,Ze denken wel dat het hier baarlijke duivels zijn' Leendert Nieman tachtig jaar smid Groot-Batelaar (voor mannelijke delinquenten) houdt het midden tussen kliniek en internaat fcATERDAG 2! APRIL 1867 tilte therapie, luidt de tekst op een bordje, dat de tussen- kj deur van de lange gang siert. Ver weg in het gebouw brult een radio populaire liedjes. Op de deur van de di recteurskamer is „James Bond 007aanwezig in de vorm van een plakplaatje. „Groot-Batelaar" in Lunteren is een inrich ting van het Leger des Heils, gesubsidieerd door het ministe rie van Justitie. Speciaal voor mannelijke delinquenten, die ter beschikking van de regering zijn gesteld. Er heerst een sfeer die het midden houdt tussen die in een kliniek en in een jongensinternaatMen heeft hier dus een zekere mate van vrijheid. Toch zegt één van de stafle den: „De mensen denken, dat het hier baarlijke dui vels zijn". Hij voegt eraan toe: „Over het algemeen hebben we' met de buurt goede relaties, maar de mensen, die hier nog nooit zijn geweest, hebben een scheef beeld. De publieke opinie is immers: wie eens steelt is al tijd een dief. En als je het zo benadert, komt het ook uit". De oorzaak van dat „scheve beeld" is niet ver te zoeken. Bewoners van .Groot-Bate laar" maken zich wel eens schuldig aan diefstallen in de omgeving. Zo werden twee van hen onlangs door de Utrechtse rechtbank veroordeeld wegens 13 diefstallen en inbraken. In Lunteren en omgeving bestaat er dan ook argwaan tegen „Groot-Batelaar" en zijn bewo ners. Want, zo wordt er gerede neerd, nu zijn het nog kleine vergrijpen, maar wie weet, wat het nog wordt. Is deze vrees voor ernstiger misdrijven gegrond? In „Groot-Batelaar" komen deiin- Groot-Batelaar in Lunte ren delinquent en maat schappij is ermee gediend. Foto links boven: dokter R. J. Hommes, sinds 2l/2 jaar directeur van de inrichting. proefverlof te gaan. Delicten lokken andere delicten uit en het aantal diefstallen gaat met golven. De buitenwereld moet nog steeds een beetje wennen aan de methoden, die op „Groot-Ba telaar" gebezigd worden. Toch begint er meer begrip te komen, ook bij de rechtbanken en bij de politie. Vooral bij de politie in de omgeving, wat natuurlijk van groot belang is. Ideaal is de toestand echter nog lang niet. Een staflid van „Groot-Batelaar" zegt: .,We hebben tientallen mensen vol komen genezen afgeleverd. Maar de gevallen, waarbij het niet lukt, komen in de publici teit en worden ons onder de neus gewreven. Als je kanker behandelt en slechts de helft van je patiënten sterft, wordt er gejuicht, dat dat een groot succes is. Maar wij krijgen kri tiek als de helft van de patiën ten niet geneest quenten terecht, die ter be schikking van de regering zijn gesteld. Dat wil zeggen dat ze een reëel gevaar voor de sa menleving vormen en behande ling nodig hebben. Het betreft hier alleen de lichtere gevallen. Jongens en mannen, die eni ge vrijheid en verantwoorde lijkheid kunnen verdragen. Ze zijn meestal veroordeeld en ge straft wegens inbraak, diefstal, oplichting en lichtere seksuele misdrijven. Agressieve misdadi gers, aanranders e.d. horen dus niet in „Groot-Batelaar" thuis. Merkwaardig is overigens dat ook in deze samenleving van goed dertig mannen en jongens tussen de twintig en veertig jaar klassen bestaan. De sek suele delinquenten worden be schouwd als de laagste klasse Voordat zij in Lunteren wor den ondergebracht, moeten ze eerst een drievoudige selectie ondergaan. Desondanks is het natuurlijk altijd mogelijk, dat er een agressieve delinquent tussen terecht komt. Maar in de praktijk komt dat nauwe lijks voor. Wel loopt men altijd het risico, dat sommigen tij dens hun verblijf in „Groot-Ba telaar" toch weer eens een dief stal plegen. Dit risico is onver brekelijk verbonden aan de mo derne methoden, waarbij een delinquent, die voor verbetering vatbaar is, niet zonder meer in de gevangenis gegooid