\Vaar komt
ons rood-
wit-blauw
vandaan
1
SIMPELE VRAAG NIET TE
Boer Koekoek in fel
clebat met noodraad
VRIJDAG 6 JANUARI 1967
LEIDSCH DAGBLAD
Volgende week bij het huwelijk van Prinses Margriet zullen
de vlaggen weer wapperen. Het rood-wit-blauw van de natio
nale vlag zal vrolijk uitwaaien, met daarboven de oranje wim
pel, als symbool van de verbondenheid van het Nederlandse
volk met zijn koningshuis.
Zó vertrouwd is ons het rood-wit-
blauw, dat wij ons tegenwoordig zel
den meer afvragen waar die vlagge-
kleuren eigenlijk vandaan komen.
Toch is het de moeite waard, eens
een paar stappen terug te doen in de
historie van ons land. We zullen dan
een grote verscheidenheid van
vlaggen tegenkomen dan we wellicht
zouden vermoeden: de verticale ba
nen van het Franse rouge-blanc-
bleu en het rood-wit-blauw van de
Bataafse Republiek, met voor de
Marine een voorgeschreven em
bleem ("vrijheidsmaagd met leeuw)
in de bovenste rode baan. Rode
in de bovenste rode baan.
Rode vlaggen met een gele
leeuw. Gele vlaggen met een rode
leeuw. Vlaggen in rood-wit-blauw en
vlaggen in oranje-wit-blauw.
Een land als Denemarken kan met
rechtmatige trots wijzen op het
jaartal 1219. toen de Deense vlag als
eerste van de nu nog bestaande na-
tievlaggen wettelijk werd vastgelegd.
Maar zo simpel als het met dat
witte kruis op zijn rode veld is toe
gegaan, zo gecompliceerd lijkt het
ontstaan van de Nederlandse Vlag.
Helvaal niet gecompliceerd, zeggen
sommigen. Het vlaggerood wijst van
ouds op de adel, het wit op de gees
telijkheid, het blauw op de burgerij.
Onjuist, zeggen anderen. Het rood-
wit-blauw is een erfenis van de gra
ven van het Beierse of het Bourgon
dische Huis!
Onze vlag? Ontstaan uit die van
het gewest Zeeland, luidt een derde
mening.
vlag"
Stamwapen
En daarmee zijn we nog niet aan
het eind het rood-wit-blauw van
onze vlag is ook wel teruggevoerd tot
de kleuren van het stamwapen der
Oranje. een blauwe jachthoorn
met zilveren beslag en rode snoe
ren. Maar dan stuiten we op een
bezwaar: in 1556 nog werd dit wa
pen afgebeeld als een blauwe jacht
hoorn op een gouden schild het
zilveren beslag en de rode snoeren
ontbraken! Pas later werd het rood
eraan toegevoegd en nog weer la
ter het wit.
Tenslotte zijn er nog de livrei
kleuren van de Prins van Oranje, die
aanleiding geven tot de nodige be
spiegelingen. Maar vermoedelijk zal
het altijd wel een gissen en veron
derstellen blijven waar de kleuren
van onze vlag nu precies vandaan
komen, simpelweg omdat onze vlag
niet, zoals bij jonge staten tegen
woordig wèl het geval kan zijn, wel
bewust is uitgedacht, maar door de
omstandigheden is ontstaan.
Prinsenvlag
van Frederik Hendrik nog geen rol.
Mogelijk heeft de toepassing van
andere textielverf stoffen het oranje
in de richting van het rood gescho
ven. De kleurverandering van de
vlag viel namelijk samen met het
tijdstip waarop een nieuwe meekrap
soort (rode verfstof) in ons land zijn
intree deed. Deze meekrap moet het
vlaggendoek zó sterk rood hebben
aangeverfd, dat de (gele)wouw het
rood niet meer zoals vroeger óm kon
krijgen naar oranje.
