uristen noch
het huidige
medici gelukkig met
bloedproef - systeem
Bewijsmateriaal kan echter
niet worden gemist
PAGINA 11
ADVERTENTIE
Er zijn mensen die menen dat alleen 'superspecialis
ten' goed werk kunnen doen in de ontwikkelingslan
den. Dit nu is een misverstand.
Als wij zeggen, dat het voedseltekort in de ontwikke
lingslanden kan worden bestreden door de landbouw
te intensiveren, de agrarische methoden te verbeteren
en de economie te moderniseren, klinkt dat misschien
ingewikkeld. Maar in de praktijk komt het heel een
voudig en heel nuchter hierop neer: de boeren in
Kenia leren hoe zij met behulp van een tractor het
land moeten bewerken. Of: de mensen In Nigeria dui
delijk maken hoe zij grondstoffen uit eigen bodem in
eigen kleine bedrijven produktlef kunnen maken. Of:
de vrouwen in Columbia bijbrengen dat de weerstand
tegen ziekten groter wordt als zij het juiste voedsel op
de juiste manier bereiden. Daar gaat het om.
Het is hulp die erop gericht is onze vakkennis en onze
werkmethoden over te dragen aan de mensen daar.
U ziet: het principe is erg simpel. Van de jonge Ne
derlanders die als vrijwilliger worden uitgezonden
wordt ook niet gevraagd dat zij deskundig zijn in het
ontwerpen van ontwikkelingsprojecten. Maar wel zijn
een aantal eigenschappen onontbeerlijk.
Eigenschappen zoals geduld, aanpassingsvermogen
en de kunst om ook bij teleurstellingen onverstoor
baar door te zetten.
Als vergoeding staat daar geen 'tropensalaris' tegen
over. Wèl incasseert de vrijwilliger voor zichzelf deze
winst: een verbrede horizon, een getraind verantwoor
delijkheidsgevoel en de voldoening een steentje te
hebben bijgedragen tot het scheppen van een mens
waardig bestaan voor veel medemensen. De Stichting
Nederlandse Vrijwilligers vraagt nu jonge mensen, die
dit werk kunnen dóórzetten en vóórtzetten. jonge, bij
voorkeur ongehuwde mensen van 21 tot 35 jaar, die
een vak beheersen, worden uitgenodigd de informatie-
strook te zenden aan de Stichting Nederlandse Vrij
willigers, Bezuidenhoutseweg 153 te 's-Gravenhage,
Tel. 070-854300. Binnen enkele dagen ontvangt men
nadere inlichtingen.
Ik verzoek
U om nadere
inlichtingen
over financiële
en sociale
voorzieningen,
opleiding
en werkzaam
heden van de
vrijwilliger
Naam
Adres
Woonplaats
Telefoon
Geb.datum
Beroep
Vakopleiding
Gehuwd/Ongeh.
VERZENDEN IN GEStOTEN ENVELOPPE EN ALS BRIEF FRANKEREN
i^i alcohol-commissie" van de Koninklijke
rlandse Maatschappij tot Bevordering
jeneeskunst is tot de conclusie gekomen
..bloedproef" na verkeersovertredingen
huidige vorm zonder meer onaanvaard-
jfs. De bezwaren richten zich zowel tegen
ische aspecten van de bloedprik en het
i^p volgend onderzoek naar het alcohol-
(Door mr. W. F. Kuitenbrouwer)
promillage in het bloed, als tegen de manier
waarop dit is ingepast in een justitieel onder
zoek. De commissie, samengesteld door de af
deling Leiden van het artsenverbond, wil dan
ook in haar onlangs in ..Medisch Contact ge
publiceerde rapport de bloedproef niet bij de
artsen aanbevelen.
