1 I lappenen met spiegels n eftelingen met kastelen Verzadigd van indrukken TVog maar enkele jaren geleden leidde de moderne kunst in Tsjechoslowakije een verborgen bestaan. Nu ziet men in kunstzalen en op exposities in musea dezelfde kunst als in Westeuropese steden, alleen met andere auteursnamen. Er is een Tsjechische Jorn: Nauradsky en er zijn Tsjechische Jaap Mooys, er is „op" en „pop" en bewogen beweging. Op een plein in Bratislava vestigden spandoeken de aandacht op een „Permanente manifestatie", een hulde aan St. Antonius, Hieronymus Bosch, Gabriel Chevalier, Godot, etc. De mani festatie blijkt ondergronds te zijn, in een openbaar urinoir. Tegen de muur waar mannen het kwijt kunnen, staan grote spiegels met daarop de namen van de gehuldigden. Hoe de spiegels in de afdeling Dames zijn aangebracht, kan ik u niet vertellen. Een dergelijke „manifestatie" zou in Nederland stellig op bezwaren stuiten. Ze gaat wat vèr nadat de artistieke ontwikkeling begin 1950 vertraagd werd, ,.als gevolg van zekere voorbijgaande misverstan den terzake van de socialistisch- realistische kunst", zoals Ludmila Peterajova het in een catalogus discreet uitdrukt. Ietwat griezelig is. dat de kort geleden nog alleen zaligmakende socialistisch realisti sche kunst nu spoorloos blükt te zijn. Waar is al dat spul verdwe nen en vooral, wat doen nu de artisten, die er zo vlijtig en ge hoorzaam aan gewerkt hebben Omgezwaaid naar de pop-art? Vergeleken bij de invloed die zich hier manifesteert, is de macht van de kapitalistische kunsthandel zwakjes. Of nee. iéts van het socialistische realisme is toch nog over: de beeldhouwkunst van Giitfreund, die in de jaren twintig opeens volks werd na een glorieus avant gar disme waarin hij doortrokken van de Tsjechische barok een karaktervol eigen cubisme ontwik kelde. De omekeer moet bij Gut- freund een vrije daad van solidari teit zijn geweest en nu zien we zijn gekleurde poppen soms als een vroege „popart", maar als men dan denkt aan het werk van de Rotterdamse beeldhouwer Leen Bolle, dan beseft men wat Gut- freund geofferd heeft aan plasti sche kwaliteit. Maatschappelijk idealisme is een gevaarlijke deugd voor een kunstenaar. Boheemse gothiek TTit het verborgene zijn nu ook weer de wérken van Frans Kupka te voorschijn gekomen. In het Nationaal Museum is zijn merkwaardige ontwikkelingsgang te volgen als nergens anders. Het zelfde museum boogt op een prachtige collectie Franse kunst van Delacroix tot en met Picas so; het bezit ook kapitale werken van Schiele, Munch en Kokoschka. Maar van nog meer belang Is de rijkdom aan oude kunst, en dan niet eens in de eerste plaats Dü- rers „Rozenmadonna", Bruegels „Hooimaand'' of een Christuskop van El Greco: hier leert men zien wat de Boheemse gothiek is, waar onlangs het Museum Boymans- van Beuningen een bloemlezing uit gaf. Hier en in het slot Karlstein, met de panelen van Meester Theo- derik boven de barbaars rijke lambrizering van halfedelstenen. Een late apotheose van deze Go- thische kunst is het 18.62 meter hoge retabel van Meester Paul in de kerk van het Slowaakse Levoca. Dit zorgvuldige onderhouden al taar is een wonder van beeldsnij kunst. De schilderingen aan de keerzijde van de vleugels zijn min der imposant en bovendien ietwat verbleekt, waardoor het retabel in gesloten toestand minder homo geen is dan bij open luiken. Affiche van Mucha Slowaakse religieuze volkskunst De Zuidboheemse gothiek is met prachtige stukken vertegenwoor digd in het museum van een Tsje chisch kasteel Bommelstein: Hlu- boka, een veelverbouwde 13de eeuwse burcht die in de vorige eeuw door een Weense architect herschapen is in een soort super- productie voor de Efteling, in de puurste jodelgothiek met hertege weien aan buiten- en binnemuren Onze eigen Rijksmuseumbouw meester Cuypers zou er van ril len; de toeristenbussen rijden af en aan. Sprookjeskastelen