Dat zou tegelijkertijd verklaren
men steeds van „prinsen-
blijven spreken, ook toen
men na 1630 vermoedelijk meer
vermiljoen dan oranje in de vlaggen
heeft gezien. Wellicht is het gebruik
van een rode bovenbaan mede in de
hand gewerkt doordat het rood zich
op zee veel beter hield (het oranje
vervaalde zeer snel).
In verschillende oude Nederlandse
vlaggenboeken wordt geschreven over
„oranje, wit en blauw", terwijl de
tekeningen zijn ingekleurd met rood-
wit-blauw. Ook een gevolg van die
meekrap-kwestie?? In elk geval viel
het verschil tussen schrijfwijze en
kleurstelling zó op, dat later wel is
verondersteld dat „rood of oranje"
weinig verschil zou hebben uitge
maakt voor de Nederlanders uit la
ten we zeggen de 17de eeuw. En
misschien was dat ook wel zo. Poli
tieke moeilijkheden ontstonden er
vooral later, toen de patriotten zich
in de tweede helft van de 18e eeuw
tegen het gebruik van oranje be
gonnen te verzetten (Kaat Mossel!).
Wie zich in veel later tijd bijzon
der druk hebben gemaakt over het
„rood ,of oranje", waren de mensen
die omstreeks 1865 het halve-eeuw-
feest van het Koninkrijk der Ne
derlanden gingen vieren. Veront
waardigd maakten de voorstanders
van een oranje-wit-blauwe vlag zich
op. om de voorvechters van het
rood-wit-blauw de mantel uit te ve
gen. Alleen gebrek aan liefde voor
het vorstenhuis kon iemand de ogen
doen sluiten voor dat afschuwelijke,
Franse rood en blauw
„Onzin", verweerde professor Ro
bert Fruin zich. „onze vlag had al
een hele tijd vóór de Bataafse Re
publiek een bovenbaan van vermil
joen. Het is blijkbaar praktischer ge
bleken en bovendien is het in ons
grauwe Nederlandse klimaat heel
wat plezieriger om helder rood en
helder blauwe te zien wapperen, dan
een vervalend oranje en de daarmee
combinerende lichtere kleur blauw
Een nuchtere mening, die ook in on
ze eeuw. met name in de dertiger ja
ren, met instemming is aangehaald.
Weer strijd
Toch zijn er wel feiten die in een
bepaalde richting wijzen. De naam
prinsenvlag bijvoorbeeld. Hij duikt
heel plotseling op: kort na de inne
ming van Den Briel op april 1572,
en we weten dat .toen het oranje-wit
blauw van de Êrielse toren heeft
- gewapperd, kennelijk ter ere van
Prins Willem van Oranje.
Het bleef niet bij die ene prinsen
vlag. Het oranje-wit-blauwe sloeg in,
het werd een symbool van het ver
zet tegen de Spaanse overheersing.
Uit de jaren na 1577 zijn gekleurde
tekeningen bekend van ruiters van
de prins, gestoken in blauw kostuum
met witte strepen en witte mouwen,
met een oranje sjerp en op hun hoe
den oranje en groene pluimen. In
een boekje, dat in 1582 is verschenen
bij drukkerij Plantijn in Antwerpen,
lezen we dat de kleuren van de prins
van Oranje „den Spaingiaerden
groote vrees plegen aentejaeghen".
Naast het oranje- wit- blauwe
vlaggendoek, dat sindsdien in de te
keningen van admiraliteiten en ste
den wordt vermeld, kwamen er ook
andere vlaggen en vaandels voor. Op
schepen werden bijvoorbeeld vaak
de vlaggen gevoerd van de stad van
afkomst en van het gewest. Maar de
„prinsenvlag" kreeg voor scheepsvolk
én burgerij een heel andere gevoels-
t aarde dan welke andere vlag ook.
f aen omstreeks 1630 het oranje uit
- prinsenvlag langzamerhand ver-
c longen werd door rood, blééf die
vlag favoriet De leeuwenvlag van
de Staten-Generaal kon daar niet
tegenop en is van lieverlee geruis
loos verdwenen.
