Leiderdorper Londen films leert in maken Waar gaan we met het cabaret naar toe ROYAL COLLEGE OF ARTS; UNIEKE OPLEIDING minimiurnminimiurnhimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini; ZATERDAG 4 MAART 1967 LEIDSCH DAGBLAD L.D.-EXTRA 2 igantlsch, groots, f enorm, volmaakt! 0. Wjf" Ik zou 'niet weten y y vaarmee ik dit in Nederland zou moeten verge lijken". Met deze enthousiaste woorden geeft Henk Onrust (25) uit Leiderdorp zijn oor deel over de opleiding, die hij op het ogenblik volgt aan het Royal College of Arts in Lon den. Hij is een van de weinige buitenlanders, die een oplei ding volgen aan de afdeling film en televisie van dit be faamde instituut. Henk Onanist is een van die on geveer veertig studenten, die in een apart gebouw enkele honderden meters van het hoofd gebouw van het Royal College de beschikking hebben over een moderne televisiestudio en een uit gebreide filmuitrusting. Drie jaar lang worden zij onder toezicht van een deskundige staf doorkneed in de technische en creatieve moge lijkheden van het vak, op een ma nier die volgens Henk Onrust uniek is voor Europa. Een van de aller grootste pluspunten van de film en televisie-afdeling van het Royal College is de mogelijkheid tot nau we samenwerking binnen de school met alle mogelijke andere afdelin gen. Toneelspelers, decorbouwers, schilders en ontwerpers zijn voort durend ter beschikking en ook zij profiteren van de samenwerking, want acteurs bijvoorbeeld doen flink wat ervaring op met het wer ken voor de camera's. Vrijheid is een van de essentiële bestanddelen van de opleiding aan het Londense Royal College of Arts en die vrijheid uit zich onder meer in het kiezen van de medewerkers voor het voltooien van een bepaald project op film- of televisiegebied. De afdeling staat ook in nauw con tact met de verschillende universi teiten in Londen. Er wordt gewerkt aan onderwerpen als onderzoek op het gebied van de psychologie van de waarneming en de functie van tv en film in de opvoeding, om een paar van de belangrijkste te noe men. Enkele maanden geleden werd er iemand in de staf van de afdeling benoemd, die speciaal tot taak heeft het gebruik van tv en film in wetenschap en techniek te bestuderen en te onderwijzen. Met een televisiespel van vijf tien minuten op zyn naam als resultaat van zijn eerste jaar aan het Royal College is Henk Onrust nu bezig met het voltooien van het voorlaatste jaar van zijn opleiding. Zijn volgende grote pro ject is het regisseren van Mrozeck's .Enchanted Night', in maart van dit jaar. ,Het is werkelijk iets fan tastisch om hier te werken', ver telt Henk Onrust in een pauze tus sen twee colleges. ,Als je iets wilt maken kun je je gang gaan en doen wat je wilt. De enige beper king is eigenlijk je budget, maar verder ben je hier helemaal vrij om te doen en laten wat je wilt. Je hebt de beschikking over prach tige apparatuur en een staf van deskundige tv- en filmmensen, vrijwel allemaal uit de praktijk, staat klaar om je te helpen. Het moet allemaal van jezelf uitgaan. Niemand zal naai- je toe komen en zeggen: gaat het? Nee, je moet zelf om advies vragen als iets niet lukt'. Henk Onrusts eerste werkstuk was een televisiespel rondom een chirurgische ingreep. Hij schreef het stuk zelf en ook de regie was zijn werk. Het St.