Groningse politie spint 's nachts web voor verkeerszondaars '^eekeindbijlage Leidsch Dagblad Tekst: F. Koffijberg Toto's: ANWB p Een uur voor middernacht. Geruisloos heeft de politie een vrijwel ondoordringbaar kordon itlond de stad Groningen gelegd. Nietsvermoedende automobilisten en bromfietsers, die de stad in rel luit willen, zien plotseling in het duister een rood licht opflisen: stop! De meeste weggebrui- s ers in het noorden van ons land weten onder hand wel, wat er dan volgt: hun papieren worden uj itiwkeurig bekeken evenals hun voertuig, de goederen die zij eventueel meevoeren en niet de laatste plaats zijzelf (misschien staan zij op de lijst van gezochte personen, misschien o dat komt vaker voor hebben zij te diep in het glaasje gekeken en zich niet gestoord aan (t Verbond voor Veilig Verkeer en Sjakie Schram. Vrachtwagens worden f grondig geïnspecteerd. De J politieman links is een des- i kundige in het controleren van vrachtvervoer. deze categorie overtreders luidt, op gebracht. „ZESENTWINTIGERS" Speciaal voor die „zesentwinti gers" is de adjunct-directeur van het strafgesticht Banken- bos in Veenhuizen, waar alle ver oordeelde glaasje-op-en-toch-zelf- rijders uit het hele land terecht komen, naar Groningen gekomen om, evenals wij, de 2lste nacht controle mee te maken. „We krij gen er wel een", wordt hem verze kerd. „het is bijna elke keer taak". „U had hier een paar weken eer der moeten zijn", krijgt hij van inspecteur Nordholt te horen. „Toen hebben we een kerel naar het bu reau gebracht, die zo ontzettend dronken was, dat wij achteraf niet begrepen, hoe hij zijn auto nog op gang had kunnen krijgen. Hij had al diverse geparkeerde wagens ge schampt, toen hij een van de pos ten naderde. Van een afstand kon je al zien, dat er niets aan de hand was. Hij kwam aansukkelen met een gangetje van vijf kilometer en rea geerde niet op het stopteken, zelfs niet toen er met de lamp voor zijn voorruit werd gezwaaid. Pas toen we een harde klap op de mo torkap gaven, merkte hij dat er iets aan de hand was. We moesten hem helpen uitstappen en toen we hem loslieten, viel hij languit in het gras, niet bij machte om op te staan. Hij werd een beetje achter dochtig, toen een fotograaf een paar plaatjes maakte. Er worden toch geen foto's gemaakt, vroeg hij. Welnee man, zei ik, het bliksemt. Toen was-ie gerustgesteld". OP WEG Het is inmiddels kwart voor twaalf geworden. Wij stappen bij inspecteur Van Wijnen. de korpschef van de Harense politie, in de wagen. Het is deze keer zijn taak de controleurs te controleren. In de auto is een mobilofoon, zodat we alle gesprekken tussen het hoofd bureau en de posten kunnen vol gen. Plotseling zet de inspecteur de ontvanger wat harder: er wordt ge meld, dat twee jongens op een bromfiets op een stopteken hebben gereageerd door rechtsomkeert te maken en dat de achtervolging is ingezet. Bü de eerste post treffen we een meisje met een scooter aan, dat zegt haar rijbewijs te hebben ver geten. Maar zij heeft wel haar pas poort bij zich, zodat zij na het te kenen van een verklaring kan doorrijden. Een vrachtauto zonder kentekenplaat aan de achterzijde. Een busje met één achterlicht. De politie schrijft. Want dit is een van de principes van de gecoördineerde nachtcontrole: er wordt niet ge waarschuwd, elke overtreding wordt gehonoreerd met een proces-verbaal of „transactie". Volgens de leiding is dit dè manier om een goede pre ventie te bereiken. We stappen weer in de auto. De mobilofoon kraakt: er wordt een opbrengwagen gevraagd om twee arrestanten op te halen en een bromfiets. Juist, het zfjn de jongens van daarnet. (Later blijkt, dat zij