Oranje werd rood
Waaróm het oranje van de prin
senvlag in rood is overgegaan, we
ten we niet met zekerheid. Politieke
motieven speelden althans in de tijd
Want in de jaren '35 en *36 laait de
strijd om de vlaggekleuren opnieuw
op. In de weinig stabiele politieke
situatie van het ogenblik voelen ve
len zich gedrongen tot het betuigen
van hun trouw aan de monarchie.
Steeds meer wordt er met het „oran-
je-blanje-bleu" gevlagd inplaats
van met rood-wit-blauw, althans bo
ven de grote rivieren.
Over het toenemend gebruik van
de oranje-wit-blauwe vlag worden
vragen gesteld in de Kamer. Is de re
gering bereid een eind te maken
aan „de steeds groter wordende ver
warring ten aanzien van de vlagge
kleuren"? Met andere woorden: wil
de regering duidelijk uitspreken, dat
rood, wit en blauw de nationale
vlaggekleuren zijn?
De afgevaardigde De Savornin
Lohman gaat daar fel tegenin. Hij
voorziet tweespalt onder het Neder
landse volk als „het. een groot deel
der natie op historische gronden zo
dierbare, oranje-blanje bleu in de
ban wordt gedaan". Minister Colijn
neemt het daarop op voor het rood-
wit-blauw, overigens zonder zijn te
genstander te overtuigen.
Op 19 februari 1937 verschijnt er
tenslotte een Koninklijk Besluit, on
dertekend door Koningin Wilhelmi-
na: „De kleuren van de vlag van
het Koninkrijk der Nederlanden zul
len zijn rood, wit en blauw".*)
Het zal nog een kleine dertig jaar
duren, voor de vondst van een oud
document zal bewijzen, dat deze be
slissing historisch bezien juist is
Maar voorlopig blijven het Ko
ninklijk Besluit ten spijt de prin
senvlaggen wapperen. Wie er tenslot
te op afdoende wijze een einde
maakt aan de bestaande controver
se „rood-oranje" is de N.S.B.
Als die in de oorlog de oude prin
senvlag, voorzien van de zwarte
N.S.B.-driehoek, gaat misbruiken,
gaat bezet Nederland die vlag zien
als een besmette zaak. Na 1945 heeft
het oranje-wit-blauw voor de Neder
landse bevolking afgedaan.
Vergeten document
In 1965 is een functionaris van de
sectie krijgsgeschiedenis en ceremo
nieel van het hoofdkwartier van de
Koninklijke Landmacht bezig met
een historisch onderzoek. In oude
boeken en vergeelde archiefstukken
zoekt hij naar aanwijzingen die hem
mogelijk op het spoor kunnen bren
gen van oude, authentieke documen
ten over vlaggen en standaarden.
Een moeizaam tijdrovend onderzoek.
De kans dat er ergens een tot dusver
onbekend document zal opduiken is
gering. Maar deze keer wordt het
speurwerk op verrassende wijze be
loond: het Rijksarchief geeft een
met de hand getekende en geaqua
relleerde vlaggenkaart prijs uit
1816.
De vondst wekt evenveel verrassing
als verbazing. Verbazing, dat er dus
tóch wel eens een speld uit een hooi
berg tevoorschijn komt. Want dit
stuk is niet zómaar een vlaggen
kaart. In kleuren vertoont de kaart
alle onderscheidingsvlaggen, stan
daarden en wimpels, die koning Wil
lem I heeft Ingesteld bij het ont
staan van het Koninkrijk der Ne
derlanden.
Meer dan 150 jaar geleden, toen
de nachtmerrie van de Franse tijd
ten einde liep, richtte prins Willem
Frederik (later koning Willem I)
zich in een proclamatie tot het Ne
derlandse volk met de woorden:
„De oude Vlag is weder het punt
van vereeniging. en die oude vlag zal
ook den ouden moed weder doen
herleven!"