-Bartolomews ziekenhuis in Londen en studen ten van de toneelschool verleenden hun medewerking. D> cursus is meer creatief dan technisch' aldus Henk Onrust. ,Dat is ook een van de redenen waarom ik juist naar deze school wilde. Het betekende ook dat ik mijn eerdere opleiding niet hoefde te doubleren'. Voor hij naar Engeland vertrok voltooide Henk Onrust namelijk een MO-opleiding aan de Kunst academie in Den Haag, waarna hij een jaar als tekenleraar aan een Arnhemse middelbare school ver bonden was. Het idee om zijn hele leven voor de klas te moeten staan lokte hem niet erg aan en toen hij dan ook hoorde van de mogelijk heden aan het Royal College of Arts in Londen, besloot hij een kans te wagen en hy deed vier da gen lang toelatingsexamen. Het lukte. Ondanks aanvankelijke moei lijkheden in de taal (een van de toelatingseisen was het schrijven van een essay, een soort filmscript) begon de ex-tekenleraar in septem ber 1965 met zijn opleiding. ,Weet je wat zo schitterend is hier in Londen? Iedereen is hier, je krijgt de kans om alle belangrijke men sen op film of televisiegebied te ontmoeten. Ze hebben hier in Lon den de mooiste filmstudio's van Europa en we zijn daar met onze groep verscheidene malen geweest. Zo heb ik ook Antoniioma ontmoet, bij wie ik enkele dagen de opna men van een van zijn films heb bijgewoond. Een machtige erva ring!' [n de loop van dit jaar wordt de afdeling film en televisie van het Royal College een onderdeel van de Universiteit van Londen, waarmee de opleiding wordt gepro moveerd tot Engelands nationale filmschool. Naar de mening van Henk Onrust is de combinatie van film en televisie in de oplei ding uitstekend. Dat is bijvoorbeeld iets wat hij mist op de Amsterdam se Filmacademie, die hij niet wilde bezoeken omdat hij dan op veel punten zijn Haagse MO-opleiding zou doubleren. Over de Engelse televisie zegt hij: ,Dat is iets heel bijzonders. Er zijn enkele heel slechte programma's, maar het merendeel van de uitzendingen is voortreffe lijk, vooral technisch. Dat peil ha len ze in Nederland op geen stuk ken na. Ik geloof, dat de voor naamste oorzaken in Nederland daarvoor zijn het beperkte budget en fouten in de organisatie, waar door alles vaak in zeer korte tijd II moet gebeuren.' Een van de redenen waarom de film- en tv-opleiding in Londen zich in de korte tijd van haar be-f' staan zo'n goede naam heeft ver-p worven, is het vriendschappelijke contact met tv-maatschappijen en' de elektronische industrie, die met behulp van geld en apparatuur eenp, technische perfectie mogelijk ma-f ken. De belangstelling van die zijde is wel verklaarbaar. Mensen met deze opleiding worden bij film,[| televisie of bedrijfsleven met open annen ontvangen. BBC en ABS-16 Television geven de school soms op-|o drachten, evenals de BFJ Expe rimental Film Fund. De vrij jonge opleiding heeft tot nu toe 43 studen,|, ten afgeleverd, waarvan er dertig|| in de film en tv-industrie terechtl kwamen. Tv-maatschaippijien voor-i zien de school bij voorkeur van de allernieuwste apparatuur, zodat dej afgeleverde studenten direct in dej praktijk (die immers werkt met de modernste installaties) aan de slag kunnen. 'enk Onrust: ,Wat ik met deze opleiding wil gaan doen? Te-i naar Nederland, volgendr jaar, en dan zien assistent regis-|j seur bij een toneelgezelschap teP worden. Ik wil namelijk precies we-p ten hoe ik met spelersmateriaal'1 kan omgaan om daarna, later, zelf-f- standig films te maken. Speelfilms?1 of televisiefilms, ik weet het nogPj niet. Ik zou ook wel kinderfilms^ willen maken of kinderprogram-p ma's willen regisseren. Weet je,pi dan móet het goed zijn. Kinderenk laten zich niet bedonderen mame-p lijk'. Geschokte burgemeesters, verontwaar digde groeperingen, gramstorige ridders, ingezonden stukken in kranten, ach en wee van verontrusten en gejuich van progressieven, stapels grammofoonplaten en tophits dat zijn de bewegingen rond het fenomeen cabaret. Cabaret bloeit on gekend welig in ons land, cabaret is „in". Altijd valt er wel iets te juichen of te