Sint krijgt er wat van WHRROOOEEMMM Druk op de knop en... ZATERDAG 8 DECEMBER 1966 LEIDSCH DAGBLAD L.D.-EXTR 1 3» C' Hard moet soms de verslaggever zijn. Zo graag hadden wij de Sint willen beschrijven als de goedige heilige, die nooit uit zijn humeur is en zelfs voor het ondeugendste kind nog wel een goed woord over heeft. Helaas, de waarheid is anders. Op de avond, dat wij hem spraken op het dak van een flat gebouw, was de Sint niet over de Nederlandse jeugd te spre ken. „Lammelingen", zei de Sint en daar was geen woord Spaans bij. Voor ons kon er ook niet meer dan een snauw af. „Bent u soms van de politie?" wilde hij weten. Ik noemde de naam van mijn krant. Om onbegrijpelijke redenen scheen hem dat gunstiger te stemmen. „Vraagt u dan maarwat u wilt weten?" „Waarom dacht u, dat ik van de politie was?" vroeg lk behendig. „Omdat ik daar steeds last van heb", verzuchtte de Sint. „U hebt er geen idee van, hoe moeilijk mijn werk wordt door al die nieuwe verordeningen. Om de haverklap zit er een bonnetje achter de oogkleppen van mijn paard, als ik weer eens verkeerd heb geparkeerd of langer dan een half uur bij een kinderfeest ben gebleven. En dan al die acessoires „Hoe bedoelt u dat?" wilde ik weten. Het was Zwarte Piet, die het antwoord gaf. Ons paard is sneller dan de meeste Plaatselijke paardebeesten Staat daarom gelijk met scooter Moet voorzien zijn van een toeter nummerplaten, rempedalen Knipperlicht om in te halen En aan de staart een achterlichtje Nog verzwaard met een gewichtje, 't Valt niet mee, zeg ik bij deze, Heilige in het verkeer te wezen." De Sint zuchtte opnieuw. „Ik krijg er een punthoofd van", zei hij moedeloos. „O, lk dacht dat het uw mijter was", zei ik, door de duis ternis misleid. „Nee, nee, mijn mijter heb ik afgezet. Het is mijn punt hoofd, dat u hier ziet. Maar dat zou allemaal zo erg nog niet zijn, als de kinderen niet zo veranderd waren." Piet gromde kwaadaardig. „Deugnieten zijn het, wel alle moppen, 'k Kom zakken tekort om ze in te stoppen." Het verbaasde me, dat hij in rijmvorm sprak, en ik zei hem dat ook. Piet antwoordde meteen: ,X*at heb ik steeds in deze weken Dan kan 't alleen maar rijmend spreken lk rijmel zelfs nog in mijn dromen Maar om op die stouterds terug te komen: Ik krijg een groot te kort aan zakken En ik weet niet, waar ik die moet pakken Terwijl P.T.T., naar u kunt gissen, Z'in deze tijd ook niet kan missen. We hebben er wel wat op verzonnen En zijn nu aan de kratjes begonnen." „Tja, ook weer zoiets", zei Sinterklaar triest. „Hoort u het de kinderen al zingen? De krat van sintniklaas, sintniklaas, sintniklaasdat lijkt toch nergens op? Overigens, het sta pelt wel gemakkelijker, dat moet ik zeggen." „U ziet toch overal de zonzij van", prees lk hem en dat stemde de goedheiligman wat milder. „Piet geef meneer een spekulaasjeach Ja, we houden de moed er in. Maar we doen wel droevige ervaringen op. Laatst was er ook weer zoiets „Ja, Sinterklaas?" drong ik aan. „Een wegomlegging in de stadsoms weet lk niet meer, waar ik heen moet." „Dat overkomt ons ook, Sinterklaas", moest ik bekennen. „Ik vroeg dus de weg aan een paar kleine rakkers, die nog heel laat op straat waren. Kijkt zo'n kleine rekel me brutaal aan en vraagt: „Hebbie geen auto?" Ik zei, dat ik een paard had en dat vond-ie maar ouderwets. „Mijn oom heeft een auto", zei hij. „Hij vraagt veertig gulden per uur met één knecht. Hoeveel vraagt u?" Ik zei, dat ik geen geld wilde heb ben en toen riep dat ventje: „Dan werk je onder de markt, lelijke beunhaas." „Tjonge, jonge", zei ik en daarmee scheen ik de goede toon te treffen, want Piet gaf nog een spekulaasje. De