Groot en Klein Poelgeest Een bescheiden herinnering aan grotere tijden Kom er ACHT-er Kom er ACHT-er iniiiiiniwiiwiwiwiiiiiiMiiiiiiwiiMiMiiinw Paint it IATERDAO 3 SEPTEMBER I960 LEIDSCH DAGBLAD L.D -KXTRA I Het verhaal doet misschien een beetje „vorige-eeuws" aan, maar het geeft precies datgene aan, maar wij ons doorgaans bij het horen van de naam Poelgeest voor de geest halen. Het is overigens wel merkwaardig dat we in twee vori ge afleveringen ook al met Aleida van Poelgeest werden geconfron teerd. Tegenwoordig zeggen we dan, .dat de wereld klein is. Wie nu Koudekerk bezoekt, vindt in de Dorpstraat aan de kant van de Rijn het witte gemeentehuis. Te genover dit gebouw ligt in een wei landje, omgeven door rustieke slo ten, het enige restant van kasteel Groot Poelgeest: het linker toren tje van de ingangspartij. In 1933 is dit kleine souvenir van groter tij den door de Zuidhollandse Archi tecten Commissie gerestaureerd. Naast het gemeentehuis, iets meer naar het oosten, staat het voorma lig koetshuis van het oude kasteel. "Van het kasteel Klein Poelgeest, dat enkele honderden meters verder naar het noorden moet hebben ge staan, is volstrekt niets meer over. Groot Poelgeest was in zijn gloriedagen, die in de veertiende eeuw hebben gelegen, een „ridder matige hofstede", wat wil zeggen dat de bewoner de rechten had (maar ook de verplichtingen) die door de Hollandse Ridderstand wa ren geaccepteerd. Het goed was ver deeld in 45 achterlenen en was zelf weer leenplichtig aan de Hollandse graaf. In 1326 namelijk droeg Die- rick van Poelgeest zijn huis teza men met ongeveer 15 hectaren land op aan de Hollandse graaf Wil lem III, waarna hij het op de ge bruikelijke wijze weer in leen terug ontving. Het is waarschijnlijk deze Dierick van Poelgeest geweest, die zijn kasteel Oud Poelgeest in Oegst- geest heeft verlaten, en zich in Koudekerk heeft gevestigd. Het is zeer goed mogelijk, dat t oude stamhuis in Oegstegest door huwe lijk aam 't geslacht Van Alkemade is gekomen, maar daarover hebben wij de vorige keer al gesproken. Tijdens de befaamde Hoekse en Kabeljouwse twisten, die door de moord op Aleida opnieuw waren aangewakkerd, moest natuurlijk ook Groot Poelgeest als woning van één van de meest Kabeljauws-ge zinde edelen het ontgelden. In 1420 werd het huls volkomen ver woest. De herbouw kostte, vol gens de oude schrijvers, „wel 100 schilden", wat ongetwijfeld erg veel geld moet zijn geweest. Toch was dit nog lang niet het einde van alle narigheid: in 1489 werd het kasteel, in de laatste jaren van de befaam de twisten, nog eens met de grond gelijk gemaakt. Deze keer werd de herbouw niet zo snel ter hand genomen. „Wij le- Het jaartal boven de poort van het voormalige koetshuis van Oroot Poelgeest. h knoopje minder man rechts 2. hoed van vrouw 3. man links zijn boekje is weg 4. spiegeltje smaller in auto. 5. naamplaatje op auto 6. lettor veranderd op reclamebord 8. man rechts heeft vinger minder zen tenminste, dat Gerrit van Poel geest, met medewerking van keizer Karei V ermee begon. Nu blijkt ook uit andere stukken, dat deze her bouw maar gebrekkig was; alleen de allerbelangrijkste gedeelten zouden zijn vernieuwd. Pas in 1605 werd het kasteel in al zijn pracht her bouwd. Van een verwoesting in de ze tijd is niets bekend, zo dat de veronderstelling gewettigd is dat de positie (zowel financieel als poli tiek) van de heren van Poelgeest weer wat gunstiger was geworden. Dit wordt ook door andere feiten bevestigd, want het blijkt dat de ze nieuwe bouwheer, die ook Gerrit heette, bij de Staten van Holland en Friesland een verzoek had in gediend om de rechterlijke macht te mogen uit oefenen in de heer lijkheid Koudekerk. Daar hij en zijn voorvaders enige tijd een deel van de belasting-opbrengst had den moeten missen, werd hem de jurisdictie in zijn heerlijkheid verleend. Toch braken er voor Groot Poel geest nog moeilijke tijden aan. In 1705 werd het kasteel nogmaals ver woest. Enkele jaren stierf, in 1713, a« laatste telg uit het geslacht Poelgeest. Al enkele jaren was een Juridische strijd gaande over de eigendomsrechten van de heerlijk heid Koudekerk. Maria van Com- mersteyn, die het goed in 1692 for meel al had gekocht, werd op 28 maart 1714 officieel met de goede ren beleend. Zy besloot het kasteel te laten restaureren. Of hier vol ledig in is geslaagd, is niet hele maal