s chej_ps£%berichle_n t X>M*I SINKAL Vaderdag! Het lond achter de bergen haar Lachend keek ^JDAO 10 JUNI 1060 LETDSCH DAGBLAD Nog 9 dagen en dan is het Poppell gasaanslekers Maak uw keuze utt de vele modellen en kleuren. Prijzen v.a.5.95 tot 12.50 VOOR DE HANDEL; B. D. LEEFSMA NV. IKERKSTR. 25. AMSTERDAM. TEL. 233727! DAGELIJKS mrOLGYEXHAAL Oonfwoniefijk wu« «x* JOHN BOLAND I nam genoegen met eyn uitleg. n|e vorige bezoekers vertelden llilfde. Zy vonden het gek. één vooral. Ik moest erom lachen", ihema legde haar hand op zijn en bleef staan. „Is dit niet ►v vroeg zy. stilte was overweldigend. Er jl letterlijk niets te horen behalve Sgeluid van zyn eigen ademha ls Zelfs de rivier, die geen hon- meter van hen af stroomde be- gde geluidloos de oevers. Het was -^wekkend en drukkend. Noot te- i was hy buitenshuis met zo'n se stilte geconfronteerd. Er zong vogel, er zoemde geen insekt, ,ioge gras, dat roerloos langs de one van de weg stond, ruiste niet. voelde de stilte in zijn oren zwarte weg, geplaveid met een t; materiaal dat aan rubber deed pn, liep kaarsrecht naar de veel- ige stad. Dieren of mensen wa- lan de rand van Herpoli en op ilden niet te bespeuren. Hij keek ïaar het gebouw, dat zy verla- ïadden. Het zwarte massief van Dienarenverblijf verhief zich uit de vlakte en tekende zich |}p af tegen de grijsgroene ach- v ond van de wolken. is hier zo stil", zei hy. „Ik niet, dat het buitenshuis zo stil kijn." "Et is niet stiller dan in ons ver- niet, maar daar ben je snshuis daar verwacht je stilte". hema kreeg belangstelling. „U dus niet verwacht, dat het bui- luis stil zou zyn? U verwachtte Hhet hier veel rumoeriger zou Waarom? Is het in het land u woont, buitenshuis altyd ru- p?" i, er is altijd wel iets, dat la- jmaakt". Ilkf Ja? Dat is hier heel anders. De j.i willen hier geen geluid heb- in Haar arm beschreef een halve ani die het terrein waar zy ston- >mvatte. „Dit is een isolatiezone. hier geen ander geluid dan wat ■Telf produceren. Er is in deze Jfjgeen ontvangst." vrees, dat u me dat iets dui- (genietend van de schoonheid ,^iaar huid. „Vergeet niet, dat ik qfeen vreemdeling ben." iWboog het hoofd, aanbiddeiyk in i*ernst en wroeging. „Ik zal myn l3atwaamheid aan Lydda rappor- Jr Ik kan u dit niet duidelijk ma- Mijn intelligentie zal niet toerei- f zijn om u naar waarde van St te zyn." I»jj leek dat zo erg te vinden, dat lUmore haar snel geruststelde, ideif ligt niet aan u, Mohema. Het gent doordat ik alles hier zo vreemd ir, 1 Ik begrijp alles niet dadeiyk!" anPW u zoudt toch liever een be- wfier gids hebben dan ik ben", niet!" Hij greep haar B„Het ligt aan my, niet aan u". -pilde haar arm vasthouden, durfde niet goed. „Toe, heb n>eetje geduld met me". ,2%ema lachte al weer. „U bent 'Edelmoedig. Ik mag u wel dank- *1 zijn. En nu zal ik proberen het lidelijker uit te leggen. De plek, we ons bevinden, is wat wij een izone noemen. Radiogolven kun- er niet ontvangen worden en ge- Jpn uit de stad dringen er niet r. U moet weten dat de Heren Écultiveerd zyn, dat zy zonder k niet kunnen leven. En gelui den uit de richting van de Diena- renverblyven mogen die muziek niet storen en daardoor het genoegen van de Heren bederven". Het was heeriyk naar haar te ky- ken. De vorige avond had hy haar leeftyd op omstreeks dertig jaar ge schat; nu leek zy jonger. Maar toen zy hem recht in de ogen keek, kreeg hij weer een andere indruk. Haar zachtblauwe ogen straalden een wys- heid en mildheid uit, die niet pasten by haar jong gezicht. zy