Uit de gevonden vlaggenkaart we
ten we nu met zekerheid, dat de
prins met die oude vlag de rood-wit-
blauwe vlag moet hebben bedoeld.
Want de derde en vierde vlag op deze
kaart, die beide worden aangeduid
als „de ordinaire Nederlandsche
vlag", zijn onmiskenbaar geaquarel
leerd in rood, wit en blauw!,
Uit datum en nummer op de vlag
genkaart valt op te maken, dat hij is
bedoeld als toelichting op een Ko
ninklijk Besluit van 16 maart 1816.
dat inhoudt het „Reglement op de
eerbewij zingen en saluten aan boord
en door Zijner Majesteits jachten en
schepen van oorlog binnen 's lands"
Egidius Joosten
failliet verklaard
(Van onze correspondent»
De hoofdrolspeler in het Vascomjj-
débacle, Egidius Joosten in Geleen, I
is door de Maastrichtse rechtbank
failliet verklaard. Curator In het fail
lissement is mr. F. Duynstee uit
Maastricht, die ook bewindvoerder is
in de surséance van betaling van het
bankroete miljoenen-bouwbedrijf.
Op 3 november 1966 moest Joos
ten gedwongen de leiding van zijn
bouwonderneming overdragen aan
een beheersstichting. Kort. daarop
werd het voltallige personeel ontsla
gen. Al ruim 760 Limburgse bouw-
vakkers zijn door de onzekere be
leidsvoering bij Vasco-Mij. zonder
werk gekomen.
Het faillissement is aangevraagd
door enkele grote crediteuren, die zelf
door bankschulden tengevolge van
uitblijven van betaling door Vasco-
mij) in moeilijkheden zijn geraakt.
Kennissen van de familie Joosten
menen, dat er wenig hoop bestaat
voor deze ondernemingen, dat het
persoonlijke faillissement van Joos
ten iets zal opleveren. Hij heeft zijn
bezit 'tot en met een privé-auto
gestoken in de Limburgse bouw
maatschappij N.V. Van deze dochter
van Vascomij is het merendeel van
de aandelen in handen van familie
leden van de heer Joosten. De Lim-
burgse bouwmaatschappij N.V. is
i buiten het beheer van Vascomij-be-
I windvoerders gehouden.
Van 10 januari af wordt in
het museum Willet Holthuysen te
I Amsterdam de expositie ..Mees-
j ters in zilverwerk van Rotter-
j damse zilversmeden" gehouden.
Het oudste sieraad van deze ex-
I positie is een spiraalvormige
schelp versierd met edelstenen.
een onbekend meesterwerk uit
1590.
Waarschuwing van
Londen aan Spanje
De Britse regering heeft Spanje in
1 een nota gewaarschuwd, dat zij dit i
land verantwoordelijk stelt voor
Achteraf wordt duidelijk, waarom j eventuele acties tegen Britse vlieg- j
*n van het bestaan var, dtt kleurige j tuigen dle gebruik maken van het!
vliegveld vam Gibraltar, zo werd gis-
De wind speelt met het rood-
wit-blauw, zoals hij dat al meer
dan drie eeuwen moet hebben ge
daan.
document niet op de hoogte kón
In het bewuste Kon. Besluit wordt
met geen woord gerept over de vlag
genkaart die erbjj behoort!
Eenvoudig
Een administratieve tekortkoming
kunnen we dat in die tijd nauwe
lijks noemen. Het ging in die eerste
dagen van het Koninkrijk allemaal
wat eenvoudiger toe dan nu. Het
K.B. en de vlaggenkaart waren ter
hand gesteld aan de Marine als enige
belanghebbende en dat was naar
die tijd voldoende,
belangrijker za
ken die de aandacht vroegen. De
vrijheid van het land was opnieuw
in gevaar: Napoleon was van Elba
ontsnapt en maakte zich op om slag
te leveren tegen de Geallieerden (Wa
terloo!)