en daar na met een summiere begelei ding weer op de maatschappij losgelaten wordt. Heropvoeden, er normale mensen van ma ken, daarmee zijn èn delin quent èn maatschappij het meest gediend. Deze inzichten wonnen voor al na de laatste wereldoorlog terrein. Dat was in de tijd, dat het gebouw „Groot-Bateiaar" verrezen was, terwijl het Leger des Heils er in feite geen be stemming voor had. Dr. G. W. Arendsen Hein uit Ederveen, een pionier op dit gebied, werd de eerste therapeut. „Toen wij in 1954 begonnen, konden we ons eigenlijk nergens op base ren", aldus één van de stafle den, „en we zijn nu eigenlijk nog in het experimentele sta dium". De huidige directeur, dokter R. J. Hommes, is inmid dels al 2i/2 jaar in deze functie werkzaam. De delinquenten worden hoofdzakelijk onderwor pen aan groepstherapie, onder leiding van therapeuten en groepsleiders. Die therapie bestaat voornamelijk uit ge sprekken, in groepsverband, maar ook individueel. Het leren samenleven, met elkaar om gaan en de contacten met de buitenwereld zijn bijzonder be langrijk. Na de eerste tien maanden krijgen de bewoners van „Groot-Batelaar" werkverlof. Ze mogen gaan werken op be drijven in de omgeving. Daar zijn echter zorgvuldige overwe gingen en gesprekken rnet de desbetreffende bedrijven aan vooraf gegaan. Na gemiddeld anderhalf tot twee jaar volgt het proefverlof. De delinquenten genieten een betrekkelijke vrijheid. De eer ste zes weken komen ze de deur niet uit, daarna hebben ze drie avonden per week vrij met dien verstande, dat ze in de gemeen ten Ede en Barneveld moeten blijven. Om de vier weken heb ben ze een vrij weekeinde. Ove rigens, vrije tijd en zakgeld worden toegestaan op basis van de hoeveelheid werk die is ver richt. Diefstallen om geld ko men weinig voor. Het aantal andere motieven is echter legio. Er worden diefstallen gepleegd om te bewijzen hoe flink men wel is of omdat men er tegenop ziet met 1 f Uniek jubileum in Enkhuizen Duizenden 160-ponders heb ik gesmeed. Goede, degelijke ankers, waar je je handen aan vol had. En sierwerk hè. Daar heb ik in 1896 heel wat eerste prijzen mee verdiend. Een uithangbord dat ik de vorige eeuw heb gesmeed, heeft tot 1955 in de Amsterdamse Haarlemmerstraat gehangen" Leen dert Nieman knikt met het en-brosse geknipte grijze hoofd boven de gesteven vadermoorders. De huid ligt glad en rimpelloos om de lange kaken en dat maakt hem twintig jaar jonger dan hij is. Leendert Nieman is 92 jaar en deze maand viert hij het feit dat hij tachtig jaar werkzaam is als smid in zijn geboorteplaats Enkhuizen. Tachtig jaar geleden zei hü de meester van de zesde klas goeden dag en kwam voorgoed bij zijn va der in de smederij. Ik had al eerder in de smederij gewerkt hoor. Vroeger ging het met het schoolgaan nog wat anders dan tegenwoordig. Als je thuis moest meehelpen om geld te verdienen, nou dan ging je een paar weken niet naar school hè. Ik weet nog wel, toen in 1886 het stations gebouw hier in Enkhuizen ge bouwd werd. dat ik in de smederij moest helpen om gaten te boren in allerlei stukken ijzer. Ik was een grote kwajongen op school. Hoe vaak ik niet heb moe ten nablijvenWe zaten met drie jongens in twee banken en een van de jongens had altijd bol letjes bij zich. Zijn moeder had een snoepwinkel, dus het was altijd feest. Op een dag zei de meester: „Nieman, voel je niet dat je ver keerd doet"? En toen heb ik ge zegd: „U hebt gelijk meester, van af nu zal ik niet meer schoolblij ven". Leendert Nieman grinnikt zachtjes by de herinnering. Hij steekt een nieuwe sigaar op en klopt de as van zijn zondagse pak Zijn dochters maken van de pauze gebruik om op bloemen en ge schenken te wijzen. Bloemen van de kleinkinderen uit Johannesburg, een kostbaar fotoboek over Enk- huizen van de vijf kinderen. Ja, vader is ere-burger van Enkhui zen en lid van de vereniging „Oud Enkhuizen", hü houdt zo van de mooie geveltjes, ziet