Australiërs
I halen 'onze'
i schatten op
- Nederland
mist 'n kans
DRIEHONDERD EN VIJFTIG JAAR GELEDEN zeilden schepen van de Vereenigde Oost-
jdiscke Compagnie regelmatig van Amsterdam via Kaap de Goede Hoop, het zuidelijk deel
lil de Indische Oceaan en de Westkust van Australië, öaar Oost-Indië. Tussen 1629 en 1729
■rgingen ten minste vier van deze koopvaardijschepen. Batavia, Vergulde Draeck, Zuyt-
n-p en Zeewijk, met hun rijke lading op de westkust van Australië. De wrakken van deze
•hepen werden door Australische diepzeeduikers gelocaliseerd. Nadat in 1957 en 1958 Ne-
jrland aan Australië te kennen had gegeven geen claim te zullen stellen op de wrakken
1 j1 ,e' Australische regering de wrakken van de Batavia en de Vergulde
3ErafT' m 1963 nauwkeurig waren gelocaliseerd onderzoeken. Later werden ook de
rakken van de Zuytdorp en Zeewijk gevonden. Tijdens de onderzoekingen werd een
3. voorwen>en die voor de Nederlandse maritieme en economische geschiedenis
|ii onschatbare waarde zijn, naar boven gebracht. „Het is jammer dat Nederland als erf-
maam geen claim heeft gesteld", zegt de heer D. H. Couvée, hoofd van de afdeling Ne-
Wamdse geschiedenis van het
(jksmuseum te Amsterdam. Hij
legt eraan toe: Voor de bestu
ring dtr Nederlandse scheep-
farthisterie zijn de vondsten aan
?lgvf westlc,st van Australië even
langrijk of nog belangrijker
m de ontdekking van Barendtsz
borJ Heemskerk in 1871 op Nova
jmbla. \olgens de heer Couvée
inden sich voor de westkust
Australië nog talrijke wrak-
van Nederlandse schepen
rvan le locatie zou kunnen
vistgesteld. Scheepsjour-
wearover Nederland be-
muken melding van de
itbare inhoud van deze sche
de: zou een groots gebaar
indien Nederland deskundi-
op het gebied van onderwater-
leolojie ter beschikking stelt
te assisteren bij het onderzoek
de Australische westkust. De
irking met mijn collega's
het Western Australian Mu
is voortreffelijk", aldus de
Couvée. Het teleurstellend
dat de kostbare voorwerpen
neus van Nederland voorbij
l gegian zal enigszins worden
rgoed door een tentoonstelling
Tfe eind dit jaar in het Rijksmu-
Ijvn te Amsterdam wordt gehou-
p. Hierbij" zullen de vondsten
n de Batavia en de Vergulde
;45tfaeck vorden geëxposeerd. In
«renstaand artikel doet de cura-
eef van ie maritieme afdeling van
it Western Australian Museum
Perth Chris Halls, verslag van
e onderzoekingen die zijn gedaan
de Nederlandse scheepswrak-
il voor Ausiraliës westkust.
IN juni 1963 ontdekte een groep
kikvorsmannen voor de kust van
Noordwest-Australië de resten van
een oud schip, dat in ondiep water
lag op het Morning Rif, nabij de
Wallabi eilandengroep. Het Wes
tern Australian Museum in Perth
werd van deze vondst op de hoog
te gesteld. Onmiddellijk werd een
expeditie naar het wrak gestuurd.
De weersomstandigheden in het
gebied van de WaUabi-eilanden
waren gunstig. Binnen twee we
ken werden buitengewoon waar
devolle historische voorwerpen
naar boven gehaald. Uit de hut
ten van de officieren kwamen na-
vigatie-voorwerpen te voorschijn
zoals een koperen kompas (10 cm
lang) waaraan helaas de stalen
punten ontbraken, die gebruikt
werden om het bestek op een per
kamenten kaart uit te zetten; een
halfcirkelvormige gradenboog, de
oudst bekende nautische graden
boog met een beweegbare arm.
