extra De zaeli- Styles KAMP HOUTRUST '67 ENSDAO 5 APRIL 1967 LETDSCH DAGBLAD PAGINA 17 l^w laatste kans voor eer compleet overzicht van tenten bungalows/caravans/zeil- en motorboten/kampeermeubilalr/ kampeerkeukens/kampeervoe- épor't-Veti vaka'ntiekleding/ sportartiljefén en .vele bijzon kamerbreed ~^nka!on- EEN KEIJZER TAPIJT stuur los moest laten om adem te kunnen halen, zakte de zware wagen weg in het gat dat hij daar al eerder had gemaakt Het water zal U de neus en oren in- en uitstromen!" verklaarde Joris intussen Indrukwekkend, op de stuwdam wijzend die hij net had onderzocht. „Tenzij ge U van hier rept en een veilige afstand neemt. Die dam staat op doorbarsten! Met fijn instinct en de ken nis van een meester-loodgieter héb ik dat kunnen vaststellen!" Om zeven uur ongeveer zal een verborgen structuur-moeheid zich open baren kennelijk nog niets gehoord van alle schokkende gebeurtenissen. „Ik heb een grote baars gevangen, Tsjiao Tai," zegt hij, „maar ook een paar grote misdadigers." Kunt U ze dan nooit met rust laten?" roept Tsjiao Tai kwasi-venoijtend. „Nou ja, laten we de goede af loop maar vieren met een paar bekers van het edele vocht" ,JMet alle plezier, Tsjiao Tai," zegt de Rechter, en op een wenk verschijnt Violet met twee volle kruiken wijn. „En U maar zeggen dat V een dokter was," zegt ze verlegen. „Een Excellentie notabene!" Rechter Tie knikt berustend. Hij moet zich er maar in schikken nog een uurtje Excellentie te zijn. Morgen is hij in elk geval weer districts- rechter. EINDE VAN DIT VERHAAL. voelde hij zich verplicht een collega in nood te helpen. „Kop op," zei hij dus hartelijk. „Achter de wolken schijnt de zon. Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Gedane zaken nemen geen keer. Kom je over de kat, dan kom je over de hond." Overweldigd door zijn gevoelens stak hij joviaal de handen uit. Razendsnel handelde de kapitein. Inplaats van de vriendenhand te aanvaarden, sloeg hij snel toe met een g er eedgehouden luszodat Bram gebonden was eer hij het wist. Meteen barstte de kapitein weer in tranen uit. Ons dagelijks vervolgverhaal AOATHA CHRISTIE ADVERTENTTÏ C etelde voor nog vlug een par- e te tennissen vóór het eten en a Cynthia daarmee akkoord ging, je ik naar boven om mijn racket aaien. Cavendish kwam juist naar glBBiijcdèn. Het kan wel verbeelding 8 BB 8II; me geweest zijn, maar ook zij er vreemd en van streek uit. Prettig gewandeld met dokter jerstein?" vroeg ik, terwijl ik pro- rde zo onverschillig mogelijk te :en. Ik ben niet gegaan", zei ze kort haar is mevrouw Inglethorp?" In haar boudoir" \t greep de trapleuning kramp- itlg vast; toen leek ze zich te ver innen voor het gesprek dat haar phtte; ze liep vlug langs mij heen »r beneden, de hal door naar het idoir en trok de deur achter zich hi Toen ik een paar minuten later ar buiten, naar de tennisbaan p, moest ik langs het openstaan- braam van het boudoir en ik kon aan doen dat ik het volgen- fragment van een gesprek hoor- Mary Cavendish zei, op een toon ti iemand die wanhopig probeer- zich te beheersen: ,Dus u wilt het mij niet laten h?" IBRIRVaarop mevrouw Inglethorp "■'Itwoordde jjileve Mary, het heeft niets met zaak te maken". „Laat het me dan zien". „Heus, het is niet wat je denkt. et heeft in de verste verte niets met Hi te maken". gjWaarop Mary Cavendish, met toe- emende verbittering, zei: „Natuurlijk, ik had wel kunnen |<feten dat u hem de hand boven het lofd zou houden". Cynthia stond op me te wachten begroette me opgewonden: ,Zeg, er is een daverende ruzie ge- ist! Ik heb het allemaal van Dor- gehoord". j„Wat voor ruzie?" '„Tussen tante Emily en hem. Ik ip maar dat ze hem nu eindelijk >r heeft!"