Goedkope
LP een
blijvertje
„Tv-figuren
in Nederland
kleden zich
zeer slecht
77
Het bewogen leven van
een keizerlijke komiek
„W
K
De eens zo
straatarme
Toto was
de laatste
afstammeling
van keizer
Justianus
tATERDAO 22 APRIL 1967
Platenmarkt is
grondig veranderd
en uitgebreid
LD.-EXTB.1
l\Tog niet zo heel lang geleden was het kopen van een lang-
I i speelplaat een dure aangelegenheid van twintig tot der
tig gulden. „Vroeger was de platenhandel een exclusief
vak'', zegt procuratiehouder W. J. Hemerik van Polydor. Als
de mensen langspeelplaten wilden kopen, kwamen ze eerst in
een gemakkelijke stoel zitten luisterenNu is dat allemaal ver
leden tijd. Grammofoonplaten gaan grif van de hand in spe
ciaalzaken, maar ook in warenhuizen en supermarkets, waar
vooral de goedkope langspeelplaten van f9.90 en 11.90 het
goed doen.
Wanneer en door wie met die
„budget line" fraai
woord voor goedkope LP
is begonnen, weten de Neder
landse platenbazen eigenlek nog
maar nauwelijks. Wel zijn ze zich
bewust, dat de Nederlandse platen
markt er grondig door veranderd
•n enorm door uitgebreid is.
Ook is men ervan overtuigd,
dat de negennegentig-plaat niet uit
nood is geboren. De markt was ge
zond, de Invloed van de bandre
corder bleek geringer dan gevreesd
was en de later gelanceerde musi-
cassette is nog geen concurrent,
waarmee rekening moet worden ge
houden. De kant-en-klare bandjes
in cassette vormen samen met de
speciale cassetterecorder gemakke
lijk en onkwetsbaar speelgoed
leuk voor in de auto maar toch
hebben de importeurs van de or
thodoxe, krasgevoelige, kunststof
fen schijven bezwaren, die het pu
bliek blijkbaar ook heeft.
„De musicassette is te duur en
nog steeds niet genormaliseerd" is
de steeds gehoorde kritiek. Casset
tes van merk A kunnen niet in re
corders van merk B. of C gestopt
worden. Men is gebonden aan de
cassettes en dus aan de smaak
van de fabrikant van de afspeel
apparatuur.
De komst van de goedkope LP in
de platenindustrie was geen nood
zaak, maar gewoon een stunt, waar
alle maatschappijen, al dan niet
met tegenzin, achteraan holden.
Twaalf van de belangrijkste im
porteurs zeiden allen min of meer
uitgebreide catlogi te hebben van
goedkope labels.
KNUPPEL
In september 1961 werd de
knuppel in het hoenderhok gegooid
door Inelco, de Amsterdamse im
porteur van de Amerikaanse RCA-
labels. J. Beutler: „Het was des
tijds gewoon een kwestie van om
ons heen kijken. In het buitenland
was de belangstelling voor de
kleine 25 cm LP dalende, maar hier
werd deze nog krampachtig ge
handhaafd (twaalfenhalf tot vijf
tien gulden). De kopers waren bang
voor de grote zwarte schijf, die erg
duur was. wy hadden geen „25
cm's,, en hebben het toen maar ge
probeerd met drie sva (speciale
verkoopactie) 30 om LP's voor
f 9,90".
Het resultaat was enorm. Van
„Harry Belafonte at Carnegie Hall"
gingen er honderdduizend weg, van
de Van-Cliburnplaat 70.000 en van
de operaplaat Bel Canto 50.000 stuks
We kregen verwijten van de con
currentie, maar nu is iedereen blij
met die goedkope trend. Er is bij
het publiek een angst voor de gro
te LP weggenomen".
„Maar eigenlijk is het ontaard.
Wij brengen alleen maar sva-pla-
ten bij bijzondere gelegenheden
(om een grand gala-artiest te pous
seren bijvoorbeeld), maar de mees
te maatschappijen brengen enor
me series. Niet gezond, alles wordt
duurder, maar de platen goedkoper,
een financieel succes is alleen
haalbaar, als je enorme aantallen
kunt verkopen, maar dan moet je
ook met iets exclusiefs komen. Dat
gebeurt nu niet. Iedereen komt
met de negende symfonie van
Beethoven".
