Gé Hofenk Nederlandse artiesten vinden in Antwerpen hun hoofd dak boven TOPPERS er ACHT-er Illegaal Feodaal Drijfveer JATEBDAG 23 JULI 1966 LEIDSCH DAGBLAD L.D.-EXTRA 5 DE ZAAK VOOR LET DE ZAAK VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN In Antwerpen bestaat geen woningnood. Er staan zelfs huizen leeg. In elke straat wel een paar. Grote, ouderwetse „kasten" en bescheiden huisjes. Veel van die huizen zijn te huur en de eigenaars willen dat wel weten. Ze adverteren in de kranten of plaatsen raamadvertenties, die zusterlijk in de vitrines hangen naast annonces waarin een „deftige werkvrouw" of een „dagmeid voor bar" wordt ge vraagd. Veel Nederlanders komen op die lege huizen af. In de agglomeratie Antwerpen (ruim een half mil joen inwoners) wonen op het ogenblik al zo'n tien duizend Hollanders, onder wie nogal wat kunste naars. Dat het leven in België wat duurder is dan in Nederland nemen zij graag op de koop toe. De huren, die zij moeten betalen zijn bepaald niet hoog, maar ook niet extreem laag. Een groot huis doet 200 a 300 gulden per maand. Wie niet al te hoge eisen aan ruimte en comfort stelt, kan tussen de f 75 en de f 150 al heel goed terecht. Schrijver Remco Campert verwoont in een groot oud huis met een stuk o ftien kamers f210 per maand en dat is volgens zijn vrouw Lucia (27) „toch geen geld". Het huis heeft geen centrale verwarming. Overal staan gashaarden. De gasrekening is zo hoog dat er geen geld om een auto te kopen overblijft. Striptekenaar Fred Julsing (24 en medewerker van Marten Toonder; eigen strip in voorbereiding) is met zijn vrouw Anita verhuisd van een bijzonder goed kope bovenwoning in de Jezusstraat naar een grote kast in de Allewaertstraat, die 225 gulden huur doet. Rupert van der Linden (35), die onder meer de rebus van het Algemeen Handelsblad tekent, betaalt voor een zaal van een sluite aan de deftige Amerika- lei f 110 per maand en vindt dat een redelijke huur. Ongeveer evenveel is kunstschilder Pieter Segers (28) kwijt voor een ruime bovenwoning. Actrice Shireen Strooker (30) en dochtertje Devika delen een eenvoudig en goedkoop huis in de Herto ginstraat met Peter van der Driessen en diens vrouw. Van der Driessen, een Nederlander, is inspeciënt bij het Nederlands Kamertoneel in Antwerpen, het gezelschap waar Shireen Strooker werkt. Shireen, die niet naar België kwam voor een huis, is één van de weinige Nederlandse kunstenaars die zich niet in Antwerpen thuisvoelt. Ze mist haar vrienden, ze mist de schnabbels bij de tv, ze mist Amsterdam, ze mist de status die een actrice in Ne derland heeft. Ze mist dat allemaal zo erg dat ze teruggaat. Ze heeft een contract gekregen bij de Nieuwe Komedie en gaat wonen in Amstelveen. Heel tevreden met Antwerpen is daarentegen bij voorbeeld Lucia Campert, die in Sanne Sanne foto film „Santa Lucia" optreedt. L:i a Cam 'C t met haar dochtertjes Cleo en Manuela op het balkon van hun Antwerpse kasteel". „Het nare van dit land is dat fascisme en rassendiscriminatie er zo openlijk bedreven kunnen wor den. Er zijn hier heel wat kroegen verboden voor Marokkanen en Al gerijnen. In De Leeuw van Vlaan deren zit het Horst Wesscllied in ..Kijk, lk wil graag leven en er uit zien zoals ik het wil en ik het verkies. Ze kijken je hier na als je in een lange broek loppt. Het is een provincieplaatsje". „Ik mis mijn Hollandse vrienden. Ik nns de gezelligheid van Amster dam. Daarom ga ik terug". C .De Belgen, ook de linkse Belgen. Wolmode Wit Deiieiïiarkeil maken er zich geen zorgen over. Maar wij Nederlanders zijn ge woon allarg-soh voor alles wat naar fascisme en rassendiscrimina tie ruikt. Als hier in België met fascisten gevochten wordt dan ge beurt dat altijd door Nederlanders, wy zijn een agressief volkje". „Antwerpen is dank zij al die Nederlanders zeker aan 't veran deren ook in artistiek opzicht. Goed. we zijn nog wel niet zo ont zettend groot in aantal, maar we hebben wel een grote mond. Be scheidenheid is niet onze groot ste deugd. Bovendien zitten er hier Nederlandse kunstenaars met ta lent. In de eerste plaats natuurlijk ik zelf. en verder Campert. Segers. Gerd Faber. Van der Linden, Van der Lek. Ik geloof dat Antwerpen kan worden wat Amsterdam in de tijd van de vijftigers was". Waarom is de Nederlandse kun stenaarskolonie uiteindelijk