Uit de vondsten kon worden vast
gesteld dat het wrak was ontdekt
van de Batavia, het eerste Neder
landse koopvaardijschip dat in
Australische wateren is vergaan.
"v>
Uit scheepsjournaals was bekend dat
omstreeks 1629 het koopvaardijschip
Batavia, eigendom van de Vereenigde
Oost-Indische Compagnie, met zijn kost
bare lading van 250 000 gulden in mun
ten aan boord, in Australische wateren
was vergaan. Behalve de munten had
gezagvoerder Francisco Pelsaert een
kistje met juwelen onder zijn hoede, be
stemd voor de Groot Mogol in India.
De Batavia was een nieuw schip. Op
zijn eerste reis, die noodlottig zou ver
lopen, had de Batavia 316 opvarenden
aan boord onder wie ook vrouwen en
kinderen. Op 4 juni 1629, twee uur voor
zonsopgang, liep de Batavia op een rif
dat niet op de kaart stond aangegeven.
Het rif lag in de buurt van Frederik
Hout mans Abrolhos, ongeveer 64 ki lo
meter uit de kust van West-Australië.
De meeste passagiers en leden van de
bemanning slaagden erin de dichtbij ge
legen eilanden van de Wallabi-groep te
bereiken. Er werd ook wat proviand
van het wrak aan land gebracht, maar
men had een tekort aan drinkwater. Pel
saert en een aantal officieren besloten
te proberen in een boot Java te berei
ken en hulp te halen. Ze slaagden in hun
ondernenpng en kwamen een paar
maanden later terug met de Sardam
om de schipbreukelingen te redden.
Er bleken echter slechts 131 overle
venden te zijn op de schaars begroei
de winderige eilanden. Tijdens de afwe
zigheid van gezagvoerder Pelsaert toen
er niemand meer over was die enig ge
zag kon uitoefenen, brak een muiterij uit
op de eilanden. Een groep zeelieden en
passagiers van de Batavia, voor wie
wet noch gebod gold, had meer dan hon
derd opvarenden vermoord. Gezagvoer
der Pelsaert landde met een detache
ment musketiers en herstelde de orde.
De aanvoerders van de muiterij wer
den ter plaatse terechtgesteld. De ove
rige muiters werden opgesloten en naar
Java meegenomen om gestraft te wor
den. Voordat redders en schipbreukelin
gen Abrolhos verlieten werden onder toe
zicht van Pelsaert elf van de twaalf
kisten met munten geborgen. De juwe
len van de Groot Mogol konden ook ge
borgen worden.
Uit het wrak van de Batavia haalde
de bergingsgroep van het Western Aus-
Weekeindbiflage Leidsch Dagblad
ZATERDAG 4 JUNI 1966
gerust om de schipbreukelingen te red
den en de schat te bergen. Bij aankomst
van de redders was geen spoor van de
schipbreukelingen te vinden. Ook de
schatten van de Vergulde Draeck wa
ren verdwenen.
De zee heeft haar geheim 307 jaar
bewaard tot in 1963 een groep kikvors-
mannen het wrak van de Vergulde
Draeck bij toeval ontdekte. Smedig
kwam het tot een felle jacht op de schat
ten. Verschillende groepen duikers die
elkaar onderling beconcurreerden doken
naar de schatten van de Vergulde
Draeck. Deze ongewenste situatie had
tot gevolg dat in het Australische parle
ment een wet werd aangenomen waar
bij alle historische wrakken het eigen
dom werden van het Staatsmuseum-
Voordat deze wet van kracht werd wa
ren er reeds voorwerpen ter waarde van
enkele tienduizenden guldens in privé-
bezit gekomen.