De mening van de concurrentie
is verdeeld. Men is er unaniem van
overtuigd, dat de EP (extended
play-45 toeren vier nummers
f6,50) er helemaal uitgaat, nu het
prijsverschil tussen de goedko
pe LP en het EP-tje zo klein is ge
worden. De singles twee num
mers voor f 4,25.- zullen wel nooit
verdwijnen. Ze zijn actueel en voor
de lancering van „krakers" (vroe
ger hits, daarvoor toppers of schla
gers genaamd) onmisbaar.
De oneinigheld in de Nederland
se platenwereld schuilt in de toe
komst-verwachtingen en de beoor
deling van de huidige situatie,
vooral wat het prijspeil betreft. Dit
ondanks.het feit, dat de omzetten
sinds de introductie van de goed
kope LP enorm zijn toegenomen,
terwijl ook de duurdere LP (van
zestien vijf tig tot achterin de twin
tig gulden, al naar gelang de pro-
duktiekosten en de verwachte op
lage) het béter is gaan doen.
NAAM
Barclay R. J. Bus)„Ons stan
daardrepertoire blijft f 16,50 tot
f 19,50, voornamelijk door de naam
die we bij het publiek hebben. Aan
goedkope LP's doen we niet zoveel.
We verwachten wel, dat de LP's
weer duurder worden, want de goed
kope platen zijn vaak van minde
re kwaliteit". Geschat marktaan
deel 5%.
Negram (Evert Wilbrink)„Er
blijft behoefte aan dure platen.
Vroeger waren de minder interes
sante platen goedkoop, nu juist de
hele goede, omdat die een mon
steroplage halen. Omgekeerd blij
ven de dure vanwege de kleine op
lage. Voor negennegentig brengen
we LP's met verzamelde oude hits
(„The best of..." serie). Voor elf
negentig nieuwe opnamen in elk
genre. De concurrentie is fel, maar
het kan best, want een negenne
gentig plaat kan voor zes gulden
geproduceerd worden. Toch zal de
miniumprijs wel verschuiven naar
elfnegentig". Geschat markt
aandeel ruim 10%.
Artone CBS (Paul Visser): „Wij
hadden de eerste grote catalogus
met goedkope langspeelplaten. Dat
was om 'n markt aan te boren. De
dure platen niet voor 'n groot
publiek blijven wel bestaan,
maar de toekomst is aan f9,90 en
f 11,90. We moeten naar het Ame
rikaanse systeem: de singles
alleen gebruiken om LP's te lan
ceren".
Artone brengt goedkope opnamen
van Nederlandse klassieke musici
(Krebbers, Henkemans) CBS
breng in de „budget line" voorna
melijk oude opnamen van „lichte"
artiesten (Sinatra, Frankie Lane,
Bing Crosby). De Haarlemse maat
schappij schat haar marktaandeel
op 16%.
Directeur F. Basart van de ge
lijknamige firma „doet mee, omdat
iedereen mee doet. Maar het zal
zal wel weer over gaan. Over
ons marktaandeel zeg ik niets.
Want ik geloof, dat de platenindus
trie zich belachelijk maakt als men
de cijfers optelt. Dan komt u ze
ker boven de 200%". Inelco deelt
deze laatste mening.
NIET GELUKKIG
Polydors W. J.Hemrik: „We heb
ben maar ongeveer tachtig goed
kope LP's, want we zijn er niet
zo gelukkig mee, hoewel nu een
groter publiek ook met dure LP's
wordt bestreken. De hele beweging
is niet meer terug te draaien, het
is een „must" geworden. Ik zeg
mijn klant wel steeds: denk er
aan, aan een plaat van vierentwin
tig gulden verdien je meer". Poly
dor denkt twaalf tot veertien pro
cent van de markt te bestrijken.
Adjunct-directeur R. H. Klaassen
van Phonogram". 30%K van de
markt beseft, dat er destijds „een
deelmarkt" niet genoeg is onder
kend. De „middenmootmassa" ver
kiest de goedkope langspeelplaat.
Factoren, die meespelen, zijn nu
„achtergrondmuziek" en „sfeertje".