schimmel hinnikte ongeduldig. „Het ergste moet nog komen", zei de Sint. „Eindelijk wezen die ventjes ons toch nog de weg. We kwamen bij een heel hoog gebouw, waar het paardje, zwaar beladen, de grootste moeite mee had. Bovenaan zag ik een opening. Ik wierp er een pop, een kaatsebal en een autoped door. Het enige wat ik hoorde, was plons, plonsje, PLONS. De rakkers hadden me naar de watertoren gestuurd." Graag had ik er nog meer over gehoord. Maar uit de dichtsbijzijnde «choor8teen steeg eensklaps zacht en beverig de kinder zang opi „Sinterklaas, ketoentje Gooi wat inte skoentje Zelfs in de duisternis was de traan te zien, die in het oog van de goedheilige op welde. „Vooruit, Piet", zei hij schor. „Gooi het naar binnen, jongen. Suikergoed en mar sepein pop van speku- laas 't heerlijk avondje is gekomen!" Met handen vol bracht Piet zijn zoete gaven. Ik hoorde het gejuich van de kinderen. Lenig sprong Sint te paard. Zijn stem was flinker en krachtiger geworden. „Vooruit, we moeten verder. De kinderen wachten. U komt j er wel af, mijnheer?" Hij gaf het paard de sporen en verdween om de hoek van het dak. In de verte hoorde ik hem zachtjes zingen: „Zfe ginds komt de stoomboot Utt Spanje weer aan Hij brengt ons mezelf lk zie me al staan Wees gerust, vrienden. De Sint heeft zijn buien, maar hij zal komen, en geven, en gelukkig zijn zolang er nog één kind in de wereld is, dat aan hem geloven wil. Op een bochtig circuit razen vier kleine race-auto's naast el- kaa.r voort. Ze zijn in hevige strijd gewikkeld om een zo hoog mogelijke plaats in het eindklassement te veroveren. De bestuur ders nemen risico's in de bochten. Op de tribunes is het stil. Het spant er. Plotseling grote schrik. Eén der wagentjes is uit het gareel gelopen. Botsing. Een racemonster vliegt over de ballu- strade en moet stoppen. De ander gaat door, met flinke achter stand op de twee koplopers. Een Porsche Carrera wint de eerste van de vier machines en heeft, dank zij een zeer snelle tijd, een mooie voorsprong gekregen. Even later gaan alle vier wagens opnieuw van start. Ook de ontspoorde. Er is van banden gewis- de baan, dan wordt het uit de strijd genomen. Ook levensecht zijn de cou reurs. Zij hebben hun plaats, naast elkaar buiten het circuit. Voor de regelbare stroomsterkte hebben zij een knop in handen, waarmee de weerstand van het motortje kan worden afgenomen of opgevoerd. Het geheim van goed racen zit dan ook in deze knop, en niet te ver geten in het temperament van de coureur. Gaat hij wild of zenuw achtig tewerk, dan vliegt zijn wa gentje onherroepelijk uit de baan. Hij moet vooral op de bochten let ten. Op de lange rechte einden kan een zeer hoge snelheid worden ont wikkeld. in handen had, dacht ik er heel anders over. Ik werd gegrepen door de spanning en voelde de wil in mij opkomen mijn wagentje als eerste te laten finishen. Nu grijp ik elke gelegenheid aan om te ra cen. En zo gaat het met vrijwel iedereen". SENIOREN In feite vertoont de werking van de knop heel veel overeenkomst met 't gaspedaal van een racewa gen. De coureurs handelen automatisch, of een druk op het gaspedaal, of op de knop, dan wel Het is overigens ook opmerkelijk, dat tijdens de kortgeleden in een showroom van Pon in Amersfoort gehouden mini-wedstrijden voor het kampioenschap van Nederland, een groot aantal senioren hieraan deelnam. Bij de op vijftien plaat sen in ons land gehouden voor- wedstrijden waren niet minder dan 1057 inschrijvingen, waarvan plm. 70 pet. junioren tot achttien jaar en 30 pet. senioren. De fi nale in Amerfoort gaf ongeveer dezelfde verhouding te zien. zijn en om steeds nieuwe attril ten