IEORGE MINNE en et Vlaamse „Laren" Grootste Belgische heeldhonwer jaar geleden te Gent geboren AUGUSTUS 1866 Sint- Martens- Lathem was vele jaren zijn trouwe woon- en werkplaats WIE voor de Tweede Wereldoorlog de kronkelweg van Gent naar liet kunstenaarsdorp Sint- Martens-Lathem ging, kwam langs het grote huis waar vaak een stille, ietwat verlegen man door de tuin wandelde. Al gauw werd dan tegen je op eerbiedige fluistertoon ge zegd: „Da's George Minneen wee je gebeente als je aan je Vlaamse zegsman zou hebben bekend dat je niet wist wie George Minne was. En toch toen, evenmin als nu, was George Minne erg bekend in Noord-Nederland. Net zo als het dorpje Sint-Martens-Lathem hier in ons land bekend is, en tochmet recht kan men het zeer landelijke plaatsje de eretitel geven van he' „Vlaamse Laren". Aan het begin van deze eeuw gingen naar dit bekoorlijke Leiedorpje verschillende kunstenaars dit het stedelijke klimaat van de grote Vlaamse steden niet langer konden verdragen. Die voelden dat zij opgeslokt werden in de materiële jacht naar welvaart, door de sociale onrust en de strijd om er kenning van de menselijke waardigheid. Ze wilden verder leven in hun eigen-geschapen droomwe reld, die tenslotte wreed ineenstortte door het gedreun van de laarzen van het opmarcherende Duitse leger. De jaren 19141918 waren het begin van het einde, dat in 1940 definitief werd. Het is dan ook beslist geen toeval dat George Minne plotseling overleed in het eerste oorlogsjaar, op 18 februari 1941. toen zijn geliefd Vlaanderenland voor de tweede maal was bezet... George Minne in 1936. on wat series tekeningen. En dan te bedenken, dat Minne tfyfenzeventig jaar heeft geleefd en al heel vroeg begon met werken 1 Toen kwam de Tweede Wereldoor log. Nu stortte definitief de wereld van Minne ineen. Wat restte hem nog? Hg, die altijd gestreden had voor vrede, voor minne" zo was immers zijn naam! stootte zich op die grauwe muur van wanhoop en haat te pletter. Op 18 februari 1941 sloeg de dood toe. Niemand die er veel aandacht aan besteedde. De wereld had andere dingen om aan te denken. Enkele dagen na z{jn dood vond zfln vrouw in een boek een te kening met een opdracht aan haar... „Voor u is deze tekening, Christus met de Doornenkroon, het Kruis om helzend..." Daaronder stond de da tum 15 februari 1941, enkele dagen voor zijn dood gemaakt. Zijn kun&t Wie de kunst van Minne kent, weet dat deze man geleden moet hebben onder oorlogsgeweld en on derdrukking. Zijn voornaamste werk was toch immers aldoor weer de vrouw, de moeder die zich bescher mend buigt over haar kind. Dit had hij al voor hij getrouwd was ale beeld gemaakt en tydens zijn huwe lijk had hij nooit anders gezien. De vrouw die haar kinderen beschermt en beschut. Hoe vaak had hij in de gruwelijke oorlogsdagen in Engeland, terwijl hij op het platteland woonde, zijn vrouw niet turend aan het hek gezien, uitkijkend naar een brief van een van de drie zoons die daar in de modder van het Vlaamse land, aan het IJzerfront het vaderland verde digden. Telkens keren zijn studies naar „moeder en kind" terug. Zijn „Monument van de vrede", zijn laat ste grote werk, is een vrouw die haar dode? kind omhoog heft. Zo ook was zijn eerste werk, dat na tuurlijk heel wat minder in kwaliteit was. Misschien is zijn grootste werk wel 't „Monument voor Rodenbach", dat in Gent staat, of anders zijn „Fontein met de knapen", dat op gesteld staat op de markt van Gent, temidden van de torens en het Bel fort. Zjjn symboliek is puur en een voudig, gelijk ook zijn afgebeelde fi guren. Het ztjn allemaal mensen van een hogere orde die hy afbeeldt. Alle hartstocht is hen ontvloden... Bezoek Zij die vóór de Tweede Wereld oorlog het genoegen hebben gehad hem te bezoeken, zijn gelukkige mensen. Zij hebben kennisgemaakt met een groot kunstenaar van een tijdperk dat nu geheel en al voltooid verleden tijd is geworden. Hy was wat stil, zweeg doorgaans in gezel schap en liet de anderen praten. Zijn vrouw onderhield allerbeminnelijkst de conversatie, waarby George Min ne nu en dan vriendeiyk ja of nee knikte, naar gelang het gesprek dit ei3te. Hij zat rustig, men zou soms haast zeggen, te mediteren, terwyi hy het leven, zo rustig als het ging, goed en mooi vond. Zyn atelier was kaal. op het armoedige af. Geen kleed op de vloer ln het gedeelte waar hy rus tig zat te tekenen. Niets van dit al les. Hij was haast een kluizenaar. Vaak, zo werd