„de zilveren hamer" LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 15 Cadeautje inpakken? tesa plakband gebruikenl Goed materiaal is het halve werk! •T PLAKBAND DAT KLÉÉFT! Otto Habsburg was dagje in Oostenrijk „Het zij zo!" vervolgde hij. Mijn bol zal mij vertellen waar uw treinwagon met goud staat. Daarna zal ik mij terugtrekken" „Hola!" riep de machinist van de trein. Jk ga met je mee! Ik tuil weten waar mijn rijtuig 36-113 is gebleven! Wacht even!" Wacht even!" kreet ook de bankdirecteur. „Ik loop zover mee! Tenslotte kan je nooit weten als we nu toevallig eens die goud wagon zien „Hmmompelde de rechter. ,^ls deze eh-Ster gelijk heeft, zou ik een onrechtvaardige uitspraak doen betreffende Panda. Ik kan beter even gaan kijken wat er waar is van deze beweringen! Ga zolang terug in je gevangenis, verdachte!" toch de hele tijd op de toeren letten. Het valt heus niet mee op het goeie moment te roffelen. Meneer Lau en die Hoe vielen me op, omdat ik ze toevallig ken. Maar al die mensen die er verder ston den heb ik nog nooit gezien". Tsjiao Tai loopt weer naar Seah en vraagt: „Heb je helemaal niemand herkend onder het publiek, Seah? Misschien iemand die je jaren geleden gekend hebt. in een andere streekAch nee", antwoordt Seah geprikkeld. ,J)it is de eerste keer dat we in Kao-yang zijn. Meneer Lau kende ik vaag uit Woe-yie, het buurdistrict. En tijdens ons optreden heb ik geen tijd op de mensen te letten. Al was er een bekende geweest onder de toeschouwers, dan had ik hem waarschijnlijk nog niet gezien". een ei, maar er was meer ei dan pinguin", sprak de zeerob. Daar om heb ik ze ook Eiermannetjes genoemd. Wacht, ik zal er een voor je maken". Op verzoek van de zeerob bestelde Bram een hardgekookt ei en met behulp van wat papier begon de zeerob een wezentje te knutse len. Hij deed het zo handig, dat dit vast niet de eerste was. Bram keek belangstellend toe. „Zie jezó zagen die kereltjes eruit", zei de zeerob, „oeen ar men, geen handen griezeltjes. Ik ben er zeker van, dat zij een paar van mijn vrienden in hun macht hebben. Maar niemand ge looft me en niemand wil erheen varen. En alle kinderen lachen m« uit 72) Eerder op de dag was er bericht gekomen, dat in de fjord een schip was waargenomen, dat met koop waar op weg was naar Steinkjer. Ol- ve vroeg zich af of de lui van het schip nieuws zouden hebben. Als het weer niet zo slecht was geweest, zou hij er zeker op af zijn gegaan. Dit jaar kwam de sneeuw echter wel vroeg, het was nog maar net win terdag (14 oktober) geweest. Het zou misschien wel niet zo blijven, maar intussen was het slecht weer om op zee te gaan. De waakhond sloeg aan. Guttorm die ook in de hal zat, stond op om te zien wie er op het erf was. Behalve Sigrid en Olve bevonden !zich nog meer mensen in de hal, waar het nu goed warm was. Ragnhild was er met haar drie zoontjes. De jongste, Harald, was de boezemvriend van Grjotgard. Groot moeder Tora zat als gewoonlijk op haar bank ijverig te spinnen. Ver der waren er enige van Olves man schappen, die hij graag bij zich had. Sigrids hond Fenrir lag aan Olves voeten te slapen. Hij reageerde nauwelijks op het horen van vreem de stemmen daarbuiten. Het was als een oude hond, die niet veel anders deed dan slapen en eten, maar Olve en Sigrid gunden hem zijn rustige oude dag en trokken zich -niets aan van Tora's bitse opmer- ter kingen dat dat oude beest zijn kost *en niet langer verdiende. eerc Guttorm kwam melden, dat er een CJ man van het schip gekomen was. '®»iHij had twee IJslanders bij zich, die de winter graag in Trondheim wil den doorbrengen, en jarl Svein, aan wie ze de verplichte landingsrechten Hi betaald hadden, had beloofd onder dak voor