Üassieke musici hebben
n Indonesië weinig kans
PONTIAC
kunst
[adrileense opera na
|I jaar concertgebouw
PONTIAC
tÉf
BEWONDERING VOOR JOODSE
BEELDHOUWER IN RUSLAND
kaleiöos^gp
David Röell-prijs
voor Wessel Couzijn
Publieke interesse
bijzonder gering
)AG 14 OKTOBER 1966
LEIDSCH DAGBLAD
ADVFRTENTCE
Luisterrijke
|t première-publiek liet zich niet
;ken door de stortregen, toen
^avond de oude opera in Madrid
1 jaar als indrukwekkend con-
jtbouw heropend werd.
i aantal hoogwaardigheidsbe-
onder wie Franco met ztfn
enote, woonden de gala-opening
„Teatro Real de Madrid" bij.
de klanken van Beethovens
Symfonie de prachtig ge-
eerde zaal vulden dachten vele
T luisteraars ongetwijfeld terug
"e laatste opera La Bohème
daar in mei 1925 ten gehore
gebracht.
concertgebouw, dat 2400 zit-
m telt, is een indrukwekkend
ebouw tegenover het koninklijke
ln Madrid. Van 1738 tot 1925
e opera hier ondergebracht, tot
a een brand niet meer bruik-
was. Verscheidene malen is in-
getracht de opera te herbou-
Fagottist Tom
de Klerk (54)
overleden
zijn woning in Abcoude is gis
tend plotseling op 54-jarige
musicus Tom de Klerk
den.
de Klerk, die zijn opleiding
aan het Koninklijk Conser-
m in Den Haag, was sedert
tember 1935 solo-fagottist van
bncertgebouworkest. De laatste
dirigeerde hij ook het Neder-
blazersensemble.
rdien was hij eerste fagottist bij
diaanse opera „De Coöperatie"
het toenmalige Nederlands
irorkest.
tijd verleende Tom de Klerk
dikwijls medewerking aan het
ötgebouwkwintet en aan het
Amsterdams Kamer-
ADVERTENTIE
DEALER
cfeye ^rinkó
Leids Juweliersbedrijf
BREESTRAAT 1140
TEL. 26127
wen, tot het een Spaans grapje werd
om te zeggen: „we gaan naar de
opera in Madrid".
In de zestiger jaren besloot het
stadsbestuur dat het tijd werd dat
Madrid op muziekgebied weer iets
ging betekenen. Het besteedde meer
dan een miljoen dollar om de „opera"
in zijn oude luister te herstellen. De
akoestiek schijnt een van de beste
van Europa te zijn. Binnen drie jaar
zal op een andere plaats een nieuw
operagebouw verrijzen.
(Van onze correspondent in Djakarta)
Grace Moechtar en Anwar Soenario, beiden Indonesiërs in Dja
karta, hebben niets te maken met Kami-studenten, protest-demon
straties of communistische klopjachten. In de roerige weken na
president Soekorno's toespraak op 17 augustus waren zij beiden
in een zaal met 400 mensen te vinden. Het was de avond van hun
optreden. Grace Moechtar is opera-zangeres.Anwar Soenario con
cert-pianist. Beiden zijn zij witte raven in de beoefening van de
klassieke muziek in Indonesië.
De ochtend na hun optreden waren orkestleden en solisten te gast
ten huize van Grace Moechtar voor een lunch. Er werd gedempt
gesproken, niet veel gelachen, en er was niets te hespeuren van de
opgeluchte opwinding na een geslaagde avond. Geen der talrijke
kranten in Djakarta had enige aandacht aan het concert besteed.
het muziekleven hier een kans te
geven".
Is de Westerse muziek geen
anachronisme in een land van wa
jang en gamelan, om van de kront
jong maar te zwijgen?
Soenario zegt: „Zo vreemd is het
niet. Geesink is kampioen judo, en
dat is toch ook geen Japanner? De
muziek is een uiting van de geest
en als zodanig universeel. Maar men
kan in Indonesië eigenlijk niet spre
ken van een muziekbasis, hoewel het
bestaan van een aantal goede talen
ten bewijst dat er hier mogelijkhe
den zyn".
Concert-pianist Soenario, wiens
vier broers zeelieden werden, kreeg
toen hij 24 jaar was een beurs
aan het conservatorium van het mu-
zieklyceum in Amsterdam en stu
deerde vijf jaar in Holland bij Jaap
Spaanderman. Over deze periode
zegt hij: „Voordat ik de beurs kreeg,
had ik eigenlijk nooit les gehad (bij
twee Nederlanders in Indonesië).
