rnJÈÊ SCHEEPS BERICHTEN „rees. de zilveren hamer" GiyZE RONA na het zonnebad JSS aK'rwiï f™"-" 4Er - "oo 17 - 300 )AG 19 AUGUSTUS 1966 LEIDSCH DAGBLAD dagelijks vervolgverhaal Uit het noors vertaald door S. T. v. d. Nolle- Oomkens door Vera Hendriksen haalde de schouders op. k zou haar met plezier een lag geven, omdat zij zo'n kind zo van streek heeft gemaakt! ie en tegenzin schoten in Si- nhoog. a, een kind, zeg je, dat zou je fst zien dat ik was, een dom, kind, dat je als een stuk vee rhandelen! Op die manier zou ■ant raken aan het machti- iht Lade, dat was immers oeling. Zelf veroordeel je Si- omdat hij een rijk huwelijk n heeft, terwijl je net zo goed weet, dat het hem hoogstens ld, maar geen geluk heeft ge- Maar dat weerhoudt jou er in mij te verkopen terwille van aanzien! En waarom opeens aast? Verlang je er misschien Rannveig Haraldsdochter Bjarköy binnen te halen als rokken ben! heerst slingerde zij hem die in het gezicht, maar het was niet uit, of ze had er bitter i. Met geen enkel woord was iefje ooit tussen hen genoemd, ritte knokkels van Tores vuis- het roer omknelden, verrie- woede, maar zijn stem klonk toen hij antwoordde: kunt Rannveig hier beter houden. Na een poosje vroeg Wordt er over haar en mij rdereen weet, dat je met haar Zij zeggen, dat haar vader anselt als hij dronken is, om- haar verleid hebt, maar tegen rft hij niets te beginnen, om- een machtig man bent. gromde een serie verwensin- zijn gezicht was hard als toen hij haar toebeet: ■^Jeig zal nooit als mijn liefje Bjarköy komen, daar hoef je geval niet bang voor te zijn. r veel te goed voor' zij dan minder je liefje, als haar vader thuis woont? liet zich verbaasd ontvallen. zijn een heleboel dingen in jij geen verstand hebt, zei rtaf; van wie heb je dit mnvëig èn mij gehoord? zei zij ontwijkend, je weet mensen kletsen annveig heeft het mij nooit fl zei hij, en ik heb er nooit s| idacht dat het aan het licht men. nd dacht bij zichzelf: je hebt lit aan willen denken, maar -ze niet hardop. Zij had er al f Jan', dat ze zo'n gevoelige snaar ar broer had geraakt. 0 3( iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiim is hel ontstaan? J Dit woord: GEDWEE aast slede staat slee, naast E Eje staat snee, naast rede E It men ree, naast weide wei, ist koude kou, naast zijde zij, am st schade scha en zo kan i nog een poosje doorgaan. E zwakbetoonde e aan het le van het woord is dan op- j.aan in de hoofdklinker. Soms E e vorm met e geheel verlo- E [1 gegaan, bijvoorbeeld bij reu, fger reude en bij gedwee, dat het Middelnederlands ghe- E luidde. Gedwee is ver- E it met een Gotisch woord j= betekende: het goede.vrien- jk, deugdzaam. Deze beteke- E heeft het huidige gedwee inlijk nog. Men verstaat er ners onder: meegaand, on- worpen, mak, volgzaam. E llllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliü Ik had er beter niet over kun nen beginnen, zei zfj. Och, waarom niet, nu weet ik tenminste hoe de zaken staan, vond hij. Zeg Sigrid, ben je zo bits, om dat je met Olve gaat trouwen? Och Tore, ik weet 't zelf niet. Ze keek hem van opzij aan. Ze wist, dat ze zo iets niet behoorde te vra gen, maar ze kon het niet laten, de woorden kwamen vanzelf. Tore, houd je veel van Rann veig? Ben je gelukkig, als je met haar samen bent? Ja, zei hfj, wij zfjn samen heel gelukkig, ook al is niet alles zo als het behoorde te zijn. Hfj haalde diep adem, voordat hij verder ging: Sigrid, je moet niet denken, dat de man die ik voor je gevonden heb, een ruwe kerel is. Je vraagt of hij erg te keer gaat, als hij dronken is. Dp keren dat ik hem zo meege maakt heb, en dat is niet vaak, was hij juist stiller dan gewoonlijk. Overigens is het heel verstandig als een vrouw haar man niet tegen spreekt, als hij dronken is, voegde hij er glimlachend aan toe. Maar ik geloof, dat Olve je wel zal