watersport heeft lan© [te weinig 1g Voldoende ruimte om te varen maar niet om te liggen NODIG: (Van een onzer redacteuren) n de snelle ontwikkeling van Nederlands waterrecreatie vormt niet het water, maar het land het grootste knelpunt. Er is te weinig land. Dat wil zeggen: geschikt ind, land dat aangepast is aan de behoeften van de watersport. Voor de watersport i Nederland is er voorlopig ruimte genoeg om te varen, maar er is te weinig ruimte om til te liggen.. Gebrek aan jachthavens en een tekort aan lig- en aanlegplaatsen vor- nen de grootste problemen in de waterrecreatie. EEF een watersporter een mooi landschap, goed krater, een jachthaven (voor de ;ijd waarin hij zijn boot niet ebruikt) en een ligplaats voor de tijd waarin hij zijn ioot wel gebruikt) en hij is en gelukkig mens. Niemand ieeft meer last van hem. !elfs niet de planologen, die it moeten dokteren hoe we traks met vijftien, achttien ïiljoen mensen en heel veel rije tijd op een klein stuk ;rond en water moeten sven. De praktijk bewijst na- ïelijk dat watersporters wei- ig ruimte nodig hebben. Ze iggen veel meer dan ze varen, ils ze de kans hebben tenmin- te. En dat doen niet alleen de >nge zeilers in hun „rietzeil- >eriode" dat doen vooral ook Ie ouderen die in gezinsver band met hun zeil- of motor lootje op stap gaan. Een voorbeeld van le invloei die |ie gewoonte heeft op het uiterlijk in het karakter van een watersport- (ebied Waarom is de Kaag zo onnoe melijk veel drukker dan de Vinke- veense plassen? Niet in de eerste plaats door het verschil in aantal boten dat van de plassen gebruikt maakt, maar door het verschil in ligmogelijkheden. Rondom de Kagerplassen vindt de (ratersporter vrijwel geen plekje yaar hij aan kan leggen. Alle (rond is in handen van particulieren jn dus verboden gebied. Gevolg: op e Kaag wordt vrijwel aan één stuk (oor gevaren. Rondom de Vinkeveense plassen eeft sinds jaar en dag de eigena- tnvereniging De goede vangst te en een geringe vergoeding water- porters het recht van gebruik op ^verstroken en legakkers gegeven. jachthavens ligplaatsen aanlegplaatsen recreatiestroken vluehthavens aanloophavens verblijfshavens havens voor trailerbootjes Met als resultaat dat op een mooie zeildag midden op de middag soms 50 procent van de scheepjes langs de oever ligt. Openluchtgarage Het is nog niet lang geleden dat een watersporter behalve zijn boot niets nodig had dan een jachtha ven. Die jachthaven vormt een (openlucht)garage voor boten in de tijd dat ze niet gebruikt worden Het is een onmisbaar steunpunt, vanwaar de watersporter uit zwermt en waar hij na afloop van weekend, vrije middag of vakan tie terugkomt om er zijn veilig vastgelegde boot achter te laten tot de volgende keer. Buiten de jachthaven redde de vroegere watersporter zich wel. 't Water was goed zo.' het was zeker in een gebied als Friesland en overal was wel een oppertje te vinden om rustig te liggen. Maar er kwamen zovéél water sporters. Vooral in de drukke gebieden gin gen oevereigenaren en pachters steeds meer last ondervinden van toegebrachte schade. Hoe groot die schade kan zijn, is wel gebleken op Loosdrecht. Honder den jaren hebben de eilanden daar de najaars- en winterstormen door staan. Pas toen in de laatste twin tig, dertig jaar steeds meer boten de rietoevers invoeren gingen de oude eilanden te gronde, zodat er een plassenschap nodig was om met ingrijpende maatregelen het karak ter van het plassengebied te redden. Schandaal" Afgezien van het groeiend aantal jachthavens die dan als nieuw en na-oorlogselement vooral ook be hoefte hadden aan uitgestrekte par keerterreinen voor auto's kwam er zodoende een totaal nieuwe be hoefte op: die aan ligplaatsen en aanlegplaatsen. Onder ligplaatsen moeten in dit verband verstaan worden gelegen heden om op een aantrekkelijk plekje stil te liggen om te over nachten, te eten, te zonnen, te zwemmen, te vissen of te schuilen voor een bui. Ligplaatsen zijn dus ongeveer wat picknickplaatsen zijn voor het wegverkeer. Aanlegplaatsen dienen om de wa tersporter in staat te stellen aan land te gaan om boodschappen te doen, een stad of dorp te bezoeken, bezienswaardigheden te bekijken. Ze zijn te vergelijken met de parkeer plaatsen van het wegverkeer. Op veel plaatsen ontbreken ze totaal. „Eigenlijk is het 'n schan daal dat in zo n gebied de varen de recreant niet van openbaar water op de openbare weg kan komen om een broodje te kopen", zo zegt de heer M. Ruytenschildt, hoofd van het bureau watertoeris me van de ANWB. „Altijd moet daarbij gebruik gemaakt worden van een particuliere jachthaven." I>oosdrecht is zo'n gebied waar het dorp onbereikbaar is voor water sporters, behalve via jachthavens