Ik was passief bij de muziek be
trokken en heb het pas levend erva
ren in Holland".
Hij heeft weinig illusies. „Natuur
lijk zou lk graag een groot pianist
willen worden. Maar op latere, mis
schien te late leeftijd ben ik gaan
inzien dat het niet zo makkelijk is.
Het is geen kwestie van mijzelf on
derschatten, als wel het je realise
ren van de eisen en voorwaarden
voordat men zover komt. Ik ben tot
de ontdekking gekomen dat lk mijn
vakstudie te laat begonnen ben".
Anwar Soenario is sinds zijn te
rugkeer in Indonesië in 1960 hoog
uit twee keer per jaar opgetreden.
Het hoogste honorarium dat hij ooit
kreeg was 5000 roepiah (voor de de
valuatie ongeveer gelijk aan een hal-
Grace Moechtar
Wat brengt een operazangeres en
een concert-pianist ertoe in Indone
sië voor een te verwaarlozen pu
bliek hun kunst te perfectioneren?
Het antwoord is misschien hetzelfde
als op de vraag waarom een alpinist
het bergen beklimmen niet kan la
ten: omdat ze er zijn. De 28-jarige
Grace Moechtar, geboren in Djokja,
zegt ronduit dat er voor opera geen
toekomst is in Indonesië. Gestimu
leerd door een klein concours-succes
op 14-jarige leeftijd, radiooptreden
en wat zanglessen, ging zij in 1956
op kosten van haar vader-koopman
naar de Akademie Santa Che Schilia
in Rome. Ze studeerde er drie jaar,
werd vervolgens geaccepteerd aan de
Luigi Cherubini Akademie in Floren
ce en ontving in 1961 haar diploma.
Achteraf heeft zij er spijt van zich
op de opera toegelegd te hebben en
hoopt nu op de een of andere ma
niet kamermuziek in Wenen te kun
nen gaan studeren. „Indonesië zou
de Westerse klassieken meer moeten
leren door de radio", zegt zij en
voegt eraan toe dat de grootste han
dicap in het land het voortdurende
gebrek aan materiaal is: partituren
nieuwe muziek, instrumenten vrij
wel alles wat er aan verantwoorde
muziek-beoefening te pas komt.
Niettemin is er voldoende belang
stelling om haar 25 privé-studenten
te bezorgen. Ook heeft Grace
Moechtar een alsnog onuitgewerkt
idee om op klass. manier oude In
donesische volksliederen te brengen,
„maar met de originele begeleiding
van de instrumenten die daarbij ho
ren". Zij denkt hierbij aan de mu
ziek van de zangeres Marion An
derson.
Anwar Soenario
Anwar Soenario Is 36 en niet min
der pessimistisch gestemd. Hij is een
van de zes concert-pianisten die In
donesië rijk is (met o.a. Amir Pasa-
riboe, Mochtar Emboet, en Soehas-
t jar ja), hetgeen ook zün voordelen
heeft: „Wij zijn nog niet zo ver
dat wü elkaar beconcurreren. Inte
gendeel, we werken veel samen om
ADVERTENTIE
Wij adviseren U gaarne bij uw keuze uit
de mooie collectie
PONTIAC HORLOGES
w
VAN ROSSUM DU CHATTEL EN DRIESSEN
Hofjuwelier - Breestraat 95 - Leiden
ve dollar, bijna twee gulden, op de
zwarte markt). Hij geeft les als do
cent aan de muziekschool ln Djokja,
regerings-instelling, maar zou de
school liever overgeplaatst zien naar
Bandoeng of Djakarta.
Ook hij zou graag opnieuw enige
tijd in het buitenland willen door
brengen, niet om verder te studeren,
maar vooral om zich te bekwamen
in het muziekonderwijs op de scho
len. „Ik heb ondervonden dat het
een nadeel is dat ik geen ander vak
heb gestudeerd", zegt Soenario. „On
derricht in muziekonderwijs zou mij
in staat te stellen iets bij te dragen
tot de vorming van een basis voor
de toekomst van de muziek in In
donesië."
Misschien dat de nieuwe politieke
wind in Indonesië geen bezwaar
heeft tegen deze „neo-koloniallsti-
sche" cultuur-uiting, waar president
Soekarno het zo vaak over had.