CJierziening
0FIrtikelen is
^«•ooduodiii
■■rapport zal ongetwijfeld de
vftkie over de medische toelaat-
Bpfad en juridische wenselijkheid
Jjpe bloedproef weer doen op-
Een meerderheid in de Ko-
Nederlandse Maatschappij
dnds lang geneigd om de hele
poef te zien als. wat het rap-
^joemt een „keurslijf", waarin
de medicus wil wringen,
deel van de medi-
ftand heeft zijn houding dien-
bkomstig bepaald. Er schijnen
^rijplaatsen" te zijn ontstaan,
ffl Bwyndrecht en Baarn, waar de
w i herhaaldelijk de wrevel van
de staande magistratuur heb-
^feewekt door hun weigering om
af te nemen.
Bloedproef wordt overigens hoe
f hoe meer toegepast. Een in
ferschenen onderzoek van prof.
n j Proentjes de grote man van
f «dproef zegt dat het aantal
lergelijke onderzoekingen steeg
750 in 1952 tot 2457 in 1957 en
1961, met een kleine inzin-
rond 1959 toen het artsenver-
ivoor het eerst duidelijk zijn
ren kenbaar maakte.
1 bloedproef is een belangrijk be-
W 'ddel in de zaken waarin de
lijven van artikel 26 en 36-3
Verkeerswet een rol spelen. Het
00. artikel stelt het rijden onder
Ige invloed van alcoholhouden-
ank dat men niet meer in staat
Bk worden geacht een voertuig
n 'behoren te besturen strafbaar
ten hoogste drie maanden ge-
Hhsstraf (eventueel ook een
van maximaal f 5000) en even-
oegdheid voor ten hoogste vijf jaar. i
Na een gei'uchtmakende zaak
waarin een arts die behalve alcohol
een geneesmiddel had gebruikt werd
vrijgesproken, is in artikel 26 een
bepaling opgenomen die het gebruik
van elke stof waarvan de betrokkene
weet of redelijkerwijs moet weten dat
het gebruik de rijvaardigheid kan
vei minderen, gelijkstelt met alcohol.
Artikel 36-3 stelt hogere straffen
(twee en drie jaar) op het onder in
vloed veroorzaken van ernstig letsel
of de dood in het verkeer.
Geacht worden"
Het belang van de bloedproef voor
de bewijsvoering zit hem in de for
mulering van artikel 26, dat spreekt
van „geacht worden": men hoeft
geen uitgebreide demonstratie van
zijn onbekwaamheid te geven. Zelfs
wie op het oog vlekkeloos rijdt, kan
toch strafbaar zijn als hij maar te
veel op heeft.
De strafbaarstelling van het ge
bruik van „andere stoffen" (genees
middelen) is overigens directer ge
bonden aan de „eigen wetenschap"
van de verkeersdeelnemer. De uit
werking van bepaallde middelen is
zelfs de deskundigen soms niet dui
delijk, zodat de gebruiker dan moei
lijk iets te verwijten is. Dit is na
tuurlijk anders als hij, zoals gebrui
kelijk, gewaarschuwd is of zelf iets
merkt.
Het is duidelijk dat het niet zo
moeilijk is om het bewijs te leveren
als iemand volslagen „teut" is. Dan
vormt een promillage van bijvoor
beeld 2.1 alleen maar een nadere
adstructie van een gemakkelijk op
andere manier te constateren „ken
nelijke staat" en zelfs als die niet
aanwezig is kan men in zo'n geval
rustig de verkeersdeelnemer onbe-
onbekwaam achten.
De bestrijding van de verkeerson-
cessen. De risico-marge in het huidi
ge ingewikkelde snelverkeer wordt
hoe langer hoe kleiner. Hetgeen wel
moet leiden tot een verschuiving van
de nadruk van „onbekwaamheid"
naar „achten".
Onwerkelijk
Aan de andere kant is dat ..ach
ten" altijd een beetje onwerkelijk en
vraagt het een voorzichtige toepas
sing. De rechter kan per slot van
rekening alleen iemand straffen om
wat hij doet, niet om wat men denkt
dat hij doet. En juist in de grensge
vallen die thans hoe langer hoe be
langrijker worden, levert dat ten
aanzien van de bloedproef moeilijk
heden op.
