Nederland verklaart de
mrgeroorlog aan de „nationale doofheid"
Hens eenzamer en
hinder nauwkeurig
h hevige herrie
Stemgeluid tast het
privédeven aan
LeidscH Dagblad
dell (j
jeSt
LS gehridstxawm ata uisluitend
zouden bestaan uit kapotte
llrt^mmelvlie^e,n en beschaagde bin-
wen, dan was he* protieem
tend medisch en daaom
'Si to niet zo vreselijk gecompli-
n»f <nL Ook de psyche var somipige
dansen g at traumata ('erwondi
de meest rui iiezin) verto
lk i door geluiden en Lwaai. Een
t <1 berucht geval
"id de flatneurose", waardoor
touwen frigide worde, kinderen
j frustreerd raken
il kunnen ontplooi e
Plicht indirect) spaningen
▼erwerken, die z afreageren
v-mJmeest burtenisg»e en niet
*jd gunstige manieen.
|RS C. BITTER, psycholoog
algemene dienslvan het Insti-
»oor Gezondhei6techniek TNO
maakt met enquêtes en laborato
riumproeven een diepgaande studie
van de menselijke reacties op ge
luid. Hierbij is hem gebleken, dat
niet het lawaai, maar het nauwe
lijks verstaanbare geluid de meest»»
schade toebrengt aan de psyche:
„Iedereen heeft recht op een beetje
privacy in zijn eigen huis. Wan»
ergens anders vind je het niet. A'.s
de man of de vrouw nu op rustip®
momenten het geluid van de boven-
of benedenburen hoort, voelen ze
hun privacy aangetast, want dat
betekent, dat ook hun geluiden door
een ander worden waargenomen".
De geluiden waar drs. Bitter het
over heeft zijn overigens zo zwak.
dat zij niet worden waargenomen
door mensen die zelf op een of an
dere manier geluid maken. „En de
psychische instelling van de men
sen kan de „huisgetuiden** verhevi
gen, verzwakken of helemaal elimi
neren. Ik heb ook met mensen ge
sproken, die rustig konden studeren
bij het lawaai van een beatorkest.
Maar dat mag je natuurlijk niet als
maatstaf nemen".
r\E hevige geluiden werken uc4-
gens drs. Bitter vereenzaming
in de hand. „Empirisch heb itk kun
nen vaststellen, dat het aantal
„eenzame" mensen relatief groter
wordt naarmate het geluid waarin
zij werken heviger is. Deze manco's
in contacten komen niet alleen voor
in de werkplaats; ook thuis, bij
vrouw en kinderen vereenzamen
dergelijke mensen, met alle gevol
gen van dien". Een opvallende con
clusie is, volgens drs. Bitter, dat
het aantal fouten rechtevenredig
toeneemt met de intensiteit van het
lawaai, maar dat de srignaalfuncties
navenant toenemen. „Met andere
woorden, in hevig lawaai kan men
zich kennelijk niet goed op het
werk concentreren, terwijl men wel
gespitst is op bepaalde geluiden als
het signaal van een machine of het
stemgeluid van de buurman".
Schopenhauer zei eens:
„Het oor is vogelvrij ver-
V17AT doe je aan de herrie?
vraagt men zich meteen af.
„Isoleren", vertok de man, die bij
het Instituut voor gezondheidstech
niek TNO is belast met dit ge
luidsfacet, ir. J. van Eijk. „Eu
het geluid bij de bron aanpakken.
Met machines m fabrieken h?bben
we wat dat betreft met zoveel
moeite, omdat cfie per stuk kunnen
worden geïsoleerd ef omdat de
man eventueel van de machine
vandaan kan en oorbeschermers
kan dragen wat de werknemers
over het algemeen wel willen Ove
rigens worden in machinehallen
wel de „gevaarlijke" geluiden ge
produceerd. Wij bepalen ons meer
tot de geluidsisoleringen in de wo-
klaard". Maar dit zintuig T,m«bollw"' akhK Van Ei»k
schijnt tegenwoordig toch een „Langzaam begint de bouwwe-
zekere protectie te krijgen. reki zich te realiseren, dat bet la
waai (of het nouwefrjks hoorbare,
maar vreselijk irritante geluid) een
probleem van de eerste orde is.
Dat dit langzaam gebeurt is eigen
lijk wel begrijpeli^c, want massale
zaken komen traag op gang. Bo
vendien zeggen ze in Nederland al
tijd, dat iets wat duurder Wijkt,
economisch niet haalbaar is, zelfs
zonder dat dit eerst terdege is na
gegaan. Ze moeten maar eens van
dat idee al", vindt ir. Van Eijk.