'Dit horloge
behoorde eens aan
Louise de Coligny;
het is vele duizenden guldens waard.
Het weten van de juiste tijd was vroe
ger een voorrecht voor enkelen: ge
wone mensen moesten het maar met de
torenklok doen. Maar voor u, die in deze
moderne tijd leeft, is er een Pontiac, het
horloge dat bekend is om zijn mooie
vormgeving en spreekwoordelijke pre
cisie. Er is een grote keuze, het ene
model nog mooier dan het andere.
PONTIAC TIJD - JUISTE TIJD
(Van onze Weense correspondent)
Men hoort de laatste tijd niet veel over het leven van de joden
in de Sowjet-Unie, maar het is wel zeker dat het creatieve werk
van vooraanstaande joodse kunstenaars in geen geval wordt ver
donkeremaand. Enige tijd geleden konden wij de aandacht vesti
gen op de joodse schilder Anatoli Kaplan die zich specialiseert op
religieuze en voornamelijk op joodse motieven. Hij kreeg zelfs de
gelegenheid voor een tentoonstelling van zijn werk in Wenen.
Niet emigreren
Een even grote waardering in de
Sowjet-Unie vindt de Joodse beeld
houwer Isaak Itkind die 90 jaar ge
leden in het plaatsje Smorgen in Li-
tauen werd geboren. Zijn werk trok
al spoedig de aandacht van Maxim
Gorki. Deze kunstenaar kreeg aan
biedingen om naar de VB. of Fran-
au
De belangstelling voor de z.g. busconcerten" van het Utrechts
Symfonie Orkest neemt aanzienlijk toe. Drie jaar geleden begon
men in Utrecht met het organiseren van dergelijke concerten.
De directeur van het U.S.O., de
heer H. v. Leeuwen, had in Amerika
geconstateerd dat daar van heinde
en verre mensen naar concerten
kwamen. Hij meende dat zoiets in
ons land met zijn veel kleinere
afstanden ook mogelijk moest zijn.
Zijn initiatief om de bewoners uit de
provincie te stimuleren naar de Dom
stad te reizen om er een concert bij
te wonen, vond aanvankelijk op be
scheiden schaal weerklank.
Maar de formule bleek juist. Met
speciale bussen worden de bezoekers
vervoerd. Vorig jaar tekenden er
ongeveer 600 in op een kleine serie
concerten. Dit aantal is nu gestegen
tot meer dan 1000. Dat betekent dat
op de concertavonden tientallen
bussen rond het Utrechtse Tivoli een
plaatsje moeten zoeken waarbij de
Domstedelijke verkeerspolitie overi
gens assisteert.
Een van de oorzaken van de toege
nomen belangstelling is volgens de
U.S.O.-directeur het feit, dat het
orkest minder uitvoeringen geeft in
de provincie zelf. De accommodatie
in veel plaatsen is zodanig dat een
groot deel van het orkest moet thuis
blijven, om de eenvoudige reden dat
er geen plaats is. Het repertoire van
het orkest is niet afgestemd op een
kleine bezetting. Vandaar dat men
nu probeert het publiek naar Utrecht
te laten komen.
Emmy Verhey is soliste op het
eerste van de reeks „bus-concerten"
op donderdag 20 oktober.
Catharina's broche:
f195.000
Een saffieren broche, eens eigen
dom van Ctharina de Grote, is
gisteren in Londen verkocht voor
f. 195.000.—.
De eigenares was de voormalige
Koningin van Roemenië, Helena,
nicht van Prins Philip.
De broche heeft een 70 karaats
saffier omringd door diamanten en
werd door een particulier, die zijn
naam niet genoemd wenste te zien.
gekocht.
Na behoord te hebben aan de Kei
zerin van Rusland, ging het Juweel
over in de handen van groothertog
Constantijn, zoon van Tsaar Nico
la as I van Rusland. De groothertog
gaf de broche aan zijn docther, Ko
ningin Olga van Griekenland, die
haar weer haar kleindochter, Konin
gin Helena schonk.
De markies van Reading had een
diamanten tiara ingezonden die weg
ging naar een Zwitserse liefhebber
voor f. 155.000.
krijk te gaan. Hij ging echter- niet
in op deze aanbiedingen.
In de pers van de Sowjet-Unie
wordt deze weigering natuurlijk
sterk onderstreept en men voegt er
aan toe dat hij een echte overtuigde
Rus is gebleven. Hij zelf moet hier
over gezegd hebben: „Ik behoef niet
te emigreren. Ik ben al over de veer
tig en ik kon me losmaken van het
getto. Waarom zou ik mijn land ver
laten?"