Het gaat hier om wat de deskun
digen noemen „subklinische alcohol-
intoxicatie': promillages van 0.8 tot
1.5. Daar in het bijzonder openbaart
zich het gevaar van het gebruik van
„grenswaardetheorieën"bij een be
paald promillage is een bepaald per
centage mensen onbekwaam te ach
ten.
Nu is, zoals prof. Proentjes her
haaldelijk heeft gezegd, ieder pro
millage een compromis; zelfs bij heel
percentages mensen al bijverschijn
selen, en het enige aanvaardbare is
eigenlijk een promillage van 0.0.
Maar dat is niet altijd voldoende
voor een rechter die immers moet
vaststellen dat die ene verdachte die
voor hem staat met een „grens-pro-
millage" niet bekwaam is te achten.
Twijfels
Tegen deze achtergronden moeten
de twijfels van de medici zien.
Dit ziet men bevestigd in de buiten
landse rechtspraak waar de „ge-
vaarsgrens" varieert van 1.3 tot 1 7.
Dat is ook wel verklaarbaar, want
de aanwezigheid van een bepaald van fle
promillage in het bloed zegt nog niets bezwaren die in het
over de manier waarop een bepaald ,,e <lne bezwaren die in het
persoon dit verwerkt. De tolerantie rapport speciale aandacht
voor alcohol is nameiyk geen con- ™di-
stante en verschilt zelfs van indivi- ^he-ethische kant van de zaak.
du tot individu en zelfs van ogenblik j 1. Het onderzoek volgens het hui-
tot ogenblik. Daar komt dan nog bij i dige formulier is onvolledig en daar-
dat de invloed van bijvoorbeeld voed- om medisch laakbaar. De weten-
selgebruik en tijdsverloop niet hele- schap over de „voorgeschiedenis", zo
maal duidelijk schijnen te zijn. als geneesmiddelengebruik en het
Nogmaals dit geldt vooral ten aan- eventueel bestaan van ziekten die de
zien van de grensgevallen. In het tolerantie voor alcohol beïnvloeden,
gros van de zaken die de rechter te ontbreekt vaak.
beoordelen krijgt laat de combinatie 2. Het onderzoek als zodanig is een
van bloedproef en waarneming van medische handeling, maar het resul-
politieman en arts weinig ruimte taat wordt geheel in handen gege-
voor twijfel en is het gesputter van vcn van jeken. Elke mogelijk-
de verdachte alleen maar een -weinig j hejd van de arts om de waarde Van
elegante poging om zijn gezicht te zyn proef te beoordelen In het ver-
ïedden. Maar er zijn toch teveel on- band van overige bevindingen
zekerheden mogelijk dan dat
bloedproef „regina probationis
worden aangesteld die de toereken
baarheid en rijvaardigheid van de
verdachten moet beoordelen en op
verzoek van de justitie een uitspraak
zou moeten doen over de mate van
verantwoordelijkheid.
Maar een expliciete uitspraak (zo
als thans) over strafbaar gebruik
van alcohol zou daar niet onder moe
ten vallen. Indien alleen dronken
schap de oorzaak van de overtreding
was. zou de medicus slechts consta
teren tot normale toerekenbaarheid
De bewijslast rust dan op de Justitie.
Indien nodig, zou de arts wel kun
nen verklaren dat hem ambtshalve
bekend 's dat gebruik van alcohol
geen rol speelde
„ilachtoffer" en van deze tegen
over de rechter duidelijker kunnen
worden gemaakt door het invoeren
van een bepaling die de verdachte
uitdrukkelijk het recht geeft te
weigeren.
Het zou overigens niet zo gek zijn.
als dit werd opgenomen ln een al
gemene bepaling dat de opsporings
instanties een verdachte op zijn
rechten (bijvoorbeeld tot zwijgen)
moeten wijzen. Het Is nog altijd treu
rig dat deze basis-regel van het „fair
play" in het strafproces ln 1926 uit
j de wet is verdwenen.
Het is een beetje raadselachtig
waarom de commissie op deze ma
nier de bloedproef als bewijsmate
riaal de nek wil omdraaien. De justi
tie kan ook internationaal gezien
dit bewijsmiddel node missen in
haai steeds belangrijker wordende
strijd tegen de verkeersonveiligheid.
