RAMSES SHAFFY Tom Letirer toerisme Nieuwe shov is op komst Kom er ACHT-er J Rusland Leiden Liedjes Mezelf zijn" I Ambitieus Plaat Vakantie vieren ii een kerseboom..., ■ATERDAO 18 JUNI 1968 LEIDSCH DAGBLAD LD-Bri J TWEE jaar lang heeft „Shaffy Chantant" volle zalen getrok ken, twee jaar lang hebben de mensen zich voor een thea ter verdrongen om een kaartje voor de show te bemach tigen. Tweede pinksterdag was dat afgelopen. Toen heeft het cabaret-ensemble van Ramses Shaffy (met Liesbeth List, Loesje Hamel en Polo de Haas) zijn laatste voorstelling gegeven. Dit betekent echter niet het einde van de cabaret-loopbaan van Shaffy: hij hoopt spoedig een nieuw programma te bren gen. Het lag in de bedoeling de première ervan in september te geven, maar omdat de teksten dan waarschijnlijk nog niet klaar en zeker niet ingestudeerd zullen zijn, zal het wel enkele maanden later worden, voordat Ramses Shaffy de belofte die zijn eersteling inhoudt, waar zal kunnen maken. Ramses heeft zich nu in een vil la in Amersfoort teruggetrokken om de inhoud van zijn nieuwe show te schrijven. Alle liedjes en de muziek zullen ook weer van zUn hand zijn. „Of ik het helemaal alleen in dat huis zal uithouden, betwijfel ik. Ik ben een enorm gezelligheids- dier en wat is er in Amersfoort te doen?". ders: Je speelt het stuk maar één keer, je legt alles wat de schrijver heeft bedoeld in je spel en dat kan" Ramses Shaffy, 32 Jaar geleden in Neullly (bij Parijs) geboren, heeft een Russische moeder en een half Egyptische, half Franse vader. Op zesjarige leeftijd ging hij met zijn ouders mee naar Nederland. Het gezin vestigde zich in Leiden. Tot zijn zeventiende jaar is Ram ses in de Sleutelstad gebleven, hij volgde het middelbaar onderwijs in Wassenaar. Nadat Shaffy de toneelschool in Amsterdam had doorlopen, werd hij geëngageerd door de Neder landse Comedie, bij welk gezel schap hij acht jaar bleef. Na ver der nog enkele jaren zelfstandig te hebben gewerkt besloot hij aan een oude wensdroom gehoor te geven: het stichten van een eigen cabaret. Ondanks dat vele kennissen hem dit afrieden, zette hy door. Nu kan hij glimlachen om de defaitistische meningen, welke hij toen te horen kreeg. Bij voorkeur speelt Ramses Shaffy van Anouilh en Tsjechow. „Hij roept de herinnering aan Rusland in mij wakker, al ben ik er nooit geweest. Dan voel ik mij gelukkig! De Russische mens, meen ik, leeft bewust. Net als hij kan ik uit een absoluut melancholieke bui plotseling intens gelukkig wor den. Dat overkomt mij wel, wan neer ik de schoonheid van iets leer kennen. Eerst hield ik niet van de composities van Debussy, al speelde ik ze. Nu zie ik de grote kracht van deze componist: zijn muziek is Frans, typisch Frans en men moet van Frankrijk houden om Debussy te kunnen waarderen. Ik ben gek op Frankrijk en de Fran sen, hoewel Amsterdam mijn gro te liefde is". Sinds zijn zesde jaar speelt Shaffy piano. Hij heeft een klassie ke opleiding gehad: eerst was Day Owens, een leerling van Robert Casadiesus, zijn leermeester, later de Nederlandse componist Leon Or- theL „Dit alles neemt niet weg, dat ik ook veel van andere muziek houd. Ik ben bijvoorbeeld weg van jazz. Nina Simone (soms wil zij maar al te goed laten uitkomen dat zij behalve zingen ook goed piano kan spelen, zoiets van de Jazz-zangeres met conservatorium -piano) en Sarah Veughan vind ik geweldig. Ook luister ik graag naar beatmuziek. Zo heeft bijna alles wat ongekunsteld wordt ge daan, mijn voorkeur". tr „Dat ik een eigen cabaret-groep heb vind ik erg leuk", zegt Ramses. „Het plezierigste is wel dat ik, als ik nu optreed, mezelf kan zijn. Ik ben niet aan de wensen van de re gisseur of van de schrijver gebon den. Bij het toneel moet de acteur elke gedachte van de auteur weer geven, bovendien moet hij dat met veel overtuiging doen, al vindt hij dat een ander woord in die passa ge op zijn plaats zou zijn. Volgt hij de aanwijzingen niet op of kan hij dat niet, dan zal zijn roem als toneelspeler nooit groot worden- Daar komt dan nog bij dat elke uitvoering precies, maar dan ook letterlijk precies, ge lijk moet zijn aan