Ze moeten er een
nieuw woord voor
maken
zegt
At zes jaar
op beeldbuis
MINIDOMM
HET DUITSE
MADURODAM
Televisie veranderde
stijl van werken
LEIDSCH DAGBLAD
-EXTRAS
SOEST ,,Ik ben gewoon
rergroeid met de sport. Je kunt
in het westen des lands geen
staantribune opnoemen o[ ik
heb er in m'n jongensjaren op
gestaan. En niet één keerGe
keken naar voetballenwiel
rennen of honkballen. Maar
vooral geluisterd. Geluisterd
iaar die verstokte clubsuppor-
ers. Geluisterd naar de niets-
wetende maar alles-zeggende
gelegenheidsbezoekers. Geluis
terd ook naar de eeuwig kan
kerende. doch altijd weer te-
\gkerende betwetersIk heb
er de gijn geproefd. De humor,
die sport-bezoekers eigen te.
\Vergis je niet. Dat is een heel
\peciale gijn. Die vind je ner
gens andersNatuurlijk, ik ging
tr voor de sport naar toe. Ik
en ik ben het geloof ik
een sportgek. Gewoon,
\mn de velen. Maar achter-
if gezien ben ik vooral dank
baar, dat ik altijd tussen de
mensen heb gestaan. Ik weet
nu hoe zij een wedstrijd bele-
Een overwinningeen ne
derlaag. een fout van een
icheidsrechter. Hun reacties
tormen nog altijd de basis voor
mijn tekeningen
Dit zegt Dick Bruynesteyn, de
bij het zondagse Sport in
held" bekend geworden car-
Ioonist-caricaturist. Ruim zes
laar nu al kan men zijn met
rote vaardigheid op papier ge
lette ideeën via de televisie be
donderen. Een bewonderingdie
to negen van de tien gevallen
vergezeld zal gaan van een
llimlach. Want is het niet de si-
luatie waarin DiK de „c" liet
bij uit grafische overwegingen
uit zijn voornaam wegvallen
rijn figuren plaatst, dan zijn het
He figuren zelf wel, die door één
twee geraffineerd zuiver ge
matste lijntjes tot glimlachen
tloingen.
het passagekantoor met illustratie
ve grapjes verraste. Als lucht
machtsoldaat „Ik diende in Bre
da met o.a. Kees Rijvers en de
vroegere DWS-er Arie Kil" —brak
het eigenlijk pas goed door. Een
maal overgeplaatst naar Den Haag
begon hij aarzelend tekeningen aan
kranten te leveren. Eerst aan het
later met het weekblad Sport ge
fusioneerde maandagochtendblad
Sportwereld en later ook aan de
Haagsche Courant. „M'n eerste
grapje, ik zal het nooit vergeten.
De wedstrijd EDO—Haarlem, toen
een heel belangrijke derby, waar
bij ik de boomlange doelman Kluit
door het oog van een naald liet
kruipen. Ook de toenmalige bijzon
der kleine scheidsrechter Bertus
Aussum vervulde nog een komische
rol in die tekening. Hij kon het
waarderen, want we zijn nog bij
zonder goede vrienden.
KORT AVONTUUR
Toen Dik eenmaal uit militaire
dienst kwam, was Nederland plot
seling te klein geworden. Hij zei
zijn vrienden van de voetbalclub
Lijnden goeiendag, verliet zijn
woonplaats Badhoevedorp en emi
greerde naar Australië. Twee jaar
lang verdiende hij er de kost als
etaleur, tekenaar en semi-beroeps-
gokker bjj de paardenraces. Eind
1951 kwam ook aan dat avontuur
een einde. Nog geen uur in het
vaderland terug of hij had zijn
eerste opdracht alweer te pakken.
Een tekening over de interland Ne
derlandBelgië, waarin nfiet alleen
Henk Schyvenaar een been zou
breken, maar die tevens in een
korfbaluitslag eindigde: 75. En in
feite betekende die „come-back" de
basis van zyn huidige carrière.
Want na in 1952 getrouwd te zyn
maakte hy al spoedig van zyn hob
by een professie. Hij kreeg vaste
contracten by kranten en heeft die
heden ten dage nog.
meer tijd tot je beschikking. Je
verdiept je vaak in details, die ik
nu met mijn zes jaar tv-ervaring
overbodig ben gaan vinden. Dood
gewoon uit tijdnood ben ik ze weg
gaan laten en wat denk je, m'n
tekeningen wonnen er aan kracht
door. Bovendien kan je op de tv
veel meer met je werk doen. In
een krant zien de lezers onmiddel
lijk de hele plaat, op het scherm
kun je die plaat er langzaam la
ten invloeien. De verrassingsfactor
wordt er groter door".