En omdat de bezwaren die zeker
niet uit de lucht gegrepen zijn
zich eerder richten tegen de manier
waaiop de bloedproef wordt gebruikt,
dan tegen het onderzoek als zodanig,
lijkt het eerder zaak iets aan deze
bezwaren te doen dan de hele bloed-
de uitgesloten. Ook dit aeht de eommis- "u maar ineens over boord te
(ko
ningin van het bewijs) en in grens
gevallen als enige beslissend kan en
mag zijn.
sic medisch gezien laakbaar.
j zetten. Temeer daar er wel enige mo-
1 gelijkheden zijn:
3. Tenslotte noemt de commissie
het weinig bevredigend dat de me- Er is zeker ruimte voor een betere,
dicus op een dergelijke manier wordt
vetrokken in een opsporingsonder-
^QCStClllHI illfif zoeh waarvoor hij niet is opgeleid en
j dus geen verantwoordelijkheid mag
1 nemen en dat bovendien niet in
Daarbij komt nog dat de bloed- overeenstemming is met zijn positie
proef niet zonder toestemming van a]s „vertrouwensman" van de zieke 1
de verdachte mag worden genomen, niens. Zeker waar de toestemming
Dat is een ander heet hangijzer in van de verdachte een twijfelachtige
aarde heeft.
deze materie: een verdachte is vol
gens het Wetboek van Strafvordering
slechts verplicht om (in bepaalde ge
vallen) een onderzoek „aan" zijn li
chaam te gedogen. En de Hoge Raad
heeft uitdrukkelijk uitgemaakt
De commissie komt tot de conclu
sie dat op deze manier de aandacht
is afgeleid van de kernvraag: hoe
kan de arts een bijdrage leveren tot
de bloedproef een onderzoek ..in" het de bestrijding van verkeersongeval
lichaam is en er dus buiten valt. ten. die immers een belangrijke oor-
In de VS, waar een grondwettelijk zaak zijn van dood en verminking'
\erbod van „onredelijke onderzoekin
gen" geldt, ligt de zaak anders. Daar
heeft namelijk het hooggerechtshof
uitgemaakt dat de bloedproef in de
huidige omstandigheden „redelijk" is
De noodzaak ten aanzien van rij
den onder invloed is duidelijk: de
schatting van prof. Froentjes in 1962
dat alcohol in 2.5 procent van alle
gevallen (258.000 in 1964) een rol
in tegenstelling tot een ingrijpende speelt, wordt algemeen als zeer laag
"IwlangrtJke j maatregel als het leegpompen van de beschouwd. Hetgeen begrtlpelUk ls
Verschiller
Dit probleem is des te groter om
dat men verschillende waarderings
methoden heeft. Het in 1962 gepu
bliceerde onderzoek laat duidelijk
jure naaaa zien hoe verschillende artsen tot heel I sen weten zelfs niet dat ze kunnen
veilUthekT vraag trechter meer dan j verschillende conclusies komen ten weigeren en als ze het doen wordt
een ontzegging van dV rl)bc- het optreden tegen overduidelijke ex- aanzien van dezelfde promillages! 1 hen dat later kwalijk genomen.
maag) en dus tegen de zin van een
verdachte kan worden genomen.
In ons land echter kan de bloed
proef niet als verplicht worden be
schouwd, tenzij de wet wordt gewij
zigd. En dit lijkt moeilijk te verwe
zenlijken omdat zowel het artsen
verbond als de Nederlandse juristen
vereniging daartegen hebben geadvi-
seerd.
Aan de andere kant geeft de prak
tische toepassing van de huidige con
structie, zoals ook de „alcoholcom
missie" constateert, aanleiding tot
het bezwaar dat de toestemming van
de overtreder slechts een zeei twijfel
achtige waarde heeft. Sommige men
als we zien dat het Verbond voor
Veilig Verkeer heeft uitgerekend dat
alcohol in 60 procent van alle ver- I
oordelingen wegens overtredingen
van de wegenverkeerswet een rol
speelde.
