D
Kindt
en zijn geloof in
Science
Fiction
Bijbelvertaling
voor geestelijk
gehandicapte kind
LEIDSCH DAGBLAD
LD-EXTR
5 zyn superieur aan
de mens, beweert een
sciencefictionschrijver. Geluk
kig zegt hij erbfj, dat een der-
Toen het Nederlands Bijbel
genootschap ruim een jaar ge
leden het honderdjarig bestaan
vierde, werd er geld ingezameld
voor de uitgave van een nieuwe
bijbelvertaling voor de bevol
king van het Afrkaanse Kame
roen. De heer Aandewiel, hoofd
van een b.l.o.-school in Dor
drecht, wond zich daar een beetje
over op. Hij schreef het genoot
schap: „Ik vind het leuk dat
jullie dat doen, maar wanneer
gebeurt er nu eens iets voor het
geestelijk gehandicapte kind in
Nederland?"
gelijke degradatie van het
menselijke ras pas over mil
joenen jaren zal hebben plaats
gevonden en dat de vogels dan
kunnen denken. Bovendien,
verkondigt een andere SF-
schrijver, zal omstreeks die tijd
de wereld worden beheerst
door honden, denkende hon
den. En een oude teef zal het
Hy is de man geweest, die op het
juiste moment de kat de bel aan
bond. Want dezer dagen zijn er
een boekje en een grammofoon
plaat verschenen, waarin en waar
op de bybel in zeer eenvoudige
taal aan geestelijk gehandicapten
wordt verteld.
Achteraf bezien is het allemaal
nog snel gegaan, meent de heer J.
J. Dondorp, hoofd van de b l.o.-
school „Wisseloord" te Hilversum,
voorzitter van de protestants-chris
telijke vereniging van ouders en
vrienden van het afwijkende kind
„Philadelphia" en voorzitter of be
stuurslid van tal van andere zich
bezighoudende instellingen. Hij is
de centrale figuur geweest in de
commissie ven voorbereiding, waar
in o.a. zitting hadden deskundigen
uit de dagelijkse praktijk, zoals een
psychiater, een dominee, een hoofd
van een school, een psycholoog en
een rooms-katholieke hoogleraar.
Want toen het Bijbelgenootschap,
besloot een bijbelvertaling voor
geestelijk gehandicapten uit te ge
ven, wilde men geen half werk.
DUIZENDEN
Er zijn 200.000 geestelijk gehan
dicapte kinderen en volwassenen
in ons land. Hiervan zijn cir
ca 40.000 imbecielen en van de rest,
vrijwel allen debielen, kan slechts
de helft een plaatsvinden in de
maatschappij, meestal in beschut
te werkplaatsen.
Er zijn vele duizenden bij die
nooit zullen leren lezen, anderen
die nooit verder zullen leren tellen
dan op de vingers van één hand.
Anderen leren, vaak met grote
moeite, lezen, mits de taal zeer
simpel wordt gehouden. De in het
boekje en op de grammofoon neer
gelegde bijbel (in totaal zullen er
40 delen verschijnen) is vooral
bedoeld voor degenen die niet op
school zijn. Voor een belangrijk
deel dus voor kinderen die zelfs
ongeschikt zijn om een school voor
geestelijk gehandicapten te bezoe
ken. Waarom al die moeite om de
bijbelse boodschap uit te dragen
bij mensen die zo weinig in zich
kunnen opnemen?
RECHTEN
De heer Dondorp, die zich reeds
meer dan dertig jaar met het on
derwijs van het geestelijk gehan
dicapte kind bezighoudt, zegt
ervan: „Ieder nol-maal kind heeft
rechten; ze zijn zelfs door de
Verenigde Naties vastgelegd. Wij
stellen ons op het standpunt dat
het gehandicapte kind ook rechten
heeft: recht op medische begelei
ding (op dit gebied wordt o zo wei
nig gedaan), recht op arbeid,
recht op verzorging als dat thuis
niet meer mogelijk is, recht op
voorzieningen voor recreatie en
vrijetijdsbesteding en ook recht op
geestelijke verzorging".
Boekje
belooft
bestseller
te worden
Het geestelijk achtergebleven
Idnd is door de eeuwen heen zeer
verwaarloosd. Pas na 1945 icwam
het meer in de aandacht. Maar nog
zijn er mensen die zich afvragen
of het zin heeft deze groep, die
niet in staat is religieus te denken,
die geestelijke verzorging te geven.