ALLE gel uidsisol erende voor
schriften voor de bouwerij zijn
tegenwoordig neergelegd in een
normenbesluit gedateerd decem
ber 1962. Voor die tijd was alles
mogelijk, wat vaak nog blijkt uil
die afschuwelijk gehorige fiatge
bouwen. „Die eerste Nederlandse
norm op dat gebied voorkwam
niet alleen, dat het nog slechter
wend, maar gaf bovendien een
stootje in de goede richting. Bin
nenkort komt men bij elkaar om
de normen opnieuw te bespreken,
want de situatie is, hoewel veel
beter dan vóór 1962, nog lang niet
op het niveau van bij voorbeeld
m Duitsland", aldus ir. Van Eijk.
B+j het bepalen van de gehcds-
isoiatie begin je je af te vragen
wat de benedenbuur van zijn bo
venbuur mag horen, of wel: hoeveel
procent moet het geluid afnemen.
De oude norm (van 1962) ging
uit van de isolatiekwaliteit van de
eensteensmuur. Deze verzwakt het
geluid tot 1/100.000ste of van vijf
tig decibel (stemgeluid) tot tien de
cibel. Dat is niet genoeg. Men wil
in elk geval naar een reductie tot
1/miljoenste en als a het mij
vraagt, is dat nog niet voldoende,
want de ideale situatie ontstaat
naar mijn mening pas bij een ver
mindering van 1/100 miljoenste.
Pas dan hoor je niets meer van het
lawaai onder de negentig decibel,
dat de buren ook maken. Helaas
is dit een van de vele Nederland
se utopieën".
TER bestrijding van het ver
keerslawaai hebben mensen in
verschillende landen (vooral Ame
rika) anti-lawaaiverenigingen opge
richt. In Nederland is men (nog)
niet zover. Hier laat de Nederlan
der zijn lawaai-belangen beharti
gen door de Nederlandse Acousti-
sche Vereniging. Deze vereniging
waarvan artsen, psychologen, so
ciologen en vele andere deskundi
gen lid zijn, heeft zich kortelings
aangesloten bij een Europese liga
van geluidshinderbestrijdende ver
enigingen.
i bet Zeeuwsch-Vlaamse Hoek zullen de boe-
niet de zenuwen krijgen van het penetran-
itadsgeraas. De landarbeiders kennen de
J°- :e niet als een „bevrijding" of „beklem-
het ontbreken van lawaai is voor hen
uiiek aan de ruimte, waarin zij leven. Noch-
houdt te midden van hen een man zich
|g met het verschijnsel lawaai en alle me-
[he toestanden, die daarmee samenhangen.
heet dr. Jacob van der Waal (36)
s-, keel- en oorarts en op 28 maart 1962 in
i gepromoveerd op een dissertatie over
horen van bejaarden". Omdat in dit
[(schrift nogal wetenschappelijk is geschre-
over geluid, heeft de Nederlandse Biblio-
feili ik der Geneeskunde dr. Van der Waal ge-
ij igd een leerboek te schrijven voor huisart-
Maar de preventieve en alternatieve maat-
tlen, de oorzaken en de controlemethoden,
dr. Van der Waal in het leerboek „Geluids-
imata in de moderne maatschappij" be-
Irijft hebben een ruimere kring geïnteresseer-
7?Psychologen, sociologen, fysiologen, induv
i patiënten (lees doven en gehoorge-
irden) houden zich intensief bezig met het
igstuk „lawaai", zij het dat het voor de
rte groep een meer lijdelijk ondergaan is.
codien wordt die groep elke dag groter,
sprongen, want al is er zo'n twintig jaar
1 fcéesief gezocht naar middelen ter voorkoming
-Teen nationale doofheid of (tenminste) een
male geluidsneurose, rigoureus aanpakken
men de zaak tot nu toe niet.