te vervaardigen. Daardoor het voor de liefhebber mogelijk worden in en om het circuit bn gen, huizen, zelfs hele miniatui steden op te bouwen. BJjzom jammer is, dat de speelgoedfat kanten geen uniformiteit hebt betracht. Zo zijn de banen van ene fabriek afwijkend met van anderen. Daarvoor zullen li hebbers, die aan een officiële wi strijd deelnemen op een baan, tijd in het nadeel zijn, omdat verkeerd hebben getraind. Ook de stroomafnemers van mini-auto's zijn niet allemaal h zelfde. Dat lijkt ons voor de in Janij opgerichte NAMAC, de Nederla] se Algemene Miniatuur-Auto Cl die haar zetel in Baarn heeft, i handicap, want deze organisi houdt haar wedstrijden op een paalde merk-baan, die lang nieti le liefhebbers bezitten. Het wlni van individuele leden clubs ki seld, zoals in alle vier ronden gebeurt, teneinde de coureurs beurtelings heit voordeel van de binnenbochiten te gunnen. Op nieuw incidenten, maar niet van ernstige aard. Het bovenstaande is geen beeld van autorennen in Le Mans, ook niet in Francorchamps of Zand- voort, maar in een besloten ruimte, waar bestuurders, officials en een talrijk publiek met grote be langstelling de mini-auto-races volgen. Het is voor een outsider on begrijpelijk, dat zoveel ouderen op gaan in deze strijd. Het lijkt kin derwerk, maar is het niet. Mede omdat de grote autoraces vrij nauwkeurig worden nagebootst. Al les is in miniatuur, racewagens, pits, tribunes, tydwaarnemershuis, posten, een echt aandoend decor. De mini-racewagens zijn een ge trouwe kopie van hetgeen o.a. op het circuit van Francorchamps rijdt. Ook de klassen, waarin wordt ge reden zijn gelijk, nl. de toerklasse, voor wagens in serie gebouwd. For mule I ,de Grand-Prix-wagen bo ven 2000 cc, Formule III, bene den 2000 cc, wel genoemd de si gaar met vier uitstekende wielen. Grand Toerisme Normaal, een wa gen waarvan de produktie boven 200 ligt, de Grand Toerisme spe ciaal, een produktie van 50200, de klasse Vrije Formule, waarbij de coureur alle vrijheid voor de bouw is gelaten mits hij de voorgeschre ven schaal van 1 op 32 aanhoudt. voor- en achterwielen. Er zijn drie soorten motortjes in de handel, die in kracht verschillen, naar de grootte van het anker. Voor het racen in de klasse Vrije Formule staat het de coureur vrij een ster kere motor in te bouwen, of twee motoren, die elk afzonderlijk een der voor- of achterwielen aan drijven. Een goede wedstrijdbaan, die tussen de 300 en 400 gulden kost zonder opbouw van het „decor", heeft een lengte van plm. dertien meter, met vrijwel haakse bochten. Hierop kunnen vier mini-race auto's tegelijk strijd leveren. De wedstrijdbaan bestaat uit losse on derdelen, maar het verdient, als er blijvende ruimte is, voorkeur om de baan een stevige ondergrond te ge ven, bijv. bevestigen op hardboard. Voor klein-behuisden kan dit na tuurlijk ook, maar dan in een paar delen. MOTORTJES De mini-auto-races zijn vooral in Engeland en Amerika al jaren populair. Het zou Amerika niet zijn, als deze nieuwe sport niet voor zakelijke doel einden was aangegrepen. In 1965 is er in de VS voor het kapitale bedrag van plm. 600 miljoen dollar aan attributen door de speelgoedfabrikanten ver kocht. Er zjjn inmiddels al tal van full-time-profs, die veel geld aan deze mini-racerij verdienen. Zy komen tegen elkaar uit, als andere coureurs op de grote circuit van Zandvoort e.d. Ook zijn er ontspanningscentra, waarin banen van reusachtige afmetingen staan en waar mins tens tien man personeel in dienst is. Het publiek betaalt, om te kunnen racen, voor kostbare prijzen. De speelgoedfabrikanten zijn maar al te graag be reid tonnen geld voor prijzen neer