'„de zilveren hamer"
AKACEL
8 SEPTEMBER 1968
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 21
dagelijks vervolgverhaal
Uit het noors
vertaald door
8. T. v. d. Nolle-
Oomkens
door Vera Hendriksen
jor de volgende volle maan ver-
fchtte Sigrid haar kind. Arme
iuL ge was zelf niet veel meer dan
kind en door zyn toedoen diep
jlukkig. Dapper was ze ook en
'x Geen klacht was over haar lip-
eekomen. Hij zag haar voor
bleek en'eenzaam, wel een ver-
met levenslustige, stralende Si
kvan Bjarköy.
vroeg hij zich af, wat hem
l»ld bad al die tyd en een on-
lïaarbare angst beving hem, dat
Vu te laat, om bU haar terug
jen, dat hij te lang gewacht
tiet het goed te maken. HU
naar zijn slapende metgezel-
fa hij liet ze maar slapen, mor-
Toeg begon de lange tocht naar
fin een tempo, dat hun luie bot-
zou doen kraken. HU kon haast
meer wachten. En wat Khadija
3f die ging het huis uit, al moest
laar zelf naar het schip dragen!
de avond van de dag, dat Ol-
net zijn mannen de bossen in
voer een vreemd schip de ha-
bfj Egge binnen. Toen Sigrid
I joorde ging, ze zo snel als haar
lichaam het toeliet, kUken.
jacht, dat het heel misschien
zou 'kunnen zU'n. Van huis uit
Se niet zien, wat voor soort
het was en daarom haastte
van de steile heuvels af
jde haven.
ierbij gekomen, ontdekte zU al
|g, dat het geen schip van
jy was, maar een onbekend
schip.
was haar vreugdevolle ver-
Toch vervolgde ze haar
naar de haven. Het kon im-
rjzjjn, dat iemand van de be
ding haar nieuws van Bjar-
kon geven. Ze wist heel goed,
hst niet paste, dat ze alleen
deze toestand naar de ha-
ig, maar het kon haar niet
les hing er voor haar van
iets over Tore te weten
f mannen keken op, toen ze
|aan zagen komen. Guttorm
Jerbij en nog enige andere
3ts van Egge en hun gezich-
ikten duidehjk verbazing en
Bjarköy kan geven? riep ze luid
naar het scheepsvolk.
Het duurde even, voordat ze ant
woord kreeg; de mannen sche
nen onderling te overleggen. Ze
had intussen vernomen, dat het
schip van Tjotta kwam, en dat de
eigenaar daar ook woonachtig was.
Tenslotte kwam er een jongeman
naar voren, die ze zich vaag herin
nerde al eens eerder gezien te heb
ben. Het moest bU de offerfees
ten in Trondarnes geweest zUn.
Tore Hund is dit voorjaar al
vroeg op vikingtocht gegaan, zei hU.
Voordat ik van Hinn wegging,
hooide ik, dat hU Bjarköy verla
ten had.
Je wordt bedankt, kon Sigrid
slechts uitbrengen.
Ze was zich niet bewust, dat ze
steeds heen en weer liep langs de
aanlegsteiger, en ook niet, dat ze tU-
denlang naar het water tuurde.
Wel had ze gehoord, dat het
scheepsvolk aan land was gegaan
en zich naar de hoeve had begeven.
Ook was re nog een boot met
jongelui uit de buurt vertrokken,
die de lichte zomernacht op het
water gingen doorbrengen.
Tore kwam niet. Tore was op
tocht. Steeds opnieuw klonk deze
naam haar in de oren: Tore, Tore!
Ze voelde, hoe Olves kind zich be
woog. Het was groot en zwaar. O,
wat haatte ze het. dit kind, dat
spoedig het levenslicht zou zien en
dat Olves zoon genoemd zou worden.
Neen! Ze wilde Olve geen zoon
schenken! Ze begreep heel goed,
dat hij haar alleen maar getrouwd
had, omdat die zwartharige meid
hem geen kinderen kon geven. Ver
der gaf hU immers niets om haar.
Een duizeling overviel haar, ter-
WUI ze in de diepte stond te sta
ren als ze nu eens viel? Het
koud en donker zUn, maar al heel
gauw zou ze immers niets meer voe
len.
O/ neen, dat kon niet. Ze dacht
aan de gruwelUke godin des doods,
Hel genaamd, en hoe deze de do
den aannam in haar rUk Helheim.
Maar het water blonk haar te
gen dat glanzende wateropper
vlak, dat nooit geheel stil lag- Ze
zag er haar eigen wanhopige ge
laat gedeeltelUk in weerspiegeld.
