31 SCHEEPS ERICHTEN zilveren hamer" Sx^^-teyS stMZZ ELISABETH BAS ÖS®- ftfifrl rilJDAG 25 1 Hulp aan Latijns Amerika S«a$3 °"v'-"«tsriSmH i? PANDA EN DE MEESTER ETER *2 ssssïsa hts iets niet in orde, dat maakte J"™?™ nae eno Kun werk ded"' W^r°P de r0e'" deM Set anders dm «de" over de terugkeer^van^de heiland verlaten'"had "m*»*'dat aan boord, stil ook de wachten- ?®V<ptaJlS Nesjar had plaats gevonden. Maar meer had ze niet verierwte vwteld.»^ sonfnbuWerdeenh«rIte?w«1iX hil^een schop tegen de stoel gaf. Tarn- barskjelve, Hrut van Vigg, je eigen broer Tore oude wijven zijn het I sSd^TrSldr?™"iiï?'£i ze bijna viel. - En jarl Svein! ze hoorde .s: ^aar hep le het 10011 over? si- gnd was naast hem op het bed gaan knopen aan wat ^""egt™ H« keerde zich haar haar toe en ADVERTENTIE "PARAAT" 16-91. Joris in te ,Het hwvb vine runaa wei slecht gaan!" mompelde hij langs zijn sigarettenpijpje, terwijl hij aanbelde. „Dat zou toch al te treurig hij mij ooit helpen uit de geldelijke nood als hij zelf Ewel, we zullen zien!" Op dat moment buiten om te kijken wie de bezoeker"wm ',uu' zijn; zelfs 'geenTtr °.ms^"lt^eden moeten mei zorgelijk eenromel De baby neemt ook al ome tffd in b ,-De wat?!?!?" riep Joris uit. ,,De baby ook al ome tijd in beslag!" RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD 32. Tspao Tai is nogal verbaasd door „En wie is de oplichter die ie de o vroeg hij argw egt Hoe onverst Hoe Ta- gal om zijn rijst „Ach, een van die genoeg een zaakje voor hem opgek leerde ik hem kennen. Hij had toen het beste ttoe is het orting van bakermoer of ba- t fermoeder, zoals besje of bestje jn verkorting is van bestemoer t h min van minnemoer. Een f kkermoeder is de vrouw die kt pasgeboren kind bakert. Het t jerk woord bakeren, dat familie i van bakken, betekent: ver- f rmen, koesteren, verzorgen, t Ken verwarde vroeger de -er- jan baker met het gewone ach- krvoegsel voor mannelijke per bonsnamen als in bakker, spre [er, schrijver en ging toen de paze vorm baakster gebruiken, [hans is met het beroep zowel lak er als baakster uitgestorven. Men geloofde vroeger dat de Wjze waarop een kind geba- r [erd werd, invloed had op zijn f karakter. Daarom spreken wij cog van iemand die heetgeba kerd is als hij opvliegend is en üoemen een ongeduldig man: gebakerd. Posities Nederlandse schepen in een gewond dier. Al werden we dan ook versla gen, al enterden ze onze schepen en moest Svein de voorsteven van zijn schip laten afhakken om te kunnen ontsnappen we zijn toch met ze hele vloot weggekomen. Maar toen, toen Zijn gebalde vuisten I beukten tegen het bed. Nooit had ik kunnen denken, dat lk Svein nog eens een lafaard, een onderkruiper zou noemenriep hij hartstochtelijk uit. Sigrid zweeg ontzet. „Onderkrui per", zo werden de mannen genoemd, I zich bevreesd toonden ln de strijd. Hij vloog als een hond met de staart tussen de benen naar het land der Zweden om hulp te halen bij de Zweedse koning, zei Olve ver achtelijk. En jouw broer Tore, was er alleen maar op uit zijn eigen I huid te redden. Hij hoorde tot dege- l, die Svein de verfoeilijke raad [gaven naar de Zweden te gaan. Wordt vervolgd Vanmiddag heb ik nog c pingelen. Voor de moeite Tai heeft zijn oren gespitst bij het horen wel eens iets met de daar trapte hij niet in" iet horen van de naam zaak te maken hebben! „Hoe in Woe-yie, in alle stilte natuurlijk Ik heb het schijnt dat Lau zelfs een kind bij haar had. Ik t Ts' iaar hee,t Lau altVd een '«>ak Tspao Tai denkt even na. Misschien speldt Hoe hem i efn^m'k jfy "loetJlem au zijn tent lokken. „Waaro, eigenlijk die zwaarden verwisseld?" vraaot hij p Een gladde jongen, die Lau. Altijd nummer één al!er wat te mat- dader te "Zdej!-" °"draaien' omdat je te stom be DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMET JE FOK 681. Nog duurde het even, voordat de schipbreukelingen op Brams uitroep reageerden. Zij konden bijna niet geloven, dat er in derdaad nog uitkomst was gekomen, terwijl zij zich er al op had den ingesteld hun hele leven op dit eiland te moeten blijven. Maar elke minuut was kostbaar! Schiet dan toch op", schreeuwde Bram. „Die Eiemiannen kun nen ieder ogenblik weer tevoorschijn komen en onze gedachten le zen. Dit is onze enige en laatste kans om weg te komen". Dat deed alle gevangenen in beweging komen. Op aanwijzing van Bram holden ze weg om grote stenen te halen welke zij tegen de deurtjes van de kleine woninkjes opstapelden. „Vlugger, vlugger", riep Bram, die zelf ook zwoegde als een paard. ,,Sta d-aar niet te kletsen daar is nu geen tijd voor". Erg beleefd vonden de schipbreukelingen hem niet, maar ze be grepen wel, dat zij nu iets door de vingers moesten zien. Zwetend en zwoegend droegen zij de stenen aan, hoe groter hoe beter, en iedere steen droeg een steentje tot hun vrijheid bij. ,,Mooi zo", riep Bram. „We zijn zover!" Inmiddels was de koning van de Eiermannen tot de conclusie gekomen, dat hij toch wel graag eens naar buiten wilde Ouwifi n Oporto ■MEL. vS;t SS a if? 'awa.v "o" f"..Ü

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 37