OP ZOEK NAAR EIGEN GEZICHl VERHOUDING MET NEDERLAND MOET WORDEN HERZIEN EFRAIN JONCKHEER strijdbare premier van Nederlandse Antillen: „Op een avond heb ik een aantal Antilliaanse provo's uitgenodigd. Ze bleven van half negen tot twee uur 's nachts. De heren hadden felle kritiek op onze sociale voorzieningen. De uitkeringen voor weduwen en wezen moes ten worden afgeschaft, de ouderdomsvoorzieningen von den ze niets. Dit soort maat regelen waren maar klakke loos uit Nederland overgeno men. Neen. er moesten voor zieningen worden getroffen die pasten bij de Antilliaanse gemeenschap. Toen ik vroeg welke voorzieningen zij voor de geest hadden werd geant woord: „Uitkeringen voor va derloze kinderen. Stel je voor zeg, dat ik de pleziertjes van de vaders ging betalen met de belastingcenten". Hij lacht er hartelijk om als hij over dit avondje met de provo's ver telt, dr. (honoris causa in de rechtswetenschappen, Vrije Universiteit, Amsterdam, ok tober 1965) Efrain Jonckheer (50 jr.) twaalf jaar strijdbare minister-president van de Ne derlandse Antillen. De turbu lente sfeer van de soms broeierige Antilliaanse poli tiek heeft hem fysiek nauwe lijks aangetast. Hij heeft de voldaanheid en zakelijke rust van een hoog genoteerde cap tain of industry; die met vol le teugen geniet van de Antil liaanse zon, en hartstochtelijk meeleeft met het Antilliaanse lief en het Antilliaanse leed. Tot dit leed behoort o.m. de werkloosheid, en het gebrek aan een „eigen gezicht", dat de Nederlandse Antillen scha de berokkent in zijn relaties met de landen in Zuid-Ameri- ka en het Caribische gebied. De verhouding tussen Neder land en de Nederlandse Antil len, binnen knappe juridische formuleringen van het Sta tuut voor het Koninkrijk ge vat, is voor de meeste Cari bische landen een vrij ondoor zichtige zaak. Men weet niet waar men aan toe is met de Nederlandse rijksgenoot, zijn de Antillen onafhankelijk, vor men zij nog een wingewest van Nederland? Is de Konin gin gouverneur van de NA of is de gouverneur van de NA staatshoofd van Nederland. Welke bevoegdheden heeft de Antilliaanse premier? Deze onzekerheid brengt de Antil len schade toe. Premier Jonckheer heeft in zijn rede ter gelegenheid van Statuut dag 1966, dan ook cryptisch opgemerkt dat het volk van de Ned. Antillen er geen enkel belang bij heeft om zijn zelf standig bestaan voort te zet ten bij het Koninkrijk der Ne derlanden. „De Antillen moe ten zich beraden over samen werking met andere Caribi sche landen, een samenwer king die zich tot velerlei ge bied kan uitstrekken". Waarom deze plotselinge drang naar grotere zelfstandigheid? Wij zijn het eerste land in het Ca- ribisch gebied dat na driehonderd jaar kolonisatie een grote mate van ze'fstandigheid heeft gekregen. In de twaalf jaren dat het Statuut bestaat is er het maximum uitge haald dat er uitgehaald kon wor den. Intussen is een groot aantal landen in het Caribische gebied on afhankelijk geworden: Jamaica, Barbados. Trinidad, Brrts-Guyana. Men heeft onze positie nooit kun nen begrijpen. Tijdens mijn bezoe ken aan deze landen bleek steeds weer dat een gezond overleg be treffende specifieke Caribische pro blemen, vrij personen-, geld- en handelsverkeer) niet mogelijk was, omdat men onze relatie tot Neder land niet begreep. De grotere mate van zelfstandig heid is eigenlijk dus meer een zaak voor de buitenwereld dan voor het Antilliaanse volk? Ja, het gaat vooral om onze image naar buiten. Onafhankelijk heid is voor ons geen issue. Wij kunnen niet zelf onze defensie, on ze buitenlandse zaken, behartigen. Daar hebben wij de mensen en het geld niet voor. Hoe wilt u uw grotere zelfstan digheid bereiken. Binnen het raam van het huidige Statuut of streeft u naar een geheel nieuwe staat kundige regeling? Binnen het huidige Statuut zou er een regeling getroffen kunnen wor den. Het Koninkrijks Statuut is geen eeuwig edict. De artikelen van het Statuut kunnen aangepast worden. Welke nieuwe staatkundige ver houding staat u concreet voor ogen? Onze gedachten gaan uit naar een vorm tussen Gemenebest-struc tuur en de huidige situatie. Heeft u het huidige Statuut als knellend ervaren? Wij hebben geen kenllende banden gevoeld. Wij wensen alleen meer satisfactie, Voor de buitenwereld