De oplossing waarmee de artsen in
hun rapport komen pretendeert naar i
hun eigen zeggen niet een sluitend
antwoord te geven. Het is goed dat I
dit uitdrukkelijk wordt opgemerkt, j
want het voorstel van de alcoholcom-
missie lijkt-voor de justitiële prak-
tijk weinig aantrekkelijk.
Districtarts
en vollediger rapportage van de
arts aan de reehter (eventueel ge
volgd door een persoonlijke verkla
ring als getuige-deskundige) zeker
zolang er niet meer zekerheid
over de „grenskwesties",
zou de arts beter zijn zegje kun
nen doen, zonder dat hij zelf voor
rechter gaat spelen. Want daar is
hij nu eenmaal niet voor. HU zal
altijd iets uit handen moeten ge
Om de zaken op medisch-ethlsch ge
bied duidelijk te stellen, lykt de
suggestie „districtartsen" aan
stellen waardevol- Eventueel zou
den zij als toezichthouders kun
nen fungeren terwijl de altijd
toch eenvoudige ingreep van de
bloedproef zelf door lager, gekwali
ficeerd, personeel zou gebeuren.
Het onderscheid ,ussen keurings
arts en „gewone" medicus zou de
vertrouwenspositie van deze laatste
beschermen. Iets dergeiyks is im
mers ook het geval ten aanzien
van controlerend geneesheer
huisarts.
Als men na dergelijke maatregelen
nog bezwaren houdt, tegen de
blcedproef zou de positie van de
keurende arts tegenover zijn
Herziening
WU kunnen ons natuurlijk ook
afvragen of het niet nodig is om de
hele strafbaarstelling en bestraffing
ian het rijden onder invloed te her
zien. Dit is nu al van een aanhang
sel van een onveillgrijden-artikel
„gepromoveerd" tot een apart mis
drijf en het wordt thans veel hoger
opgenomen dan een jaar of zeven
geleden. Niet zozeer doordat de pu
blieke opinie tot inzicht is gekomen
als wel vooral doordat de rechtspraak
welbewust de handhaving van „arti
kel 26" heeft verscherpt.
Dit is een schoolvoorbeeld van
„sturend strafrecht", dat echter het
gevaar in zich houdt dat de rech
ter „algemene regels" gaat geven (in
casu: .Altijd een onvoorwaardelijke
celstraf opleggen") hetgeen niet tot
zijn bevoegdheden behoort. En deze
ontwikkeling heeft het ontstaan van
een bloedproefprobleem natuurlijk ln
de hand gewerkt.
Aan al deze problemen zou met een
klap een eind kunnen worden ge
maakt door de huidige formulering
los te laten en een vaste norm te
stellen. Bijvoorbeeld het rijden onder
iedere invloed van drank, of het stel
len van een bepaalde promilla-
gegrens van 0.5 (zoals in Zweden) of
0.8 (zoals nu net in Engeland ls in
gevoerd). Als het verkeer zich blijft
ontwikkelen zoals het dat nu doet.
zal een dergelijke .risico-aansprake
lijk, i ei d" (waarbij dus nog meer dan
nu van echte .schuld" wordt geab
straheerd- meer voor de hand gaan
liggen.
Dit zou dan wel verplichtstelling
van de bloedproef tot gevolg hebben
(natuurlijk alleen als er aanwijzin
gen van schuld bestaan». Als dit
zoals echt niet denkbeeldig ls
doorzet, kunnen we ons nog meer
dan thans afvragen of het verzet van
de medici wel zin heeft. Men kan wel
'n uitwijkmogelijkheid zoeken door
inplaats van de bloedprik, ademproe-
ven te nemen (zoals thans ln Enge
land).
Maar het ls en blijft een feit dat
iedere proef op dit gebied de bege
leiding van deskundigen node kan
missen. En, waar de psychiater er
geei bezwaar tegen blijkt te heb
ben om de rechter van advies te die
nen, is 't de vraag of de „gewone"
medicus er dan wèl verstandig aan
doet een belar.jrijke ontwikkeling ln
de strafrechtspraak te frustre
ren.