VROUWEN --
EN
AUTO'S
enares van
expeditiebedr i j f
Autocoureur
Rij-examen doen
UIT
J
BI eekse Iderij
LEIDSCH DAGBLAT»
Ii.D.-ïXT^A 9
'dei
^Ans van Wijk uit Cothen
eeft een expeditiebedrijf. De
Sfadjle dag werkt ze samen met
n?ej tertien stoere mannen. Ze
rluc :eft hen opdrachten, houdt
de Iministratie en corresponden-
van het bedrijf bij en
ird< hrijft rekeningen uit. Een
leuf ïlfstandige vrouw van 27 jaar
i een mannenwereld,
i 4..
is, Het gezin Van Wijk bestaat uit
personen, vijf jongens en
^r(j f meisjes met hun ouders. Hoe
ïvei Dit het dat de keus van vader
a d Wyk op Ans viel toen hy, vier
no ir geleden, vroeg of zij zijn
one peditiebedrijf wilde overnemen,
n e idat hy het zelf om gezondheids-
lenen niet meer aankon?
vö Ans, blond en tenger, zegt: „Ik
rlai is de enige uit het gezin die vier
;en a bij een transportbedrijf had
>m «rerkt. Daarom heeft mijn vader
>pg< logstwaarschijnlijk het meeste
aat rtrouwen in mij gehad. Het was
zij a hele omschakeling. In de tijd
ichi t ik by het transportbedrijf
rkte, heb ik namelijk een diplo-
n i clubhuisleidster gehaald. Ik
v« lest dat werk er aan geven. Dat
:pei Dg mij wel aan het hart. Toen
|jn vader mij dan ook vroeg de
,ja ik over te nemen, heb ik wel
ajy. eemaal nee gezegd- Maar hoe
dde at dat, het bedrijf bestond al
jaar, het levenswerk van mijn
gt der. Nu zit ik in mijn kantoor-
i b l van hardboard en hout en heb
va: vreselijk druk. Ik moet alles re-
stm len. De belangen vertegenwoor-
ga len van de veertien chauffeurs
e ik in dienst heb en zorgen dat
zaak hier reilt en zeilt".
VERBAZING
IREGELMATIG
iJn het begin", zegt ze, „maakte
een dagindeling. Maar dat liep
lemaal uit de hand want daar-
or is het werk te ongerelmatig.
eem nu eens vorige week. Er von-
m toen drie pechgevallen op n
i plaats. Mijn broer kreeg een
Aluk met een zware vrachtwa-
en de bijrijder liep evenals hij
il op. Kort daarna meldde een
luffeur zich ziek. Er gebeurt al-
wel iets en dan kan je je toch
aan zo'n dagindeling houden".
loopt naar de deur drukt op
belletje. Haar moeder komt
en en schenkt de koffie in. Dat
illetje is eigenlijk de enige luxe
D zich in het kantoortje bevindt.
maakt er geregeld gebruik
„Want", ze zegt, „wanneer ik
K zakenrelaties heb. kan het
>rend zijn als ik het gesprek moet
Verbreken om koffie te halen".
Vindt zij het een nadeel, dat zij
vrouw in een mannenwereld
kt en eigenlijk ook een typisch
melijk beroep heeft?
Het eerste dat ze zegt is: .Jk
graag wat groter willen zijn,
vat stoerder, ik geloof namelijk
tot ik dan meer zou kunnen be-
Wken. Nu komt het nog wel
Hns voor dat de mensen mij vra-
of ze de baas kunnen spre
ien. U zou die verbazing die zich
op hun gezichten aftekent eens
moeten zien, wanneer ik zeg dat
de baas ben".
„Ook de dealers schijnen zich
wel eens te verbazen, wanneer ik
bij hen kom om auto's te kopen of
te verkopen. Een meisje, denken ze,
die weet toch niet veel van auto's,
maar wanneer ze merken dat ik
een behoorlijke technische kennis
heb, dan zijn ze toch voorkomend
en ik geloof dat een vrouw soms
meer kan bereiken dan een man.
Ik heb wel eens meegemaakt dat
ze zeiden „daar heb je dat kleine
kreng van Van Wijk weer", dat
vind ik helemaal niet erg, als het
geen ik gevraagd heb maar in or
de komt".
„Maar", zegt ze lachend, „het
kan toch wel eens lastig zijn, want
uiteindelijk ben ik de baas en dat
vereist een bepaalde houding. Ik
geloof dat ik af en toe wel eens
een beetje kattig en haaiig ben".