moet de verhouding tussen Neder land en Antillen duidelijker naar voren komen. Op welke wijze had u gedacht uw wens naar grotere zelfstandig heid te kunnen verwezenlijken? De gedachte is nu gelanceerd. Nederland en Suriname hebben de gelegenheid or denken. Streeft u naar een Ronde Tafel Conferentie op korte termijn? Zo fors willen wij de zaken niet aanpakken. De gedachte moet langzaam groeien. Het gesprek tus sen de drie Koninkrijkspartners, Nederland. Suriname en de Neder landse Antillen moet langzaam op gang komen. De Nederlandse re gering is al op de hoogte gebracht van onze verlangens. Ik heb niet de indruk dat mijn Surinaamse confrater premier Pengel afkerig staat tegenover on ze ideeën? Wanneer wilt u met het overleg beginnen? Wij zijn bereid elke dag op elk uur het formele overleg te beginnen. Optimisme Over de economische toestand op de Antillen is premier Jonckheer optimistisch gestemd, ondanks het feit dat veertien procent van de beroepsbevolking werkloos is. „Toen in 1955 de olieraffinaderij en overgingen tot automatisering en het aantal werkplaatsen gere duceerd werd van 13000 naar 3000 hebben wij 'n meerjarenplan op gesteld om de werkloosheid op te vangen. Wij zijn ons gaan concen treren op het toerisme en hebben de bouw van hotels gestimuleerd. De bijdrage van het toerisme tot Door Sig. W. Wolf het nationaal inkomen is sedert 1957 meer dan verdubbeld en be draagt thans ongeveer tien pro cent van het nationaal inkomen. Na de olieraffinage is het toerisme de belangrijkste bestaansbron. Dank zij de bouw van enkele grote hotels, Hilton op Curasao, Shera ton op Aruba, Holiday Inn op Cu rasao, Hazeieger op Curasao, Bon Bini op St. Maarten, Sorobon op Bonaire, werden duizenden An- tillinanen aan het werk geholpen". En als deze bouwactiviteiten zijn beëindigd? ,,Wij hebben dan nog de pro jecten die uitgevoerd worden dank zij de technische bijstand van de EEG. Wij profiteren van de hulpfondsen die de EEG ter be schikking heeft en waarvan de Nederlandse Antillen sinds de as sociatie met de EEG in 1965 gel den ontvangt. De wegenbouw op Bonaire is reeds gegund evenals de bouw van scholen op Curasao, Bonaire en de Bovenwindse eilan den. Het nieuwe stationsgebouw op het vliegveld van Aruba is aanbe steed". U ziet de economische ontwikke ling van de Nederlandse Antillen zorgeloos tegemoet? ,,Heel zeker. Wij zijn druk bezig met het aantrekken van industrieën waarvan de grondstoffen uit de om liggende landen betrokken kunnen worden. Vooral de aluminium-indus- trie heeft onze grote belangstel ling. De bauxiet kan o.m. uit Su- Jamaica, Venezuela ge- Premier Jonckheer: fn de econo mische ontwikkeling van de Antillen speelt de olie-raffinage nog een gro te rol op de achtergrond. ha aid worden. Volgens de meest pessimistische ramingen zal de werkloosheid op de Nederlandse Antillen tot 1971 constant (veertien procent) blijven, ondanks de be volkingstoename van 2,7 procent per jaar. Er behoeft geen vrees te bestaan dat door gebrek aan werk op de Antillen honger wordt gele den. Niemand op de Antillen heeft ooft honger geleden en zal in de toe komst tekort aan voedsel hebben. Op de Antillen is er nimmer ge brek aan voedsel geweest. Volgens het verslag van de Eilandsraad van Curacao over 1965, waarin een onderzoek is opgenomen naar het voedselpakket van Cura sao werd in 1965 per dag per per soon 3190 calorieën voedsel geïm porteerd terwijl de behoefte per persoon per dag 1900 cal. is. Van zelfsprekend heeft niet iedere An tilliaan het even ruim, maar ook in Nederland is het niet anders. De armoede op de Nederlandse Antil len is niet groter dan in West-Euro pa. Curasao is een van de wei nige eilanden waar de mensen niet de hand ophouden bij de toerist om een aalmoes te vragen. De be richten dat op de Nederlandse An tillen honger wordt geleden zijn volkomen tendentieus. Dacht u dat wanneer er honger werd geleden de Antilliaanse bevolking tijdens de verkiezingen van 8 juni j.l. het democratisch blok (Democratische Partij, waarvan premier Jonck heer voorzitter is en Partido Pa- trioto Arubano. Red. HC) in zo royale mate zou steunen? Wij be haalden dertien van de tweeën twintig zetels. Voorheen hadden wij twaalf zetels". Snelle carrière Dank zij de verkiezingen