schelden: want behalve onze Grote Drie (Wim Kan. Toon Hermans en Wim Son- neveld) kennen we dan nog Lurelei, Tingel-Tangel, Pepijn, Ramses Shaffy. Jaap van de Merwe, Fons Jansen en al die andere kleine groepjes die in de meest onverwachte hoeken van ons land ope reren, en zy nemen bepaald geen blad voor de mond. Het merkwaardige is overigens dat nie mand een exacte definitie van cabaret kan geven. De één noemt het „intelligente kritiek op de maatschappij", de ander vindt dat cabaret choquerend moet wer ken, cabaret moet het publiek een spiegel voorhouden, cabaret is eigenlijk café- chantant. Behalve Wim Kan: die zegt dat de ca baretier de hofnar van de maatschappij moet zijn. De hofnar die mag bij de ko ning (maatschappij) op schoot zitten, hij mag zich met zijn grollen en grappen vrijheden permitteren die de gewone bur ger het hoofd zou kosten. Hij mag spot ten en provoceren en krijgt als beloning geen slaag, maar een extra glas wijn. Het is, lijkt ons, de enig juiste definitie. Vreemd genoeg is het met die spot tegenwoordig wat droevig gesteld. De uiterst subtiele manier om het publiek in de zaal letterlijk by het programma te betrekken en in het ootje te nemen, komt zelden voor. Met het provoceren gaat het beter: het is eigenlijk een beetje uit de tijd. Rinus Ferdinandusse heeft onlangs nog gezegd dat het voor een cabaretier overbodig is te provoceren nu ze op straat al met stenen gooien. Toen zaken als seksualiteit, homo's en lesbiennes en de pil nog taboes waren, lag het op de weg van het,cabaret zich provocerend over deze aangelegenheden uit te laten. Succes was altijd verzekerd. Maar het cabaretpubliek heeft deze taboes allang weer achter zich gelaten. Daar is thans het grotere publiek, op wie het ca baret niet mikt, aan toe reden van het grote succes van de musical „Heerlijk duurt het langst", waarin al deze en der gelijke taboes worden behandeld. Nu er echter langzaam aan niets meer te provoceren valt, wordt het toch tijd dat er in het cabaret van enige vernieuwing blijk wordt gegeven. Waar wil men anders naar toe met de baanbrekerij Voor de Grote Drie gaat die vernieuwing eigenlijk niet op: zij zijn gedrieën instituten, my then bij het leven, en het lijkt ons dat instituten niet vernieuwd kunnen worden. Maar voor de jonge cabarets kan een dergelijk excuus niet worden aangevoerd. Lurelei Lurelei is één van onze meest bezongen en toegejuichte cabarets in Amsterdam. Men wisselt van bezetting als van schoenen. Lurelei leeft bij de gratie van het met woord en gebaar hanteren van taboes. Enkele jaren geleden was dat inderdaad nog erg provocerend, maar nu zelfs radio en tv deze taboes niet meer als taboes zien, is de grap er toch wat af. Het is als met kleine kinderen: op een bepaalde leeftijd zijn zy dol op faecaliën- mopjes, maar ineens zijn zij er overheen gegroeid. En het is toch eigenlijk een wat armetierige zaak dat men nu nóg steeds met hetzelfde enthousiasme alsof men iets nieuws beweert, de mensen op het toneel „scherpe" dingen laat zeggen over homo seksualiteit. Gelooft men er zelf in? Typerend lijkt ons, dat men op het moment de wat kale teksten gaat versieren met schuttingwoor den die doen het immers altijd wel Jaap van de Merwe Van de Merwe, de man die het steeds opnieuw moet proberen, schijnt wel te begrijpen dat het gedaan is met de pro vocerende taak van het cabaret. Al valt hij er soms nog wel op terug, zijn pro gramma gaat toch bij tijd en wijle een nieuwe weg op met zijn absurde en mu zikale nummers en zyn zeer smaakvolle herleving van het schimmenspel. Sieto Hoving Hoving, vroeger bekend om zyn agres sieve. gecompliceerde aanpak, met zyn op de hak nemen, dat vaak