etemF?
Niet WAT maar HOE
eten wij vandaag?
„Smakelijk
Tafelgewoonten van toen en nu
Foto 's:
was het
met
een vork
te eten
""me, heel lang geleden, moet de
s een soort mes hebben „uitge-
len". Het was eerst een ruwe
rsteen, daarna een steen die be
kt werd. De evolutie van deze
n tot een stenen (werkelijk
trp) mes heeft waarschijnlijk
duizenden jaren geduurd. Lange
was dit het enige eetgereed-
lp naast de handen natuurlijk
lat de mens heeft gekend. Enkele
lurvolken weten nog steeds niet
r
)'n stenen mes werd niet alleen
r eten, maar ook voor duizend-en-
andere dingen gebruikt. Doch
fzamerhand kreeg de mens zo-
1 beschaving dat de messen en
rapers en andere gereedschappen
rele vormen werden gemaakt. En
D kwam daar dan het ogenblik
men brons als materiaal ging ge-
iken.
Oriënt
toch vóór die tijd had men ook
lepels weten te vervaardigen.
Sschien eerst van hout, later vaak
i been, en tenslotte van metaal,
i eerste metalen lepels hadden
I heel korte steel, ze worden daar-
i ook wel vuistlepels" genoemd,
idat men zo'n lepel met de volle
1st moet vastpakken. Die zijn heel
ige tijd zo gebleven. Want pas in
tijd van de grote kanten kragen,
de achttiende eeuw, kregen de
|els lange stelen, daar men met
h lepel met zo'n korte steel onmo-
lijk meer over de smetteloos witte
taen heen kon reiken.
In de tijdperken der Egyptische en
Mesopotamische beschavingen, was
de eetcultuur van de allerhoogste
kringeh tamelijk beschaafd... in on
ze ogen dan. Zijzelf vonden zich na
tuurlijk zéér beschaafd. Wat men ge
vonden heeft bij opgravingen is voor
het allergrootste deel een afspiege
ling van de hoogste kringen. De ge
wone man at en blééf dat vele
eeuwen zo doen met zjjn ..tien
geboden", behalve de spijzen die al
leen met een lepel konden worden
genuttigd.
In hun geschriften lezen wtj van
oneindige gastmalen, met vele soor
ten spijzen. Van kostbaar ingerichte
tafels gouden schotels, prachtige
bokalen en vazen... maar over de
eetgewoonten zelf vernemen wy niet
te veel. Dat wordt echter anders bij
de Grieken en Romeinen. Vooral van
de laatsten is ons veel over hun ta
felmanieren bekend. Zij zaten ook
niet aan tafel, maar lagen aan
Zij hadden aparte feest- en eetza
len, tenminste de rijken. De armen
bleven de eenvoudige mensjes die
met hun handen aten... éls er wat
te eten was
Wel moeten we er even op wijzen
dat alleen de mannen aan tafel aan
lagen nooit de echtgenoten, kinde
ren of slaven. Als er vrouwen bij wa
ren, dan waren dit niet al te beste!
Westen
Toen het Romeinse rijk ten onder
ging, bleef er niet veel over van de
luxe. De in dezê lage landen wonen
de volken waren nog eenvoudig. Men
bleef eten, zoals men dat altijd had
gedaan. Men sneed het vlees met een
mes, soep en brij (pap) at men met
een lepel, en verder was er de hand
die de vork verving.
In de ridderburchten later bestond
nog geen aparte tafel. Bij elke
maaltijd werd een opklapbare tafel
opgezet. Op een kastje stond het
eenvoudige eetgerei uitgestald, dat
pas na de kruistochten rijker en rij
ker werd. Tegen het einde van de
middeleeuwen had de versierkunst
van messen en lepels, die nu ook
in kostbare materialen werden uit
gevoerd, een hoogtepunt bereikt.