Onder de meest interessante overblijf
selen van de Vergulde Draeck bevond
zich een groot aantal Afrikaanse oli
fantstanden, een bewijs van de onwet
tige handel van de kapitein van het
schip, bronzen kandelaars, keukenge
rei, loden platen, tinnen lepels en de
mortier van de dokter, waarop voorko
men de initialen van de Vereenigde Oost-
Indische Compagnie (VOC) en het jaar
tal 1654. Van archeologisch oogpunt uit
bezien is de plaats waar de Vergulde
Draeck ligt heel ongunstig. De over
blijfselen zijn over een groot oppervlak
verspreid. Het rif ligt in een zware
branding met een sterke onderstroom.
Bovendien is het gebied waar de Ver
gulde Draeck zich bévindt rijk aan
haaien.
De Zuytdorp was het volgende schip
dat op de kust van West-Australië ver
ging. Omdat er geen overlevenden wa
ren is er. heel weinig bekend over de
laatste noodlottige reis. De Zuytdorp
was een groot schip, bewapend met
veertig kanonnen. Het schip telde een
bemanning van driehonderd koppen. Af
gezien van de gewone lading had de
Zuytdorp ook ongeveer 248.886 gulden
aan boord. De Zuytdorp was 22 april
1712 van Kaap de Goede Hoop vertrok
ken. Nadien was er nooit iets meer van
gehoord. Er werden geen schepen uitge
zonden om naar het wrak te zoeken.
Ruim tweehonderd jaar bleef het ver
gaan van de Zuytdorp een volkomen
mysterie. In 1927 werden plotseling
overblijfselen aangetroffen op het strand
en de klippen, 54 kilometer ten noorden
van de Murchison rivier in West-Aus
tralië. Honderden munten waaronder
schellingen en dubbele stuivers die in
1711 in Middelburg waren geslagen, wer
den gevonden evenals de stootbodems
van zes kanonnen. Een kompas, pot
scherven en gebroken flessen lagen in
het zand op de klippen. Enige centime
ters onder het zand werd een laag as
gevonden, een bewijs dat de overleven
den doelbewust een groot vuur hadden
aangestoken om de aandacht van pas
serende schepen te trekken.
Het wrak van de Zuytdorp ligt aan
de voet van de dertig meter hoge kalk
steenklippen, die nu de officiële naam
van Zuytdorp Klippen hebben gekregen-
Het duiken is zeer gevaarlijk daar er
een constante zware branding staat. Ter
plaatse bevindt zich een sterke onder
stroom met gevaarlijke dwarsstromin-
gen. Het wemelt er van haaien. Deson
danks slaagde een groep kikvorsmannen
er op een tamelijk kalme dag in 1964
in om tien minuten onder water te blij
ven. Ze verklaarden dat de overblijf
selen van het schip over een tamelijk
grote oppervlakte verspreid lagen. De
enige voorwerpen die ze hadden waar
genomen waren een paar kanonnen, een
anker en grote baflaststenen.
Het laatste geïdentificeerde Neder
landse wrak is dat van de Zeewijk.
Op 9 juni 1727 's avonds om zeven uur
liep de Zeewijk op het Half Moon Rif
in de Houtmans Abrolhos. Hoewel de
Zeewijk volkomen stukgeslagen werd,
bleef het schip boven water op het rif.
Het grootste deel van de bemanning
slaagde erin aan land te komen op een
dichtbij gelegen eiland en daar een kamp
op te slaan. In de daarop volgende
maanden werden er vele artikelen van
het wrak geborgen, waaronder tien kis
ten met geld ter waarde van 315.836 gul
den. De voorwerpen en muntstukken
werden op het eiland geborgen. Van het
hout van het wrak bouwden de overle
venden een sloep waarmee zij Batavia
bereikten.
In 1895 lokaliseerden guano-gravers op
de Abrolhos eilanden de overblijfselen
van het kamp van de overlevenden van
de Zeewijk. Een groot aantal voorwer
pen werd geschonken aan het Western
Australian Museum. Een van de belang
rijkste vondsten zijn enkele vuurstenen
pistolen, de eerste vuurwapens die in de
Australische geschiedenis bekend zijn.