te over in dit mooie land. Als de ruïne van Brederode in Tsjechoslowakije stond was het weer een weldoor timmerd ridderlijk pand. Over restauratiemethoden is men hier blijkbaar niet zo pietluttig als bij de Fransen, die in Fontainebleau zelfs de dakgoten weer in hand werk op een verantwoorde manier laten herstellen, al kon het veel goedkoper en duurzamer met mo derne middelen, zonder aan het uiterlijk iets af te doen. Art nouveau en tapijten T^en gebeurtenis was voor het internationale gezelschap van kunstcritici de expositie van Tsje- choslowaakse kunst rond de eeuw wisseling, in de neogotische orangerie van gietijzer en glas en een belendende zaal van Hluboka. Er waren onder meer illustraties, tekeningen, affiches en schilderij en van meesters als Kupka, Mu cha en Preissig, bijna abstracte stucreliëfs van Bilek, sieraden, glaswerk, meubelen, keramiek. De Nieuw schilderij van Valenta Tsiechoslowaakse Art Nouveau is verrassend van kwaliteit en veel zijdigheid- In Praag werden de critici onder meer onthaald op een expositie van moderne Tsjechische tapijt kunst, in een prachtige expositie zaal, een vroegere manége nabij het kasteel. De wandtapijtkunst gaat er niet veel verder terug dan de jaren twintig van onze eeuw, maar onder de nieuwe kle den zijn er, die naast de beste in West-Europa kunnen handhaven. Anders dan op de biennale van Lausanne staat hier blijkbaar nog steeds de gobelintechniek het meest in aanzien en dat is ook de nobelste De prijzen zijn op basis van 16 kronen voor de dollar veel lager dan we gewend zijn: zo omstreeks f500 per vierkante me ter. In Bratislava konden we nog juist profiteren van de eerste Triënnale voor naïeve kunst, die blijkens die expositie in Parijs commerci eel tiert en vooral in Joegoslavië (niet alleen in Hlebine) en in de beide Duitslanden bloeit- Het was, ondanks de nodige valse naïeven en een valse Séraphine, een koste lijke tentoonstelling Nederland was helaas alleen, maar gelukkig goed vertegenwoordigd met een schilderij van Alexandrine, die in eigen land als schilderes volkomen onbekend is. Boerenmadonna9s "Oij de moderne Tjsechoslowa- ken zijn. behalve enkele ab- stracten met een heel eigen trant zoals de schilder Jiri Valenta. en de ertser Braunovsky, sommige kunstenaars die in hun werk voe ling hebben met de volkskunst het meest overtuigend. Met die volks kunst hangt, zegt men, ook de trant samen van de Biennaleprijs- winnaar Laluha, die ons heel sterk aan de vroege Malewitch doet den ken. Een sublieme en aangrijpen de collectie religieuze volkskunst zagen we in het nationale museum van Slowakije in Martin. Het vermijden van drempelvrees is kennelijk géén overweging geweest bij de bouw van dit imponeerpand, dat als een tempel op een hoogte staat. De oudheid- en volkskundige verzamelingen zijn rijk. maar over het geheel op een ouderwetse, saaie manier opgesteld. Temeer verrast de zaal met dorpshelligen, houterige Madonna's met héél klei ne dode Christussen, aandoenlijk onder hun kruis kruipende Heilan den, etc. Hier zijn naïve kunst werken bij van een in de „grote" kunst zelden geëvenaarde expres siviteit en vormdurf. Relaties met de Poolse volkskunst zijn onmis kenbaar. Verzadigd van zo veel Indrukken is het goed luieren in de Hoge Ta- tra, waar de berghotels in de win ter soms belegerd worden door hongerige wolven uit Polen. Aan de Slowaakse kant is dit klein Zwitserland wel iets al te duidelijk „toeristisch opengelegd", zodat men zich in de Lage Tatra eigen lijk meer in de natuur voelt. Het landschap is er niet minder groots en het hotel is, als men er plaats krijgt, voortreffelijk. Osuvm >Kx (LUhB:?W£S m P030Kt>j&S fit uit het internationale Prager kunstleven in het begin van eeuw FM-SIT-OtSBEAüX-fiRT; SbC-.mwES PMGUE-SSSR gerie van Hluboka, gietijzer gotiek, ideale entourage voor de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 15