liepen door naar de stad, waar van zy geen kilometer meer verwy- d.erd waren. De atmosfeer was zo helder, dat het leek alsof hy de dlchtsbyzynde gebouwen met de hand had kunnen aanraken. Er was geen centimeter grond verspild: het gras een halve meter hoog, groeide tot aan de rand van het wegdek; al leen in de bevloeiingskanaaltjes was geen vegetatie te zien. Terwyl zy verder hepen kreeg Claymore erg in klanken, die him tegemoet kwamen. Het was een gedempt roffelen, alsof er vele trommels tegelyk werden ge roerd. „We verlaten nu de stiltezone", legde Mohema uit. „Hoort u de mu ziek van de Heren al?" De klanken werden voortdurend luider. Claymore kon inmiddels ook het schetteren van trompetten on derscheiden. Het was een hinderiyk soort muziek; tromgeroffel overstemd door trompetgeschal; meer ritme dan melodie. Onbewust versnelde hy zyn pas om in het tempo van de trommel te lopen. Toen zy de eerste gebouwen be reikten dreunde de lucht van onop- houdelyk trommelen. Claymore keek omhoog naar de gebouwen. Zy wa ren van gepolyste steen opgetrok ken; het gebouw rechts van hem was rood, dat aan zyn linkerhand grijs Beide massieven verhieven zich minstens honderdvyfentwintig meter boven de begane grond. Nergens was een ingang te bekennen; de eni ge onderbreking van de gladde mu ren werd gevormd door sieriyke tun- nelvormige bogen, die van het ene gebouw naar het andere liepen. Er waren veel van die bogen op ver schillende hoogten boven de straat aangebracht; de laagste bevond zich nog geen twintig meter boven d. (Wordt vervolgd) Hoe is het ontstaan? Dit woord: AFGUNST Jj In het Middelnederlands be- stond een werkwoord onnen en I een samenstelling daarvan: jon- nen, die allebei betekenden: gunnen. Het daarby behorende zelfstandige naamwoord luidt: gunst en daarvan is weer een I samenstelling afgunst. De be- i tekenis is: het gevoel van leed of spyt over het goede dat een ander geniet of dat hij kans heeft te verkrijgen en dat men hem niet gunt zonder het nog juist voor zichzelf te begeren. Het eigenaardige van het woord is gelegen in het voor voegsel af. Dit heeft namenlijk I altyd een betekenis die weerge geven kan worden door: weg van Alleen in afgunst en in afgod j betekent het: verkeerd, on-. Af- gunst is ongunst en een afgod is 1 een on-god, een verkeerde, valse god. PANDA EN DE MEESTER-GELDVERZAMELAAR 1189. Daar rijdt geld!" verklaarde Simon Geldmaker, ter wijl hij op een traag voortgaande rij auto's ivees. „Eens kijken of wij onze verzameling nog wat kunnen uitbreiden!" „U gaat toch niet opnieuw banden lek schieten met spijkers?" vroeg Panda ongerust. „Heel goed! mijn vriend!" sprak de geldverzamelaar tevreden. „Je bent een vlugge leerling! Nee we zullen geen spijkers gebrui ken, deze keer! We moeten dit grootser aanpakken!" Hij fluisterde enkele cijfer-combinaties in de microfoon en met een daarop verhief de geschut-toren van de tank zich in de lucht, terwijl de robot een soort gieter tevoorschijn haalde. „Bzzz!" sprak de robot, een trekker bij het handvat overhalend. En tot Panda's verbazing spoot nu een krachtige st aal gekleurde vloeistof de lucht in posities Nederlandse schepen IliHUkerfe t v Rott. te Amsterdam Rll.lt]. 