Het Prins Bernhardfonds heeft besloten de David Roëllprijs
voor 1966 toe te kennen aan de kunstenaar Wessel Couzijn.
De uitreiking zal plaatsvinden op donderdag 10 november in de
David Roëllzaal van het Rijksmuseum in Amsterdam.
Het Prins Bernhardfonds heeft in
1963 een prijs ingesteld ter bekroning
van het gehele oeuvre van een Neder
lands kunstenaar. Aan de prijs werd
Expositie werken
van Corveille
In het Stedelijk Museum in Am
sterdam zal van 21 oktober t/m 11
december een tentoonstelling worden
gehouden van schilderijen en goua
ches van Corneille. De expositie zal
aan de hand van ongeveer 140 wer
ken een overzicht van diens oeuvre
geven van 1947 af. Als gevolg van de
Nederlandse onbekendheid met het
recente werk heeft de directie van
het Stedelijk Museum de nadruk wil
len leggen op de jaren na 1960. De
hieraan voorafgaande tijd acht men
voldoende bekend, zodat is volstaan
met een beknopt overzicht, bestaande
uit enkele werken van ieder Jaar.
de naam verbonden van wijlen jhr.
dr. D. C. Röell, in leven hoofddirec
teur van het Rijksmuseum in Am
sterdam. Jhr. Röell was lid van het
dagelijks bestuur van het Prins
Bernhardfonds.
De prijs, groot f. 6.000 wordt zo
mogelijk om de twee jaar toegekend
aan een door de jury aan te wijzen
kunstenaar als erkenning voor zijn
uitzonderlijke bijdrage aan de Neder
landse cultuur op het gebied van
beeldende kunst, de toegepaste kun
sten of de architectuur.
In 1964 werd de David Röellprjjs
uitgereikt aan Piet Zwart.
De leaende van de vrede
Nieuwe techniek
In de beschrijving van zijn levens
loop noemt de Russische pers ook de
joodse schrijver Perez Girchbein die
geld voor hem inzamelde en hem
zodoende in de gelegenheid stelde
om eerst naar Wilna en daarna naar
Moskou te gaan.
Na de oktober-revolutie werd bij
als kunstenaar bekend en reeds in
1923 organiseerde men een tentoon
stelling van zijn werk in Moskou. De
ADVERTENTIE
Voor PONTIAC HORLOGES
W. BROUWER
SPECIAALZAAK IN UURWERKEN
Joodse wijze man
thema's die hij uitbeeldde waren
aan de natuur of aan de Joodse ge-
daohtenwereld ontleend, later kwa
men zij ook voort uit een reactie te
gen het Duitse nationaal -socialisme.
Zo ontstonden o.a. zijn plastieken
„Mijn vader, „Een rabbijn", „Joodse
wijze man" en „Het bruine fascisme".
In een buitenwijk van Alma Ata.
de hoofdstad van Kas jas tan, waar hij
nu leeft en werkt-, ontwikkelde hij
een nieuwe techniek. HU vond er
prachtige boomstronken en grillige
wortels en takken die zijn fantasie
inspireerden. Hij snijdt nu geen
beelden meer uit grote pasklare
houtblokken, maar beperkt zich tot
het bijwerken en omvormen van
wonderlijke boomwortels en takken
die hij in de natuur vindt. Daarvan
kapt hij het „overbodige" weg en mo
delleert dan met zijn snijmes gezich
ten en figuren die als 't ware reeds
aanwezig zijn in het ruwe natuur -
materiaal. Zijn motieven schijnen
hierin te sluimeren en hij behoeft ze
alleen maar wakker te maken, bij te
werken en te polijsten.
Dit procédé is niet nieuw, maar
wel verdient het de aandacht dat hij
vasthoudt aan het uitbeelden van
Joodse typen, zoals de „Joodse wijze
man" en van gegevens uit de bijbel.
Een van zijn plastieken heet,, „De
legende van de vrede" waarin hij
het visioen van de profeet Jesaja
uitbeeldt die de vrede beschrijft als
een tijdperk waarin de wolf naast
het lam woont en waarin de wilde
dieren gras komen eten uit de han
den van de mensen. Dat alles wordt
uitvoerig en met waardering beschre
ven in de Russische pers, die ook de
religieuze motieven ln het werk van
Joodse kunstenaars niet verzwijgt.