Nadat de geschetste onderschei
dingsvlaggen. standaarden en wim
pels eenmaal waren vervaardigd en
het. bijbehorende K.B. in een Ma
rinereglement was verwerkt, is de
vlaggenkaart waarvan er maar
één bestond ergens opgeborgen,
aanvankelijk wellicht in het Kabinet
van de Koning af in een Marinear-
ohief. Na verloop van tijd is het stuk
tenslotte in het Rijksarchief
beland. Intussen was de authentieke
vlaggenkaart bij niemand meer be
kend. Het zou tot 1965 duren voor
hij weer aan het licht werd gebracht.
Mocht er in Nederland ooit nog
eens een wet op de landsvlag komen,
dan zijn de voorbereidingen daarvoor
dankzij deze vondst, wellicht eniger
mate vereenvoudigd. Over de vlagge
kleuren behoeft in elk geval geen on
duidelijkheid meer te bestaan. Het
Koninkrijk der Nederlanden is in
1815 zijn bestaan begonnen onder de
kleuren rood, wit en blauw!
W. E. Oranje-van Rij, Delft' j|
Ln opdracht van de regering
v 1 a ggekleuren wet ens chappelij k
gelegd in zg. kleurcoördiinate:
teren van gezaghebbende zijde
Londen vernomen. Men voegde hier
aan toe, dat de waarschuwing niet
slaat op een of ander incident van
de laats be tijd. Spanje betwist Enge
land de souvereiniteit over de land- i (Van
engte waarop het vliegveld ligt. Ook
heeft het geklaagd over herhaalde
schendingen van hrtSpaansc lucht- Km>kofk Haarlem ,s „„„Hopen vtndine van de Boerenpartil l«. lokt»
zoveel boze kreten dat de boerenIH-
tenslotte de brul aan gaf. „Het
Haarlemse correspondent) i De bewering vm de heer Koekoek,
verschijning van boerenleider Bogaers-wonlnt een uit-
door Britse vliegtuigen.
op een fel debat tussen de voorrit-
De Nederlandse golfprofessional
Martin Roesink heeft niet een ver- ter van de Boerenpartij en de heer
schil van vier strokes de leiding ge-'F, Schregardus, fractievoorzitter Praten wordt mij onmogelijk ge
nomen tijdens de profkampioenschap- d<1 Voodriuld in de Haarlemse I en de paar vragen, dte
pen van Nieuw Zeeland, die in Tau- 1 1
ranga worden gehouden gemeenteraad. 'k beantwoorden «in toet,
niet veel zaaks", zei hjj.
BlItWW
Ta.lt
De oude vlaggenkaart uit 1816. waarv
bestaan meer wist. De kaart is met de hand getekend
kleurd. In de linkerbovenhoek staat in een fijn handschrift
het nummer 46 en de datum: 16 maart 1816.
De kaart is historisch vooral belangrijk door de afbeeldin
gen 3 en 4. Uit het bijbehorende Koninklijk Besluit blijkt dat
deze de „ordinaire Nederlandsche vlag" voorstellen. Beide
vlaggen zijn rood-wit-blauwDaarmee bevat de kaart het
authentieke bewijs, dat in 1816 het rood-wit-blauw de offi
ciële landsvlag was.
Ook de overige vlaggen, standaarden en wimpels, behalve
de nummers 6 en 9. zijn uitgevoerd in rood-wit.blauw.
Betekenis der vlaggen:
no. 1 de koninklijke vlag, zijnde de rood-ivit-blauwe vlag
met het Rijkswapen in de witte baan, met de drij
vende koninklijke standaard daarboven. Werd ge
voerd wanneer de koning zich aan boord bevond,
no. 2 de koninklijke vlag met de koninklijke wimpel, te
voeren door de koningin en de andere leden van het
Koninklijk Huis.
no. 3 en 4 de ordinaire Nederlandsche vlag". Ministers
en ambassadeurs voerden deze vlag met rood-wit-
blauioe wimpel,
no. 5 onder scheiding svlag voor vlag- en opperoff icier en.