zich schuldig hebben meege maakt aan joy-riding.) Hierboven: De mobilofoon is 'en onmisbaar hulpmiddel bij de gecoördineerde nachtcon- Rechts: Mag ik uw pa- Pieren zien?" De samenwer- ln0 blijkt duidelijk: links een vertegenwoordiger van de ge meentepolitie, rechts een man de rijkspolitie. Stop! Omrijden heeft geen zin: hier een rode lamp, daar een jde lamp, welke weg men ook neemt, bijna altijd stuit men iter op een stukje van die politie-ketting. Doorrijden is al even nloos: onmiddellijk wordt de achtervolging ingezet en het sig- alement van het voertuig doorgegeven aan de andere posten. lot twee uur vannacht blijft de d Groningen „het Amsterdam jji d het noorden", compleet met ros- buurt en kroegen die tot drie uur i zjjn hecht afgegrendeld, acht in en uitvalswegen wor- voorzover de verkeersdicht- |d dit toelaat alle passeren voertuigen aangehouden. Het ïisjlddelpunt van dit web, waarin men enkele uren tientallen over- jders worden gevangen, is het R:: »fdbureau onder de Martinitoren, ar een koortsachtige activiteit 'mA. Vla de mobilofoon-centrale men de meldingen binnen en wor- b de posten geïnstrueerd, tt ar worden de informaties inge- onen, registers nagekeken, staten enz. Overbrengwagens den heen en weer tussen het en de posten om ar- op te halen, om wagens mankementen naar het bu- te begeleiden en voor het la- van verklaringen, vijfenveertig man en vijf wagens zijn in actie. M 0 w kan men in Groningen elders met per- heeft te kampen dergelijke omvangrij- 'j^ffnachtcontrole zoveel politieman- i materieel vrijmaken zon- normale dienst in het hon- laten lopen? Hoe lukt het ze één, twee keer maand te jnn wren? „Het antwoord is heel ,t ij ftoudig", zegt inspecteur E. E. van de gemeentepolitie, samenwerking". in de eerste plaats de Rijkspolitie, district Gro- (o.l-v. majoor J. H. G. C. De basis hiervoor werd ,ur. - in het najaar van 1964, Pr. en de Rijkspolitie de Groningse dt meentepolitie ging helpen in de v" «gen de malafide wilde auto- e'; arkt. De derde partner in dit sa- >n. snspel werd de gemeentepolitie Haren (inspecteur-korpschef Later is daar de bijgekomen. De mo- van de posten worden door reservisten bediend, politiewet biedt de mogelij k- i voor samenwerking tussen billende korpsen, ook waar het gaat om optreden buiten het eigen territoir, maar tot dusver wordt daarvan alleen in Groningen een permanent gebruik gemaakt. Al meer dan een jaar. De voordelen zijn aanzienlijk, „juist in de nach telijke uren, waarin het personeels tekort bepaald voelbaar is", ver telt inspecteur Nordholt. „Bij deze gezamenlijke acties controleren wij ineens alles en iedereen, en dat zou praktisch onmogelijk zyn, als wij onafhankelijk van elkaar zou den werken. Door gebruik te ma ken van eikaars korpsen kunnen steeds complete patrouilles worden samengesteld". TWAALFDUIZEND De eerste gecoördineerde nacht controle werd in de laatste mei- week van '65 gehouden. In een jaar tijd volgden er, met wisselen de tussenpozen, nog negentien. In totaal werden ongeveer twaalfdui zend voertuigen gecontroleerd, met als resultaat 1.351 processen-verbaal en „transacties", terwijl 369 auto's en elf bromfietsen voor een technisch onderzoek naar het bu reau werden gebracht. Bijna de helft van het fikse aan tal processen-verbaal werd uitge deeld voor een betrekkelijk onschul dige overtreding: het vergeten van het rijbewijs of andere papieren. (Al doende leerde de politie- Tijdens de eerste acties werd iedereen die geen geldige papieren kon tonen, naar het bureau gebracht, met het gevolg dat er soms dertig, veer tig mensen zaten te wachten! Nu mogen vergeetachtige lieden door rijden, als zij zich