Als ze nooit meer de steile heuvels
op hoefde klimmen naar de hoeve
nooit meer Tora's vUandige ge
laat zien, nooit meer Khadija. Nooit
meer die wonderlUke megeling van
haaii en verlangen voelen, die ze
jegers Olve koesterde, geen einde
loze eenzame dagen en nachten
meer die wonderlUke mengeling van
felde kreten in die afschuwelU-
ke nacht van haar bevalling dron
gen met wonderlUke scherpte weer
in haar herinnering door.
Ze wankelde.
En toen ze het water rondom
zich voelde, toen het zich boven
haai hoofd sloot, wist ze zelf niet
moer, of ze gevallen of gespron
gen was.
Neen, laat me gaan, neen,
neen! ze vocht als een waanzinni
ge om los te komen. Ze krabde,
ze beet, ze schopte. Pas toen ze
aan land gebracht was, zag ze dat
het Guttorm was, de man die op
hun boerderU de leiding had, Gut
torm die haar in een Uzeren greep
omvat hield.
Nooit had ik kunnen denken,
dat er een dag zou komen, waarop
ik nhjn zwaard tegen Olve zou wil
len heffen! gromde hU-
(Wordt vervolgd)
7 HAAGSE 1
CARAVAN-CENTRALE
RIJKSSTRAATWEG 179 TEL 01751-2561
WASSENAAR
STRENG
GESELECTEERDE
WERELDMERKEN
SPRITE
ADVERTENTIE
V.S. geven 3500
miljoen uit voor
buitenlandse hulp
De Amerikaanse Senaat heeft gis
teren een wetsontwerp goedgekeurd
dat voorziet in buitenlandse hulp
verlening tot een bedrag van 3.500
miljoen dollar voor het op 1 juli
begonnen fiscale jaar. Het ontwerp
was vorige week donderdag met 217
tegen 127 stemmen door het Huis
van Afgevaardigden goedgekeurd.
De regering had om een bedrag van
3 367 miljoen dollar gevraagd. Het
Huis van Afgevaardigden wilde
4.109.119.000 dollar aan buitenlandse
hulp besteden, maar de Senaat? wilde
de niet verder gaan dan 2.852.762.000
dollar. Het gisteren goedgekeurde
bedrag vormt een compromis tussen
Huis en Senaat.
Verse haring meest
verkocht op visafslag
in Sclieveningen
De aanvoer aan de visafslag in
Scheveningen in juni bedroeg
I.902.967 kg met een opbrengst van
f. 1.793.874, terwUl in juni
werd aangevoerd voor
f 1.319.212. Een vermeerdering in aan
slechts 15.000 kg, doch een
meer-opbrengst van ruim f. 470.000.
Het grootste artikel aan de vis
afslag was verse haring met 581.400
kg voor f. 230.868 (v. j. 233.743 kg
voor f. 91.532). De aanvoer van verse
makreel was aanmerkelUk hoger dan
vorig jaar: 124.608 kg voor f. 51.562
tegen 305.572 kg voor f. 101.449 in
juni '65. Hetzelfde gold voor schelvis:
138.910 kg voor f. 55.765 (v. j. 397.850
kg voor f. 104.886). De aanvoeren
kabeljauw en koolvis waren eveneens
lager. De aanvoer van wUting
150.000 kg) was praktisch gelUk, doch
de prUs lag 20% hoger.
De aanvoer van schol steeg van
313.000 kg tot 361.000 kg en de op
brengst bleef nagenoeg gehjk (226.000
gulden)
De tongaanvoer was meer dan het
viervoudige van vorig jaar: 319.916
kg (v. j. 78.412 kg) voor f. 966.288 (v.
j. f. 424.710). Hiermede is de op
brengst van de tong meer dan de
helft van de totale opbrengst gewor
den. Door de grote aanvoer is de ge
middelde prUs van de tong wel aan-
zienhjk teruggelopen.
De aanvoer van garnalen was nihil,
terwUl deze vorig jaar nog ruim
II.000 kg was.
17-90
PANDA EN DE MEESTER KRISTAL KIJKER
1790. De bedroefde figuur, die uit het huis van de Ster van
Puthra-Puthra toas gekomen, beklaagde zich in wanhoop.
,JIij heeft mijn val voorspeld!" riep hij schreiend uit. „En dat na
al mijn moeite om mijn wasmachine-fabriek tot bloei te brengen!
Ach ik rampzalige!"