De heer Dondorp heeft een ande
re mening. „De ervaring leert, dat
juist deze kinderen, die een zeer
groot vertrouwen hebben, zeer ge
voelig blijken voor religie. Er zijn
voorbeelden te over. In Amster
dam was een zwaar imbeciele jon
gen, die op school nooit enige in
teresse had getoond voor wat hem
over het geloof was verteld. Hl)
sprak nooit over God. Maa
op zijn sterfbed zong hij „De Heer
is mijn herder" en tegen zijn moe
der zei hij: „Nu ga ik naar Jezus".
Normaal godsdienstonderwijs ia
fabeltje vertellen, dat er héél
lang geleden wezens op twee
benen waren, die leken op een
aap en die elkaar vermoord-
De tekst in het boekje: Zij gaven kadootjes. Goud. Wierook. Mirre
natuurlijk voor de gehandicapten
onmogelijk. Toch wordt er op tal
van plaatsen catechisatie gege
ven en er zijn zelfs speciale kerk
diensten".
OPDRACHT
De door het bijbelgenootschap
ingestelde commissie kreeg als op
dracht: „Het doorgeven van de bij
belse boodschap aan het geestelijk
gehandicapte kind". Dat is een niet
eenvoudige opdracht. De in
druk, dat men het wel met een kin
derachtig boekje kan afdoen, is
volkomen fout. Geestelijk gehan
dicapten zijn ei- in talloze nuances
en de commissie stond voor de
taak de bijbel te vertellen aan de
bielen die kunnen lezen, maar ook
aan imbecielen, wier verstand sinds
het tweede levensjaar is achterge
bleven. „Wij begonnen in onze
commissie met zeer veel kennis
over de geestelijk gehandicapten.
Daarnaast was er ook de liefde
en het geloof. Deze drie dingen
tezamen maakten het mogelijk dat
we ons doel hebben bereikt".
De commissie besloot te ko
men tot een echte bijbel, geschre
ven in de taal van de imbecielen.
Dat wil zeggen, dat het aantal
woorden zeer beperkt moest zijn.
Voorts wilde men de gehandicap
ten zich laten afvragen wat de bij
bel voor hen betekent. En tenslot
te zou het geheel nog in een ge
zellige vertelling moeten worden
herhaald. Dat alles is gebeurd in
het boekje, maar ook op de gram
mofoonplaat. Twee dingen die bij
de geestelijk gehandicapten zeer
geliefd zijn moesten bij dit alles
een rol spelen: plaatjes kijken en
muziek. Wel, het boekje heeft die
plaatjes en de grammofoonplaat
laat ook muziek horen: een blaas-
orkest, want dat spreekt de imbe
cielen het meeste aan.
Met deze opzet stelde men zich
voor drie groepen te bereiken: de
zeer imbecielen (met de grammo
foonplaat), zij die plaatjes kun
nen zien, doch niet kunnen lezen
en tenslotte degenen, die een een
voudige tekst kunnen lezen.
tekenaar De Kort wist ware kunst
werkjes op papier te zetten. Het uit
beelden van de engelen is een
karwei van weken geweest, waar
in tal van ontwerpen door de com
missie werden afgekeurd.
„Maar ik heb nog nooit een engel
gezien", riep de man tenslotte wan
hopig. „Ik ook niet", gaf de heer
Dondorp toe. „maar die vleugels
moeten er af". Die vleugels waren
trouwens in de commissie onder
werp van langdurige discussies. De
heer Dondorp won: „Ik verwees
naar de brieven van Paulus,
waar als hij het over Abraham
heeft staat te lezen: „Hij had
onwetend engelen geherbergd".
Toen zei ik: „Maar als die enge
len vleugels hadden gehad, zou
Abraham die toch hebben moeten
zien". En zo zijn onze engelen zon
der vleugels in het boekje gekomen.
De nieuwe bijbelvertaling be
looft een bestseller te worden. Boek
en grammofoonplaat werden vori
ge maand geintroduceerd op de
Frankfurter Buchmesse, waar de
belangstelling enorm was. Er zul
len nu 30.000 exemplaren voor En
geland worden gemaakt en 20.000
stuks voor Zweden en er liggen
aanvragen uit Amerika, Austra
lië en Japan. Het ziet er naar uit,
dat de bij bel-voor-imbecielen in
vele talen zal worden vertaald.