Toch probeert Ans zich hiervoor
te hoeden door vooral het contact
dat zij met haar kennissen heeft
aan te houden. Ten eerste geeft
dat een belangrijk tegenwicht en
ten tweede leer je dat er nog iets
anders is dan alleen auto's om
over te praten.
„Wanneer je niet bang bent om
vieze handen te krijgen van de
auto's, soepel met je medemensen
kunt omgaan en er niets op tegen
hebt om langer dan acht uur per
dag te werken, valt het wel mee".
Toch zou het volgens Ans pret
tig zijn wanneer iemand anders
eens voor het wel en wee van het
bedrijf zou zorgen.
„Maar mijn twee broers die me
de-firmant zijn, hebben nog niet
laten blijken dat ze achter dit bu-
ïeau willen plaatsnemen. Uiteinde
lijk is dit geen vrouwenberoep. Ik
zou zo weer het maatschappelijk
werk induiken, maar aan de an
dere kant weet ik niet eens of ik
net bedrijf los zou kunnen laten".
Vroeger deed ik dat repareren in
een overall, nu trek ik een nette
stofjas aan. Ik kan niet meer in
diezelfde kleren lopen, die ik droeg
loen ik twintig was. Mijn kleding
moet representatief zijn en toch
makkelijk zitten".
Een dan Cothen is 'n dorp, ie
dereen weet alles van iedereen. Zo
hoor ik wel eens dat de mensen
hier zeggen dat ik au tor ij als een
man. Je moet er boven staan,
maar dat is wel eens moeilijk".
INA VAN KOOTEN (34).
dochiter van de nationaal en
internationaal bekende motor-
renner J. J. van Kooten, zag
haar vader nooit racen omdat
hij omstreeks 1928 de grote
wedstrijdraces opgaf uit ver
antwoordelijkheidsgevoel je
gens zijn jonge gezin. Wèl
erfde zij zijn liefde voor de
rensport. Van kindsbeen af ge
niet Ina van de aparte sfeer
die er rond pijlsnelle cou
reurswagens hangt: op zomer
se zondagen mocht zij mee
naar races in Zandvoort, op
Duinrell of in Hilversum. Hoe
zij echter soebatte en smeekte
om een eigen wagen-om-in-te-
racen: haar ouders hadden
daar niets mee op!
Die eigen racewagen kwam na
dat zij zelf het dealership van de
Glas teen daartoe geschikte toer-
wagen) kreeg. Samen met haar
zuster en haar zwager leidt Ina
het aan een druk Haarlems plein
gelegen garagebedrijf annex brom
fietsen- en scooterzaak. Haar va
der heeft zich daaruit enkele ja
ren geleden teruggetrokken.
DEBUUT
Sinds 1963 maakt Ina deel uit
van het keurkorps toerwagenren-
ners, sinds vorig jaar als lid van
het Stichts Racing Team. Ina, die
liliii i1';-,-1; jli.ü-'i i.11
(W)ETENSWAARD
VAKANTIE
Vindt Ans van Wijk tijd om met
vakantie te gaan?
„Elk jaar", zeg ze, „ga ik twee
keer met vakantie. Juist wanneer
je een zaak hebt is het erg be
langrijk, dat je er eens even tus
sen uit bent. Voor sport heb ik ook
geen tijd, maar dat haal ik wel in
wanneer ik ln mijn auto rijdt. Ook
in het repareren van auto's heb
ik plezier. Trouwens, u kunt best
even mee gaan naar de garage dan
kunt u meteen daar eens rondkij
ken".
Een paar minuten later rijden
we in haar snelle twee-liter Tau-
nus. Zelfs in de vijf minuten dat
we op de weg zitten, kun je mer
ken dat ze begrepen heeft wat
auto rijden is- In de garage wordt
ze begroet door de monteur. Ze
stroopt de mouwen op en prutst
aan de ventilator van de auto
waarmee haar broer een onge
luk kreeg.
Wanneer het karwei klaar is
merkt ze pas dat ze haar vingers
aan de ventilator heeft openge
haald. Nonchalant likt ze het bloed
er af. Zuigend aan haar vingers
zegt ze: „Ik help wanneer ik tijd
heb met de reparaties. Ik vind
het zelf leuk en daarbij stimuleert
het de monteurs in hun werk.
Dat bleekselderij nog be
trekkelijk weinig wordt gege
ten, komt echter niet doordat
het klaarmaken een probleem
is.
Dat gaat zo:
Van de selderijstruiken moe
ten eerst de bladeren worden
verwijderd en de stengels
worden geschrapt. Daarna
worden ze in stukken van
10 cm gesneden en in onge
veer drie kwartier in water
met zout gaargekookt. Opge
diend met een kaassaus zal
iedereen deze groente leren
waarderen.