FATALE FOUT
VIEZE SMAAK
Als je hem tegenwoordig aan het
*erk ziet, zoals bijvoorbeeld een
Piar maanden geleden by de
Europese Zwemkampioenschappen
Utrecht, dan gaat hem dat teke
nen zo snel en gemakkelijk af, dat
-et een gave zonder meer lykt.
Maar het tegendeel is waar. Na-
tour lijk, toen Dik 39 jaar geleden
toet deze wereld kennismaakte, wa-
fen die tekentalenten er reeds. Ver-
torgen weliswaar, maar ze waren
Dat bleek duidelyk tydens zijn
toste KLM-periode in de jaren
1945—1947 toen hij naast de ge
bruikelijke kreten „No Sir" en „Oui
toadame" zijn mede-employées van
„In die periode hebben ze me
weieens tekeningen buiten de
sportsfeer laten maken. Politieke
prenten en zo. Maar dat ligt me
niet. Ik koester een grote bewonde
ring voor m'n collega Opland,
maar als ik dan van zijn hand in
de Volkskrant een tekening zie,
waarop Romme als de grote triom
fator tevoorschijn wordt getoverd,
terwijl hij in De Groene Amster
dammer diezelfde Romme een fi
guur laat slaan als modder, dan
denk ik daar het mijne van. Mis
schien zie ik het verkeerd, maar
dat is nu eenmaal niet anders".
„Daarom en omdat ik altijd
sportgek ben geweest, heb ik me
altfijd maar zo veel mogelijk by
m'n leest gehouden. Wel is m'n
styi in de loop der jaren grondig
veranderd. Toen ik in 1959 als
proef een paar tekeningetjes voor
Sport in Beeld mocht maken, was
ik zo trots als een pauw. Tweemaal
ging het goed, daarna hoorde ik
maanden niets meer van de tv. En
juist op een dag toen ik die bewuste
tekeningen in m'n werkkamer op
de muur aan het prikken was. ging
de telefoon. Ik bezigde een paar
minder nette woorden, want ik
moest er voor van een trapje klim
men. En ik had het op mijn ma
nier druk. Toen echter bleek, dat
de NTS aan de andere kant van
de lyn zat, was ik die kwaadheid
snel vergeten. Of ik maar met die
illustraties van Sport in Beeld door
wilde gaan. Nou, je weet het. Iede
re zondag zyn ze ook nu nog op de
buis te zien. Ik heb enorm veel van
die tv geleerd. Teken je voor een
krant, dan heb je namely k veel
„Op dergelyke dingen ga je je
helemaal instellen. Vervelend vind
ik alleen die standenlysten. Niet zo
zeer omdat het opschrijven van die
clubnamen met de daarby beho
rende punten niets met tekenen te
maken heeft, maar wel omdat een
kleine vergissing fataal kan zijn.
Zo heb ik in het verleden eenmaal
RBC een paar punten tekort ge
daan. Wat denk je? Een stapel
brieven, die qua inhoud vrywel
eensluidend waren. West Brabant
werd altyd tekort gedaan Nou
vraag ik je? Maar goed, in ieders
werk komen minder leuke dingen
voor. Dat is nu eenmaal niet an
dere".
„Bijzonder leuke herinneringen
heb ik aan de zogeheten „Dubbel
programma's," waarin ik samen
met Dik van Bommel op oudejaars
dag een jaaroverzicht presenteerde.
Hy sprak de tekst, ik tekende de
situaties. By Sport in Beeld gaat
het meestal zo. Nadat ik in de zon
dagmiddaguren een wedstrijd heb-
bezocht, rijd ik direct door naar de
Cinecentrum-studio's in Hilversum.
Daar worden tussen vyf en zeven
de films proefgedraaid voor de
commentatoren. Of ik vind een
aanleiding in die film, of ik heb
van tevoren op het veld wat be
leefd, of ik pas m'n tekening aan,
aan het later op de avond uit te
spreken commentaar. Ik doe het
altijd met veel plezier. Ik ben dood
gewoon een eerzuchtig mens ge
zond toch zeker? die nog altijd
zo trots als een pauw is, dat zyn
produkten voor zo'n enorm publiek
op de beeldbuis komen. M'n lieve
lingsfiguur is sedert de jongste
Tour de France dat wielrennertje
geworden. Je weet wel, met die be-
wegens beentjes. Kijk, daar heb Je
het weer. Zoiets kun je in een
krant nooit maken".
ben vele echte voetballiefhebbers
heit kijken er aan gegeven. Zy wil
len voetbal zien, geen knokpartyen.