Het is een stabiele markt, die niet
meer weggaat. De goedkope LP's
vormen dertig procent van deze
produktie".
In tegenstelling tot CNR (12%
van de markt) is de jonge maat
schappij Iramac (2%) niet geluk
kig met „budget line". Harry Knip-
schild: „Negennegentig is commer-
cieel niet haalbaar. elfnegentig
wel. De belangstelling is nu ver
schoven van single naar LP. Sing
les zouden eigenlijk veel goedko
per moeten zijn. Naar drie gulden,
maar dat is niet haalbaar".
Bovema-directeur G. M. Oord
(25%) vindt ook, dat er een be
langrijke markt is opengebroken
en dat de „budget line" er voor
namelijk is om „mensen een ple
zier te doen met het oude reper
toire".
Een maatschappij die de dupe
had kunnen worden van de goed
kope plantenrage, is MMS: muzi
kale meesterwerken-serie. Een
soort boekenclub voor discofielen,
die ook al in de „dure tijd" de le
den in staat stelde - en enigs
zins verplichtte om op gezette
tijden een goedkope plaat aan te
schaffen. Procuratiehouder J. H.
Kruis: „We merken er niets van.
Het aantal abonnementen stijgt
nog steeds".
En dan is er nog die ene maat
schappij, die denkt dat het al
lemaal nog goedkoper kan. Di
recteur B. Munnikendam van de
gelijknamige firma is niet aange
sloten bij de Commissie Collectie
ve Grammofoonplaten Campagne
organisatrice van het Grand
Gala du Disque en weet dus
niets over de omzetten van de wel
aangeslotenen. Hy brengt klassie
ke muziek, folklore en jazz op der
tig centimeter LP's. Voor f 5,95 en
en f7,95. „We verkopen alle grote
namen, zoals Stanislaw Richter,
David Oistrach, Duke Ellington en
Sarah Vaughan. Ongeveer tach
tigduizend LP's per jaar. Sommi
ge handelaren willen onze in En
geland geperste langspeelplaten
niet verkopen omdat ze voor min
der geld hetzelfde werk moeten
doen. Toch neemt tachtig procent
van de platendetailllsten van ons
af. „EP's eruit? Kom nou, die ver
kopen we ook. Voor f 2,95
Het kan dus goedkoop.
jat kleden de mensen
die voor de Nederland
se tv verschijnen zich
toch ontstellend slecht", zei on
langs een Franse tv-regisseur
tegen ons. Nu zijn de Fransen
wat chauvinistisch en alles wat
niet duidelyk geïnspireerd is op
de mode van Yves Saint Lau
rent, Cardin en Jacques Heim,
deugt in him ogen niet. Maar
een kern van waarheid zit er
toch wel in deze uitspraak:
vaak is de kleding die voor de
tv gedragen wordt, niet pas
send bij een bepaald figuur en
detonerend bij een decor. Niet
dat de kleding op zichzelf be-
Nmwd niet goed zou zijn in
Pfff^eel: over het algemeen
en te
"mg van goede hui-
Ze' "rf, zelfkennis
het scherm nu en dan
gaat. Zonder persoonlijk te ,.j_
len worden: u kent alleen hëV
verschijnsel van vrouwen met
te dikke bovenarmen die mouw
loze jurken dragen, van vrou
wen met Rubensheupen, die te
strakke rokken aan hebben, van
vrouwen met te stevige boven
benen, die minirokjes aantrek
ken, van vrouwen met te gevul
de boezem en rugpartij die
strapless dragen.
Iedereen kiest weieens ver
keerde kleding, maar meestal
is dat geen onoverkomelijke
zaak, omdat het er in het dage
lijks leven niet zo ernstig op
aan komt. Maar degene, die
voor de televisie moet verschij
nen, staat bloot aan ernstige
kritiek en valt helaas op dit
punt in een vacuüm. Noch de
NTS, noch de omroepverenigin
gen kennen vaste kledingadvi
seuses. Slechts incidenteel
wordt gebruik gemaakt van de
diensten van gehuurde kleed
sterscoupeuses (bijvoorbeeld
mevrouw Marga Lange weg), en
dan nog alleen bij grotere pro-
dukties. Verder zoekt men steun
en toeverlaat bij regisseurs en
regisseuses, weliswaar vakbe
kwame mensen, maar niet be
roepshalve modebewust.