„Wat zielig!" mompelde Panda. Het lijkt me helemaal niet leuk
om zo'n voorspelling te horen! Ik hoop dat die meneer Puhtra iets
prettigers voor mij ziet in zijn kristallen bol!"
Op dat moment werd hij opzij geduwd door de ziener zelf, die
zich achter de zakenman aan naar buiten spoedde.
„Opzij!" sprak deze gehaast. .Jtfaak ruimte voor de Ster van
Puthra-Puthra, jongelingske! Ik moet mij reppen!"
Joris!" riep Panda verrast. ,Den jij die Puthra-meneer?" „Wel,
wel, wel!" prevelde de aangesprokene, zijn pas inhoudend. „Als dat
ons kleine baaske niet is: bijdehand als immer!" Hij zweeg even en
toen verhelderde zijn gelaat zich. ,Maar natuurlijk!" riep hij uit.
„Mijn kristal verried me, reeds, dat ik u zou treffen en ziedaar!
ge treedt me voor de voeten!"
RECHTER TIE EN HET GEHEIM VAN DE WIEROOKKLOK
6. De draagkoets stopt voor de bescheiden woning van de ge
pensioneerde ambtenaar Ho. De Rechter en lijkschouwer Wang
stappen uit en lopen naar het poortgebouw, waar ze worden be
groet door de huismeester. Achter hem ontwaart de Rechter twee
dienstboden met betraande gezichten. „Voor u ons naar het tuin-
prieel brengt, huismeester", zegt Rechter Tie, ,,zou ik graag enkele
bijzonderheden weten. Hoe oud was mevrouw Ho en hoelang was ze
al met Ho getrouwd?" Ze was pas achtentwintig, Edelachtbare"is
het antwoord. „Drie jaar geleden is mijn meester met haar ge
trouwd." Natuurlijk bestond er een groot leeftijdsverschil, maar
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
615. Terwijl boven hem het rotsblok zachtjes heen en weer trilde
klom Karo langs de bergwand naar de top. Langzamerhand kwam
hij zo dichtbij, dut hij het knersen van steentjes en zandkorrels
onder het schuddende gevaarte kon horen.
Met een zucht van verlichting werkte Karo zich tenslotte over de
scherpe rand heen, waar hij achter het rotsblok plaatsnam. Er was
inderdaad maar een klein zetje nodig om heel dit enorme blok van
de berg te duwen. Maar dat zetje moest wél in de goede richting
hier iemand, die mU nieuws
iin broer, Tore Hund van
ADVERTENTIE
zo n fauteuil-uil..
rdt zo nu en dan wel eens
apt. Maar of men er van óp-
t? Och, men is 'n beetje uit-
pen.Maaruitgerüst?Welnee.
s men pas na een nacht op
Irakacel matras.
Ie matras
comfort van een „zachte".
osities Nederlandse
schepen
Bengalen 7 v Beyrouth te Genua
Bemnkuat p 6 Monrovia n Abld)a
Bep.Ple 6 v Londen n
toch leek het geen ongelukkig huwelijk". Vertelde u niet dat me
vrouw Ho de laatste tijd aan zwaarmoedigheid leed?" vraagt de
Rechter. „Wat was daar dan de reden van? De huismeester lijkt
even te aarzelen, dan zegt hij: Ik weet het werkelijk niet, Edelacht
bare. Misschien zou haar kamenier u dat kunnen vertellen. Zij ivas
de vertrouwelinge van mevrouw Ho". Na deze woorden gaat de
huismeester hen voor naar een uitgestrekte tuin vol bloeiende
struiken, omgeven door een muur. In de verte is een fraai prieel
zichtbaar, beschaduwd door een paar oude eikebom,en. Het is acht
hoekig, heeft een gepunt dak van groen-geglazuurde tegels en
draagt op de top een kleine vergulde bol. De pilaren en het open
latwerk van de vensters zijn roodgelakt.
gebeuren, als Karo tenminste met dit blok dat dndere stuk ge
steente voor de grotopening wilde raken.
Drie-viermaal strekte hij zijn pootje, voordat hij eindelijk de be
slissende zet durfde geven.
Het rotsblok helde voorover en dook dan eensklaps met donde
rend geweld en een lawine van steentjes de steile helling af.
Karo sloot de ogen. Kijken durfde hij nietmaar hij hoorde de
klap, en hij zag de lichtflits alsof twee ontzaglijke vuurstenen een
vonk sloegen.
,,Rdak juichte de scheepskat.
Zeesleepvaart