verteld, ging hy urenlang ln zyn eentje wandelen door de velden, slechts met boeren pratend over het werk op de akker. Het jaar dat hijzelf boer speelde, scheen hy nooit vergeten te zyn. Tot het laatst van zyn leven was hy „minzaam"... THEO DE VRIES hem leraar te maken aan de Aca demie te Amsterdam, maar Minne wilde liever in zyn vaderland blij ven. Hij geloofde nog in vrede... niet bevroedend, dat hy enkele maanden later in Londen als emi grant zou leven. Liever dan ln Vlaan deren te verbiy'ven onder Duitse be zetting. Boem De beroemde manskop van George Minna. In 1919 keerde het gezin weer te rug. Nu was Minne overal erkend. Grote tentoonstellingen werden ge houden. Zowel in Brussel als in Ant werpen en ook in het buitenland. In 1931 werd de kunstenaar door koning Albert in de adelstand verheven; hy kreeg de titel van baron. De op drachten stroomden binnen, maar Minne bleef de rustige werker, die eerst de gedachte tot vprm moest laten komen, om dan pas het beeld te kunnen maken. Daardoor is zyn oeuvre ook niet zo groot. Iets meer dan negentig grote en kleine beelden, E kunstenaars uit het beg i deze eeuw zagen de lo .omst van de mensheid roze wolk gehuld. Ze w ren zeer pacifistisch. Lee vaak in een droomw zochten de landelgke ee; it was niet alleen het gev; ind, waar grote kunstenaai trokken om die land' te zoeken, maar ook i leefden kunstenaars a en Verhaeren die meei het symbolisme dé kuns de toekomst zou wordei broeders uit Gent e zochten in de omgevin stad een plaatsje waar z zouden kunnen zijn. Val» vond tenslotte i toestand in het bekooi Sint-Martens-Lathem, er ten zuiden van Gen grote weg naar Kortryl ligt met een kleine ker verspreid in enkele grot de welige Vlaamse lar langs de stilvlietende rivie Tegenwoordig wonen er no kunstenaars, maar het ge het plaatsje wordt nu toe door de ryke zakenlie it die op hun beurt d zyn en hun grote bur hebben laten bouwer een klein maar aller waar de herder ook werd gehot; kunsthandels ook enkele voortrei die in niets onder z.g. oude, maar ge „boerenherber is land. Alleen zyn moge j Gent de sPifcen iets be- pauJ d.Acosta om siechts enkele be- en tn ieder geval ken(Je namen ,e noeme„ goeakoper. Daar werd de Lathemse school ge sticht, een bepaalde vorm in de kunst namen belijdend. Men meende dat de min zwakke gezondheid - hg meer realistische kunst van Ro- tyfus gekregen en had din, of van de andere grote, Belgi- geleden - ging Geor- sohe' voorganger Constance Meunier, buiten in Lathem wo- verlaten moest worden om een ze- u kwamen schilders als ker symbolisme na te streven. Twee leele, schavers als Ka- belangrijke stromingen waren hier Woestijne. musici als mede vormgevend. Dat waren aller- eerst de romans van Maurice Mae terlinck, waarin een statige mysteri- eerste beeldhouwwerken sche «slag aanwezig was. En vervol- me, „Moeder met dood kind(1886). lende figuur in het huisgezin van de kunstenaar. Een vriendelijke vrouw die de gasten hartelijk ontving en die met hen over alles praatte maar het liefst over de kunst en strijd van haar beminde man. Minne besloot de kunst er aan te geven en landbouwer te worden. Na- tuurlyk mislukte dat. En een jaar later leefde het jonge gezin in een van de achterbuurten van Gent waar de kunstenaar frontons van kermis tenten schilderde. Om in leven te blyVen moest hy, zoals hy zelf eens zei: „frontons voorfoorcarrouselsmo delleren!". In 1895 vertrok het ge zinnetje naar Brussel. Op de Aca demie werd de kunstenaar nu wel er kend... maar dat was dan ook alles. Daar had hij zijn atelier, daar kreeg hij zijn modellen te leen. Men leef de van prijzen en toelagen, maar het was armoede wat de klo' sloeg. De kinderen hadden nauwelijks genoeg te eten en de vrouw deed van alles om het leven nog enigszins dragelyk te maken. Toen sloeg de ziekte toe en George Minne lag weken op de rand van de dood. Tyfus, in die tyd zo gevreesd, scheen hem niet langer 't leven te gunnen. Toen hij weer zwak jes was hersteld, vertrok hij naar Gent, en vandaar naar Sint Martens- Lathem, om geheel op krachten te komen. Deze gemeente zou hij, uit gezonderd wat reizen en 't verbiyf in Londen gedurende de eerste wereld oorlog nooit meer verlaten. Erkenning Het werk van Minne was onder wijl naar tentoonstellingen ln Duits land en Oostenryk gezonden. De in ternationale kring van kunstenaars. Een van de laatste beeldhouwwerken tot uitdrukking zou brengen, was al die vóór de Eerste