CENTR AAL ANTENNE SYSTEEM is gereed voor kleurentelevisie IP.T.T. DENKT JAREN VOORUIT 'IN LEIDSCHENDAM DOET MEN VAN ALLES TEGELIJK Door Eibert II. Bunte Zaterdag 21 mei 1966 meebrengen. Bij de normale tor beeft ieder signaal zijn eigen kanaal. Maar in een frequentieband zijn vele kana len. Het kan gebeuren dat een kanaal geheel bezet is, of gestoord (door fa ding bij voorbeeld), terwijl een ander vrij is en niet gestoord. De opzet van de flextor is nu, dat ieder signaal automatisch dat kataaal zoekt dat be schikbaar is, zodat leegloop" woidt vermeden en veel meer signalen tege lijk kunnen worden verwerkt. Een zui ver technische detailkwestie dus, maar bij de groeiende communicatie van veel belang. Een andere, op zichzelf eenvoudige zaak. De telefoniste op 008, die in lichtingen geeft over telefoonnummers, heeft reeksen zware boekwerken bij zich liggen, en het kost haar tijd daarin het gevraagde nummer op te zoeken. Bovendien zijn daarin niet al le nieuwe nummers en mutaties di rect opgenomen. Vandaar dat het la boratorium mi werkt aan een sys teem, waarbij alle pagina's van al le telefoongidsen op microfoto's zijn vastgelegd, die met enkele simpele handbewegingen op een scherm kun nen worden gereproduceerd en waar bij de mutaties binnen de dag wor den verwerkt. Komt die flextor er, komt dat nieuwe 008-systeem er? Dat is een vraag waarover de technici zich het hoofd niet breken dat zal te zij ner tijd de centrale directie uitma ken. Tussen haakjes: „Als uw visie- foon er eenmaal is", grinnikt een in genieur, „kunnen we de zaak nog veel simpeler maken: dan draait u op uw kies schijf wat nummers en krijgt u die geprojecteerde pagina op uw beeldschermpje. Weinig gloednieuws dus voor bet ogenblik. In het verleden was dat an ders. Ze zijn er in Leidschendam niet weinig trots op, dat ze daar het Centraal Antenne Systeem hebben ontwikkeld, dat nu m het Bezuiden hout en in Mariahoeve in proefbe- Is dat systeem bruikbaar te ma ken voor kleurentelevisie? Men heft geschokt de armen omhoog: dat is het al! Nog een paar andere recente snuf jes zijn het telefonisch vergaderen dat zou overigens ook per televi sie kunnen, doch dat vergt zulke be dragen dat men daar voorlopig niet aan denkt en de codeer- en sor- teermachines voor de postmechanisa- tie, die in Rotterdam in proefbedrijf zijn. Voor de semafoon, onlangs offi cieel in gdbruik genomen, ontwierp en vervaardigde het laboratorium en kele belangrijke delen: de zogenaam de centrale besturing, de centrale ad ministratie en de verwerking van de binnenkomende aanvragen. Over die jx>stmechanisatie nog even dit. Hét moeilijke punt is het lezen van adressen. Daar zijn nog altijd mensen voor nodig, en eigenlijk zou dat automatisch moeten. Het is dus zaak eeu ..oog" te congrueren, dat menselijk handschrift kan lezen. Voorlopig Zou de PTT al blij zijn als er een apparaat was, dat het genor maliseerde, gedrukte schrift kon le zen dat de girodienst gebruikt om zijn rekeninghouders hun stukken toe te sturen, want dat zou al een grote ont lasting betekenen. Is het ongegrond te veronderstellen dat daaraan dus in Leidschendam wordt gewerkt? Men kan, door het laboratorium wandelend, honderden vragen stellen. Doet de PTT iets aan communicatie satellieten? Het antwoord is even aardig als ontwijkend: de actieve sa tellieten worden hier passief gevolgd. Komt er een ander systeem van tele foneren? De druktoets-telefoon heeft zijn komst al aangekondigd. Overi gens: de zin van die druktoets zien de technici niet zo scherp, zolang de centrales toch niet in staat zijn het sneller gekozen nummer ook sneller te pakken te krijgen. Een gesprek met technici is tegen woordig niet volledig, als het woord computer niet is gevallen. De gege vens van deze elektronische machi nes moeten worden overgebracht, en het zit er in, dat straks de telefoon kabel dienst zal moeten doen voor da ta-transmissie, zoals