PRom Het huis Meerburg p u v p p Slechts plaatsvervanger. Mooie Leidse benen !om er ACHT-er f v 5 9 p P M P V P M P L P 51 P P 62 P P, 65 P P Bemesten Leiden Zwieten Verwoest a* ^DAG 10 DECEMBER 1968 LEIDSCH DAGBLAD L.D.-EXTRA 5 6 7 a 11 Kom er ACHT-er 1. poot van krukje 2. ceintuur middelste man 3. ketting vrouw 4. snaar meer ln harp 5. zweetdruppeltje meer man rechts 6. schoen man rechts 7. wenkbrauwen vrouw 8. microfoon 13 15 17 18 20 21 Z2 23 Z4 - te 27 20 w 32 53 -56 3/ 36 39 47 42 43 45 46 48 Horizontaal 1. bemiddeld 3. reis over zee 10. vorm van onderwijs 12. ten bedrage van 14. wijze 15. voorvoegsel 16. uit Denemarken 19. zangstuk 20. Jongensnaam 21. tropische ftliimgerpkunt 23. zee-officier 49 50 52 >3 54 55 56 M 58 59 60 61 64 66 67 6a 71 73 74 aSslngen onder het motto 'kruls- b,raadsel' dienen voor woensdag o 9 uur voorm. In het bezit te hpn de redactie. Witte Singel 1 den. Onder de goede oplossin- pellen wy een eerste prys van twee pryzen van f 2.50 be- laar, waarnaar alleen abonnees meedingen. Oplossing van 'jvorige opgave eerste prys van f 5.- werd toe- 'jd aan de heer P. Glazen borg, jjtterlaan 9A te Leiden, de twee ji van f 2.50 aan de heer H. in Beelen, Abeelpleln 6, Kat- Jan Zee en aan de heer J. C. Kul venhoven. Moleneind 22 te RiJns- burg. De pryzen worden toegezonden, gezonden. i de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen f De juiste oplossing vindt u elders in dit nummer. PlnUa/nd motöraoh'lp landbouwwerktuig verblijfplaats voor koelen titel 30. maand 40. deel van een trap 43. emalie opening 44. oefenstuk 45. geblimt 48. Jongensnaam 49. muzieknoot 50. schrijfwerktuig 52. rivier in Italië 53. zie 28 horizontaal 55. wenden 57. als heilig beschouwd overblijfsel 61. vlegel 63. god van de liefde 64. wezen 66. Romeinse schrijver 68. neem voedsel tot U 69. versulkerde pil 71. oosterlengte 72. klasse 73. alleen toegankelijk voor leden 74. bloedverwante strafwerktuig ln oude tijden zonder enige grond Oude Verbond bid ln latljnse spreuk Joodse wetrol kaasstad ddt le periode ln de geologie deel van de voet harde beet rijistaaf voor tram vordering koord politieke richting Arabische hoofd persoonlijk voornaamwoord afvallige vaal het r.k. geloof landstreek bij Parlje gepelde gerat Ingewijde getemd kleverige vloeistof sluitmiddel smalle strook gemeente op de Vel uwe .zie 18 verticaal maatschappelijk zeevogel hoog bouwwerk r.k. geestelijke in orde bedrog rij, reeks het. werkwoord van: afkerig van dus daarentegen groente lidwoord riviertje in Friesland (XI) Naast de rooms-katholieke kerk in Zoeterwoude staat een huis. Geen oud gebouw, maar één dat de stijl van de eerste jaren van de vorige eeuw overduidelijk demon streert. Het huis heet Meerburg, maar is toch nauwelijks te vergelijken met zijn veel oudere voorganger. Hoewel het wel wat vreemd aan doet, is het toch echt waar: het oude huis Meerburg kan bogen op een respectabele ouderdom. Er zijn zijn akten bekend, onder meer uit 1316 en 1319, waarin het huis al akten bekend, onder meer uit 1316 en 1319, waarin het huis al wordt genoemd. In 1316 werd de naam gespeld als „Nieburch". In 1319 ko men we voor het eerst de naam tegen als Meerburch. In dit laatst genoemde jaar wordt het huis, blij kens de bedoelde akte, als grafelijk leen uitgegeven aan het geslacht Van Meerburch. Zelfs de naam van de nieuwe leenman is bewaard gebleven in de toch echt wel vage geschiedenis van dit huis. Het blijkt hier namelijk te gaan om Dirk Janszoon