de voorgaande. In het begin is dat wel fijn, op den duur gaat het vervelen. Je gaat dan op je routine spelen en de „Schwung" Is er voor een deel af. Bij de televisie dat vind ik een prachtig medium is het an- Kunt u de «cht af wütingen ln de belde bovenstaande tetenlngen Tinden? De Julete oplossing vindt D elder» op deze pagina. „Mijn liedjes zijn niet in bepaal de categoriën onder te brengen", zegt hij fel, benadrukt door heftig gesticuleren, wanneer wij hem vragen welk soort liedjes hij maakt. „Het zijn liedjes, liedjes, liedjesgeen liederen, geen gezan gen, maar liedjes! In het schrij ven ervan heb ik veel genoegen; ik leg er mezelf volkomen in. De ene keer heb ik het geheel in een minimum van tijd uit de pen, de andere keer zit ik er enorm op te zweten, maar het blijft altijd spon- „Wanneer ik my niet genoeg kan concentreren, wordt myn werk waardeloos. Dan zink ik van de grootste positieve kracht tot de grootste destructiviteit. Het schrij ven zal voor my, hoeveel inspan ning het my ook mag kosten, al tijd een plezier blijven. Nooit, nooit", zyn ogen fonkelen, zijn ar men spreidt hy als wil hy de he le wereld onarmen, „zal ik van de muziek uitgaan! De laatste tyd speel ik ook vaak jazz met Louis van Dyk: geweldig". kocht. Bovendien is van de „Shaf fy Cantate" een singletje uitge bracht. Deze laatste versie, waar in de zangers worden begeleid door een orkestje, prefereert Ramses boven het lied dat hy elke avond op het toneel bracht. De cantate heeft bekendheid gekregen, nadat het cabaretensemble voor de te levisie was opgetreden. De kranten waren vol lof: unaniem gaven zij de cabaretiers een grote toekomst. Om de grammafoonplaat aan te pry zen zyn enkele recensies op de hoed gedrukt. Zo wordt onder an dere beweerd, dat Shaffy en de zijnen iets geniaals over zich heb ben. „Ik vind het enorm gênant, dat men het woord geniaal ten opzich te van ons durft te gebruiken. Hoe kan men ons vergelyken met een Bach, Rembrandt of Michelan gelo?". Met de waarschyniyk van' zijn moeder geërfde Russische harstocht zwaait hy met zijn armen, werpt hij hoofd achterover en schreeuwt: „Het is een enorm schandaal". „Maar," voegt hy er na een paar seconden aan toe, „wy zyn ons er heel goed van bewust dat wij iets presteren, dat wij talent hebben". „Ik ben integer, integriteit is het begin van het succes. Ik ben IJdel, ij delheid siert de man. Toch gaat het my niet om het beroemd wor den. Ook vind ik het bebelangrijk of men mij op straat naldjkt en fluisters: daar gaat Ramses Shaf fy, je weet wel, hy heeft het Nederlands cabaret nieuw leven ingeblazen. Sterker nog, ik stel er helemaal geen prijs op, want ik moet kunnen leven zoals ik dat wil, maar lopen er steeds mear horden mensen achter my aan, dan is het met myn vryheid gedaan. Mijn IJdelheid bestaat eigenlijk uit stre ven zoveel mogelijk te bereiken, het is dus correcter te zeggen dat ik ambitieus ben". Naast alles wat Ramses voor pu bliek doet, schildert hU ook nog. „Niemand zal myn schil! ken ooit te zien krijgen", hy er iets over vertellen, alleen maar portretten sch bijna fotografisch geiykend schilder zou mijn werk wen: ik verdun de olieverl vreseiyke wijze" Zegt hy dit uit y delheli meent hy het: is het mogtU iets op artistiek gebied irii. fy's handen niet geslaagd IIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Serge Sitniah i iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Hoe groot het succes van Shaf fy wel is, bhjkt uit het feit dat van de begin dit jaar uitgebrachte langspeelplaat van zyn Chantant reeds 7000 exemplaren zyn ver- (Van onze correspondent in Washington) Een literair en politiek caba ret is in Amerika niet zo'n bloeiend instituut als bijvoor beeld in Duitsland of in Frank rijk. Humor, of wat daarvoor doorgaat, vindt men in de Ver enigde Staten vrijwel alleen op de planken van revuetheaters of in komische films en toneelstuk ken. Cabaret is schaars en als men het vindt, nog vaak ge ïmporteerd, zoals vorig jaar het geval was met ,The establish ment" (uit Londen) en „Das Kommödchen" (uit Düsseldorf Eèn van de uitzonderingen op de regel is het