Maar zyn er niet zeker zo veel
kykers bygekomen, die het juist om
die ruzie begonnen is. Van voetbal
weten ze geen snars. Neem anders
de wielrennerij. Het is een van
myn favoriete onderwerpen. Ik heb
in 1953 de grote dagen van Wout
Wagtmans in de Tour meegemaakt.
Onvergetelyk. Nu, dertien jaar la
ter, wordt vrijwel elke grote wed
strijd omgeven door mysteries.
Heeft Jan Janssen zyn byna vast
staande Tour-zege voor goed geld
aan Aimar verkocht? Had Rudy
Altig in Duitsland wel wereldkam
pioen mogen worden? Vraagstuk
ken, die je, als je in de sport ge
ïnteresseerd bent, nooit loslaten."
„Het ware kom Je natuurlijk
nimmer aan de weet, maar dat
vind ik Juist zo aantrekkelijk. Je
het eigenlijk ook niet i
sport zien. Ze zouden er een nieuw
woord voor moeten uitvinden. Een
woord, dat het midden houdt tus
sen sport en variété. Dat zou heel
wat eerlijker zyn. Net als die
eeuwig terugkerende heisa om het
reine amateurisme. Er zyn profs,
die in hun hart grotere amateurs
zyn, dan die zogenaamde reine
amateurs ooit waren. Een voor
beeld?"
AMATEUR
„Jan Derksen neemt op weg naar
Zürich eens een mannetje in zyn
auto mee, dat naar later bleek gro
te belangen had by een overwin
ning van onze sprinterGoed, dat
mannetje zegt ergens by Maas
tricht: „Arie van Vliet snapt niet
dat jy als ouwe kerel maar op die
fiets blyft zitten Jan". Derksen
knarsetandend. Enfin, je begrijpt
het wel. In Limburg, in Frankrijk
en in Zwitserland herhaalt dat
mannetje de verzonnen kreten van
Van Vliet. Vlak by de Oerlikon-
baan gekomen, heeft hy zelfs de
brutaliteit om aan de inmiddels
ziedende Derksen te vragen of hy
by een bepaald adres even op hem
wil wachten. Hy moet een bood
schap doen. Het duurt maar vyf
minuten. Die vyf minuten worden
tenslotte meer dan een half uur.
Derksen is niet meer te houden.
Geheel tegen zyn gewoonte in
raast en tiert hij. Maar enkele
uren later, op de baan, is hy ook
niet meer te houden. Hij rijdt alles
en iedereen naar de philistynen.
Kyk zo kan je zelfs de grootste
professional tot daden dwin
gen zonder dat er een cent aan te
pas komt".
ALS EEN PAUW
„Dat zyn de mooie dingen in de
sport. Met al z'n mysteries, al z'n
afspraken en al z'n beleidsproble
men blyft het een vak, dat je nooit
meer loslaat. Neem byvoorbeeld
my zelf. Ik heb veel aan sport ge
daan zonder een uitblinker te zyn
geweest. Maar als ik wat deed,
wilde ik het zo goed mogeiyk doen.
Dit jaar nog heb ik meegedaan
aan de NTS-paardenkoers. In feite
mocht ik helemaal niet meedoen,
want ik had voordien slechts twee
maal op de sulkey gezeten. En al
leen als je voldoende geoefend had,
mocht je starten. Maar ze hadden
niets in de gaten. En wat denk je?
Met Bird van Hiddum, een Lim
burgs paard, dat nog nooit een
prys gewonnen had, ryd ik ze er
allemaal uit. Zoiets vind ik gewel
dig. Dat vergeet ik van m'n leven
niet. En weet je wat nu het gekke
is? Elke dag weer puzzel ik de uit
slagen van de koersen in Duindigt,
Mereveld, Aduard of waar ook he
lemaal uit. Sinds ik achter die knol
gewonnen heb, wil ik weten of het
beestje nog meer presteert. Maar
niks hoor. Tot nu toe ben ik de
enige, die er als eerste mee door de
finish gegaan is. En daarop ben ik
net zo trots als op het feit, dat
myn tekeningen nu al weer zes
jaar week-in week-uit voor een
miljoenenpubliek tentoongesteld
worden".