7 v Qu.enboro te Londen HlMm. Courbet 8 v Kotke n Sc.rborc Tankvaart (Main.) Zeesleepvaart arentz Zee met elevator 8 o m N Mllfordhevan lyde met booreiland 8 op 31 rel de deur ontgrendeld. Jk vraag verschoningedele heer, maar zo vroeg op de dag verwachtte ik niemand", zegt de oude, gebogen herbergier. Tsjiao Tai begint honend te lachen. „Ik koop niets voor die praatjes", zegt hij, „een paar uur geleden heb je hier wel dege lijk bezoekers gehad. Waarom ben je zo bang om mij binnen te laten? Je hebt zeker een slecht geweten?" De herbergier begint zenuwachtig te stotteren: „We doen haast geen zaken meer, edele heer", zegt hij. „Ik bezweer u dat er vanmorgen niemand geweest is. Vroeger liep hier dichtbij een grote weg naar het nabuur district, maar die wordt haast nooit meer gebruikt". Tsjiao Tai begint nü echt genoeg te krijgen van deze koppige herbergier, die de deur nog steeds half dicht houdt. Vraag uw drogist naar de produkten-serie voor moderne toilet verzorging DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 539. In de warme gezelligheid van de kajuit luisterden Karo en Tutu vol aandacht naar het verhaal, dat Bram vertelde. Zodra ik weer aan dek kwam," ging Brammetje verder, „merkte ik dat iedereen voor me terugdeinsde, alsof ze een spookverschij ning hadden gezien. Ik wilde vragen, wat er aan de hand was, maar ze renden voor me weg. Wel meende ik nog iemand iets over de „Groene Koortste horen mompelen, maar daar was ik niet zeker van." „Wat was er dan?" vroeg Karo ademloos. „Dat begreep ik pas later," zei Brammetje somber. „Ik was in het donkere ruim tegen een natte verfkwast opge lopen, die allemaal groene spikkels in mijn gezicht had getékend. Nu zag ik er precies zo uit als iemand, die de Groene Koorts had erg besmettelijk en erg gevaarlijk. Geen wonder dus, dat ze uit mijn buurt gingen. En geen wonder, dat ze me probeerden op te sluiten, toen ik iets uit een kast moest halen Vereenvoudiging telefoonnota's (Van onze Haagse correspondent) P.T.T. gaat aparte briefjes, die zy als rekening van internationale tele foongesprekken voegt by de norma le door de computer samengestelde telefoonrekening, afschaffen. Men denkt deze nieuwe maatregel te doen ingaan op 1 november of 1 januari as. Het staatsbedryf vindt de huidige kaartjes ondingen in de volledige ge automatiseerde administratie, omdat men steeds genoodzaakt is een aan tal door de computer vervaardigde rekeningen uit te schieten om kaartjes by te voegen. De computer zal voor de afreke ning van de internationale gesprek ken een aparte staat invullen, waar- by elk gesprek één regel druks krijgt. De klant ontvangt dan twee rekeningen, één voor abonnement, binnenlandse en buitenlandse auto matische gesprekken en één voor de met de hand tot stand gekomen gesprekken. P.T.T. overweegt een enquete in te stellen by de klanten, die dikwyis internationale gesprekken voeren en daarby te informeren, of die klan ten nog wel gesteld zyn op een spe cificatievan deze gesprekken omdat een groot aantal toch al automa tisch tot stand wordt gebracht. RECHTER TIE EN DE MOORD OP DE LOTÜSVIJVER 28. Tsjiao Tai neemt de herberg nog eens op. Als de houthakker niet gefantaseerd heeft, moeten de zes rovers hier ontbeten heb ben. Het nogal verwaarloosde gebouw ziet er niet naar uit, je zou denken dat er in maanden geen sterveling een voet over de drem pel heeft gezet. Tsjiao Tai leidt zijn paard naar de ingang en bonst met zijn rijzweep op de deur. Hij wacht even en bonst dan opnieuw. Van binnen klinkt een wat klagelijke stem die zegt: „We zijn ge sloten. In dit seizoen zijn we niet op gasten berekend". „Dat zal ik zelf wel onderzoeken", buldert Tsjiao Tai. „Doe open. Ik ben van het gerecht!" Het duurt nog even, maar dan wordt na veel gemor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 21