het heet, tussen bij voorbeeld twee computers. Houdt Leidschendam daar al rekening mee? Leidschendam is daar al tijden mee bezig, want het betekent dat aan ka bels en schakelingen veel hogere eisen gesteld zullen worden. Als er in een normaal gesprek eens een kraakje of een ruisje zit hindert dat niets, want men verstaat elkaar toch uitstekend. Maar bij data-trans missie gaan per seconde honderden signalen over en een onderbreking, hoe kort ook, betekent dat er signa len „verdrinken". De informatie moet dus „beschermd" worden, fou ten en omissies moeten automatisch hersteld worden. Vandaar dat men zich in Leidschendam bezighoudt met diepgaande bestudering van de vele systemen van data-transmissie die nu aan de markt zijn en zich ook wel verdiept m wat verdere mogelijkhe den zullen zijn. Want als morgen iemand bij de PTT komt met het ver zoek om een verbinding voor data transmissie moet de centrale directie met een blik in de papieren haar standpunt kunnen bepalen. Er zitten in Leidschendam vogels van zeer uiteenlopende pluimage, in totaal 425 man, van wie 45 academici en 25 HTS-ers. Een beeld van hun werk kan dus niet anders dan kaleidosco- pisch zijn. Post mechan is at ie is nu een maal iets heel anders dan de miniaturi sering van telefoonschakelingen, en een giro-mer kroost er heeft niets van doen met pulscodemodulatie. Dat komt dus aardig overeen met 't menselijk brein, waarmee we het laboratorium verge leken. Dat immers houdt zich ook met /ele zeer verschillende zaken tegelijk bezig en komt ook niet iedere dag roet iete geheei Al heel wat apparatuur die door het Neher- Iaboratorium werd ontwikkeld heeft haar intrede gedaan in de praktijk van het PTT-bedrijf. Een voorbeeld daarvan is deze codeermachine voor brieven cfie thans bij de PTT in Rotterdam ia gebruik is. Dit toestel maakt snellere sortering van de briefpost mogelijk, en dos ook snellere verwerking, (links boven) Een wat griezelige ruimte In het Neherlabora- torium is de .zachte kamer", waar de muren alle geluiden direct absorberen, zodat het in de ze kamer letterlijk doodstil is. Als men er even vertoeft kan men het bloed door rijn aderen ho ren stromen. De technici gebruiken deze kamer voor het testen van microfoons en dergelijke. (rechts boven) Een van de interessantste onderzoekingen is het automatisch lezen van cijfers, een noodza kelijke voorwaarde voor het afdoende automati seren van het PTT-bedrijf. Met deze proefopstel ling probeert men een stapje verder te komen op de zeer moeilijke weg. (links midden) Een zeer belangrijke technische ontwikkeling is die der microminiaturisatie: het terugbrengen van onderdelen van installaties tot de kleinst mogelijke omvang. Daarvoor wordt dikwijls het proces toegepast van het opdampen van zeer dunne metaallagen, en* daarvoor ook staat deze vacuüm-installatie in het Neherlaboratorium op gesteld (onder) Het telefoneren vanuit een rijdende puto was twintig jaar geleden een theorie. Intercontinentale te levisie-uitzendingen behoorden in 1946 oog tot de praktische onmogelijkheden. Vandaag is het een zo goed als het ander een praktijk, waar men al aan is. Hoe zal het over twintig zijn? Hebben we dan de „visie- foon" in kleuren, de telefoon waarmee we elkaar ook kunnen zien? En levert ie televisie dan een driedimensionaal in onze huiskamer af? Twintig jaar is in de wereld van de lechniek maar een korte periode. Toch is er de afgelopen twee decennia ty het gebied van de communicatie teer veel gebeurd. Neem 1946: toen Krompelde in een pas bevrijd land „tante pos" rond op afgetrapte lukken om het brief- en telefoonver keer weer op gang te brengen. Er Was post, telefoon, telegraaf, er was radio. Nu zijn er daarnaast ook de te levisie, de telex-over-radio, de porto- bon, de mobilofoon, de semafoon allemaal nieuwe communicatiemidde ls bij de oude vertrouwde, die overi gens zelf ook vernieuwd en