uitmaken. Daarom raden wij ook iedere trekker met tent of caravan aan de meegenomen levensmiddelen te be perken tot het uiterst noodzake lijke en tot datgene wat in het va kantieland schaars en diuur is. Vrijwel iedere toerist in de dop kan vóór zijn vakantie al kennis maken met de voeding die hem te wachten staat. Want ook in eigen land kan men volop genieten van de culinaire troeven van vele lan den binnen en buiten Europa. Geen grotere Nederlandse plaats of men vindt er Spaanse, Griekse, Italiaanse, Chinese en Indische eethuisjes en restaurants. En door de goede communicatie- en ver voersmogelijkheden zijn onze groentewinkels en grote levensmid delenzaken ruim voorzien van bui tenlandse voedingsmiddelen. Rijst, macaronie en spaghetti pa prika's, knoflook, aubergines en maïs, buitenlandse kaassoorten en kruiderijen en niet te vergeten de '"pcerijen, die bij de rijsttafel wor- gebruikt, raken steeds meer urgerd. Tegenover andere uit- Jean-Charles Brosseau bracht deze hoed die hij „Amerikaanse noemde in zijn collectie voor deze zomer. Niet iedereen zal er e willen lopen. Het is heerlijk om kinderen ga de te slaan en te zien hoe ze hun tijd verkwisten. Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn, die dat met afgrij zen aanzien, omdat ze zelf aan alle kanten tijd te kort komen maar ik geniet er elke dag Kinderen hebben de wonder lijke gewoonte, ons bij voortdu ring te bewijzen dat we alles verkeerd doen, verkeerd zien, verkeerd uitleggen. Als ze nog klein zijn praten ze er niet over maar ze doen, en al doende la ten ze je zien hoe totaal anders ze zijn dan wij: de groten, de ernstigen, de verantwoordelij ken, de domoren. Tegen 't ogen blik echter dat ze de puberteit naderen vinden ze het nodig je niet alleen met daden en hou ding te bekritiseren, doch het ook nog eens met veel wóórden duidelijk te maken. Vandaar dat pas beginnende pubertjes zulke onuitstaanbare wezens zijn. En zoals ze met hun tijd om springen! Natuurlijk piekeren de jon kies niet over het feit dat het leven kort is: elk voor zich zijn ze ervan overtuigd dat aan hun jeugd nooit een einde komt ze geloven eenvoudig niet in ouder worden en allerminst in doodgaan. Oud worden is dom, doodgaan is absurd. Die ver schijnselen horen thuis in een andere wereld; kinderen heb ben er niets mee te maken. Kinderen leven eeuwen en handelen als zodanig. Ze doen een uur over hun ontbijt, bestaande uit twee dunne sneetjes brood, een crac ker, een slokje theeZe be grijpen niets van je opwinding en de kreet: „Maak een beetje voort, zit niet zo te treuzelen, ik wil opschieten! Ze besteden een uur aan hun toilet, knoeien heerlijk met water in de ivas- bak, draaien kranen open en dicht, laten het zeepbakje een oceaanreis maken, vouwen een tulband van de handdoek en balanceren de tandenborstel op hun kin. Wassen en tanden poetsen vergeten ze daarbij want ze hebben het druk met: tijdverspillen! Daarna moeten ze ook nog een keer naar school. Maar nu kunnen ze hun tas niet vinden en als die tas terecht is, zijn ze een boek kwijt en als moeder dat boek heeft opgespoord, missen ze nog een schrift, en als ze de deur al uit zijn komen ze op hun dooie gemak terug want ze waren hun vulpen vergeten en waar is dat ding nou weer Dat ze pas op het schoolplein zullen arriveren nadat de deu ren zijn gesloten interesseert hen minder: zij hebben de tijd. Alle tijd van de xoereld. Waar over maken die volwassenen toch zo'n drukte? Een dag duurt heel lang! Het helpt niet dat de volwas- Moederlijke senen de kindertjes het ganse etmaal opjagen. „Vlug je bord leegeten, hoor". Ze dénken er niet over „Niet treuzelen onder weg, anders kom je te laat!" En wat dan nog? De school zal niet weglopen (helaas). ,J)enk er om, vóór zeven uur thuis". Veronderstellen we nu heus dat kinderen zich door een klók la ten beheersen? „Opschieten het is bedtijd". Ook dat vinden ze absurdbedden zijn tijdloos. „Ga eens vlug een fles melk voor me halen!" Het bevel wordt opgevolgd, alleen niet vlug, want onderweg kom je als kind zoveel interessante dingen sij-idcen, kikkerbilletjes en kangoe roevlees, staan we als Nederlanders wat huiverig. ADVERTENTIE Langzamerhand is de Neder landse huisvrouw de variatiemo gelijkheden met al die produkten van vreemde bodem gaan waar deren. Met enig overleg zijn ze immers uitstekend in onze me nu's in te passen. Een alledaagse groentesoep b.v» kunt u heel apart maken door er wat paprika in te verwerken. U hebt dan bovendien nog het voor deel van het hoge vitamine C-ge- halte. Paprika is op vele manieren klaar te maken, b.v. gevuld met rijst of gehakt of verwerkt In een groentemengsel met rijst. We dan ken de kennismaking met deze vrucht aan Hongarije en de Zuid- europese landen. De ook uit deze contreien afkom stige gemengde rijstgerechten met groenten, verschillende soorten worst en/of vlees of vis, zoals pilav uit Turkije en Griekenland