kunnen legitime ren en een verklaring tekenen, waarin zij zeggen hun rijbewijs of kentekenbewijs inderdaad te heb ben vergeten-) Een minder on schuldig en ook veel voorkomend euvel was het hebben van gladde bartden. Dat was met 133 auto's het geval. Een verkeersdilect waaraan de politie heel zwaar tilt, is overtreding van artikel 26 van de Wegenverkeerswet, het besturen van een motorrijtuig onder de in vloed van sterke drank. Het afge lopen jaar werden tijdens de nach telijke acties zeventien „zesentwin tigers", zoals de politie-term voor De tweede post. Een jong paartje in een auto met één gladde ach terband. De politie is onverbidde lijk: de wagen moet naar 't bureau. Voor één gladde achterband? „Dat is gevaarlijker dan twee gladde achterbanden", zegt inspecteur Van Wijnen, „want bij het remmen trekt de wagen scheef". Maar de politie geeft ook service. Als een auto met gladde banden naar het bureau wordt gebracht, wordt een garagehouder uit zijn bed gebeld om nieuwe banden om te leggen. Men heeft ook verscheidene ma len mensen, die him wagen moes ten laten staan, met een politie auto naar huis gebracht. Het loopt tegen enen en er is nog steeds geen „zesentwintiger" gemeld. „Het is vanavond rustiger dan anders", zegt inspecteur Van Wijnen, die dank zij de mobi lofoon aardig kan volgen wat er wordt „omgezet". Bij de volgende post hebben we meer geluk: de kan tinewagen, die de mannen op wacht moet voorzien van koffie en worst jes, is net gearriveerd. Het werk gaat door: onvoldoende verlichting, slechte remmen, lekke uitlaten, maar geen „zesentwin tiger". Wel krijgen twee mannen bij het verlaten van een café, waar zij kennelijk teveel spiritualiën hebben genoten, een rijverbod op gelegd. Hun auto resp. bromfiets wordt veiligheidshalve bij het hoofdbureau geparkeerd. Om twee uur deelt de centrale mee, dat de mannen op de posten en in de overbrengwagens zich kun nen komen afmelden. De 21ste nachtcontrole is ten einde. Is de adjunct-directeur van Bankenbos voor niets naar Groningen geko men? Hij zit bij een inspecteur in een overbrengwagen. Ze koersen evenals de anderen richting thuisbasis, als zij op de Europaweg een auto zien, die te snel rijdt en teveel links houdt. Ze halen de wagen in en dwingen hem te stoppen. Als de bestuurder het portierraam opendraait, ruiken de mannen het al: dit is geen cho colademelk geweest, een „zesen twintiger"! Zo heeft elke medaille heeft pech gehad, de adjunct-di recteur van Bankenbos geluk. Pas als alle posten zich hebben afgemeld, kan de balans worden opgemaakt: zestig overtredingen, waaronder twee auto's met gladde banden en één overtreding van ar tikel 26. NASPEL De nieuwe dag kondigt zich al aan, als majoor Elzinga en inspec teur Nordholt het bureau verlaten. Bij de ingang worden ze meteen aangeklampt door de bromfietser- wie een rijverbod was opgelegd. Hij wil zijn brommer terug, maar heeft kennelijk de laatste uren nog aar dig wat glaasjes geleegd. Terwijl de drie mannen voor het bureau staan te discussiëren, is een paar meter verderop een garagehouder bezig de banden van een auto te verwisse len. De tweede man wie een rijver bod was opgelegd, ligt in zijn auto zijn roes uit te slapen. Het is alles bij elkaar een zonderling tafereel tje, dit naspel van een nachtcon trole om vier uur in de ochtend. Is de oogst van deze nacht te gengevallen? „Nee, integendeel", zegt de heer Nordholt. „Juist als er steeds minder overtredingen worden geconstateerd en die tendens is er kunnen we zeggen, dat de nachtcontroles succes hebben. Hoe minder we vangen, hoe liever het ons is". Koffie1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 7