Hierbij speelde natuurlijk een grote
rol het feit dat men zijn bestek en
het andere tafelgerei, zoals schalen,
kommen en bekers, als een soort
statussymbool gebruikte. Hiermee
moest men trachten de gasten te
imponeren. Deze op hun beurt lieten
zich ook niet onbetuigd, want zij ge
bruikten hun eigen messen, die zij,
als een soort zakmes, ten gerieve van
allerlei doeleinden, aan hun gordel
meedroegen. Dit gaf hun de gele
genheid met schitterend uitgevoerde
messen voor de dag te komen. Dik
wijls waren dolk, degen en mes op
dezelfde wijze bewerkt en vormden
samen een „set". Daar men zyn le
pel eveneens zelf mee aan tafel
moest brengen, hing men die, op
gevouwen in een zilveren foudraal,
ook aan de gordel. De messen had
den in die tijd nog niet hun tegen
woordige vorm met de afgeronde pun
ten. Dat kwam pas toen kardinaal
Richelieu uit Frankrijk zich bij een
maaltijd zo ergerde aan de gewoon
te van een kanselier om met de
scherpe punt van zijn mes tussen zijn
tanden te peuteren, dat hij opdracht
gaf de tot dan toe vlijmscherpe mes
punten af te rondenVorken ge
bruikte men alleen a>ls een soort
veredeld braadspit om er z\jn wild
gebraad aan vast te prikken. Het
gold toen zelfs als zondig om met
een vork te eten!
Zondige vork
Het verhaal gaat, dat omstreeks
1050 de vrouw van de doge van Ve
netië, die een dochter was van de
byzantijnse keizer, d« vreemde ge
woonte had om zich door eunuchen
te laten voeren met een gouden
vorkje. Al gauw poogden de Vene-
tiaanse dames ook met een vorkje
te eten, waardoor de geestelijkheid
zich geroepen voelde vanaf de preek
stoel tegen dit gebruik te fulmine
ren. Men vond, dat iemand die het
vies vond zijn vingers vet te maken
aan het door God gegeven voedsel
niet waard was, dét hij of zij
at. Toen de prinses stierf aan de
pest, werd dit dan ook als haar ge
rechte straf gezien en wèg vork. Pas
in de 18e eeuw dook hij weer op.
Een middeleeuwse feestmaaltij d
was overigens de moeite van het
aanzien meer dan waard. Dat vonden
de mensen uit vroeger tijden ook,
want zij kwamen in drommen opdra
ven als hun vorst of heer na verga
deringen met zijn edelen tot besluit
een feestdis in de open lucht aan
richtte. Er werden dan enorme hoe
veelheden voor ons vrijwel oneetbaar
voedsel verzwolgen (b.v. pauw met
kaneel en zwaan gekookt in rozewa-
ter). De gerechten werden per paard
opgebracht met bazuingeschal en
er werden tussen de gangen door
toernooien gehouden ter verstrooiing.
Een soort revue was dat vaak, com
pleet met enorme decors, zoals wij
tegenwoordig in onze filmstudio's
bouwen.
Zo'n maaltijd duurde eindeloos
Maar men bleef vrij ongemanierd
eten met de vingers en zonder bor
den Oorspronkelijk legde men vijf
sneden brood op elkaar om al het
etensvocht op te vangen en te zor
gen dat het tafellaken niet vuil werd,
maar later, zo omstreeks 1400, ge
bruikte men houten onderleggers en
daarop een snee brood. Nog later
werden dat platte tinnen onderleg
gers met een klein gootje in de rand
en daaruit ontwikkelde zich het bord.
Aalmoe*
Het met saus en sap doordrenkte
brood gooide men op de grond voor
de honden of men verzamelde het
na de maaltijd in een grote schaal
voor de armen, de z.g. aalmoes. Om
vetgeworden vingers af te vegen ge
bruikte men een „serviette" of
„monddwael". Wij vinden dat dwael
nog terug in ons woord dweil. Ook
was er dikwyls in het vertrek waar
men at een „voorsteen" (gootsteen)
waar men de handen kon wassen.
Tot de voorwerpen op tafel behoor
de het tafelschip of „cadenas" waar
in specerijen en eetgerei van een
vorstelijk persoon opgeborgen wer
den. Dit om vergiftiging te voor
komen.