it die nationale doofheid betreft: Volgens
Van der Waal hoeft het zo'n vaart niet te
als iedereen, die in gehoork wel lend ge-
moet werken, zich houdt aan de veilig-
Blsvoorschriften. „Ze hebben die oordoppen
J* lelmen met ingebouwde oorbeschermers niet
r niets geconstrueerd", zegt de medicus als
vertelt, dat het resistent zijn tegen lawaai
r een groot deel van de menselijke instel-
afhangt. „Als sergeant huppelepup van het
müjeet-niet-hoeveelste infanteriebataljon voor
honderdste keer met zijn rekruten gaat
deJ eten en hij vindt, dat die vaselinepropjes in
oor toch wel irriterend zijn, dan is het
De propjes gaan in de broekzak en na
paar honderd schoten is het binnenoor on-
da ilelbaar beschadigd. Ook de psychische
toi rstand is volkomen afhankelijk van de struc-
de mens. Een klinker, die met plezier
[t, zal van de herrie geen driftbuien krij-
maar als de boer-met-die-blauwe-pet-buiten
met zijn vrouw heeft en twee keer uit de
tlboom is gevallen wordt hij stapelgek van
boo geratel van zijn tractor", vertelt dr. Van
Waal, die verder vindt, dat psychische sto
rmen door het geluid alleen voorkomen bij men-
'ng, die op een andere manier al (zouden) zijn
u 'ord-
de meest onwaarschijnlijke beroepen komt
Sein heroepshardhorendheid" voor. „Je moet
altijd denken aan ketellappers, machinis-
10m klokkeluiders. Het grootste gevaar voor
epsdoofheid lopen tegenwoordig de em-
n luchthavens en vliegvelden, maar
u er ooit aan gedacht, dat aantoonbaar
|M|} orverlies voorkomt bij tandartsen (vanwe-
0 Ie pneumatische boor), slagers (die zelf vee
u. tien), radio-telegrafisten, telefonistes, hon-
de> trainers (door het fluitje), kantoorpersoneel
literaard politieagenten, die op drukke pun
verkeer regelen. Een heel mooi geval las
er een beatorkest. Alle spelers van die
hadden een gehoorverlies van ongeveer
'"SJroceut.
verschijnsel beroepshardhorendheid is
to erg nieuw. Al in 1713 beschreef de tali-
Ramazzini geluidstraumata bij ketelma-
e"' i in de „Morbis Artificium". En de kanon-
n i u onder Napoleon hielden bij elk schot de
gers m de oren en de mond open, want ze
iden ervaren, dat de gevolgen van een onge-
JJie knal niet zo plezierig zijn.
knal (dat is eigenlijk e«n explosie op
pff) htig meter afstand) is een van de oorzaken
ras I gehoorverlies", zegt dr. Van der Waal.
!"3 »r hem zijn er drie oorzaken in de geluids-
dk w: explosie, knal en lawaai. „Het eerste re-
Eenzaam
„vecht" de po
litieman tegen
het lawaai
hij kan zich zelf
nog niet be
schermen.
door
Kees
van
Hasselt
Dr. Jacob van der Waal werkt in stil
te aan de herrie.
sulteert meestal in een gescheurd trommelvlies
en een al of niet beschadigd gehoorbeenketen
en binnenoor. Als het binnenoor niet is bescha
digd, is de kans op herstel niet ondenkbaar,
want zo'n trommelvlies kan desnoods door een
chirurg worden dichtgemaakt. De knal is wat
dat betreft desastreuzer; het trommelvlies
blijft vaak intact, maar de gehoorbeenketen en
het binnenoor kunnen ernstig worden vernield.
Wanneer in dat geval meteen een bloedvat -er-
wijdend middel wordt ingespoten, kan een oor
zich soms herstellen de patiënt voelt meest
al wel dat er met zijn oor iets aan de hand is
na een knal. De laatstgenoemde oorzaak komt
het meest frequent voor en is het gevaarlijkste
want het trommelvlies blijft intact en de rest
van het gehoororgaan wordt langzaam aan ver
nield. De patiënt merkt niets, of heel weinig en
gaat niet naar de dokter. Na een paar weken is
de kans op herstel uitgesloten. De mensen moe
ten het hun verdere leven doen met een gehoor
apparaat".
DR. Van der Waal heeft voor het boek drie
groepen mensen onderzocht en ondervraagd:
militairen (de medicus is reserve-eerste-Iuite-
nant-arts), werknemers van een scheepvaart
maatschappij en gepensioneerde machinisten
van de grote vaart. Bij de eerste groep bleek,
dat vooral de beroepsonderofficieren een ver
minderd gehoor hadden. Volgens dr. Van der
Waal omdat zij vaak op schietbanen zijn met
dienstplichtigen en veel zelf schieten. „De mili
tairen merken het zelf niet. Pas later blijkt, dat
hun gehoor onnatuurlijk begrensd is. Sommigen
zijn na één keer schieten potdoof. Deze mensen
hebben op een of andere manier het hoofd
scheef gehouden, waardoor het binnenoor niet
voldoende bloed kreeg".
Van het machinekamerpersoneel bleek 91%
aan een aantoonbaar gehoorverlies te lijden.
Sommigen van hen waren pas een paar maan
den in dienst van de scheepvaartmaatschappij
Dertien van de 117 onderzochten hadden ook last
met spreken. De oudere machinisten (van ge
middeld 70 jaar) hadden niet allemaal een ge-
hoorstoring. Slechts veertien van de 27 machi
nisten bleken minder te horen, dan normaal.
Zes van hen waren voor 25% of meer aange
tast, terwijl slechts één man een gehoortoestel
nodig had.