duidelijk. Wel zyn er afbeel dingen bekend, die waarschyniyk het huis tonen na het herstel. Hier op ziet Groot Poelgeest er wel im posant, maar altyd nog bouwvallig uit. Het huis is in de daarop volgende jaren snel in soliditeit achteruit gegaan. Een honderd Jaar geleden stonden er op het eilandje aan de Dorpsstraat nog twee poort-toren tjes en de imgatngsparty. Tegenwoordig houdt alleen nog het linker torentje de herinnering le vend aan het eens hoefijzervormige kasteel. Over kasteel Klein Poelgeest la veel minder te vertellen. Het la, waarschyniyk, in het einde van de veertiende eeuw gesticht door een jongere telg uit het geslacht Poel geest. Op dit kasteel moet ook de al zo vaak besproken Aleida gewoond hebben. Het was van oudsher ook een leen van de graven van Hol land en het bezat enkele achter lenen. Door latere bewoners uit een ander geslacht werd het huls ver bouwd tot een min of meer recht hoekig gebouw met op de beide zy kanten brede uitbouwen ln de vorm van torens. Het was toegan- kehjk via enkele ophaalbruggen en had een hoog gelegen Ingang, die na een langs de gevel lopende trap kon worden bereikt. De laatste eigenaar, Jhr. Trip de Mareee, schonk het huis aan de stad Leiden. In 1832 werd het restant van het bekooriyke kasteeltje gesloopt en ln 1845 ver kocht de gemeente de grond voor zo*n 7000 gulden aan de gebroeders Snel uit Leiderdorp. Het plaatsje Koudekerk was In middels om preciea te zyn ln 1838 verbiyd met een brug over de Ryn, die de veerpont moest ver vangen. In deze Jaren telde Koudekerk 152 huizen, waarin totaal 1256 mensen woonden. Het Inwonerstal ls Inmid dels wel verdubbeld: de herinne ring aan Groot Poelgeest ls ln de ze zelfde tyd gehalveerd, zy het dan ook dat dit éne torentje nu alle belangstelling voor zich alleen heeftl Ed. Janson wrw/K Oticr mensen en dingen dicht bij huis Koudekerk aan den Rijn, een vriendelijk plaatsje met een oude historie, dankte zijn vroegere bloei voornamelijk aan twee om standigheden die minder toevallig zijn dan ze wel lijken. De laatste van de twee is het feit, dat de trekschuiten voor vrijwel alle richtingen het dorp aandeden. Het eerste en voor ons nu het belangrijkste is, dat in Koudekerk de beide kastelen van de heren van Poelgeest hebben gestaan. Van dit alles is nu nog maar bitter weinig oveir. Rest ons dus niets anders dan t« gaan graven in het verleden Diepe duisternis, slechts gebroken door enkele walmende toortsen, hing rond het Haagse Buitenhof, in de nacht van 21 op 22 september van het jaar 1392. Graaf Albrecht van Beieren blijft achter in zijn grafelijke vertrekken, terwijl zijn hofmeester Willem Kuser de vriendin van zijn meester naar haar Haagse woning begeleidt. Plotseling wordt de stilte verstoord door en kele snelle voetstappen. Willem Kuser trekt zijn wapen, maar tegenstand is nutteloos. Binnen enkele ogenblikken zijn zowel Aleida van Poelgeest, de Kabeljauws-gezinde vrouwe van kasteel Klein Poelgeest, als haar begeleider vermoord door de Hoekse edelen. In een weiland staat als enige restant van het kasteel Groot PoeU geest het ImliOr torentje van de ingangspartij. niet zwart, zoals de Rolling Stones willen, maar oranje, rood, wit, paars, geel, gifgroen, blauw, roze, zuurstok en pepkleur. Zo wil Hitweek het. In een van de laatste nummers van dit „vak blad voor twieners", dat volgen de maand een jaar bestaat, stond: „Ons lieve kleine beatlandje moet hipvlug een geweldig kleu- renlandje worden. Breng kleur in de bruine brouwerij. Doe iets aan al dat supersaaie bruin en supersuffe grijs, aan die o zo ge zellige baksteentoestanden en die eeuwig grijze lantaarn- en andere palen. Dit is dus gewoon een oproep!" In Leiden is er althans één meisje dat er gehoor aan heeft gegeven. Wij signaleerden haar in de Breestraat met een fiets die knalgeel was geschilderd, hier en daar omwonden met een zilverkleurige sellotape, terwijl de velgen paars waren geverfd. Tja, we moeten het toegeven, je kijkt er toch lanager naar dan naar zo'n alledaags supersuf zwart rijwiel. da? Naast het gemeentehuis vm Koudekerk staat dit oude, sobere gebouwtje: het voormalige koetshuis van de het niet meer bestaande kasteel Groot Poelgeest. Kunt u de acht afwykingen ln de belde bovenstaande tekeningen vinden? De Juiste oplossing vindt O elders op deze pagina.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 13