van 1966 werd dr. Efrain Jonckheer voor de twaalfde maal leider van de Antilliaanse regering, een re cord dat hij zelfs in zijn stoutste tropische dromen niet had ver wacht. Als telg uit een van de oude Curagaose families, die reeds een paar eeuwen op het ei land wonen was hij na het beha len van het mulodiploma in 1933 bestemd voor de handel. Hij maak te snel carrière en werd in de daaropvolgende jaren directeur van verschillende handelszaken op Cu rasao. De jaren van de Tweede Wereldoorlog gingen ook aan de Nederlandse Antillen niet onge merkt voorbij. Afgesloten van Ne derland, drijvend op eigen krach ten gingen de jongeren op het ei land zich afvragen, waarom zij in Koninkrijksverband niet zelf de be langen van hun land konden be hartigen. Deze jongeren verenig den zich in 1944 tot de Democra tische Partij van Curasao. Tot voorzitter werd de 27-jarige Efrain Jonckheer gekozen. Naast zijn lid- maatschap van de Staten Nederlandse Antillen, werd 1951 gekozen tot lid van de E raad van Curasao. Op 8 ber 1954 werd hij voorzitter toenmalige Regeringsraad. L rière van Efrain Jonckheer1 zijn hoogtepunt in zijn beno, tot de eerste minister-preside de autonome Nederlandse len. De jonge minister-pi^ wachtte een immense taak. 1 ministratie van de Nederland tillen moest worden aangepa de nieuwe situatie, namelij koloniaal geregeerd land fe zelfstandige partner binnen h ninkrijk. In de tweede plaatsi een betere sociale wetgevüij den ingevoerd, waarin met, het Algemene Ouderdomspe» een gesteskind van pi Jonckheer. Parallel lopend d betere sociale wetgeving en lering van het vakbondswezq de urgente noodzaak voor gen te treffen om de econoi basis van de Nederlandse A te verbreden en werkgeleg te scheppen voor de snelgro bevolking van de Nederland), tillen. Met Nederland werdu sprekingen gevoerd over de! voor de meerjarenplannen I gentieprojecten en over een' Antilliaanse Luchtvaartmaai pij. Deze hichtvaartmaatscj die thans een dochtermaatsj is van de KLM, en waarop derlandse Antillen een optk ben tot 1969 vliegt econ goed. ,,Ik denk wel dat wij i de ALM over zullen neme juiste formule voor de san king tussen de KLM en de len is nu wel gevonden. De lijkheden die er in het beg ren zijn rn gezond overleg wonnen. Wij moeten nu eclj vloot vernieuwen. De ALM met drie Convairs, hetgeen i doende is in de concurrent! in het Caribisch gebied. VI len de KLM vragen enkele i ne toestellen ter beschikk stellen". Oranjehuis Efrain Jonckheer fe op tillen een populaire figuur k beleid de Antilliaanse bel reeds viermaal haar vertj beeft uitgesproken. „Ik houd heel nauw met de bevolking, ik w ten wat er leeft en hoe ovc bewind wordt gedacht. T^ per week heb ik spreekuur, een is welkom zonder var ren een afspraak te hebb maakt. Van deze hearings druk gebruik gemaakt Ik deze hearings ook opgemai de Antilliaanse bevolking hej jehuis als de belangrijkst! beschouwt met Nederland"] Staat het Koninklijk Hui kelijk zo centraal in de rel! derland Nederlandse Ant Ik geloof niet dat de Anti bevolking meer of minder I gezind is dan de Nederlani volking. Het is bij cms mt kwestie van accentverleggii Koninklijk Huis is bij ons b bool van een staatkundige De Kroon is voor ons een serende factor. Indien Ne een republiek zou worden mij de relatie Nederland landse Antillen niet goed voorstellen. Wij houden ni< republieken. Deze houding schien te verklaren omdat n republieken omringd word Staatsman, echtgenoot et van drie kinderen is de cod die dr. Efrain Jonckheer verenigd heeft. Bij aanban tegenstander is de liefde vc gezin spreekwoordelijk gi voor „Efrain" zoals volgc woonte op de Nederlandse de premier in de omgang genoemd. Zijn belangstellin de Antilliaanse jongeren gen maardheid. Nauwkeurig v< de studieprestaties van zij genoten in de Verenigde St in Nederland. Maar ook hi tiekv denkbeelden. „Toen ik dat er een provo-beweging op Curasao heb ik onrn een aantal provo's uitgenod te vernemen wat hun denk zijn. Ik heb mij op die av mij thuis kostelijk met ze seerd. Maar het schijnt ze gevallen te zijn. Enkele da hun bezoek hoorde ik vi vriend dat een van de pn ten niet erg enthousiast wa drink veel te weinig. Er wa een fles whisky keeggegaao

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 10