te leggen, want het Is ook hier de cost die aan de baet voorafgaat. De auto-industrie is eveneens geneigd om de nieuwe sport te steunen, omdat in de handel prototypes van de auto's van grote fabrieken worden verkocht. Dat in Engeland en Amerika bij de mini-races ook danig wordt gegokt, is vanzelfsprekend. Het is bij benadering niet te zeggen, hoeveel terrein het mini-auto-racen in Nederland gaat winnen. Wij zijn er overigens wel van overtuigd, dat deze lief hebberij, evenals die voor mini-treinen, niet van voorbijgaande aard is. Het gaat op de eerste plaats om gelegenheid te vinden voor goede banen. Zijn die er, dan komen de clubs en indlviduelen vanzelf. Nu zijn er, ook in Leiden, kleine groepen van lief hebbers, die een eigen baan(tje) hebben, maar in besloten kring, omdat uitbreiding van de groepjes, gezien de accommodatie, niet mogelijk is. De wagentjes hebben echte mo tortjes met een haakse tandwiel aandrijving op een starre as, op De mini-auto-races vergen tal van levensechte medewerkers, dus niet op .schaal". Er zijn vier boch ten-commissarissen nodig, drie tijd waarnemers, een starter, een wedstrijdcommissaris en nog meer functionarissen. Het gaat bij wed strijden „echt" toe. Vliegt een wa gentje uit de bocht, maar blijft 't met minstens één wiel op de baan, dan zet de bochtencommissaris het autootje op vier wielen en mag het verder gaan. Vliegt het geheel uit de druk verminderen om snelheid terug te nemen. Evenals de coureur in grote wedstrijden vrijwel uitslui tend zyn aandacht kan bepalen op het gedrag van zijn wagen en het nauwlettend in de gaten houden van hetgeen op het circuit gebeurt, doet de bestuurder van 'n mini- race-wagen niet anders. In dit opzicht is de uitspraak van de coureur Ben Pon bijzonder ty perend: „Het is hetzelfde als in de grote racerij, maar met uitschake ling van persoonlijk disico". Een ander gaf ons als zijn me ning te kennen: „Toen ik voor de eerste maal mini-auto-races zag, dacht ik aan kinderspeelgoed. Na dat ik echter de knop een kwartier op de mini-auto's overgestapt, om dat dit veel dynamischer is. Want met treinen zijn geen wedstrijden te houden. Er is nog een opmerke lijk verschil. De liefhebber van treintjes is een individualist, die zich opsluit met zijn liefhebberij. De mini-auto-racer zoekt daaren tegen altijd anderen op, om de strijd te kunnen aanbinden. Ook hij besteedt aandacht aan het bou wen van een decor, maar in veel mindere mate dan een treintjes liefhebber, die haast nog meer om bouwen, dan om het rijden geeft. De rage van het mini-racen is dankbaar aangegrepen door de grote speelgoedfabrikanten, die er naar streven om met een zo goed mogelijk produkt op de markt te nen zich (nog) niet collectief 8 sluiten is daarvoor een rem, dit opzicht wijkt de mini-autoi belangrijk af van de grote ra De landelijke club, die thans geveer driehonderd leden telt, Clubs schieten als paddestoelen uit de grond goed vooruit. Vooral de dit j voor het eerst gehouden ltnde| kampioensstrijd heeft ledenW tot gevolg gehad. Bovendien zijl in tal van plaatsen nieuwe conj ten gelegd. Over het algemeen rijdt nen een eigen mini-wagen en zorger clubs voor de baan, met Uefcx ren. Er zijn in ons land ii\» jeugdclubs, die tot het aaneï fen van de benodigde mateii zijn overgegaan teneinde joigu in de gelegenheid te stellen sport te beoefenen. Voor eea (O start zyn honderden guldens f dig. Daarvoor heeft men ;en i schikte wedstrijdbaan. De fljs 1 mini-auto's is sterk variëmd, 1 plm. tien tot veertig gulen. C zyn er bouwsets in de hanel ei)^ er een groot sortiment vn ld onderdelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 10