Wereldoorlog be- ,Het monument voor de vrede' (1930) aanwezig. stond en geloofde in wereldvrede en het wezen van het eerste beeld bleef Miskend een nieuwe en grootse toekomst, hierin bewaard. wilde hem gaarne terwille zijn en In de „salon" te Gent werd ln maakte hem bekend. In de Midden- ve schilders uit de late mlddeleeu- *889 geëxposeerd. De pers oordeel- europese landen begon men een ve scmmeia u zger ongust,g Minne werd slecht open oog voor de subtiele kunst van „n Maeterlinck waren In bekritiseerd. „Hij had helemaal geen deze grote Vlaming te kragen. De WvnVdën geworden en betenbloef talent!" schreef er een Maar enke- beroemde - en ook wel gevreesde x „nnr hPt ipven 7ii le Belgische schrijvers, o.a. Emile Oostenrykse kunstcriticus Julius eC?aVne?ka»^Pk,Zt aan Naar 6* Verhaeren vonden dit oordeel zeer Maler Graefe, schreef een groot ar- vulden pwen de ee- aanmatigend. Terwijl in Frankrijk en tikel over George Minne. Diens naam tentoonstelling m Gent gingen de ge DuitslaJ een nieuwe stijl aan het op. wa3 nu gemaakt. ,Er kwamen be- zeilen ui kunst waar in bloeien was- bleef de officiële rich- stellingen binnen. De stad München stond de g dro'om. ting in België zich angstvallig aan bekroonde zijn werk met een gouden nauw herken tnAknmst' in ideale bet oude vasthouden. In Brussel was medaille, het bekende vooruitstre- beeld van de toek°mst lde«J een gr0ep jongeren die zich „Les vende museum te Essen, het Folk- vormen w®r J hp7p'idealen niet xx" liet noemen- Ze waren vooruit- wangmuseum, kocht zijn werk aan. bleek dat het leven deze Idealen niet Qptreden ook min Mfnne werd leraar aJan de Akad„ nodig had. meer rumoerig. Door hen werd mie in zijn geboortestad. Was er Het leven Minne in 1890 uitgenodigd om te ko- soms een leerling die geen geld had men en in de hoofdstad te expose- om verf of kwasten te kopen? Geen In de vroege morgen werd op 30 ren> Opnieuw was de kritiek ongun- nood; Minne wist zich nog heel goed augustus 1866 in het gezin van de 3tjg. Dat Minne in hart en ziel een de tijd te herinneren, dat hij in grote Gentse architect Minne een zoon ge- Vlaming was, deed aan de zaak ook armoede had geleefd en nam de jon- j boren. Deze kreeg de naam George geen goed. Onderwijl had Minne het gen mee naar de winkel waar van 1 dit naar de grootvader, ook een kun- zeer arm. Desondanks trad hij in het alles te koop was. Dan kreeg de stenaar, een eigenaar van een sier- huweiyk met een onderwijzeres, de leerling een volledige uitrusting. smederij, 't Scheen voorbestemd dat dochter van een destijds bekende Toen in 1914 de oorlog dreigend de jongen ook architect zou worden. Vlaamse dichter. Jarenlang zou ze werd. bood men in Nederland aan Daarom volgde hij van 1882 tot 1884 hem in zijn strijd terzijde staan. Ja de architectuurlessen aan de Gent- renlang was zij de bezielde en bezie- De beroemde fontein te Gent. se academie. In die tijd kwam de zestienjarige jongen in contact met de leerlingen van de beeldhouwklas- se. Het zou toch goed zijn, zei de toenmalige leraar, dat een toekom stig architect iets van beeldhouwen I afwist. Het scheppen van driedi mensionale vormen in de ruimte zou toch immers, zy het dan in enorme i vormen, later de taak van de archi- i tect zyn. George Minne ging zich dus ook op het maken van beelden toe leggen. En het was beslist geen toe- val dat hij in zyn eerste jaar, een, thans verloren gegaan, gigantisch werk maakte. Het moet een „Val der engelen" zyn geweest. Al gauw had het beeldhouwen alle interesse van de jongeman. Het gaf wat strijd thuis, maar de vader legde zich bij de be slissing neer. Immers hij had ook, te gen de zin van zijn vader, zich van het vak van edelsmid afgewend om architect te worden. Nu gebeurde duf hetzelfde... zy het ook in andere vor men. Toen George Minne negentien jaar geworden was, vestigde hy zich als zelfstandig beeldhouwer in Gent i Maar men had zyn werk niet no- j dig. Wie gaf in die jaren om bee) den' En dan nog wel in het genre dat de jonge kunstenaar zo prachtig vond. Het waren grotendeels slanke I figuren, die geheel in zich zelf ge keerd waren en het uitbundige van die tyd volkomen misten. Het was 'n dieper en nieuw religieus beleven. 1 waarvoor men toen nog geen oog had. Iets wat later zich geheel zou I openbaren, was nu al te zien. Het i i beeld dat de bescherming, de Jnti- miteit. de relatie van moeder en kind

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 11