!" .Was Dorcas er dan bij?" „Natuurlijk niet. Ze „was toeval- vlak bij de deur". Het was ge in slaande mot! Ik wou dat ik 1st waar het om ging". Ik dacht aan het zigeunergezicht van mevrouw Raikes en aan de :huwing van Evelyn Howard; ,r ik hield wijselijk mijn mond, -Terwijl Cynthia zich uitputte in al- mogelijke veronderstellingen en ;ewekt hoopte dat tante Emily >m het huis uit zou zetten en nooit ir tegen hem zou spreken. Ik wilde dolgraag John te pak- •n zien te krijgen, maar hij was irgens te vinden. Er was die mid- ig kennelijk iets heel ingrijpends ïbeurd. Ik trachtte de paar woor- in die ik toevallig had opgevangen vergeten, maar, wat ik ook deed, kon ze niet helemaal uit mijn ge- ihten zetten. Wat had Mary Ca- :ndish met de zaak te maken? Inglethorp was in de zitkamer toen ik naar beneden kwam voor het sou- :r. Zijn gezicht was even onbewo- in als altijd en het viel me weer ip hoe vreemd onwerkelijk die man vas. Mevrouw Inglethorp kwam als [laatste beneden. Ze zag er nog steeds feeagiteerd uit en er heerste aan ta- $fel een drukkende stilte. Inglethorp buitengewoon zwijgzaam. In de tegel omringde hij zijn vrouw met Ij kleine attenties, een kussen in haar frug, alles wat paste bij zijn rol van "toegewijde echtgenoot. Direct na het „Chinese zones" in Zuid-Afrika De Zuidafrlkaanse regering heeft drie zones afgebakend die bestemd zijn voor de Chinezen van Johannes burg, Kimberley en Port. Elizabeth, waar tamelijk belangrijke Chinese bevolkingsgroepen leven Tot nu toe bestonden er nog geen speciale Chinese zones en de meea ten woonden aan de stadsrand bij de Indiërs en kleurlingen. De zone die bestemd is voor de on geveer 2.000 leden tellende Chinese gemeensohap van Johannesburg wordt te Willowdene. 15 km ten zuid westen van de stad, gevestigd en biedt voldoende bouwgrond voor de gemeenschap. Belanghebbenden hebben het recht hun bezwaren kenbaar te maken te gen de oprichting van de zones. We zaten alle drie enige tijd zon der iets te zeggen. Het was een prachtige avond, warm en bladstil. Mary wuifde zichzelf zachtjes wat koelte toe met een palmblad. „Wat is het warm", zuchtte ze. „We zullen wel onweer krijgen". Helaas duren deze ogenblikken van harmonie altijd zo kort! Mijn droom werd ruw verstoord door de klank van een welbekende en hart grondig verfoeide stem in de hal. KfiSflP A HOUTRUST '67 AiK 791. De man keek op, terwijl een laatste traan biggelend zijn kin opzocht. Wie bent u?" vroeg hij treurig. „Ik ben Bram Fok, kapitein van de Kokanje", zei Bram. „Ik ben Dullah Aba, kapitein van dit spookschip," zei de ander en opnieuw kwamen de water landers tevoorschijn. Daaruit meende Bram te mogen opmaken, dat de kapitein zich niet erg gelukkig voelde. En als ware zeeman eten trok mevrouw Inglethorp zich weer in haar boudoir terug. „Breng mijn koffie maar hier, Mary", riep ze. „Ik heb nog maar vijf minuten voor de buslichting". Cynthia en ik gingen in de zitka mer by het open raam zitten. Mary bracht ons koffie. Ze leek opgewon den. „Willen de jongelui een lichtje, of