Dan is er het euvel van het
vaak niet weten in welk decor
men moet optreden. Over het
algemeen worden losse gasten
niet betrokken bij de decorbe
sprekingen. Zo komt dan wel
eens het verschijnsel voor, dat
artiesten verschijnen in een de
cent zwart jurkje of in een
zwart pak in eeh decor, dat bij
voorbeeld ook een donkere
ondertoon heeft. De kleding valt
dan geheel weg.
Een oplossing te vinden voor
dit probleem is niet eenvoudig.
Wel wordt er van verschillend!
kanten gepleit voor een vast
team van kledingadviseuses, ij
dienst bij de NTS, maar dit zul.
len toch meer dan kleedsten
moeten zyn. Deze mannen o(
vrouwen moeten namelijk aat
de ene kant modebewust zijn,
aan de andere kant zich wette
aan te passen aan de eisen,
iedere artiest nu eenmaal stelt
Bepaalde jonge artiesten kornet
nu eenmaal beter tot haar recht
als zij in bijvoorbeeld sportievi
kleding of in minirokjes g*
kleed gaan, ook al zou dit dwan
tegen de esthetische smaak vat
de kleedsters ingaan.
Het lijkt ons een moeilijk punt
om juist die figuren te vinden
die aan de ene kant rekeninj
houden met de eisen van de re
gisseur en aan de andere kan
rekening houden met de optre
denden artiesten. In het buiten
land kent men over het alge
meen ook geen vaste kledingad
viseuses. Wel is het zo dat
vast team van kleedster
pauzlzig te' dat in de korte
nummefSP611 de verschillend
perst en d& kledmg afborstell
Over het aijl
Hilversum wel b«£erV wordt
aan een vast team ge^oel
adviseuses. Deze zouu
gens de omroepverenigj0'
dan ook betrokken moeten"!!
bij de decorbesprekingen.
moeilijkheid is echter, dat n
niet kan volstaan met één
twee adviseuses in NTS-v„
band. Er zijn zoveel verschO
lende produkties, die oj een ge.
geven moment opgenom^ mo4
ten worden, dat er voor
twee vrouwen een zware
belasting zou ontstaan. Dat>^
tekent, dat de NTS, wil m.
dus werkelijk ook op dit asp>
gaan letten, een uitgebre
de nieuwe staf in het leven w
moeten roepen. En dit leve
nogal wat financiële bezwari
op. Aan de andere kant liggi
de zaken toch ook weer zo:
NTS houdt er naast de vele
gisseurs en scriptgirls toch a
een uitgebreide staf floorman
gers, cameramensen, kab
sjouwers en alle mogelijke tec
nici op na, en waarom zou
dan toch nog niet op dit gro
budget nog een kleinigheid
reserveerd kunnen worden vo
enkele kledingadviseuses?
Ook in NTS kringen is n
ervan overtuigd dat
voor een dergelijke gro
medewerksters volop ruimte
„We zullen er echt op den du
wel naar toe moeten", zei
NTS medewerker. Maar het
een bijzonder kostbare za
worden.
-w-v e grootste Italiaanse ko-
A miek, hekend onder de
JLf naam „Totö", die vorige
week zaterdag overleed, werd
in zijn geboorteland be
schouwd als tenminste de ge
lijke, zo niet de meerdere, van
Charley Chaplin, met wie hij
inderdaad grote overeenkom
sten had. Terwijl Chaplin is
voortgekomen uit de joodse
galgenhumor, was Totö de
laatste grote vertegenwoordi
ger van de antiek-Griekse en
oud-Romeinse kluchten, die
in zijn geboortestad Napels
door de eeuwen heen geble
ven zijn.
Geboren in een van de armste
wijken van Napels, was Totö toch
door en door een heer. Zijn eigen
lijke naam, men schrikke niet:
zijne keizerlijke hoogheid Antonio
Maria prins de Curies Gagliardi
Griffi Focas hertog Comnenus van
Byzantium, laatste afstammeling
van keizer Justianus van het
Oostromeinse rijk.