sterk uit gebreid zijn. Een paar cijfers ter vergelijking *an toen en nu. In 1946 verwerkte de Nederlandse PTT 1,2 miljard post stukken, in 1965 was dat bijna 2,4 mil jard. Twintig jaar geleden waren er 358.000 telefoonaansluitingen, eind vo rig jaar waren het er 1.501.000. In J946 werden er 400 miljoen lokale te lefoongesprekken gevoerd, vorig jaar fond 1200 miljoen; het interlokale tussen de bedrijven door bolledig geautomatiseerd groeide 99 miljoen gesprekken in 1947 tot 'W miljoen m 1965. Het aantal telex aansluitingen steeg van 190 in 1946 tot •WO eind vorig jaar. Dit voor wat betreft de communica te ..van man tot man". Daarnaast is er bet eenrichtingsverkeer der massa communicatie: radio en televisie. In bedroeg het aantal geregistreerde radiotoestellen 697.000, eind vorig jaar het 2.694.000. Van televisie was 'ntig jaar geleden in ons land nog Pine sPra^e"> ultimo '65 stonden J^OOO ontvangers bij de PTT te De communicatie is dus zowel gein- •saiveerd als gediftotsntieerd. Dat xs niet vanzelf gegaan. Daar zitten her sens achter, van wetenschapsmensen, ingenieurs, technici, zowel voor de ontwikkeling als voor de uitvoering. Twintig jaar is het geleden van daar onze vergelijking met 1946 dat de PTT het ontwikkelingswerk bun delde, een brain trust" schiep door haar Centrale Laboratorium te stich ten, dat in 1955 naar Leidschendam verhuisde en toen de naam van de vroegere directeur-generaal dr. L. Ne- her kreeg. De buitenwereld kijkt tegen dat Ne- her-lab op daar immers komen nieuwe wondertjes van technisch ver nuft vandaan. Daar automatiseren ze op de tekentafel het telefoonverkeer, rekenen ze straalzendemetten uit, be denken ze een semafoon. Als ene me neer Niarchos op zijn schip een feillo ze telexverbinding per radio wil heb ben, zetten ze in dat laboratorium zoiets voor hem in elkaar. Het ligt dus voor de hand, naar Leidschendam te gaan om aan de braintrust te vragen, hoe de verdere ontwikkeling zal zijn. Het antwoord op de vraag of de „visiefoon", zo vertrouwd al uit de science fiction, ooit mogelijk zal zijn, is ontnuchte rend: dat toestel zou men vandaag al kunnen maken als men er geld ge noeg voor neerlegde. En dat geldt evenzeer voor allerlei andere snufjes. Wat er komen moet en wat niet is echter niet zozeer een zaak van de technici. Dat is meer een beleids kwestie, die in het bijzonder de cen trale directie van de PTT aangaat. w# km** written, ao zeggen onderdirecteur dr. Van der Wijck en chef personeel Canters, maar wat daarvan zal wor den gebruikt is een vraag die ande ren moeten beantwoorden Daarom is men in Leidschendam altijd terughoudend. Men formuleert het zó: Wij zijn er ten behoeve van de wensen en noden van het bedrijf. Nauwkeuriger uitgedrukt betekent dit, dat het laboratorium in de eerste plaats adviezen dient te geven, opdat de centrale directie weet wat er mor gen en overmorgen moet gebeuren Het gaat veelal om zeer prakti sche zaken. Als het met het oog op personeels schaarste en economie no dig is, een telefooncentrale compac ter en betrouwbaarder te maken, zo dat zij onbewaakt kan werken, dan zal het laboratorium daaraan zijn aandacht schenken in plaats van aan zaken, die in een verdere toekomst misschien nog eens aan de orde zul len komen. Dat eerste is somtijds minder spectaculair, maar nuttiger. Trouwens, het wordt steeds moei lijker om iets geheel nieuws te vin den. De nadruk ligt tegenwoordig veel meer op het verbeteren van iets be kends. Neem bij voorbeeld de telex- over-radio, de „tor", die een aantal ja ren geleden is geconcipieerd door de directeur van het Neher-laboratorium, dr. ir. H. C. A. van Duuren. Op het ogenblik werkt men aan de „flextor", de flexibele tor. Dat wordt een appa raat, dat zich voor de gebruiker in geen enkel opzicht van het bestaande zal onderscheiden, maar voor de PTT zelf »tt yykeef zal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 9