Het aantal witte schijven gaf de rang aan.
no. 6 oranje standaard of brede wimpel met het ko
ninklijke wapen. Het voeren ervan betekende: de
vorst wenst geen saluutschoten, maar wel andere
eerbewijzen (zoals in het want klimmen en jui
chen).
no. 7 gewone standaard: no. 8 gewone wimpel; no. 9
de blauwe wimpel, ten teken dat er geen eerbe
wijzen, welke dan ook, moesten worden gebracht.
MIJV.stkits .TïcT.t.
Hij had overigens voor de verga-
niemand het J dering de heer Schregardus heel
minzaam de hand geschud. Maar hö
merkte direct op: „Wij hopen, dat de
1 mannen van de Noodraad de belan-
1 gen van de burgers weer gaan die-
g nen. Zij hebben zich veel te veel be
ll 1 moeid met dingen, die hun niet aan-
gaan. De mensen, die zijn wegg»-
lopen, hebben nog steeds geen gel-
§j dige reden opgegeven, maar wie in
g het openbaar wegloopt mag van ons
1ook in het openbaar terugkomen".
g Als ij op een verzoenend ge
il baar van de heer Schregardus had
1 gerekend kwam hij bedrogen uit,
j| want deze bleek vastbesloten van
I zijn eerste openbare debat met de
§j heer Koekoek een vuurwerk te ma
il ken. Toen de pauze werd aangekon-
i digd sprong hjj op en vroeg het
woord.
Niets te \ertellen
„Als wij. die pas het laatste ja«r
s I bij de Boerenpartij zijn gekomen,
I niets te vertellen hebben, hoe gaat
H het dan met degenen, die straks op
g u gaan stemmen?", vroeg hij. De
g heer Koekoek: „De heer Schregardus
H j is pas laat tot de Boerenpartij toe-
g I getreden. Er waren toen mensen, die
al tien jaar tegen de dwang in Ne-
I derland hadden gevochten, maar toen
/.at de heer Schregardus nog in de
KVP". „Daar ben ik nooit lid van ge-
Iweest". lachte de heer Schregardus.
De heer Koekoek: „Nu ziet u maar
hoe gauw je een misverstand krijgt.
Ik heb ik een krant gelezen dat
mijnheer Schregardus De Quay zo'n
geweldige man vindt, maar als dat
I aar is waarom blijft hij dan lid
van de CHU". Opnieuw schudde de
heer Schregardus tot grote hilariteit
het hoofd.
Schn
De heer Koekoek schreeuwde er
door heen: „De kiezers hebben by
ons heel wat te zeggen. Ze kunnen
de partij maken of breken". En toen
i de heer Schregardus er doorheen
wilde roepen: „Wees nu even rustig,
we zijn hier niet bij de Nooi 'raad.'
maar in een echte vergadering. Bij
de Noodraad schreeuwen ze alle
twintig door elkaar heen. Dat heeft
geleid tot een groep, die wij een
splijtzwam noemen. Daarin is trou-
wens al weer een splitsing opgetre-
I den".
De opwinding steeg ten top, toen
ae heer Koekoek stelde: „De heer
Schregardus wil alleen bij een par
tij. waar hij zelf voorzitter van kan
worden. Hij heeft gedacht zijn kans
te kunnen grijpen op het moment,
dat de voorzitter in moeilijkheden
was door de zaak-Adams. Adams
heeft zelf bedankt, toen hij zag dat
hij zijn werk als kamerlid door de
boycot niet goed kon doen. Hij heeft
meer fatsoen getoond dan de heer
Schregardus. die in Haarlem rustig
is blijven zitten. Ze hebben daar
niet Schregardus gekozen, maar de
i Boerenpartij".