Over die titel is veel te doen ge
weest, maar tenslotte wees het ge
recht in Napels vonnis dat hy
Inderdaad gerechtigd was de titel
volledig te voeren. Inmiddels waren
«ijn ouders straatarme mensen. Hij
zou oorspronkelijk zeeman worden,
maar als kind was hij uiterst on
gelukkig en als jongeman nog veel
ongelukkiger wegens zijn buitenge
woon vreemde voorkomen. De Cur-
tes had een volledig asymmetrisch
gezicht en een enorme onderkaak
die bovendien scheef zat, zodat zijn
heel grote kin aan de rechterkant
een paar centimeter langer was
dan aan de linkerzijde. Maar hij
was een geboren toneelspeler.
▲1 heel jong trad hij op
in kleine Napolitaanse kroegjes
in sketches. De rol van Pul-
cinella, het masker van Na
pels. was hem op het lijf ge
schreven.
Hij werd in 1898 geboren. Om
streeks 1920 was hij een zeer bekend
man in de wereld van het variété
theater en toen schiep hij de figuur
van Totö: de Napolitaan. gekleed
in een te ruime afgedragen regen
jas een veel te korte gestreepte
broek en een bolhoed op het hoofd.
Aan die rol van Totö is hij tot zijn
laatste ledensdag trouw gebleven,
maar altijd was er een enorme
afstand tussen Totö en de prins de
Curies.
De Curies was op en top een
heer, die zich liet kleden door de
allerbeste kleermaker en woonde in
een bijzonder mooi huis. Hij was
uiterst vrijgevig en maakte er een
hobby van om voor arme en mis
deelde personen, die met het
gerecht in aanraking kwamen,
de allerbeste advocaten te beta
len, zoals hij ook tal van
armen, in de beste zieken
huizen op zijn kosten liet ver
plegen.
ort na de oorlog, toen Totö al
grote naam had in de Itali
aanse revue-wereld, maakten
de film-producers zich van hem
meester. Hij heeft in meer dan
honderd films de hoofdrol vertolkt,
doch het ongeluk was dat hy
slechts bij hoge uitzondering heeft
samengewerkt met grote regisseurs,
zodat van zyn films er maar wei
nige in het buitenland zijn doorge
drongen. Hy deed ook veel te veel.
Er zijn jaren geweest, waarin hij
15, 16 films maakte. In de laatste
tijd drong zijn roem echter in de
hele wereld door. Ook in ons land
is de film Uccellaci e Uccellini ver
toond, een film die gemaakt werd
door de dichter en regisseur Paso-
lini en die verleden jaar in Can
nes werd bekroond.
De laatste tien jaar was hij zo
goed als blind. In zyn huis was
het bijna stikdonker, daar hy het
zonlicht niet kon verdragen. In zijn
laatste 30, 40 films was al het werk,
dat buiten de studio gebeurde voor
hem bijzonder moeilijk, daar hij
bij daglicht absoluut niets kon zien.
Men moest zijn bewegingen leiden
met onzichtbare nylondraden. Geen
mens, die Uccellacci e Uccel
lini heeft gezien, zal daar iets van
hebben bemerkt.
Zijn persoonlijk leven was eigen
lijk vrij ongelukkig. Zijn eerste hu
welijk, waaruit een dochter is ge
boren, die met een filmproducer is
getrouwd, was een ware ramp en
werd in 1939 gevolgd door een schei
ding tussen tafel en bed. Daarna
was er een bekende opera-zangeres
die verliefd werd op Totö( hoewel
hij al dicht bij de 50 was) en voor
hem zelfmoord pleegde. De vrouw
is begraven in het familiegraf van
De Curies in Napels. In 1950 trouw
de hy in Zwitserland met een an
dere zangeres, Franca Faldini. Dit
was een gelukkig huwehjk, waaruit
zyn enige zoon werd geboren.
Maximilianus, die echter zeer kort
na de geboorte overleed. Men mag
gerust zeggen dat heel Italië rouwt
om het verlies van de twee uitzon- De komiek Totö, voor de Italianen de evenknie van Chaplin,
derlyke figuren, die Totö en prins trad op in meer dan 100 Jilms. De laatste jaren was hij zo goed als
De Curtes tezamen geweest zyn. blind.