Eenhoorn
Zo'n zilveren schip was persoon
lijk eigendom en „opgetuigd" met
zilveren kettingen en met eikelvor-
mige stukjes narwal- of potvishoom
aan de uiteinden. Aan deze hoorn
werd een wonderbare macht toege
kend. Men geloofde n.l. dat die stuk
jes afkomstig waren van het legen
darische dier de eenhoorn en dat ze
de aanwezigheid van vergif in het
voedsel zouden verraden door ver
kleuring en „bloed zweten". Men
hoefde hiertoe slechts even met een
staafje, gekroond door zo'n stukje
hoorn over het voedsel te stryken.
Dit noemde men de „proeve met de
eenhoorn". In waarheid was de een
hoorn een dier dat helemaal niet be
stond. Er werden zelfs wel stukjes
nootmuskaat gebruikt om eenhoorn-
hoorn te imiteren.
Tafelechip
Het tafelschip, dat inderdaad de
vorm van een schip had, omdat de
daarin vervatte specerijen per schip
over de oceanen uit de rijke kolo-
nieën werden aangevoerd, is langza
merhand van de tafels verdwenen,
maar nog in de tijd van Lodewijk
de XIV was iedereen die het tafel
schip van de koning passeerde, ver
plicht hier een diepe buiging voor
te maken, als uiting van eerbied voor
het en hoop op (lang) leven van de
vorst. Wat men helemaal niet in de
gaten had, was dat veel raadselach
tige vergiftigingsgevallen in die
eeuwen gewoon door bacteriën wer
den veroorzaakt. Van hygiënische
voorschriften was dan ook nog geen
sprake, maar onwillekeurig dienden
sommige van de maatregelen tegen
vergiftiging toch ook eenvoudige hy
giënische regels. Zo werden de ge
rechten in overdekte schalen opge
diend (onze dekschalen) en werd ver
der alles afgedekt, wat daar maar
enigszins voor in aanmerking kwam.
Het mag aan ook geen wonder he
ten, dat een maaltijd een „couvert"
heette, wat „bedekt" betekent. Men
had grote en kleine couverts (grand
et petit) al naar gelang de belang
rijkheid van het diner. Wy gebrui
ken het woord couvert nu nog voor
het eetgerei van één persoon.
Tafelzilver
Hoewel er in de middeleeuwen by
de maaltijden al veel gouden en zil
veren schalen en bekers op tafel
stonden was men daar toch niet erg
tevreden mee, omdat men op die ma
nier nooit de gelegenheid kreeg al
les aan 't licht te brengen, wat men
bezat aan „tafelzilver". Daarom
werd er in het vertrek waar men at
een tresoor (dressoir) of buffet (beau
faire is mooi maken) opgesteld,
waarop het hele familiebezit aan eet
gerei schitterde. In tijden van geld
gebrek ging het hele zaakje de
smeltkroes in en aangezien er dik
wijls geldgebrek was, is er op die
manier veel schoons verloren ge
gaan. De pracht en heerlijkheid van
de middeleeuwse machthebbers werd
overgenomen door de opkomende
burgerij, totdat de Franse revolutie
er helemaal een einde aan maakte.
En zo komt de overgang van de
bonte eettaferelen van de middel
eeuwen naar de weelderige, maar
veel statiger feestmaaltijden van de
gegoede burgerstand.
Burgerstand
We glijden zo zoetjes aan het ge
zellige degelijke Hollandse binnen
huisje van later tijden binnen. Men
schreef elkaar toen zulke briefjes:
„Kom eens gezellig een avondje
kortavonden op kandeel, dan maken
wy een lekkere Suype gereed". En
op deze vriendelijke uitnodiging in
gaand, komen wij in de 16e, 17e en
18e eeuw terecht temidden der gas
ten bij de punchbowls, de molenbe
kers en tenslotte de theescheppen en
theepotten. Eigenlijk allemaal dingen
die enorm afsteken bij de verbijste
rende pracht en bijna roekeloze ver
sier- en edelsmeedkunst uit de mid
deleeuwen. Nu breekt de tijd aan
van de huiselijke gezelligheid. Het
gaat allemaal nog erg eenvoudig. Er
wordt nog veel gegeten met de vin
gers en een bord in die zin zoals
wij dat kennen, is er ook nog niet.