Gegratineerde
bleekselderij
Maak de bleekselderij schoon en
kook ze gaar. Leg de selderij in een
ingevette, vuurvaste schotel. Maak
van boter, bloem, melk en geraspte
kaas een mooie, gladde kaassaus en
schenk deze over de groente. Strooi
er wat geraspte kaas over en geef
de schotel in plm. 30 minuten, in
een vry hete oven een mooi bruin
korstje.
Sla van gele savooiekool
Plm. 400 g gele savooiekool,
augurkjes uit het zuur, gekochte
slasaus of slaolie, azijn of ci
troensap en zout (peper en mos
terd).
De kool van het buitenste blad
ontdoen, wassen en zeer fijn scha
ven of raspen, de augurkjes in
stukjes snijden. Kool en augurken
vermengen met slasaus of met een
mengsel van slaolie, azijn of ci
troensap en zout (peper en mos
terd).
Wortelsla
1/4 kg wortelen, 1 kleine sel
derijknol, gekochte 6lasaus of
techniek vrij gemakkelijk vindt en
het dan ook helemaal niet als een
bijzonderheid kenmerkt dat zij
haar VAM-patroonsdiploma be
haalde als enige vrouw temidden
van vele mannelijke leerlingen,
wordt technisch en moreel door
haar vader gesteund: haar moeder
zorgt liever voor een feestelijke
thuiskomst. In de 1000- tot 1300
cc-klasse, waarin zij uitkomt, telt
Ina geducht mee. In haar allereer
ste race werd zij in een veld tussen
20 mannen 8ste; sinds dit debuut
zat zij ook dikwijls in de voorste
gelederen.
Kennissen hebben mfj zo gek ge
kregen ik vond het eerst dood
eng aan wedstrijden te gaan
deelnemen, nadat bleek dat mijn
rondetijd niet slecht was", vertelt
de pittige Ina, die na een wedstrijd
altijd een droge keel heeft van het
voortdurend tegen zichzelf praten.
„Tevergeefs hoopte ik dat de drie
dagen tussen die eerste tijdopname
en de NAV-wedstryddag on
voldoende zouden zijn voor alle
voorbereidingen, zoals het opzen
den van een medische keuring
naar de KNAC en het aanvragen
van een startlicentie. Maar het
lukte!"
Haar rondetijd in die eerste wed
strijd (2 min. 30) is intussen ver
beterd tot 2 min. 07 (met op het
rechte eind wel een snelheid van
155 km/u.). Ina ondervond dat het
scherper stellen van een persoon
lijke recordtijd in het begin sneller
en gemakkelijker gaat dan later
els deze tijd eenmaal heel scherp
ligt. Ook weet .zij dat het heel be
langrijk is wanneer haar helpers
in de pits precies aanvoelen wat zij
wil en weten wil. Zelfs het tellen
van de ronden is haar tijdens een
wedstrijd nog nooit gelukt!
Straks Is het herfst en naast veel appels en
peren zien we weer de typische najaarsgroen
ten in de winkels verschijnen. Daar hoort ook
bleekselderij bij een groente met een bijzon
der geurige smaak.
ZENUWEN
te komen al laat zij niet meer,
zoals in het begin, eerst iedere an
dere coureur wegsnellen om dan pas j[
zelf te starten zodat zij liever
een wedstrijd van 15 dan van tien
ronden rijdt, omdat zy in de eerste
ronden minder op dreef is. zy
griezelt er wel een beetje van wan
neer ln haar klasse wordt deelge
nomen door snelle wagens met be
roemde coureurs achter het stuur,
die met hun formidabele snelheid
veelal ronden gaan inhalen op de
normale toerwagens en dan in elk
geval Ina van Kooten nogal ner
veus maken. Dat is eveneens het
geval als ook de 13001600 cc-klas
se geiyk in de baan is.
„Zoals ik op de gewone weg myn
wagen altyd zoveel mogeiyk spaar,
zo doe ik dat zélfs tydens de trai
ning nog", vertelt Ina, die haar
racecarrière begon in een Glas 1204
en dit seizoen overgaat in de nieu
we 1304. „Het beproeve van dt
meest geschikte banden zes
nieuwe per wedstryd, welke ik van
tevoren even inryd en dan nog cir
ca 20 trainingsrondjes laat uitdie
nen en by voorbeeld het vinden
van de Juiste vering waarmee ik
het vorige seizoen nogal heb ge
tobd moet ik tydens de oefenron
des doen".