in regelrecht schelden ontaardde, met zyn soms bele rende toon waar nauwelijks om geglim lacht kon worden, is evenals Van de Merwe óók een stap in een nieuwe rich ting gegaan. In zijn laatste programma zet hij de zotskap op en schuift hij de taboe-onderwerpen opzij. Hij heeft be grepen, dat zure agressie zelden getuigt van vermogen om werkelijk artistieke sa tire te brengen. Met de Indirecte benade ring van zyn onderwerpen, met behulp van meer absurde en kolderieke middelen bereikt hij veel meer dan ooit met zijn vroegere programma's het geval was. Jam mer overigens, dat de muziek nauwelijks betrokken is by het programma. Pepijn lands cabaret daarentegen levert hy wei nig frisse wind op, op een enkele speels- verrukkelyke uitzondering na.. Fons Jansen Het is duidelyk dat een man als Fons Jansen volledig tegemoet komt aan de be hoefte van het gelovige, voornameiyk rooms-katholieke, deel van ons volk om er een eigen hofnar op na te houden. In de beperkte taboe-wereld van de Kerk is Fons Jansen een subliem cabaretier, voor wie men moet hopen dat hy nooit de een maal gekozen context behoeft te verlaten. Ramses Shaffy Paul van Vliet wordt zeker na zyn op treden voor de koninklyke familie, ge doodverfd als de cabaretier voor de nette mensen. Zyn programma vertoont een uiterste zorg, besteed aan de kleinste de tails. zyn regie en zyn muzikale gedeelte zyn voortreffelyk, maar het geheel ademt toch enigszins de sfeer van het tien jaar geleden en vogue zynde studentencabaret: numertje, liedje conférence, sketch, etc. Van Vliet wil teveel het oude cabaret imi teren en voor Den Haag voorziet hy dan welücht in een vacature, voor het Neder- Ramses Shaffy heeft duidelyk gebroken met alle verouderde tradities van het Ne derlandse cabaret. Geen satire, geen con ferences of sketches, alleen een zeer ar tistieke aanpak van de hoofdmoot van zyn styl: het chanson. Na het eerste for midabele succes bleek het een probleem voor Shaffy cum suis het programma op een dergeiyk niveau te houden. Shaffy en Liesbeth List hebben een duidelyk snob- appeal en dat maakt hen helaas nogal nonchalant: een groot gevaar voor de toe komst. Ramses heeft echter een grote kyk op het exploiteren van het „in"-zyn. Loesje Hamel en Liesbeth List vormen een ideale identificatiemogeiykheid voor het publiek: meisjes met een moderne le ve nsstyi een modern tydschrift uit heli buitenland voor je neus. leuke kleertjes^ leuke gezichtjes, leuke feestjes. RamseJ; staat er als de vagebond, de ongebondeiti minnezanger. Het is een yzersterke for-ft mule, die het kennelyk onbelangrijk maakfci of de kwaliteit van het programma conjr tinu is en of er alleen maar gezongefo wordt over de wind, de regen, de natt^Q straten en over Sammy Als baanbrekey voor vernieuwing heeft Shaffy veel gedaaiL maar of hy dat in de toekomst zal blijf ven? Cabaret zoekt duidelyk nieuwe vormen die overal reeds te onderkennen zyn maar toch zelden werkelyk naar buitei:| treden. De cabaretier zal meer en mee i een artiest moeten worden die een geheeft eigen theatervorm gaat maken.Nieuv cabaret zal meer theater moeten worden 1 een eenheid van absurditeit, muziek, kolff der en poëzie. En het is eigenlyk dan oolbi niet zo vreemd, dat het geen cabaretitfV maar een mimespeler is, n.l. Rob va# Houten, die met zyn Funhouse-theater sin een heel eind deze richting uitgaat, n De cabaretier van de toekomst zal welft licht de clown, de mimespeler, de zangeL de muzikant, de romanticus en de verft nieuwer moeten zyn. Zy allen waren «e hun tyd vertegenwoordigers van de kleinij kunst mogeiyk horen zy nu samen ufo het cabaret thuis. ij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 10