van particulieren of verenigingen. Achter de school in Oud-Loosdrecht ligt een stuk gemeentegrondmoge lijk kan het plassenschap Loosdrecht en omstreken daar te zijner tijd een Boven: Dit is er nog veel te wei nig in de Nederlandse watersport gebieden: oeverstroken ingericht als openbare ligplaats. In het Friese merengebied heeft het re creatieschap Marrekrite veertig van deze stroken ingericht; bin- nenkort komen er tien bij. Ze zijn gedeeltelijk uitgevoerd met be schoeiingen voor motorboten, ge deeltelijk met zachte oevers voor zeilboten. Witte paaltjes vertel len de watersporter waar hij zijn moet en dienen om te meren; vuilnisbakken moeten verontrei niging voorkomen. Midden: Parti culier oeverbezit op Loosdrecht maakt gebruik door andere wa tersporters dan de rechthebbende onmogelijk. Op de eilanden ran het plassenschap Loosdrecht is gelukkig voor honderden boten liggelegenheid gemaakt. De mogelijkheden variëren van 'n flink grasveld met wat beschermend groen of een strandje (eilanden in de Loosdrechtse plassen) tot 'n min of meer complete kermis (Harder wijk). Tenslotte is er behoefte aan ver- blijfhavens voor mensen die ver scheidene weken of maanden op één plaats liggen (voorbeeld: de Har- gervaart bij Groet, waar motorboot jes vlak bij zee liggen) aan trailer- bootjeshavens (waar met auto's aangevoerde scheepjes te water ge laten kunnen worden) en aan woon schepenhavens die de watersport- gebieden kunnen ontlasten van ver spreide en foeilelijke woonschepen lintbebouwing. Juist nu het aantal mensen dat het water optrekt snel groeit is het no dig dat overal in Nederland aan deze ontwikkeling de nodige aan dacht besteed wordt. openbare aanlegsteiger bouwen. Zelfs in Friesland, waar toch nog ruimte genoeg is, begint de gelegen heid om even aan te leggen en in kopen te doen onvoldoende te war- Gebrek Overal in Nederland waar de wa tersport bloeit of in opkomst is, wordt aan de oplossing van deze problemen gewerkt, waarbij het bu reau watertoerisme van ANWB/ KVNWU probeert een coördinerende «n stimulerende rol te spelen. Jachthavens ontstaan veelal uit particulier initiatief, vaak ook zijn ze eigendom van een gemeente, een watersportvereniging of een stichting. Ondanks de uitbreiding is er een geweldig gebrek aan jachthavens (als een nieuwe haven al niet vol geboekt is vóór de opening, dan toch uiterlijk in het jaar er na). Er wordt naar gestreefd ze niet in de watersportgebieden te situeren maar aan de randen. Dus niet aan mooie meeroevers, maar aan zij- Aanleg. en vooral ligplaatsen hebben de volle aandacht van be herende instanties. In het noorden heeft de Marrekrite baanbrekend werk gedaan. In Friesland zijn veertig ligplaatsen tot stand ge komen door aankoop en openstel ling van oeverstroken. Binnenkort komen er nog tien bij. In Loosdrecht heeft het plassen schap de eilanden die nodig waren voor de handhaving van het besloten karakter van de plassen gebruikt voor de aanleg van liggelegenheid. Op andere plaatsen zoals in Noordwest-Overijssel en langs de zuidoever van het Braassemermeer is het Staatsbosbeheer dat in deze richting werkt en ook de Vereniging tot behoud van natuurmonumenten is actief. Zo is in het reservaat Beulakkerwelde een ligplaats ge maakt en is tegelijk in andere ge deelten door een verbod tot aanleg gen de nodige rust en stilte gecre- eerd. Voor het Jisperveld in Noord- Holland is een dergelijke maatregel in voorbereiding. Tot de verdere voorzieningen waaraan in de komende jaren veel aandacht en geld moet wor den besteed behoren aanloop- en vluehthavens (vooral in het rivie rengebied en in de Zeeuwse wate ren i en algemene recreatieterrei nen voor de watersport, waaraan vooral behoefte is wegens de groei van de categorie watersporters wie het niet in de eerste plaats om het varen en de rust in de vrije natuur begonnen is. Het Is niet het water dat de zor gen meebrengt: het U het land, het tekort aan geschikt land, aan land dat voor een bepaald doel goed I* Ingericht. Maar het Is wel zaAk bU de inrichting van het land voor wa tercreatie, goed in de gaten te hou den dat het uiteindelijk om het wa ter en het landschap gaat, zodat niet een prachtig plassenland wordt vol gebouwd. Gelukkig trekken wat dat betreft de laatste jaren alle beheers instanties één lijn: scheiding van groen/blauw (gras en water) en gryg/bruin (beton en hout van wal- accommodaties Links: Overdekte liggelegen heid en winterberging in de deze zomer geopende jacht haven De Blauwe Hand aan de Beulakker in Noordwest-Over- iisselRechts: Permanent uevergebruik in de noordelijke Kiei:itsbuurt op Loosdrecht. Leuk voor wie er ligt, maar lelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 25