hen te zoeken. Nu kwa- j^men ze hierheen met de groeten van H|de jarl en het verzoek of ze hier onderdak konden krijgen. II Laat de mannen maar binnen- I komen zei Olve,ik kan anders i niet zeggen, dat de Jarl me veel keus gelaten heeft. Guttorm ging naar buiten om de Namannen te roepen, die met be- .l sneeuwde kleren binnenkwamen. Ol- ve nam op zijn eigen stoel plaats en app de drie mannen kwamen voor hem ppi staan. ■El Een der IJslanders was een bijzonder lange man, blond en breedgeschouderd. Hy zou knap ge- por E, i 01 B ;IN'i Hoe is het ontstaan pon^ pom Dit woord: TANTE ■ld EJ j Vroeger noemde men de zuster g I van de moeder, daarna ook de spa zuster van de vader en tenslotte ,ENg ook de vrouw van de oom: moei, ponH een woord dat hetzelfde is als s' moeder in een vriendelijke vorm. poill Maar het woord moei is hele- lrt€H maal verdrongen door het uit- ponl heemse tante, een woord dat wij te danken of te wijten J| ponH hebben aan het streven deftig te doen. Het gebruik heeft dus pon* zijn oorsprong gevonden in de flesB prang sprekende kringen van g ons vaderland. Op dezelfde wij- g 5 ze kunnen de Duitse woorden g fl'J Onkel en Kusine uit Frans on- g g cle en cousine worden verklaard, g fraig Het woord tante luidde in het g ig, g Oud-Frans ante (vandaar En- g spag gels aunt) uit het Latijnse ami- n ta dat ook: vaders zuster, tante ekeg betekende. f lf DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 660. Onderzoekend keek de zeerob Brammetje Fok aan. „Denk jij soms ook, dat ik leugens vertel?" Bram haastte zich dat te ontkennen. Natuurlijk niet, wij zeelui liegen nooit!" zei hij met grote na druk. „Maar het klinkt wel vreemd natuurlijkeieren, die achter een schipbreukeling aanlopen" „Toch was het zo", zei de zeerob. „Ik heb het zelf door de kijker gezien". „Hoe zagen ze er precies uit?" vroeg Bram. Ze leken eigenlijk een beetje op een pinguin en een beetje op weest zijn, als niet een lang litteken de ene zijde van zijn gelaat ontsierd had. deed het woord. Jarl Svein van Steintkjer heeft ons hierheen gezonden om onderdak voor de winter te verzoeken, zo be gon hij. wy zijn kooplieden en hebben onze waren in Trondheim verhandeld. Maar het ziet er naar uit dat we van het jaar een bijzon der vroege winter krijgen en we durven het er niet op te wagen door de storm terug te varen naar IJs land. Mijn naam is Gissur Halfreds- son en mijn kameraad heet Sigvat Tordsson. De man, die naast hem stond, was kleiner dan hij en jonger, maar goedgebouwd; zijn haar was pik zwart met een blauwe gloed erover. Wat Sigrid meteen opviel aan hem waren zijn handen. Die waren fijn- gevormd en smal, bijna vrouwelijk, maar toch sterk en zeker geoefend in het gebruik van wapens. U beiden zijt welkom op Egge, sprak Olve, Sigrid gaf de dienstbo den opdracht een vuur aan te leggen in de keuken opdat de vreemdelin gen zich konden wassen en verkle den. Ze was uit haar humeur. Ze kon er nu eenmaal slecht tegen dat iemand haar stoorde in haar weef werk. Ze weefde de figuren uit haar hoofd en de inspiratie daartoe kwam eerst als ze rustig aan de gang kon blijven. Het wandkleed, waar aan ze bezig was, bestond uit twee lappen, die later aan elkaar genaaid werden. In acht delen beeldde het de geschiedenis uit van Odin, die in de gedaante van Bolverk aan de reu- zendochter Gunlöd de dichtermede ontsteelt. Dr. Otto Habsburg, zoon van de laatste Oostenrijkse keizer, is van daag legaal naar Oostenrijk terugge keerd voor het eerst sedert 1919 toen hij, met zijn vader, op 7-jarige leef tijd het land werd uitgezet. Het ministerie van Binnenlandse Zaken deelde mee. dat Von Habs burg (54) gisterochtend uit West- Duitsland in Tirol het land binnen