van Meerburch, die het huis en de bijbehoren de landerijen, met een totale op pervlakte van ruim 60 hectare, van de graaf in leen ontvangt. Het huis zou echter niet lang in handen blijven van het ge slacht Van Meerburch: in 1353 wordt het goed overgedragen aan het geslacht Van der Made. In deze jaren viel er overigens in het dorpje Zoeterwoude iets voor, dat van grote invloed zou zijn op het wel en wee van de be volking van het plaatsje en voor die van het omliggende 'land. In 1350 werd namelijk door „eenen landman" het bemesten van akkerland uitgevonden, althans dat willen velschillende historici ons laten geloven. Niet dat het onmogelijk is dat een inwoner van Zoeterwoude zijn buren voor het eerst attent maakte op deze mo gelijkheid, maar het staat toch vast dat in vroeger jaren de mon niken in de kloosters hun lande rijen al door bemesting tot hoger rendement trachtten te brengen. Dit mag echter niet wegnemen, dat de inwoners van Zoeterwoude een, in verhouding tot andere landbouwers, grote oogst van hun land wisten te halen. Maax laten we eens verder zien wat het dorp Soeterwoude ons in deze jaren te bieden heeft. Soeterwoude, zoals het ln vroe ger tijden werd gespeld, was een heerlijkheid, die door de graaf als onversterfelijk leen werd uitge geven. Dit wil zeggen, dat de be zitters van het gebied speciale „heerlijke" rechten hadden, zoals jachtrecht, recht om alle koren op hun eigen molen te laten ma len (het maalrecht) en vele an dere. Voor het eerst werd Soeterwoude door graaf Willem III in leen ge geven aan Heer Filips van Sant horst, de bewoner van het gelijk namige huis onder Wassenaar en afstammeling van de Leidse burchtgraven. Dit gebeurde op 17 februari 1303. Later vinden we nog vele roemruchte geslachten in de rijen van heren van Soeterwou de, maar geen van allen bezat een kasteel onder de plaats, laat staan dat het huis Meerburg als woning van de leenheer beschouwd kon worden. Op 2 september 1610 heeft jonk heer IJsbrand van Merode de heer lijkheid verkocht aan de gezamen lijke burgemeesters van Leiden. Lange tijd is de Sleutelstad heer en meester geweest in dit gebied. Ook andere bekende namen komen we in deze streek echter te gen. Zo is bekend, dat in de eerste jaren van de vijftiende eeuw de Maltheser ridders, ook wel de St. Jansheren genoemd, belangrij ke goederen in en rond Zoeterwou de in bezit hadden. Ook staat het vast, dat graaf Willem in vroeger tijd aan de Commandeur van de Maltheser ridders, die in Haarlem hun zetel hadden, het recht had gegeven het pastoorsambt uit te oefenen. In Zoeterwoude is lange tijd nog het restant te zien ge weest van het huis waarin de Maltheser ridders hebben ge woond. Het huis Meerburg was niet het De 22-jarige Betty Bodt heeft in de Australische hoofdstad Melbourne bijna de titel „Miss Mooie Benen" oehaald. Betty is de dochter van een zeer bekend Leidenaar, die vijftien jaar ge leden naar Australië emigreer de. Haar vader is Theo Bodt (45) die eens hoofdkelner was van h°t vroegere hotel-rps'purant ,,'t Gulden Vlies" aan de Bree- straat. Theo Bodt heeft het goed ge maakt in Australië. Na zjjn emigratie, nu vijftien Jaar gele den, volgden de promoties in het hotelvak elkaar op en ten slotte namen hij en zijn vrouw het beheer op zich van het rian te Park Oaklands Chalet, een hotel- in een prachtige omge ving even buiten Melbourne. Een beschadiging van zijn ruggewervel bij een ongeluk dwong Theo Bodt een wat rus tiger baantje te zoeken. Hij ging zich