„Ik ben ontzettend blij en dank
baar dat het is gelukt", aldus de
heer Dondorp. „Het boekje en de
plaat hebben niveau en wij krij
gen nu gelegenheid te onderzoeken
welke uitwerking deze audio
visuele benadering by de geeste
lijk gehandicapte heeft. Als deze
methode inderdaad goed blijkt te
zijn, kan deze wellicht ook met
succes op ander terrein worden
aangewend".
ENGELEN
Het eerste boekje bevat de tekst
van Lucas 2, dat als een goede
start in de kersttijd werd gezien.
De heer Dondorp maakte de ver
taling. „Ik dacht: als men voor de
Tobakkers op Nieuw-Guinea, die
maar honderd woorden kennen, de
bijbel kan vertalen, moet ik het
ook kunnen. Ik koos begrijpelijke
woorden, maar ik hield me volko
men aan de oorspronkelijke
bijbeltekst, voorbeeld: „Ze wond
hem in doeken en legde hem neder
in de kribbe" is voor de gehan
dicapte onbegrijpelijke taal. Het
werd ,.ze trok het kindje kleertjes
aan". Dat „kribbe" had ik aanvan
kelijk vertaald in „houten bak"
maar dat werd afgekeurd. Ach,
eigenlijk kennen ze het woord wel
uit de liedjes. Met de regel „in de
mensen een welbehagen" heb ik
ontzettend lang geworsteld. Het is
geworden „God houdt van de men
sen", hoewel dat het begrip niet
helemaal dekt".
De illustraties vormden een apart
probleem. Imbecielen zien geen
diepte, geen perspectief. De voor
stellingen moeten duidelijk zijn en
le figuren direct herkenbaar zijn.
Mengkleuren zijn onbruikbaar en
er kunnen dus alleen hoofdkleuren
worden gebruikt. Tal van teke
naars braken hun nek over
de hoge eisen. Maar de Hilversumse
superieur? Een vogel kan im
mers zwemmen, lopen en vlie
gen, terwijl de mens alleen kan
lopen en soms zwemmen.
Overigens mogen we de honderd
SF-minnende Nederlanders niet in
een club of vereniging onderbren
gen. „Wij noemen ons het Neder
lands Contact Centrum voor
Science Fiction. Wij bevorderen het
contact tussen de SF-fans en dat
doen we zonder allerlei bestuurlijke
toestanden als statuten en huis
houdelijke reglementen. Natuurlijk
moet er wel een bestuur zijn, an
ders is er niets te organiseren", ver
telt de 22-jarige dienstplichtige sol
daat Leo Kindt uit Den Haag.
De Jongeman (gymnasium alpha
en drie jaar studie Latijn) vindt een
zekere bevrediging in het lezen en
ondergaan van SF-literatuur, maar
het moet allemaal wel goed zijn.
„Je kunt science fiction naar mijn
mening onderscheiden in drie een
heden: gewone, vaak goede SF
(fans spreken nooit over science
fiction maar over SF)mon
strueuze SF en artistieke SF.
„We hebben in het contactencen
trum nog geen grenzen getrokken
tussen die drie groepen en we be
ginnen er ook niet aan. want in
Duitsland hebben ze er de grootste
ruzie over gehad. Wat ik bedoel met
monstrueze SF? Allemaal draken
en monsters- in voorwereldlijk,
grotten en supermannen als Flits
Gordon enhoe heet-ie ook al
weer Batman. Daar houd ik niet
van, trouwens, dat is helemaal geen
science fiction, maar een twintig--
ste-eeuws verhaaltje met wat atle
tiek en mooie auto's".
KOFFIE
„Nu moet u me even excuseren",
zegt Leo Kindt, „ik ga heel pro
zaïsch een kopje koffie voor u ha
len". En hij wandelt een kamer uit,
waarin behalve een paar boeken
kasten, een bureau, een schrijfma
chine, een paar stoeltjes en zo
waar een planetenkalender Ijve
rig proberen het opvallendste stuk
interieur te zijn. „Iedereen, die hier
komt verbaast zich erover, dat ik
gek ben van SF", verklaart de in
militaire kledij gestoken latinist-
met-koffie-en-koek. „Omdat ze he
lemaal geen mooie platen aan de
muur zien hangen. Maar ik heb
daar geen behoefte aan, want SF
is wel wat anders dan prentjes en
zo".