Doch op feestdagen is er een over
daad aan wild en gevogeltje en men
drinkt uit prachtige bokalen.
Drinken
Br wordt veel te veel gedronken
en by iedere gelegenheid die zich
maar voordoet. Zo lagen er soms
dobbelstenen op de bodem van roe
mers of kroezen, die het aantal be
kers dat men nog moest ledigen
aangaven. Er waren molenbekers
die men leeg moest drinken binnen
de tyd dat de wieken bleven draaien,
waarby een wyzerplaat na het stil
staan van de wieken het aantal kroe
zen aanwees dat hierop nog weer
moest volgen
By geboorten, bruiloften en verlo
vingen werd de Hansje in de kelder
leeggedronken, een beker, waarby
door de druk van de vloeistof een
poppetje naar boven werd gedrukt,
aldus de geboorte van een kind sym
boliserend. Dat was de 17e eeuw, de
gouden eeuw! Daarna komt de 18e
eeuw en nu wordt er ook nog thee
gedronken. Er zyn zilveren theezet
lepels en zilveren theepotten met
kraan en lichtje en voor het eerst
wordt de tafel gedekt en hoeft men
niet zelf zijn eetgerei mee te bren
gen. De eetvork is nu algemeen aan
vaard. De eerste Hollandse zilver
modellen ontstaan daarmee en we
■taan aan het begin van onze mo
de kinderstoel zit een kleine
Hy kijkt verlangend
z'n eten. Hij trommelt met
handjes op het blad, net
tot hij zijn bordje voor
enzijn moeder hem
de hand drukt... in
dat hij daarmee zal
eten; juist zoals hem moei-
is geleerd. Wel houdt hij de
omklemd, maar het eten
hem (nu) te lang.
vrije handje graait hij in
voedsel. Voordat men
hy kin en wan-
Kwaad moppert
„Hoe kén je nu zo knoei-
lykt wel een holbewoner!"
boosheid heeft moeder het
probleem in een paar woor-
Baby weet ook niet
een evolutie moet doorma
de mensheid duizen-
heëft gedaan. Hij moet
net als iedereen, zijn eten
de mond te brengen met be-
van mes, vork en lepel. Hij
niet dat de handelingen die hy
verricht uit cultuur-historisch
hoogst merkwaardig en in-
zijn. Het resultaat van een
evolutie, een mengsel
gebruiken, mid-
ritueel om vergiftiging te
en hedendaags gevoel
en efficiëntie. Een men-
esje van wat madame etiquette
loop der eeuwen aan haar on-
vorsten en slaven, rijken
nnen heeft voorgeschreven.
deme tyd met een overvloed aen ta
felgerei in alle maten, soorten ei
materialen, maar met weinig ove»
daad en luxe by de maaltyden.
Maar... dan is het verhaal eigen
ïyk grotendeels voorby. We keren
weer terug naar het jonge kind dal
moet leren eten, netjes met een 1»
peltje, met vork en mesof, all
het een kind is uit 'n oosters lencL
dan leren eten met stokjes. Wat ooi
niet meevalt
En zo moet elk mensenkind de onV
wikkeling m een paar jaar doorma»
ken, waarover de mensheid als ge»
heel vele eeuwen deed. En dan ko§
men we om het verhaal hele-
méél rond te maken terecht by
de allernieuwste ontwikkeling, by de
z.g. kippenrestaurants, waar het m»
de is, om met de handen te eten
lekker gewoon doen
F. DB086AERS
Boven vf.n.r.4
Een eiervork utt As tee*
tiende eeu\o.
Vuistlepel met tilve»
ren beslag aan de steel
eind 15e eeuw) en eih
veren vuistlepel, met tv»
pen en wapendisr (id#
eeuw).
Tafelschip uH de veem
tiende teute.
Midden:
Een kaneelpot uit de
teven tiende eeuw om
eens te kortavonden
Rechts onderEen op
vouxobare lepel uit de
veertiende eeuw. Makke
lijk om mee te nemen,
als vxen uit eten ging.