kwam en het gistermiddag weer ver liet. Hij bracht een bezoek aan een monument voor een familielid, aarts hertog Eugen von Habsburg, en aan de Sint Jacobskerk in Innsbruck, Zijn terugkeer kan moeilijkheden veroorzaken De Oostenrijkse socialis tische partij heeft kort geledon in een verklaring gezegd, dat zijn terugkeer de vrede in het land zal verstoren. Intra-bank De financiële commissie van het Libanese parlement heeft gisteren haar goedkeuring gehecht aan een wetsontwerp dat de regering van Li banon machtigt vijftig miljoen Liba nese pond uit te betalen aan kleine inleggers bij de Intra-bank. dlie, zoals bekend, haar betalingen op 15 okto ber heeft gestaakt bij gebrek aan kasmiddelen De Libanese regering mag rekeninghouders van de Intra- bank wier deposito's op 15 oktober niet meer dan twaalfduizend pond bedroegen ten hoogste vijfduizend pond verstrekken bij wijze van rente loos voorschot Jongeman pleegt serie inbraken Sigrid was aan de laatste voorstel ling bezig: Gunlöd treurende over Bolverk, die haar trouw gezworen en daarna verlaten had. Ze wijdde al haar vrije tijd aan dit werk, dat haar na aan het hart lag. Zelf trok ze er op uit om de planten te zoeken die ze nodig had om haar garen te verven en ze was er altijd direct bij wanneer er een handelsschip aankwam om te zien of ze kleurstof kon krijgen. Het ver ven van het garen was een heel pre cies werkje, dat ze aan niemand overliet. Naderhand legde ze het voorzichtig in de schaduw te drogen en als de kinderen buiten speelden, pasten ze er wel voor op niet aan moeders garen te komen, want ze wisten uit ervaring dat er een flink pak slaag dreigde als er maar iets met haar kostabre garens zou gebeu- Een 16-jarige pupil van een opvoe- dingsinrichting in de omgeving van Doorn heeft tijdens het weekeinde een aantal inbraken en diefstallen gepleegd in Doorn, Leer sum Soest- duinen, Driebergen en Amersfoort. Bij een inbraak in een huis in Amersfoort werd hij op heterdaad door de politie betrapt. De Jongeman brak in Leersum een auto open en stal er onder meer een zaklantaarn en een paar handschoe nen uit. Daarna brak hij in in een zomerhuisje in Doorn en nam daar enige kledingstukken weg. Hij stal er een fiets en reed ermee naar Drie bergen. maar het fietsen vond hij te vermoeiend, reden waarom hij daar maar een bromfiets stal. Hij reed vervolgens naar Soestdui- nen om daar weer een auto open te breken. H!er bestond zijn buit uit wat geld. Bij zijn volgende inbraak, die in Amersfoort, werd hjj tenslotte gearresteerd. 11. „Die vent die meneer Lau lastig viel heb ik wel eens eerder gezien, meester", roept de oude trommelaar plotseling. „Sinds we hier zijn is hij elke avond naar onze toneelvoorstelling komen kij ken op het tempelplein, en hij wou altijd voor een koperstuk op de eerste rij staan. Het is een soort vagebond, Hoe Ta-ma heet-ie. Volgens mij had hij een oogje op de juffrouw". „Mooi zo", zegt Tsjiao Tai, „die snuiter zullen we wel vinden. Heb je verder nog verdachte personen gezien in de buurt van het zwaardrek?" „Ach nee, meester, hoe kan dat nou", zegt de oude verongelijkt. „Ik moet PANDA EN DE MEESTER KRISTAL KIJKER 62-90. „Wilde je beweren dat deze Panda onschuldig is?" riep de bankdirecteur verontwaardigd tot Joris. ,Maar die jongen heeft de goudwagon van de trein losgemaakt en laten verdwijnen! Er waren getuigen bij! Hij is een dief!" ,J)it manneke heeft niets gestolenJ" verklaarde de Ster van Pu- thra-Puthra ernstig. „Integendeel hij heeft mij geholpen om uw goud in veiligheid te brengen! Maar ik zie het al u gelooft mij niet!" Hij schudde treurig het hoofd en maakte zich op om heen te gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 15