en de paella uit Spanje, zijn vrij eenvou dig en vlug te bereiden. Er hoort een ruime portie groenten en vruchten, zoals aubergines, papri ka's, tomaten en wortelen bij en eventueel peulvruchten. Verder vlees in de vorm van schapevlees, lamsvlees kalfs- en varkensvlees al dan niet gecombineerd met kip, kaas en worst. De rijst, macaroni en ander© meelspijzen, die deel uitmaken van de uit Zuid-Europa geïmporteerde schotels bevatten in tegenstelling tot onze piepers geen vitamine C. Daarom is een combinatie van deze produkten met paprika in welke vorm dan ook zo geslaagd! Ook met onze oude getrouwe aardappel zijn we overigens, onder invloed van het buitenland, andere dingen gaan doen. Denkt u maar aan de patates firtes, die we van Frankrijk en België hebben over genomen en aan de chips uit En geland. We halen onze nieuwe ideeën niet alleen uit die Zuideuropese landen, maar hebben wel degelijk ook de invloed ondergaan van de Scandinavische landen en Ameri ka. Kn&ckebröd en andere vormen van donker „knasper" brood uit het hoge Noorden zijn even voed zaam als onze donkere broodsoor ten en, mits op de juiste wijze be legd dat wil zeggen met vlees waren, kaas of ei uitstekend bij de broodmaaltijden te gebrui ken. Ook het feestelijke smörrebröd is niet te versmaden: alle soorten brood, belegd met combinaties van sla, vis, vlees, rauwe groenteslaat jes e.d., kunt u eronder verstaan. Het gebruik van vruchtesap bij het ontbijt is een uit Amerika af komstige gewoonte. Het is goed vruchtesap te gebruiken. Gaat het echter ten koste van de hoeveel- ,heid melk per dag, dan is deze ge woonte niet toe te juichen. De combinatie van melk en vruchten moes of vruchtesappen, de zgn, zijn dan een prachtige de melk is rijk aan eiwit calcium en vitamine B2, het sap- van verse vruchten bevat veelal een behoorlijke dosis vitamine C. Ook kwark en yoghurt, uit Duits land en de Balkan!anden afkom stig, kunnen helpen om tot de ge wenste hoeveelheid van V» tot liter melk per dag te komen. Natuurlijk, ook met behulp van produkten van eigen bodem kun nen we heerlijke gerechten maken. Maar de levensmiddelen en pro dukten van over de grenzen, brei den onze horizon aanzienlijk uit en maken ons werk in de keuken tot een nieuw avontuur. Vakantiefoto's bewaren Geheel doorzichtige en kleurloze enveloppen van kunststof worden thans in de Verenigde Staten ver kocht om foto's te bewaren. Ze kunnen in de enveloppe worden opgeborgen in een band en vormen aldus een losbladig album. De foto's worden niet geplakt en kunnen dus ook niet loslaten en zoek raken. Ze kunnen niet vuil of beschadigd worden als uw kind in het album bladert. Een asje in de band waar op de enveloppen worden bevestigd, zorgt ervoor dat men door het omdraaien van een knop de „blad zijden" van het album kan om slaan zonder zelfs het plastio aan te raken. tegen. Waarom hebben de gro te mensen altijd haast? Houden ze niet van het leven? Soms denk ik: Neen, we hou den er niet van. We houden ook niet van onszelf. We gunnen ons niets: geen rust, geen en kel genot dat tijd kost. We ne geren het feit dat de zon schijnt, want we moeten zo no dig van alles doen, wat we mor gen trouwens wéér moeten doen. We gunnen ons de tijd niet om van een vers pak sneeuw te genieten en moppe ren alleen op de vertragingen die er het gevolg van zijn. Rij dend in een auto schelden we op voetgangers, stoplichten en andere automobilisten die voor onze wielen verschijnen, terwijl stoppen en weer op gang ko men toch ook wel leuk is! Zelfs als we met vakantie gaan heb ben we een vreselijke haast: om in het vakantie-oord te ar riveren, om ons te installeren, om weer thuis te komen. Kin deren zijn wijzer. Kinderen houden ontzaglijk veel van zichzelf en gunnen zich dlles; vooral tijd! Ze vinden het ge woon fijn om te treuzelen, elke lange minuut van het leven uit te buiten, stil te staan bij alles ivat hun belangstelling wekt, zich bezig te houden met dat gene wat hun genoegen ver schaft. Kortom: zij nemen de tijd om simpelweg gelukkig te zijn. En wij die kinderen dan maar opjagen met ónze haast, Jeanne Lanvin maakte dit jurkje van lichtgele organza. Het bovenlijfje en de mouwen zijn bestikt met glinsterende steentjes. Op de japon wordt een marineblauwe strik gedragen. óns tijdgebrek, ónze omoijs- heid! „Opschieten puk, lezen doe je maar een andere keer. Loop nou door, we moeten op tijd komen! Teut niet zo, kind, die boom staat er volgende week ook nog!" Zij hebben gelijk, al die treu zelende, lummelende, tijdver- kwistende kindertjes. Wij zijn de domoren. Lang geleden, toen we zelf kinderen waren, wisten we nog wat leven was. Sedert dien zijn we het vergeten. En als het kroost het ons weer tracht te leren, worden we boos. Maar als diezelfde kinderen boos op óns worden, omdat we zo dom zijn oei, wat nemen we hen dat kwalijk! THE A BECKMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 11