toch nog betrekkelijk klein. Aan het woord is Lucia Campert: „Een heleboel Amsterdamse vrienden vonden het geweldig hoe wy hier woonden. Ze zeiden: „DAt doen wij ook". Maar blijkbaar is het moei lijk om je van Amsterdam los te maken. Ze komen tenminste niet". „Natuurlijk, je moet ook wel wat laten schieten. Maar ik heb toch niet het gevoel dat ik veel mis, al vind ik het wel leuk om 's zomers een paar maanden in Amsterdam te zijn". „Gevaarlijk is zo'n groot huis wel. Je raakt gewend aan die zee van ruimte. Je wilt niet meer klei ner wonen". „In dat extraverte vak van mij is het vreselijk belangrijk om te blijven waar ze Je kennen waar ze weten wat ze aan je hebben. In Nederland is een acteur bovendien iemand. Hier telt hy niet mee. Er gebeurt in Holland op toneelgebied ook veel meer dan in België". u de acht af wy kingen in de beide bovenstaande tekeningen oden? De Juiste oplossing vindt U elders op deze pagina. Je wordt er gebombardeerd met andermans ideeën, andermans me ningen. Iedereen weet overal alles van. Er worden hooglopende ruzies gemaakt over onbenulligheden. Laat ze elkaar maar kapot maken." „In Amsterdam hangt een de pressieve sfeer. Het is een stad ge worden van geldverdienertjes, van afgunst. Antwerpen is na Amster dam een verademing. Je kunt hier rustig leven en werken". „Antwerpen is op een prettige manier wat ouderwets. Het gelooft nog in de goede verschynselen van kunst. Je hoeft hier niet koste wat het kost modern te zijn. En het is leuk om met Vlaamse kunstenaars om te gaan. Sommigen hebben échte hallucinaties". „De atmosfeer in de randstad Holland is verpest. Als je op de kaart kykt en je ziet hoe het groeit hoef je al niet meer. De randstad is ziek". Rupert van der Linden: „Ik heb In Amsterdam niet lang naar een kamer gezocht. Als je er werkelijk iets wilt hebben kryg je op den duur wel iets. Maar ik vond het wel goed. Ik was niet aan Amster dam gebakken. Op de dag dat ik hier aankwam w-ist ik al dat ik nooit meer terug zou gaan. Maar je hebt Nederlanders die hier hele maal niet kunnen aarden. Die ver dwenen ook snel weer." Segers: „Je moet hier niet alleen naartoe gaan voor een huis. Dan loopt het mis. Je moet ook niet de mentaliteit hebben van: „Ik kom hierom te wonen en als de Belgen daar iets tegen hebben krygen ze wel een tik op hun achteriyke kop". Van dat Nederlandse superio- riteitsgedoe moeten ze hier niets hebben. Trouwens, al dat ge zwets over die stomme Vlamingen is onzinnig. Pas maar op voor de jongens, die hier lopen na te den ken". Van der Linden: „Er zyn veel Nederlanders naar Antwerpen ge gaan met de verkeerde instelling. Op van de zenuwen kwamen ze hier aan omdat ze gehoord had den dat er huizen leeg zouden staan. Ze stonden soms midden in de nacht by een huisbaas aan de bel. Maar dacht je dat zo'n man nu lag te popelen om aan één of andere overspannen Hollander een huis te verhuren?" Er zyn al huisbazen die niets meer met Nederlanders te maken willen hebben. Je kunt ze geen on gelijk geven als je hoort wat Hol landers hier allemaal uitgehaald hebben. Ze kruipen illegaal in hui zen, tappen gas en licht af en ver dwenen dan weer met achterla ting van een enorme rotzooi. Dat soort mensen zorgt er voor dat alle Nederlanders hier met enig wan trouwen bekeken worden". Segers„Amsterdamse provo's hebben hier erg vervelend gedaan. Ik heb niets tegen provo's, maar ze moeten in Amsterdam biyven. Pro vo past by Amsterdam. Die jon gens hebben gedacht dat wat voor Amsterdam geldt automatisch ook van toepassing is op Antwerpen. Maar zo is het niet. De politie heeft er een heel stel het land uitgezet". Tekenaar Fred Julsing: „Ant werpen heeft nu eenmaal de Image een ontzettend fyne stad te zyn. Het wemelt hier niet alleen van de Nederlandse provo's, maar ook van de Duitse en Engelse beatniks. Daar ervaren wy nu de nadelen van". Lucia Campert: „Het komt ook door de kranten. In De Post (ge ïllustreerd weekblad voor Vlaande ren) hebben ontzettend smerige in sinuerende stukken gestaan. De fo to's over katten stelende en opvre tende provo's waren geënsceneerd. Ab Pruis (Amsterdams fotograaf) had uit het asiel een dooie kat ge haald". Natuurlyk, we trekken ons van al dat geschryf niets aan. Maar je merkt wel dat er over gepraat wordt, dat je soms met scheve ogen bekeken