bevallen. Naar wat ik van de zcmer in Engeland heb meegemaakt, heeft hij meer moeite zich de meis jes van het lfjf te houden dan om ze te pakken te krijgen. Je moet je maar openhartig en eenvoudig gedragen, niet bang zijn en zo vriendelijk mogelijk dan zal het zeker goed gaan. Je moet niet denken, dat ik je hier graag kwijt wil, maar je bent nu eenaal volwassen en rijp voor het huwelijk. Ik heb er geen bezwaar tegen, wanneer onze naam met die van het geslacht Lade verbonden wordt, daar heb je gelfjk in. Het kan voor een man alleen maar nut tig zijn om machtige verwanten te rebben. Maar dat is in deze kwestie niet van het hoogste belang. Voor een man betekent het huwelijk niet oveel als voor een vrouw. Hij blijft uu eenmaal, wie hij bij zijn geboorte was, ook al trouwt hij een vrouw van mindere afkomst. Maar voor een vrouw staan de zaken heel anders, dat begrijp je best, als je goed na denkt, Sigrid. En een betere partij dan deze had je nooit kunnen doen. Ik was ook niet van plan, je zo maar zonder meer het liuis uit te schop pen en je aan je lot over te laten. Ik zal je daarginds opzoeken, zo dikwijls als ik kan, en als je moei lijkheden hebt, moet je het me la ten weten; ik zal je helpen, zoveel als in mijn vermogen ligt. Boven dien zal ik zorgen dat er zoveel be zittingen op jouw naam komen te staan, dat je nooit van iemand af hankelijk hoeft te Vorden. Dat zijn wij van Bjarköy niet gewend. Een warm en veilig gevoel door stroomde Sigrid. Nu was ze er zeker van, dat de band tussen hen beiden zou blijven, ook al zat zfj op Egge in Trondheim en hij op Bjarköj. En zolang ze kon rekenen op de steun van Tore, zou ze zich niet eenzaam en weerloos behoeven te voelen. Ze ving een glimp van hem op. toen hij an land sprong: zijn blauwe man tel wapperde in de wind, het ge vest van zijn zwaard schitterde stoutmoedig zag hij ei- zeker uit. Tore was met een paar knechts naar de haven gegaan om hem te ontvangen. En Sigrid in pronk gewaad stond met de andere vrouwen en het huispersoneel op het erf te wachten. (Wordt vervolgd) ADVERTENTIE «MCikj verzachtend en verkoelend Glyzerona Milk verzacht zonnebrand, voedt, versterkt de huid en voorkomt vervellen! TREKPAARD ERGERLIJK MISHANDELD (Van onze Enschedese correspondent) Een ergerlijk geval van dierenmis handeling heeft zich enige tijd ge leden voorgedaan in de buurtschap Buurse bij Enschede. Het heeft de politie veel werk gekost deze zaak uit te zoeken. Gisteren hebben de twee verdachten, landbouwers van beroep, (24 en 47 jaar) bekend een paard, dat een wagen met zand trok, met een zware ketting te hebben voortgesleept, waardoor het dier ten slotte dood bleef liggen. Tegen de betrokkenen is proces-verbaal opge- Het betrokken paard, een merry van ongeveer zeven jaar, had vaak kuren. Die dag moest het dier een wagen trekken waarop zand werd geiaden uit een put op enkele hon derden meters afstand van de boer derij van een weduwe de eigenares se van het paard. Een zoon van de weduwe en de andere landbouwer zouden het werk uitvoeren. In de ochtenduren gaf het paard reeds moeilijkheden. Het dier nam een spiong, waardoor het in een sloot t?iecht kwam. Met behulp van een zweep die vaak en hardhandig werd gebruikt, gelukte het die morgen drie wagens zand te halen. In de mid daguren bracht een zoon van de landbouwer een tractor. Toen het paard weer eens niet wilde trekken kreeg het een zware ketting om de ha.s, die aan de tractor werd be vestigd. Met de met zand beladen wagen achter zich werd het dier een zestigtal meters voortgesleept. Het paard bleef op een gegeven moment stokstijk staan en wilde steigeren. Het is toen gevallen en doordat de tractor bleef doorrijden gedood. Het dier is nog dezelfde dag op het slachthuis te Haaksbergen afgele verd als noodlottig. PANDA EN DE MEESTER GELDZAMELAAR 71. Panda nam zijn