wijden aan zijn hobby: het maken van ijzer- en koord- vlechtwerk. Hij vond voor zijn artistieke produkten zoveel af trek, dat hij een aardig bedrijf je op dit gebied kon opbouwen. Voor een flinke som heeft hij dat bedrijf inmiddels van de hand gedaan. Van de opbrengst kocht Theo Bodt een nieuw huis in Box Hill, vijftien kilometer buiten Melbourne, waar hij een taxibedrijf begon, dat op het ogenblik goed draait. Dochter Betty deed het al niet minder goed dan haar ac tieve vader. Zij studeerde en be haalde na de hbs het onder- wijzeresdiploma in het kleine stadje Burwood, waar een be kende kweekschool is gevestigd. Op het ogenblik heeft zij een functie in de staatsschool van Doncaster. Op aandrang van vrienden besloot Betty onlangs een kansje te wagen in de Miss Mooie Benen-wedstryd in Mel bourne. Na diverse voorronden drong Betty door tot de finale van vijftien deelneemsters. Op ?en fractie miste Betty de eerste prijs, maar zij en haar ouders zijn er niet minder trots om. Op de foto: Betty in haar auto. enige adelijke huis, dat onder Zoe terwoude te vinden was. Een lang® rij namen van aanzienlijke wonin gen geeft aan, dat de streek zeer geliefd was bij de lagere adel. Zo komen we onder meer tegen d® namen Rijnegom, Boshuizen, Ro denburg, Roomburg, Koebel, Zwie ten en Kronestein. Van al deze huizen was ongetwijfeld Zwieten het belangrijkst. Het wordt al ver meld in 1321, maar is waarschijn lijk van jonger datum dan Meer burg. Ook het huis Zwieten is Hol lands leen geweest: het werd in 1805 radicaal verwijderd, nadat er al vanaf 1794 aan het gebouw in tensief was afgebroken. Terug echter naar het huls Meerburg. Nadat in 1610 het ge bied van Zoeterwoude was ver kocht aan de burgemeesters van Leiden, werd door hen een am bachtsheer benoemd dl® ook uit hun midden werd gekozen. De stad Leiden zou helaas niet al leen de heerlijkheid doen voortbe staan, maar zou er indirect ook de oorzaak van zyn dat het huis Meerburg werd verwoest. In de ja ren van de beide belegeringen van de Sleutelstad lag aan de Zoeter- woudse zijde van de stad een schans, die van ouds bekend staat onder de naam „Lammenschans". Door de aanwezigheid van deze versterking en de daardoor ontsta ne oorlogsactiviteiten, leed het huis Meerburg grote schade. Het huis werd grotendeels verwost. De toenmalige bezitter van het goed, Robrecht de Coutreau, verkocht het grondgebied aan de gebroeders Jacob en Pieter de la Court. De beide broers bouwden nu ieder een eigen huis langs de Rijndijk en noemden beide huizen Meerburg. Het huls. dat later Oud-Meerburg werd genoemd, is in later tyd nog uitgebreid met het grondgebied van de buitenplaats Bijdorp. Lang hebben deze beide huizen echter niet van hun glorie kunnen genieten. Volgens een schrijver uit de zeventiende eeuw was de toe stand in 1632 al allerbedroevendst. Vrij spoedig daarna is minstens één der hulzen herbouwd. In 1746 schijnt het nieuwe huis ook alweer dusdanig vervallen te zijn, dat ver vanging noodzakelijk lijkt.. Het is zeer waarschijnlijk dat korte tyd later het huis weer opnieuw is op getrokken. Juiste berichten daar over ontbreken, maar restaura tie kan hier nauweiyks voldoende zyn geweest. Dit laatste huis bestaat nog steeds. Het is te zien by de rooms- katholieke kerk aan de Ryndyk. Het huidige huis heeft niets meer van de oude glorie van adeiyk kasteeltje, toch is het voldoende om de herinnering levend te hou den. Ed. Janson

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 13