Met regen is onze gastvrouw
die in het Racingte am verband
o.a. een slipcursus volgde
„enorm bang", zoals ze zegt: het
water staat haar dan in de han
den. Zy vertrouwt erop dat alle
wedstrijdryders zich by nat weer
nog beter beheersen dan op een
droog wegdek.
Zy prefereet wat oudere cou
reurs op de baan; jonge jongens
durven veelal meer risico's te ne
men dan coureurs van 30 of 40
jaar en dat komt de veiligheid
niet bepaald ten goede.
NIET FANATIEK
Het zit meer in de persóón-
lijkheid dan in het man- of
vrouwzijn om te kunnen mee
dingen.
Naar haar mening mist Ina
zelf de felheid die een fana
tieke coureur kenmerkt. Wel
licht zijn er fellere vrouwen,
maar waar zijn zij? Ina
van Kooten, die het racen als
reclame voor haar zaak ziet,
maar haar zaak er zeker niet
voor zal verwaarlozen, is nog
steeds één van de weinige
vrouwelijke coureurs.
Als aardige noot by haar eerste
wedstryddeelname vertelt onze
charmante gastvrouw, die er in een
modieus mantelpakje met genaaid -
hakte schoenen héél anders uitziet
dan met valhelm en nauwsluitende
lange broek, hoe enkele officials
haar wagen kwamen controleren.
Er mochten geen losse voorwerpen
in de auto zyn. Even later liepen
de hoge heren met haar hoogge
hakte schoentjes en haar weekend
tas te sjouwen! Ina had voorzorgs
maatregelen genomen om zich na
de wedstryd even te kunnen op
knappen
Hoezeer Ina van Kooten haar
werk als nummer één beschouwt
blykt wel uit het feit dat zy een
aanbieding om aan de Tulpenrally
mee te doen afsloeg in verband
met de kostbare werkdagen die
dan voor haar zaak verloren zou
den gaan.
Wèl deed zy tydens de zomer van
1965 met Ann Vader en Mabel
t Hooft 'n geslaagde 24-uur-re-
cordpoging op 't circuit van Zand
voort. In een Ford Corsair vestigde
het drietal met een uurgemiddelde
van 104.923 km het damesrecord
voor 1, 8, 6, 12 en 24 uur.
olie, azyn of citroensap, zout
(peper, aroma).
(een slasaus maken van olie,
azyn of citroensap, zout (peper en
aroma). De wortelen schoonborste-
len en raspen. De selderyknol
schillen, in plakken snyden, was
sen en boven de slasaus raspen.
De wortel ermee vermengen.
Selderijtoostieê
Schil een selderij knol en rasn
deze vervolgens in een kom, waar
in een mengsel van citroensap en
olie is gedaan. Steeds snel door
roeren om bruin worden te voor
komen. Bedek toostjes dik met de
seldery en gestrooi deze met ge
raspte kaas en peterselie.
Raapsteelragout
Plm. 300 g doorregen rookspek
(ln dobbelsteentjes gesneden),
plm. 250 g uien, lm. 3 eetlepels
bloem, 4 dl water, 4 eetlepels to
matenpuree, 1 komkommer, plm.
750 g 6 bosjes) raapstelen, zout
(peper).
De worteltjes van de raapstelen
af snyden en de groente op een
plank met een scherp mes in klei
ne stukjes snyden. De groente in
ruim koud water wassen tot het
water nagenoeg helder is en ze la-
tes uitlekken in een vergiet.
Het spek in een pan zachtjes
uithakken. De uien zeer fynsny-
den en meefruiten. De bloem toe
voegen en alles goed doorroeren
met een lepel.
In kleine gedeelte tegeiyk water
erby schenken.
Steeds alles goed laten doorko
ken en doorroeren.
De tomatenpuree toevoegen. De
komkommer schillenen in niet te
kleine blokjes snyden.
De komkommer en raapstelen in
de pan doen en voorzichtig om
scheppen tot het geheel gehlonken
is.
Het groentemengsel doorwarmen
en direct opdoen met droge, ge
kookte ryst.
Eens schreef ik: „Waarom
zouden wij vrouwen een nieu
we fiets kopen om boodschap
pen te doen? Voor hetzelfde
geld haal je je rijbewijs
en toen ik dat zwart op wit
zag staan, dacht ik: „Ja, waar
om doe ik het dan niet?" Daar
mee begon de lijdensweg.