u. Vandaar dit kostbare boekAlleen de zoon die naar Zuid-Afrika emigreerde heeft het smidsvak geleerd, maar hü heeft in Johannesburg de snie- derü vervangen door een construc tiebedrijf. .,Een smederij is tegen woordig immers niet meer lonend" „Als je werkt, gaat het om de „Ik heb mijn hele leve# 20 uur per dag gew&'kt' winst", filosofeert Leendert Nie man, „maar hoe mooier je het maakt, hoe meer plezier je in je werk houdt. Ik ben te trots om snel iets af te maken. Weet u hoe ze tegenwoordig twee stukken ijzer aan elkaar vast maken? Ze plak ken het tegen elkaar met een las apparaat. Ach, dat is geen vak werk meer. In een museum heb ik laatst eeuwenoude ankers gezien Daar heb ik bewondering voor, zo prima als die afgewerkt zün. Het zün reusachtige ankers en je vraagt je af hoe ze dat met man kracht voor elkaar hebben gebokst. Wü hebben ankers in allerlei ma ten gemaakt, van twaalf tot 180 ponders. Vóór de drooglegging heb ben we veel 60-ponds gemaakt voor de visserü. Een grossier in de War moesstraat in Amsterdam nam er per jaar zo'n driehonderd af. Nou daar zün we niet rük van gewor den. Met see man werkten we vroeger in de smederü- Nu wil ik niet meer met mensen werken". Elke morgen gaat Nederlands oudste smid naar zün donkere smederü, waar hü het kolenvuur aanmaakt en op het aambeeld met klinkende hamerslagen siersmeed- werk maakt. Het zijn tegenwoordig vooral haardstellen met kunstig vervlochten handvaten. Voor alle kinderen en kleinkinderen een stel. „Ik heb m'n hele leven twintig uur per dag gewerkt. Je moest wel als jé je gezin te eten wilde geven. Ik ben in '98 getrouwd, een goede lieve vrouw. Twee jaar later kochten we de ü^rwinkel in de Weeteretraat en die heeft mijn vrouw en later ten van de kinde ren geleid. Tot diep in de nacht werkten we, dan sliepen we vier uur en om zet uur stonden we op om weer aan het werk te gaan. Nu ga ik nog vaak 's avonds terug naar de smederü'. Dat ben ik ge wend en wat zou ik hier thuis noeten? De jubilaris kükt somber als hü le belangstelling noemt die men van alle kanten heeft voor zijn smederü. „Ze denken, na tachtig jaar zal hü er toch wel mee op houden. Maar er gaat nog niets naar een museum! En de smederij verkopen? Ach, ik weet het niet. Zo sterk als vroeger ben ik natuur - lük niet meer ik was een grote dikke man maar ik zou Je niet aanraden met me te gaan vech ten". ent u tevreden met uw leven? „Maatschappelük ge zien wel maar voor me B geïf ben »"et tevreden". Hü wil n« iets zeggen, maar een dochter nterrumpeert: „Vader be- doelt da je wel eenzaam wordt aW je oud bent. De mensen van zün generatie zün er niet meer en dan krüf je dat". Vader laat het er maar bij. Woont u hier bü uw kin deren in? Leendert Nieman mee smuilt: „Ze wonen bü mü in" en in de kamer roept een geagiteerde schoondochter: „Niks hoor, vader woont bü ons in. Tien jaar geleden hebben we de winkel overgeno men". Om verdere tere punten te vermijden, stellen we voor een fo to te gaan nemen bü de «medelij. Er zal een kwartier met de mid dagmaaltijd worden gewacht. De smederij ligt vlak btj Dromedaris, het gerestaureerde studentencentrum. Nieman heeft sierhengels en sloten en boven dien de vüf meter lange stang van de windwijzer voor de Dromedaris gemaakt. In heel Enkhuizen kan hij met trots smeedwerk aanwijzen op gerestaureerde gevels. Buren steken groetend de hand op wan neer hü door de smalle straatjes naar zün smederü loopt. Hü P°* seert kaarsrecht onder de feest- slingers boven zün deur, een at tentie van de buurt. Dan, als we terugkeren naar de winkel blijft hü even staan en zegt: „Ik heb in geen tijden zo uitvoerig met men sen gepraat, weet u dat". Binnen hebben zoon en dochter juist het nagerecht genuttigd. Leendert Nie man, 92 jaar, zal op zün feestdag moeten nablijven. Hij trekt met een onbewogen gezicht zün overjas uit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 12