Dat deze afwijkingen uitsluitend te wijten
waren aan het werkmilieu, blijkt uit een onder
zoek op twee kleuterscholen in Leiden en om
geving. Van de 313 kleuters bleken maar een
paar kinderen geluidstraumata te hebben. Of
dit door het stadsverkeer komt, is niet bekend.
Dat het gewone stadsrumoer echter gevaarlijk
is voor het gehoor, wordt afdoende geïllus
treerd door een groep Oostenrijkse verkeers
agenten. Alle mannen, die een bepaalde tijd
dienst hadden gedaan op een druk punt, bleken
een aantoonbaar verminderd gehoor te hebben.
EEN gehoorstoring openbaart zich, volgens dr.
Van der Waal, in eerste instantie in het niet
meer horen van 4000 Herz-tonen. Een testtoon
van de televisie heeft bij voorbeeld deze hoog
te, de C 5 in de muziek trouwens ook. Wie met
lawaai te maken heeft krijgt, als hij er gevoe
lig voor is, eerst oorsuizingen en het gevoel
of er watten in zijn oren zitten. Daarna volgt
duizeligheid en algehele vermoeidheid tot er
gewenning optreedt. Het subjectieve welzijn is
verder uitstekend. Oorpijn krijgt men pas als de
geluidssterkte boven de 140 decibels komt (ver
gelijkbaar: een zware dieselvrachtwagen produ
ceert negentig dB. De geluidssterkte van de
menselijke stem is ongeveer vijftig dB. Overi
gens is 90dB niet bijna twee keer vijftig dB,
maar tienduizend keer die sterkte. Honderd dB
is honderdduizend keer vijftig dB, enzovoorts).
De toonhoogte, die een mens kan horen ligt
tussen de zestien en zestienduizend Hz. Hoe
ouder de mens wordt, hoe lager de verstaanba
re toonhoogte. Bovendien wordt bij gehoorsto-
ringen alles onder de 2000 Hz op den duur moei
lijk verstaanbaar. Dieren hebben een veel be
ter gehoor. Vleermuizen bij voorbeeld horen to
nen tot 120.000 Hz en het schijnt, dat walvissen
nog hoger komen. Waarom de eerste gehoorsto
ring zich op vierduizend Hz openbaart, is
tot op vandaag niet bekend.
NATUURLIJK geeft dr. Van der Waal advie
zen in zijn „post graduate"-boekje. Die ad
viezen zijn, hoewel ze in een boekje voor huis
artsen staan, niet alleen bestemd voor deze
groep medici. Om een nationale doofheid te
voorkomen dringt dr. Van der Waal bij voor
beeld aan op vermindering van het lawaai door
machines beter af te schermen, geluidloze voor
zieningen te maken en als dat niet mogelijk is.
de mensen op afstand in te schakelen of „e voor
zien van oorbeschermers. De lawaaigevoeligen
moeten volgens de specialist worden geselec
teerd uit de fabrieksarbeiders en er moet bo
vendien voor mensen in de herrie een goede
pauzeregeling worden ontworpen, zodat ze op
gezette tijden even in stilte op adem kunnen
komen. „Het is mij namelijk gebleken, dat
veel fabrieksarbeiders 's maandagsmorgens het
best horen".
De medische remedie bestaat wider meer
uit bet voorschrijven van een half jaar volstrek
te rust (en dat hoeft niet eens vakantie te zijn),
het dragen van oorkleppen of oorbeschermen-
de helmen en watjes. Geen gewone watjes, want
daar gaat het geluid doorheen als door een zeef,
maar in vaseline gedoopte proppen. Bovendien
zou de arts elke drie maanden het gehoor van
fabrieksarbeiders moeten controleren.
Voorlopig zal dit scaia van maatregelen nog
wel tot de utopieën behoren. De beroepsziekte
„geluidstrauma" wordt namelijk door de Socia
le Verzekeringsbank niet als een ongeval er
kend en veel werkgevers houden zich aan de
voorschriften en bepalingen van de ongevallen
wet. Bovendien, „een hardhorende klinker is
op een werf nog wel aan te schreeuwen", ai-
dus dr. Van der Waal, „en doofheid na een on
geval wordt wel als accident erkend".
„Een heel mooi geval heb 9c in Leiden
meegemaakt. Een studente kwam, met een stu
dent in het kielzog, naar mijn spreekuur om te
vertellen dat ze door één oor niets meer hoorde.
Ik had niet veel tijd nodig voor de diagnose:
kapot trommelvlies. Of ze aan het knallen wa
ren geweest? Nee, de student had zijn vrien
dinnetje op het oor een zoentje gegeven".
\l