wordt, vooral als je als vrouw in spijkerbroek op straat loopt. Want dat vinden ze hier heel gek". „Overigens zyn de mensen in de winkels altyd erg vnendelyk. Maar in de café's wordt je uitgedaagd met plagerytjes over Hollandse kaaskoppen en zo. Dan moet je je verdedigen met het woord. Pak je het goed aan, verkoop je een paar kwinkslagen, dan zeggen ze: „Neem een pint". Maar ik wordt meestal boos. Ik denk dan: is het nu in 's hemelsnaam nodig daar weer over te beginnen". „De achtergrond is natuurlyk dat de Belgen een minderwaardig heidscomplex hebben. De meesten geven dat trouwens ook wel toe." Fred Julsing zegt er dit van: „Veel Belgen nemen een merk waardige. gefrustreerde houding tegenover de Nederlanders aan. Dat komt niet alleen door de provo's, maar ook door de Holland se zakenmensen, die hier de naam hebben bijzonder uitgeslapen te zyn". „Er is in België maar een kleine groep die over de grenzen heen- kykt. Daaronder heb je een hele grote, ontzettend domme Bour- geoislaag". „Je kunt je natuurlyk verschrik kelyk gaan ergeren aan die kleine, wantrouwige Belgen, die vanuit hun pluche kamers naar de Neder landers kyken. Dat moet Je niet doen. Want Antwerpen is verder een geweldige stad". „België is een verschrikkelyk ouderwets land met alle voor- en nadelen vandien. Het is officieel wel democratisch, maar het heeft toch nog allerlei trekjes van het feodale kapitalisme. Op de kanto ren lopen de meeste mensen by- voorbeeld nog in die grauwe stof jassen rond". „Voor de winkels en de kroegen is hier geen sluitlngstyd. Je hoeft hier niet te leven op de klok. Je hebt hier nog honderden van die brouwerytjes die nog net de kop boven de bierkraag weten te hou den. Campert zei laatst dat je van hieruit pas goed kunt zien dat Ne derland een verschrikkelyk modern land aan het worden is". 1. veertje op hce.d van man rechts 2. verkeersbord 3. raampje meer in flat 4. boekje op de grond 5. broek van jongetje langer 6 televisie antenne 7. vuilnisbak 8. boomstam „De kinderen hebben het hier wel naar hun zin. Zelfs Cleo gaat al naar school. Halve dagen, 't Is hier wat je noemt een deftige buurt met deftige kinderen die op school nooit joelen of zo. Dat is wel een beetje jammer". Tenslotte Shireen Strooker. Zij zegt: „Ik heb by het Nederlands Kamertoneel een hele fyne tyd ge had. Ik heb er ontzettend veel ge leerd. Maar ik wil ook weer wat bulten het theater doen, wat schnabbelen. Daar kryg ik hier bij na geen kans voor". •+C Een modeplaatje uit Denemarken. Deze twee charmante meisjes tonen gebreide modellen van de Deense ontwerpster Jette Holmcn. Geschikte kleding voor zomers als die van 1966. Kom er ACHT er Er heerst in het huis een wat lo me ontspannen atmosfeer. Lucia zegt: „Je moet me goed begrypen. We hebben er lang over gedaan om hier te wennen. In Amsterdam hadden we een totaal ander leven. We zagen er iedere avond in De Kring dezelfde mensen. Hier zyn zesduizend café's. Er is geen slui- tingstyd. Je hebt hier daarom geen artiestensociëteit nodig. Het is wel goed om weg te gaan uit de stad waar je altyd woon de. Om je los te maken uit een omgeving waarin je bezig was vast te ..roesten". De Camperts zyn niet de enige Nederlandse kunstenaars in Ant werpen. Er zitten er meer. Byvoor- beeld de tekenaars Rupert van der Linden, Rob Peters en Fred Jul sing, de actrice Shireen Strooker en de schilders Hans van der Lek en Pieter Segers. De woningnood in de Randstad Holland is voor de meesten wel de grote dryfveer geweest. Niet voor Pieter Segers. „Ik heb myn huis in Amsterdam verkocht", zegt hy. „De mentaliteit in Holland deugt niet. u je teruggaan als je voor ifde geld in Amsterdam net huis kon krijger, als hier uitwerpen?" ^ee", zegt Lucia Campert. het moment niet. Remco niet. Amsterdam is een zettend enerverende staa. :s komt op je af. Het ge- k gaat er altijd over: „Wat je op het ogenblik, waar 'je mee bezig?" Iedereen zich met je. Antwerpen Deze stad eist je niet je vrij. Je kunt hier jé leven leiden. Er is ook zo veel verkeer". De wonen nu al ruim jaar in Antwerpen. In in de rustige Gounot- vloer van de suite op de grond ligt parket, waarover p blote voeten loopt. Ma- (5) is naar school. Remco Cello (2) knoeit op de veranda. Katsen- >es, slaapt in het, tuintje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 11