Wat. dan? „De science-fictionlezer
is iemand met een bepaalde gees
tesgesteldheid. Hij heeft de neiging
sceptisch te zijn en gefundeerde be
grippen in de maatschappij en de
wetenschap te relativeren. Ik geloof
dat dit woord de kern raakt van
alle SF, het benadert iets van de
inventiviteit van de mens. De mens
is in de afgelopen eeuwen steeds
geëvollueerd, soms langzaam, soms
met sprongen net als nu. Grote
ontdekkingen zijn nooit voorspeld
en toch gooiden die ontdekkingen
vaak gefundeerde principes volko
men overboord. Waarom zouden we
die lijn nu niet doortrekken? Als
we nu stellen, dat Einstein een ge
nie is en dat zijn relativiteitstheorie
het wetenschappelijke einde is, dan
voelen we ons geweldige supermen
sen, omdat die Einstein toch maar
uit ons in het heden is voortgeko
men. Maar in de sciene fiction sta
je steeds sceptisch tegenover deze
graad van wetenschap".
„Als Einstein zegt, dat reizen snel
ler dan het licht onmogelijk is,
hoeft dat voor de SF-beoefenaar
of hij nu schrijft of leest hele
maal niet sacrosanct te zijn. Er
komt namelijk naar mijn idee een
ogenblik, dat Einstein overboord
gaat. Dat zeg ik niet omdat wij zul
ke genieën zijn of omdat wij zo'n
ervaring hebben op technisch of
wetenschappelijk gebied, maar wy
hebben de neiging de dingen te zien
vanuit de geschiedenis. We hebben
''v-
Jozef en Maria gaan op reit. Heel vert naar Bethlehem. Aldus de „vertaling" bij deze plaat.
den. En dan zegt de secretaris
van de Nederlandse Science
Fictionclub. dat dit je dwingt
tot relativerend denken, want,
vraagt hij, is de mens wel zo
vertrouwen tn de inventiviteit van
de mens. Met andere woorden, je
moet niet proclameren, dat het hui
dige het einde is".
STUDENT
De Jonge Haagse SF-verslinder
leest niet alle science-fictionboe-
ken en zéker niet alles, wat er over
SF wordt geschreven. „Ik probeer
op de Nederlandse markt by te
blyven, maar ik kan natuurlyk
ook niet alles kopen, want ik ben
maar soldaat en daarvoor was ik
student u weet, twee bekaaide
groepen. Er is een Amerikaan, For-
ry Ackerman, die alles' op SF-ge-
bied verzamelt. Hy heeft, volgens
de laatste gegevens zo'n 45.000 boe
ken, goed en slecht. Maar deze
man is rijk, een SF-autoriteit en
literair agent van zo'n vyftig
science fiction-schrijvers. Boven
dien kan hy nooit alles lezen".
Is science fiction futuristisch?
„Welnee", zegt Leo Kindt, „het
speelt wel in de toekomst, maar
die begint vandaag. Bovendien is
die toekomst helemaal niet belang
rijk, want het kenmerk van de
science fiction is de mens in een
absurde situatie, waar hy met
menselyke middelen uit moet zien
te komen. Dat is in de hedendaag
se literatuur natuurlyk ook wel zo,
maar het verschil tussen deze li
teratuur en de SF is de achter
grond, die wordt bepaald door de
andere sociaal-economische en
technische structuur. Hoever die
vertechnisering zal ik het maar
noemen gaat, kunnen we nu
niet overzien.
VERDWAALD
„Isaac Asimov u weet wel, de
schryver van het verhaal voor de
film Fantastische reis", waar
in er - mensen in een onder-
zeeb ontdekkingsreis maken
door msehjk lichaam, tot ze
met .an naar buiten ko
men imov heeft dat ver-
dwaalo *n van de mens in die
absurde situatie eens heel fyn be
schreven. In een wereld, waar
iedereen zyn kennis krijgt van een
bandje en dus niets hoeft te
leren, leeft een jongeman, die wil
onderzoeken, waarom bepaalde
dingen zyn, zoals ze zyn en waar
om je niet iets méér zou leren, dan
het bandje je inpompt. Hy krijgt
niet het beroep-van-de-band, dat
hy wenste, integendeel, hy wordt
in een gekkenhuis gestopt. De jon
geman voert in het verhaal zyn
menselyk gevecht tegen de plane-
tenbeheersers en tegen het sy
steem. Zyn vriend verliest een
technische olympiade omdat hy
een machine voor zich krygt, die
niet op het bandje stond. Hy ver
baast zich erover, dat die vriend
nooit heeft geprobeerd nieuwe
machines te leren kenntn. Op dat
moment wordt de jongeman van
zyn menselyke strijd verlost en
uitverkoren voor een plaats in het
ontwikkelingsteam. Hy krygt zyn
kennis niet van een bandje, maar
moet uit boeken leren, wat hy wil
weten. Ergo, met menselyke midde
len heeft hy zich uit een absur
de situatie gered".