schemeren jullie liever?" vroeg ze. „Wil jij mevrouw Inglethorp even tjes haar koffie brengen, Cyn thia? Ik zal het wel inschenken". „Doe geen moeite, Mary", zei In glethorp. „Ik zal het Emily wel bren gen". Hij schonk een kopje in en droeg het voorzichtig de kamer uit. Lawrence oolgde hem en Mary kwam bij ons zitten. PANDA EN DE MEESTER LOODGIETER 5192. Panda had het heel moeilijk. Het water dat in de be stuurders-cabine van de vrachtauto rondsopte, kwam hoger en hoger. Het probeerde hem van zijn zitplaats op te tillen, en kab belde bij een hobbel in de weg zijn neus binnen. Maar toch slaagde hij erin om het voertuig op een smal weggetje te sturen een weggetje dat voerde naar de dam die hij de vorige keer met zijn eigen auto had kapotgereden. En net toen hij dacht, dat hij het „Dokter Bauerstein!" riep Cynthia uit. „Wat een gekke tijd om te ko men." Ik wierp een jaloerse blik op Ma ry, maar ze leek in 't minst niet van haar stuk gebracht en haar door schijnend bleke wangen verander den niet van kleur. Enkele ogenblikken later kon digde Alfred Inglethorp de dokter aan, die lachend protesteerde dat hij zich zó niet in de zitkamer kon ver tonen. Inderdaad bood hij een droe ve aanblik, want hij zat onder de modder. „Dokter, wat hebt u uitgevoerd?" riep Mary Cavendish. „Ik moet u mijn verontschuldigin gen aanbieden", zei de dokter. „Ik was echt niet van plan om binnen te ko men, maar meneer Inglethorp stond erop". (Wordt vervolgd) DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK palet voor uw vacantie van 7 t/m 12 april a.s. in de Houtrusthallen, Den Haag. GEOPEND: werkdagen 12.0022.30 uur, zat. en zond. 10.0022.30 uur Londense bende voor de rechter In Londen is gisteren een proces begonnen tegen de bende van Ri chardson, n.l. de leider Charles Ri chardson en elf mede-beklaagden, onder wie een vrouw, die sinds 1962 allerlei soorten misdaden zou hebben gepleegd en vertakkingen had tot in Zuid-Afrika De bende zou ten min ste drie moorden hebben gepleegd, maar geen der beklaagden is moord ten laste gelegd. Zij moeten zich verantwoorden wegens handel in ver dovende middelen, bedreiging, afper- intimidatie en corruptie van getuigen, gebruik van valse paspoor ten, mishandeling en handel in valse papieren. RECHTER TIE EN HET GESTOLEN HALSSNOER 11—101. Met een gevoel van opluchting stapt Rechter Tie af bij de Ijsvogel Herberg. Er is veel gebeurd sinds hij eergisteren in Rivierstad aankwam, maar alles is goed afgelopen. Een officier van de Garde neemt zijn paard in ontvangst en zegt: „Uw luitenant Tsjiao Tai is gearriveerd, Excellentie. Hij wacht op U in de gelag kamer." De Rechter mompelt geërgerd dat hij geen Excellentie meer is. Hij betreedt de gelagkamer waar Tsjiao Tai verheugd op springt. „Ik héb twee everzwijnen geschoten in het dorp waar we uiteengingen, Edelachtbare," roept hij geestdriftig. „En U? Hebt U veel vissen gevangen?" Rechter Tie glimlacht. Tsjiao Tai heeft De 33-jarige Richardson schijnt als koning in de onderwereld ge heerst te hebben. Wanneer iemand het niet met hem eens was werd hij gemarteld. Volgens een der getuigen zouden slachtoffers met de knieën aan de vloer zyn vastgespijkerd. Scotland Yard heeft uitgebreide voorzorgen genomen om te voorko men dat de Londense onderwereld leden van de bende helpt ontsnappen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 17