tivee zakken met geld op en liet Hyacinth dichtend achter bij zijn vuurtje van de ontwikkelingshulp. En na een hele dag en een hele nacht gelopen te hebben, kwam hij ten-i slotte weer thuis. „Alsjeblieft!" zei hij tegen zijn bediende Jolliepop. „Hier is het geld iceer dat ik uit mijn kluis heb meegenomen. Er is niets bijge komen en ik heb ook geen eerlijk baantje kunnen leren. Geld verzamelen is helemaal niet prettig. Je mag het alleen maar be waren en nooit uitgeven. Daar is niets aan! Nee hoor als iemand geld nodig heeft, wil ik hem het kunnen geven. Dat is veel leuker!" En de heer Geldmaker? Die was al zijn geld aan de belastingen kwijtgeraakt. Maar hij was al weer druk bezig aan een nieuwe verzameling. Daarvoor hield hij nu een collecte op de hoek van een straat en hij hoopte maar dat er veel mensen zouden komen die geld-uitgeven leuker vonden dan geld bewaren. Nee Simon Geldmaker heeft weinig van deze geschiedenis geleerd dat is duidelijk! EINDE VAN DIT VERHAAL Het Engelse team is gisteren op de Londense Oval de vfjfde en laat ste crickettestmatch tegen West-In- dië goed begonnen. De gasten, die van de reeks van vijf ontmoetingen er reeds drie wonnen en éénmaal tot een draw kwamen, waren voor 268 runs all out. Engeland scoorde in de 40 minuten tijd, die restten. 20 runs voor het verlies van één wicket. \V V- 39- A. RECHTER TIE EN DE MOORD IN HET FORT 29. Kolonel Mow heeft plaats genomen achter zijn bureau, een eenvoudige ijzeren kist geopend en twee verzegelde enveloppen te voorschijn gehaald. Hij geeft er een van aan de Rechter en zegt: „In deze enveloppe zitten de voorwerpen die de onder commandant in een leer etui onder zijn maliënkolder droeg. De andere enveloppe bevat de inhoud van zijn bureaula. Onmiddellijk nadat ik iverd Ingelicht over de moord, heb ik deze voorwerpen verzameld en er een lijst van gemaakt. Er kan dus niet mee geknoeid zijn." De Rechter verbreekt het zegel en spreidt de verschillende voorwerpen voor zich uit op het bureau: een opgevouwen identiteitskaart van het leger, een koopbewijs van een huis, enkele persoonlijke brieven en een brocaten etui, bedoeld om zegels in op te bergen. Rchter Tie ziet tot zijn voldoening dat het etui leeg is. Hij had niet anders verwacht. „Neemt u me niet kwalijk, kolonel", zegt hij tot Mow „Maar ik meen te weten dat een officier verplicht is altijd zijn ze gels bij zich te dragen, omdat het veel te gevaarlijk is als het in vreemde handen terecht zou komen. Die regel gold des te meer voor onder comJmandant Soe, die alle officiële stukken afstempelt. Kunt u mij een verklaring geven voor het feit dat Soe's zegel niet in dit etui zit?" DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 598. Verheugd sprong de man op, rvaardoor het volbeladen vlot gevaarlijk aan het schudden en slingeren raakte. Met een ruk trok hij de hoge hoed van het hoofd om daarmee de aandacht te trek- „Ahee", riep hij luid. en opnieuw „Ahee', want Ahoyvond hij niet deftig genoeg klinken. Misschien kwam het wel daardoor dat Bram aan boord van het goede schip Kobanje niet dadelijk de vlot- reiziger opmerkte, hoewel aan zijn scherpe blik gewoonlijk weinig ontging. Ditmaal was het evenwel scheepskat Karo, die een poezepoot in de verte strekte en uitriep: Vlot." Bram knikte. „Je hebt gelijk, ,,'t Is zeker een vlotte rets dit keer. Als het zo doorgaat Hij werd door Karo onderbroken. „Ik bedoelvlot aan stuurboord. Er staat een man op. Hij zwaait met een hoge hoed". Bram begon smakelijk te lachen, want hij geloofde geen woord van Karo's verhaal. Maar onwillekeurig keek hij toch in de aange geven richting en toen zag hij het zelf. Een schipbreukeling, met een hoge hoed? Vele jaren bevoer hij al de zeven zeeën, maar van zoiets had hij nog nooit gehoord. '-E,*-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 15