Op de plaats waar de Zeewijk is ver
gaan, is het voor kikvorsmannen zeer
gevaarlijk te duiken. Tot nu toe kan
slechts één kikvorsman zich erop be
roemen het wrak te hebben gezien. Voor
de moderne onderzoekers is het een ge
luk dat de kapitein van de Zeewijk,
Jan Steyns, een kaart van de Abrolhos
tekende waarop hij de plaats van het
wrak nauwkeurig heeft aangegeven. Het
is dus mogelijk het wrak van de Zeewijk
te onderzoeken.
De wrakken van de Nederlandse sche
pen voor de kust van West-Australië
zijn voor historici van onschatbare
waarde daar ze veel gegevens kunnen
verschaffen over de scheepsbouw uit de
zeventiende en achttiende eeuw. De over
blijfselen die zijn gevonden geven bo
vendien een beeld van het leven aan
boord uit de dagen van de Gouden Eeuw
en de periode van de Nederlandse ex
pansie in Oost-Indië.
tralian Museum ook nog een meridiaan-
ruig van een globe, waarschijnlijk ver
vaardigd door Willem J. Blaeu. De me-
ridiaanring bewijst dat nog in 1629 glo
bes op schepen werden meegenomen
voor navigatie-doeleinden. Ook werden
een sterrehoog temet er en een halfbol ge
borgen, hetgeen een unieke vondst was
daar dit de eerste keer in de geschiede
nis is dat beide instrumenten samen
werden gevonden. Peilloden, stukken
hout van de kiel, de lederen riem van
een zeeman, aardewerk kruiken en ser
viesgoed, een handvol Mexicaanse mun
ten van de kist die niet door Pelsaert is
geborgen, zijn ook aan de oppervlakte
gebracht.
Voorts werden vier grote 24-ponder
bronzen kanonnen geborgen en buskruit-
..rommels waar de geur van zwavel
nog omheen hing.
Vanuit een archeologisch oogpunt be-
zfen is het wrak van de Batavia ideaal
gelegen in een zanderige kuil op het rif.
Hierdoor bleven alle voorwerpen op één
plaats verzameld.
Bergingsproblemen van heel andere
aard hebben de duikers ervaren die wer
ken aan het bergen van het schatten
schip, de Vergulde Draeck.
De Vergulde Draeck had 78.600 gul
den aan munten aan boord toen het als
tweede schip v^n de Vereenigde Oost-
Indische Compagnie verging op de Aus
tralische kust. In de nacht van 28 april
1656 sloeg de Vergulde Draeck te plet
ter op een rif, 30. 2/30 graden zuider
breedte, en zonk met een bemanning van
118 koppen aan boord. Vijfenzeventig op
varenden overleefden de ramp en roei
den ongeveer elf kilometer naar de kust.
Ze bevonden zich in een wanhopige si
tuatie daar een van hun reddingboten
bij de landing zwaar was beschadigd.
De overlevenden hadden heel weinig pro
viand en de kust waar ze waren geland
was volkomen onvruchtbaar. Bovendien
was er geen drinkwater. Kapitein Pieter
Albertsz, de tweede stuurman en zes
bemanningsleden besloten in de enige
zeewaardige boot naar Java te varen
om hulp te halen. Op 7 juni bereikten ze
na een reis van vijf weken Batavia. Bin
nen een dag werden twee schepen uit-
BOVEN: Op deze wijze verging
de „Vergulde Draeck", volgens
de auteur van dit artikel.
LINKS ONDER: Een duiker
bevestigt een kabel om een ka
non van de „Batavia" (foto:
Western Australian Newspapers
Ltd.)HIERONDER: Aan boord
van de Batavia werden deze
drie navigatie-instrumenten
geborgen; links: passer met
één beweegbare arm; midden:
astrolabium; rechts: een gedeel
te van een kompas. BENE
DEN: kandelaren afkomstig
van de „Vergulde Draeck".