Dick Bruynesteyn is geen prater,
Althans niet wanneer je hem te
genkomt op het voetbalveld, de
wielerbaan of in het zwembad. Daaa
richt zyn volledige concentratie
zich op de objecten, die hy in en
kele lijntjes op papier wil zetten.
Haast onopgemerkt schuifelt hij
dan tussen dat drukke sportwe
reld je door. Hy doet zyn werk als
DiK. Maar kom je by hem thuis
in Soest, waar hy met echtgenote
en twee dochters uit praktische
overwegingen korte tyd geleden is
gaan wonen „Het ligt zo lekker
centraal" dan kan hy uren pra
ten. En niet zo zeer over 2djn eigen
werk, als wel over de sport in het
algemeen. Want het is dat wereldje,
dat hem bezighoudt. Al vele jaren
lang.
Hy is een insider. Zonder meen
En daaraan dankt hij het, dat zyn
met onmiskenbaar talent vervaar
digde prenten zo'n geheel eigen
karakter bezitten. Zyn tekeningen
zyn sport.
■IIIIIIIIIIIIIIIIIIl!
■in
9?
iiiiiiiiimitii
t.w
SPORTBEZETEN
Dick Bruynesteyn is van de sport
bezeten. Op een gezonde manier.
Hij weet waarover hy praat, hy
weet, wat hy tekent. Vanaf zyn
jeugd heeft hy midden in de sport
gestaan. Niet alleen als actief be
oefenaar, maar bovenal als een
by zonder attente toeschouwer.
„De sport is in die jaren veran
derd. Erg veranderd. Gingen de
mensen vroeger naar het stadion
om te kyken hoe zo'n vent de bal
in het doel schopte, tegenwoordig
verwachten ze wat anders. Na die
vuiligheid in d« Europa Cup heb-
N deze stad woont niemand,
maar twee a drie miljoen
toeristen zullen er, schat
men, jaarlijks een bezoek
brengen. Hier kan men ook
alleen te voet gaan, hoewel
alle denkbare verkeersmiddelen
voortdurend in bedrijf zijn. De
stad ligt in de Duitse Bondsre
publiek niet ver van de steden
Diisseldorf, Essen en Dortmund
en heet „Minidomm"De ge
bouwen die er staan zijn tot in
de kleinste details nagemaakte
modellen van beroemde bouw
werken uit de hele wereld.
Wie in Minidomm zou willen
wonen, mag niet groter zijn dan
zeven centimeterivant normale
mensen lijken op reuzen naast
de in verhouding 1 25 vervaar
digde burchten, sloten, kerkto
rens en wolkenkrabbers. Vier
honderd modelbouwers, beeld-
houwers, houtbewerkers en
schilders hebben dit complex in
zeven jaar uit de grond doen ver
rijzen. Rond 26 miljoen mark
heeft de vervaardiging van de
tweeduizend afzonderlijke ob.
jecten de bouwheer van de mini
atuurstad, de Düsse1dorfse ar
chitect Will Dommel, gekost.
Tot de attracties behoren de
New Yorkse Kennedy-Airport,
waar de nieuwste straalvliegtui
gen af en aan rollen, de Haupt-
bahnhof van Frankfurt, waar
voortdurend treinen worden ge
rangeerd, en de grote havenin
stallaties, waarin ongeveer
tweehonderd modellen varen.
Het grootste schip is met twaalf
meter lengte het vliegtuig-
moederschip „Enterprice"
Bij de bouwwerken vallen
vooral in het oog het Olympisch
Stadion en de Brandenburger
Poort in Berlijn, de Würzburger
Residentie als het belangrijkste
Duitse barokslot. de Dom in
Keulen, de Miinster in Ulm met
de hoogste kerktoren van de we
reld en de Frauenkirche (foto
onder), het symbool van de stad
Miinchen. De foto boven toont
voor het marktplein van de mid
deleeuwse Duitse stad Forch-
heim, op de achtergrond rechts
het stadhuis van Augsburg en
links de moderne Mannesmann-
flat in Diisseldorf.
De komende jaren zal men de
modelstad verder uitbreiden.
Thans heeft het tentoonstel-
linasterrein een oppervlak van
twintigduizend vierkante meter,
samen met parkeerplaatsen en
de ruimte voor het terrassen-
restaurant is het zelfs bijna
honderdduizend vierkante meter
groot.