cabaret „Hungry I" in San Francisco, dat nu al jaren bestaat en waar de paar vermaar de cabaretiers die de Verenigde Staten hebben voortgebracht (zo als Dick Gregory en Mort Sahl), nog altijd nu en dan te zien zyn. Een andere cabaret-ster die soms in de „Hungry I" te zien en te beluisteren is, is Tom Lehrer, één van de interessantste verschijnin gen op het kleine Amerikaanse ca barettoneel. Van huis uit is Lehrer mathema ticus van Harvard en op dit mo ment doceert hy zelfs wiskunde en statistiek aan Harvard en MIT bei de in Cambridge, Massachusetts. Alleen van 1957 tot 1960 maakte Lehrer van cabaret een beroep voor hele dagen. Nu treedt hy alleen nog te hooi en te gras op en schrijft hy teksten en liedjes voor anderen, zoals voor het inmiddels weer van de Amerikaanse televisieschermen verdwenen cabaretprogramma „That was the week that was", het equivalent van het voormalige Ne derlandse „Zo is het het Amerikaanse leger, waarvan hy verder zegt dat het zó democra tisch is, dat het niet alleen meer geen onderscheid maakt ten aan zien van huidskleur, geloof of ras van de militairen, maar ook niet meer ten aanzien van hun be kwaamheden. SPOTTER „VERKNOEID" Lehrer is een uitgesproken intel lectuele spotter. De teksten die hij tussen zyn liedjes in spreekt, zyn allemaal in die krampachtige on zinnige stijl, die aan Amerikaan se universiteiten opgeld doet en die men soms ook in 't taalgebruik van Nederlandse hoogleraren en stu denten kan ontwaren. En de heilige huisjes die hij omvergooit, zijn vaak intellectuele bouwsels, zoals het Oediipus-complexde cultuur in Mexico en het liberalisme in de kerk. Daarnaast is een belangrijk ele ment in zijn humor de zogenaam de „sick joke" de zwartgallige grap die Lehrer geperfectioneerd ïykt te hebben. In een liedje met de titel „Ga mee, duiven vergiftigen in het park" biyft deze zwarte humor nog binnen de bekende grenzen. Maar in andere songs, zoals die over de atoombom en de mogelijkheid van een kernoorlog, gaat deze humor een grimmig huwelijk aan met de politiek. Een liedje als „So long, mom, i'm off to drop the bomb", een oor logsliedje voor de derde wereldoor log, door Lehrer vast nu geschre ven omdat er straks misschien geen tijd voor zal zyn, noodt bepaald niet tot onbezwaard lachen. Vooral niet omdat de uitstekende poite van het liedje is dat de bommenwerper piloot met zym atoombom zijn moeder tot slot toezingt: „Tot ziens als de oorlog voorbij is, over an derhalf uur". als iemand iets doet en wij vinden het niet goed, wie zijn het die dan interve niëren? Verenigde Naties en OAS Zij hebben hun nut neem ik aan maar het zijn onze mariniers, die gaan. Lehrers vernietigendste liedje is gericht tegen de raketexpert Wernher von Braun, die eens voor Hitier de beruchte V-l en V-2 ra ketten bouwde, maar die nu de grote man is van het Amerikaanse rakettenprogramma. In dit liedje komt bijvoorbeeld een passage voor, die vrij vertaald luidt: Noem hem geen hypocriet, politiek boeit hem niet, als raketten eenmaal suizen, wien kan het dan schelen, dat zij vallen op huizen, dat is niet mijn terrein, zegt Wernher heel fijn. En het slot van het anti-Braun liedje: Ook u zou een held kunnen zijn, misschien, als u terug leert tellen naar nul vanaf tien in Duits of Engels ben ik goed in countdown. En ik leer nu Chinees zegt Wernher von Braun. voor de typische grappenmakerij van de zich toch moreel bij de wereld betrokken voelende buiten staander, die Tom Lehrer is. Voor wie hooggestemde woorden en nobele doeleinden onaantast baar zyn, is er aan Lehrer weinig plezier te beleven. Integendeel, een grondige ergernis biykt zich mees tal meester te maken van diegenen, die de liedjes van de wiskundige uit Harvard niet waarderea hen geldt misschien de bout» Lehrer lanceert op de omsli zyn voorlaatste plaat: „Ah,: luisteren naar mijn liedje maar een menselijk wezen drongen zou voelen iets i tegen 'n vriend te zeggen schien een geliefd wezen te dan zou alles niet voor nl weest zijn. AANHANG In totaal maakte Tom Lehrer vyf langspeelplaten, waarop hy zyn eigen liedjes zingt en zichzelf aan de piano begeleidt. Eén