Prognoses maakt de goede SF-
schryver niet, weet Leo Kindt.
„Een slechte schrijver zal by
voorbeeld het reizen tussen plane
tenstelsels via de vierde dimensie
omstandig uitleggen. Maar de goe
de schryver gebruikt het gegeven
alleen terloops, als achtergrond voor
zyn verhaal. Hy zal byvoorbeeld
praten over ruimteschepen zo
groot als planeten, die een eeuwen
lange reis maken van het ene
zonnestelsel naar het andere. De
ruimteschepen zyn de basis voor
een verhaal over het leven op die
apparaten, een verhaal over hele
ven op die apparaten, een ver
haal van mensen, die zich niet
kunnen herinneren vanwaar ze
zyn vertrokken, omdat het ver
trekpunt al generaties achter
ligt. Hierdoor word je aan het
ken gezet".
„Goede verhalen worden ooi
geschreven op het the
sche vlak. Zeer bekwaam is A
Clark, die in zyn boek „The
schrijft over een jezuiet. De
had een interplanetaire reis
maakt en op een zon de i
gevonden van een beschaving
zon was eeuwen geleden geè
deerd en toen ze gingen ul
ken wanneer dat was en welke
neet dat geweest moest zyn,
het de ster van Bethehem te
By Christus' geboorte waren
miljarden mensen vernietigd,
gens Clark. Dat klinkt allf
wel fantastisch, maar toch 4i
gens mij de kans groot, dat i
inderdaad heeft plaatsgevond
BINNEN
Tussen dergelyke verhalen
ven in de science fiction altj
vliegende schotels en de i
naar de rode-kanalenp
Mars en de mooie-vrouwenbc
nus. „Ach, dat vind ik all
niet zo verschrikkelyk. Voor
part laat je het verhaal speli
het Binnenhof. Die plaats
middelen zyn niet zo belai
het gaat om het verhaal. Ov
periode na de derde were
log by voorbeeld. Dat hoeft
helemaal niet af te spelen
onze dampkring, want wat gs
er met onze aarde? Wordt dj
reld overwoekerd door giftige
ten, zyn alle mensen dan
krijgen de bacteriën e
afmetingen en keren de ijs
terug? Het zyn allemaal v
die in de SF-literatuur
verwerkt. Maar wie kan
kerheid beweren, dat het
niet zo zal zyn?"
De grote SF-schrijven
1966 wonen in Amerika en i
land. De secretaris noei
zyn favorieten: Poul Anl
Isaac Asimov, Arthur Clark
bert Heinlein, John Wyndhi
Ray Bradbury. Jules Verne
niet in het lystje voor, war
eerste echte SF-schryver is
geloof, dat hy Luxemburger
Hugo Gernsbach. De man
nog. Jules Verne was geen
ce-fictionschryver. By hem
kende je in twintigste-eeuv
tuaties negentiende-eeuwse
sen. Maar binnenkort wort j
les een probleem in ons o
centrum, want dan gaan de*
discussiëren over de vraag J
schryfsels van hem moetei®
den gerangschikt onder SF
En we hebben een autorit
dat gebied in onze geledere
Franquinet heeft al dri s
grafieën over Verne geschre
veel boeken van de
„fantast" vertaald. Maar vo
blyft het een vraag". a
In Nederland zyn volg
ledenlyst van het Contact
trum honderd mensen
resseerd in de sciene fictioi
Engeland zyn er vierhondei i
enigde SF-genietters, maar d
georganiseerden"? „Die mak
de SF-boeken bestsellers" z<
Kindt. „De boekei. van Asirc
prompt bestsellers. Trouwei
standaardwerk „Ik robot" J
woon een subliem stuk wed 1
Maar Asimov is niet de (j
„SF-schryvers zyn vaak gn t
leerden, docenten aan ui
teiten en zo, die, net als f
gelsman prof. F. Hoyle me(
dienen met hun boeken, di s
hun leerstoel. Trouwens,
niet of het waar is, maar ze i
dat de Amerikaan, Br
schrijft voor een dollar per
Met andere woorden, het sc 2
van verhalen ovei superieur
den en reizen per vliegend!'
tel en fantastische droomW
is een lucratieve bezigheid L