De instructeur keek met gefron
ste wenkbrauwen hoe ik niet by de
pedalen kon en begon het stuur-
stoeltje te verschuiven en kus
sens uit de bagageruimte te ha
len en eindeiyk lukte het. Het
stuur duwde weliswaar in myn
maag en alle spiegeltjes moesten
versteld worden en ik had geen
flauw idee waar ergens de wielen
zaten, maar ik xon by de pedalen
komen en de rest zou ik wel leren.
Na tien lessen wilde ik in va
ders auto ryden. Die was nog groter
dan de leswagen zodat er niets van
terecht kwam. Maar vaders auto
was de nieuwste niet en na enige
maanden had ik het hoofd van het
gezin zo ver gekregen dat hy een
ander vervoermiddel aanschafte:
twee maten kleiner.
„Fyn", zei ik „Daar kan ik dan
óók mee ryden".
„Wanneer?" vroeg hy nuchter
en toen zweeg ik beschaamd want
ik was al drie maal gezakt.
„Die leswagen is te groot voor
mÜ", verklaarde ik „Ik kan de
weg niet zien en de trottoir
band nog minder. Ik ga het met een
andere rijschool proberen die met
kleine wagens werkt".
,,'t Ligt niet aan de ryschool,
't ligt aan jou en je leert het nooit",
profeteerde vader.
Ik glimlachte hautain, maakte
een telefonische afspraak en be
gon van voren af aan (met zakken).
De zoons schudden boos het
hoofd. „Ben je dan zo stom mams",
vroegen ze bezorgd. „D'r is toch nik
an. Je rydt. Je let op de verkeers
tekens. Je doet wat Je doen moet,
Moederlijke "j
overpeinzing
doodgewoon. En dan heb Je Je
rybewys".
„Ik treft altyd zulke strenge exa
minatoren", zuchtte ik.
Henk ging er eens goed voor zit
ten en somde op:
„Ik herinner my de eerste keer
dat ik op de middelbare school
bleef zitten. Toen zei jy weet
je dat nog wel toen zei jy:
„Schaam je. Nooit heb ik een klas
moeten doubleren en als ik ergens
examen voor deed slaagde ik de
eerste keer". Daar was Je geweldig
trots op, mams. Je noemde dathet
gezinsrecord. Altyd wanneer één
van ons het op school niet hele
maal kon bolwerken kwam Je weer
met dat record op de proppen Als
je my vraagt, ligt het nu wel goed
aan flarden. Hoe dikwyis ben je
al gezakt?".
„vyf keer", bekende ik drama
tisch.
„En wanneer ga Je het half do
zy n volmaken?" vroeg Adriaan.
„Volgende week" kreunde ik.
De dag des oordeels twam.
Voor de zesde maal stond ik ver
legen tegenover een lange mar die
wel eens wou weten in hoeverre ik
in staat was een kleine wagen door
een grote stad te loodsen, zonder
voetgangers te vernielen, zonder
bromfietsers in 'n etalage te druk
ken of zonder rode lichten te ne
geren. Mismoedig begon ik de tochi
door het spitsuur (ik had het weer
niet getroffen) en piekerde intussen
over de wrede wet. die de hoogmoed
van moeders pleegt te versplinte
ren. Vertel Je kinderen nooit iets
over je successen uit het verleden,
als je later één keer faalt gelo
ven ze van dat verleden geen woord
meer.
„Nou, u bent er door", zei de
lange man een half uur later en
opeens had hy een heel sym
pathiek gezicht en vleugeltjes
aan zyn schouderbladen en zyn
gouden hart blonk door zyn over
hemd heen. In een zaal vol men
sen kun je een vreemde man niet
zoenen al is-ie dan een engel
Ik bepaalde me dus tot een
handdruk zweefde huiswaarts.
Daar kon ik trots mededelen: „Ik
heb myn rybewys".
De kinderen zaten paf.
„Ik ken iemand die nog nooit in
haar leven ergens voor was gezakt",
begon Henk het bekende verhaal,
maar ik viel hem haastig in de
rede: „Ik ken iemand die misluk
king na mislukking te verwerken
kreeg, maar het niet opgaf en stug
bleef doorgaan en doorgaan, net zo
lang tot het haar lukte om te be
reiken wat ze bereiken wilde onge
acht de kosten, tydverspilling ener
gie en moed die het vergde.
Het komt me zo voor, dat ik
hier in huis een nieuw -ecorc heb
gevestigd: dat van het verl-eten
volhouden. En nu wil ik wel eens
zien wie van jullie de fut neeft
om dat record aan barrels te wer
ken!"
Blakend van hoogmoed ging ik
de tafel dekken Niemand zei meer
een woord. Zo'n moeder is immers
niet op te voeden?
Thea Beekman.