van die platen heeft tot titel: „Een avond verknoeid met Tom Lehrer" en dit is kenmerkend voor de stijl waarin Lehrer werkt en zich aandient. Hij dry ft namelijk graag de spot met zichzelf en hy verafschuwt pom peuze zelf verheerly king, zowel wanneer het om een persoon gaat als ook wanneer het een universi teit, een legercorps of een natii betreft. Over zichzelf maakt Lehre grapjes als „het is een ontnuchte rende gedachte dat Mozart, toen hi. zo oud was als ik nu, al twee jaai dood was". Chauvinisme op bre dere basis rediculiseerde Tom Leh rer in songs zoals „Bright colleg< days", een parodie op het studen tenlied, en „It makes a fellow proud to be a soldier", een persi flage op de corpsliederen binnen POLITIEK Politiek speelt in Lehrers liedjes een grote rol. Zelfs de door de Ame rikanen voorgestelde mutilaterale atoomstrijdmacht voor de NAVO inspireerde hem tot een song, waar in hy de Westduitse vinger aan de atoom trekker betreurt (over de Duitsers zegt hy: ik moet toegeven, we leerden hun een lesje in 1918 en sindsdien hebben ze ons dan ->ok nauwelijks meer enige last be zorgd) en waarvan de slotregels luiden: De MLF moet Breznjew bang maken, ik hoop dat hy half zo bang is als ik". Amerika's vaak wat stoer-natio- xalistische buitenlandse politiek )Ogst kennelijk weinig sympathie jy Lehrer. Naar aanleiding van de mterventi met mariniers in de Do minicaanse Republiek vorig Jaar dichtte hy een vers, waarvan het begin luidt: Tom Lehrer krijgt in Amerika steeds een grotere aanhang; dat blijkt alleen al uit de verkoop van zijn platen. Die aanhang vindt men echter niet zozeer bij de idealis tische jongeren, die met een gi taar onder de arm en de haren tot op de schouders tegen de oor log in Vietnam demonstreren of ac tief zyn in de burgerrechtenbewe ging voor gelijkstelling van de ne gers. Lehrer apelleert vooral aan de wat meer wereldwyze intellectuelen die aan progressieve politieke over tuigingen een flinke dosis cynis me paren en die gevoel hebben Kom er ACHT-er 1. snor man rechts 2. wieldop links achter 3. rook van uitlaat 4. tas van man rechts 6. vrouw in venster heeft ketting 7. band hoed van man links Fruitgoed voor u! Dit kan een nieuwe toeristische slogan worden, wanneer het idee van de 42-jarige technicus J. Okker- man uit Soest aanslaat. Gedu rende de eerste drie weken van juli wil hij kersenliefhebbers een boom verhuren in een Tiel- se boomgaard, waar zij dan naar hartelust kunnen plukken, zich de tongen vuurrood eten of de kersen desnoods verkopen. Het kost vijftig tot vijfenzeventig gulden, inclusief het neerzetten van eigen tentje of caravan on der de boom. De heer Okkerman is zelf geen fruitkweker, komt trouwens zel den in de Betuwe. Het idee kwam enkele jaren geleden in- eens bij hem op: „kersenvakan tie". Het probleem was toen iemand te vinden die ook het praktische gedeelte van het denkbeeld kon uitwerken. Die persoon is gevonden. Er werd een advertentie geplaatst en de initiatiefnemers verwachten nu zo'n 200 a 300 reacties van be langstellenden. De gewone gang van zaken in een boomgaard is, dat de kwe ker het fruit tot een week voor de eerste pluk verzorgt. Dan wordt de pluk verpacht aan be langstellenden. Bij de „kersen vakantie" vindt dus een ver pachting in tweede instantie plaats. De inkomsten variëren van jaar tot jaar voor de pach ter, die nu echter vaste inkom sten heeft en bovendien geen onkosten maakt. Men kan des gewenst met het hele gezin de boom in. De heer Okkerman schat dat een boom 100 tot 300 kilo kersen bevat, zodat de amateur-pluk kers niet om werk verleg ven te zitten. Tegen ver), kan het plukmateriaal bruik blijven, waaronder i tel om de spreeuwen tt gen. Voor de heer Okkermoi de hele onderneming een' Het gaat om het spel, nifl! knikkers. Niettemin i erg leuk vinden als v een kersenvakantie gaai. den": het gezin Okkermai in elk geval het voorbei geval van sucecs wordt h heel het volgend jaar nog opgezet. Tiel blijkt er in t val drie weken lang eeni van fruitbaasjes aan I houden. TIJDvoorDE BLOEM Tips voorde verzorging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 8